e zwarte paupers van Jamaica Ongedwongen jong zijn ABN Bank Jazz in Laren niet zonder problemen Vraag onze man in Jakarta. iÜr Bk» t HE HARDER THEY COME OP DE ENGELSE MEISJES •1 Rijksmuseum Enschede gaat niet meer voorbij aan moderne kunst VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1977 FILM/KUNST amaica is voor de film het listorische eiland van de pira- en of van modern weelrieriv reu, jimmy oun. nel ais Manrn iron Ï2? ook Cliff naar „de stad" om als zan- verbeelding van Martin voor ogen stond was de vertolker van de rol zelf, Jimmy Cliff. Net als Martin trok even. De Jamaïcaan Perry lenzel, die met de film The iorder they come zijn eerste peelfilm maakte (na een film- ipleiding heeft hij zich een iental jaren bezig gehouden net het maken van commerci- ils voor de tv en documentai- es) laat een volstrekt andere :ant van het Jamaïcaanse le en zien. het Jamaïcaanse leven, zoals dat poor het grootste deel van de bevol- ng wordt geleid. Een leven, dat in Iets herinnert aan de romantiek de piraterij of het verveelde, •outineerde leven van de „jet-set." mensen, die door Henzei voor de camera's zijn gehaald zijn de neger- urnen van Jamaica. De zwarte itadspaupers. Van het platteland ge komen, om huisvesting te vinden in trotten, die de naam behuizing tot ?en aanfluiting maken. Maar nie- nand die er zich iets van schijnt aan nage trekken. En misschien is dat, soci- attal genomen, een van de navrantste iecten van Henzeis film. chjspei a lï jodium ger carrière te maken. Maar hij was in de tijd van zijn migratie jonger. Veertien jaar. Voor de rest moest ook hij ondervinden, dat eerst een over vloed aan corruptie overwonnen moet worden, voordat de kans op carrière werkelijkheid wordt. Éénling Ivan Martin is vooral vervuld van zich zelf. Hij is binnen zijn gemeen schap een éénling, die er vooral op uit is voor die gemeenschap de „be wonderde held" te worden. Dit is in de psychologie van de film een heel sterk aspect. Henzei maakt van zijn figuur geen individu, waarin de ver paupering van de negerbevolking op Jamaica als een soort aanklacht tot leven is gekomen. De verpaupering is een blindelings geaccepteerd soci aal gegeven, dat elk gevoel van ge meenschap uitsluit. De verpauperde negers wonen tezamen in een krot- tengetto. Maar dat tezamen wonen is nog geen samen-zijn. Het bestaan wordt in zo schrille armoe doorleefd, dat niemand het zich kan veroorlo ven iets anders dan een weerbare en tegelijk onderdrukte eenling te zijn. Alleen in de kerk, bij de samenzang, ontstaat enigszins de schijn van soli- Jimmy Cliff in de rol van Ivanhoe Martin dariteit. Maar het is in wezen eerder een opzwepen van verlatenheidsge- voelens dan gelovige mededeelzaam heid. Binnen dit raam probeert Martin zich in zijn ijdele eenzelvigheid om hoog te worstelen. Als hij zich ge dwarsboomd ziet trekt hij een mes. Zijn straf bestaat uit negen geselsla gen. Op de pijn er. vernedering van die slagen volgt de teleurstelling van de eerste grammofoonplaat. De lef- pet waarmee Martin zich het nodige gewicht wil verschaffen, maakt het honorarium van twintig dollar voor zijn plaat des te lachwekkender. De verpauperde eenling wordt langza merhand een verbitterde eenling. En als zodanig iemand, die bereid is in gevecht te gaan met de rest van de samenleving. Het begint met handel in drugs, het eindigt in vuurgevech ten met de politie. Het is duidelijk, wie daarbij op den duur het onder spit moet delven. Zoals al gezegd heeft Henzei niet in directe zin ingegrepen in het sociale drama van de verpauperde zwarten in Kingston. Zijn weergave is nuch ter en zakelijk. Zeer afstandelijk. Maar juist door die afstandelijkheid is de indirecte uitwerking van de schamelheid, die het leven van de zwarte paupers beheerst, zo indrin gend. Martin is geen tragische held. Hij is als het ware geboren om te verliezen. Er is ook niemand die hem kan hel pen. Omdat de verpaupering zo ver gaat, dat elke poging tot gemeen schapszin of solidariteit een onduld bare luxe wordt. Het is heel knap dit alles te realiseren in een film. die schijnbaar alleen maar een story wil vertellen. Amsterdam-Kriterion, 16 jaar door Ruud Niemans In het rust ademende Singer-complex te Laren vindt deze week het Jaarlijkse Internationale Jazzfestival plaats, dat deze maal tevens gastheer speelt van de Europese Radio Unie. vu Bet verhaal gaat over een zekere ivanhoe Martin. Van „de plantage" ls laar Kingston gekomen om daar !aniarrière te maken. Niet een carrière in n het trieste sappelleven van zijn iwarte lotgenoten, maar op het blik kerende podium van de song-busi- less. 5ij zijn creatie van de man hebben ïenzel twee figuren uit Jamaica roor ogen gestaan. In de eerste Het is in filmland gewoonte ge- send als de voorstelling uit een nog worden om de toestanden on- maar enkele decenniën achter ons (por ogen gestaan. In de eerste -—J-" ::,eden t^n long zijn" rilaats een als heldenfiguur vereerde der de opgroeiende Jeugd met W aan önv0orspel- A uisdadiger uit de jaren vijftig. Een zwartgallige somberheid te be- Lta-pRhsar ir/het leven te staan idadiger uit de jaren vijftig. Een lekere Rhygin, die Jamaica (het Ja- laica van de paupers) in de ban leid van zijn terroristische overval- en en aanslagen. Iets van de vere- ig voor deze Rhygin heeft Henzei 'ergedragen op Martin. "bp rJJbe tweede figuur, die Henzei bij zijn lablei. Labiel door druggebruik. T ntalnl Anna tvnnAnlnVn Aniinttlnrmn zwartgallige somberheid te be- ^kkwetSbïar irfhet leven te staan, kijken. jong was werd aan alle kanten belaagd. Leven betekende niet een Als die Jeugd zich zelf niet bedwelmt geleidelijke ontwikkeling binnen het aan festivals, waar de beuk van elek- eigen raam van goede en slechte trische gitaren allerlei aan hysterie eigenschappen, grenzende opwindingen er in slaat, wordt zij bij voorkeur voorgesteld Kabinet Onze filmredactricê Willy Wielek-Berg is met vakan tie. Tijdens haar afwezig heid wordt deze rubriek verzorgd door filmcriticus Dick Ouwendijk. Labiel door bandeloze opvattingen Volgens het patroon van de scenario- over sex. En „labiel" is dan nog maar schrijvers was het leven voor Jeugdl; een vrij ingetoomde voorstelling van zaken. Criminaliteit plus vroegtijdi ge maatschappelijke en morele afta keling beginnen in de filmverbeel dingen over de jeugd een domineren de tendens te vertonen. Het is een vervalsing. Net zo verval- gen een s^ort kabinet, waarin allerlei min of meer verrassende zaken lagen opgeborgen. In verloop van tijd wer den deuren en schappen geopend, en werden de levenszaken goede en ondeugdzame onthuld. Leven was niet deel hebben aan iets, niet iets dat zelf werd gepresteerd, het was een confrontatie. Tussen deze twee uitersten in ligt de film van Michel Lang „A nous les petites anglaises" („Op de Engelse meisjes"). De jonge ren in de film krijgen niet het kabi net van het leven geleidelijk voor zich geopend. Zij maken hun leven zelf. Zij hebben hun ervaringen, hoe pril die ook mogen zijn, zelf in han den. Zij zijn daarin gelijk aan de zelfstandige jongeren, die gedrenkt worden in de moderne zwartgallig heid. Maar ze worden niet voorge steld als labiel, crimineel of ge speend van alle verantwoordelijk heidsbesef. Lang heeft ze gecreëerd in een ongedwongen natuurlijkheid, die hun het aantrekkelijke meegeeft van menselijke onervarenheid. Ze verkennen en komen daardoor tege lijkertijd tot ontwikkeling. Ze zijn niet deugdzaam, maar ze zijn net zo min „rotten" (zoals tegenwoordig in filmverbeeldingen naarstig wordt gesuggereerd). Nostalgisch Overigens heeft Lang de handigheid gehad om het verhaal van zijn film in een soort tussenperiode te plaatsen, namelijk op het einde van de vijfti ger of het begin van de zestiger Jaren. Dus né de tijd van de „kwetsbare jeugd", voor wie node het kastje van het leven werd geopend. En vóór de tijd van de jeugd, waar geen land meer mee is te bezeilen wel te verstaan, het land der scenario schrijvers. Het is de tijd toen de flirt nog iets weg had van een ironisch avontuur; niet serieus, maar toch weer niet van alle ernst ontbloot. In deze geest heeft Michel Lang zijn film gemaakt en door die geest zal zij veel bioscoopbezoekers ongetwijfeld nostalgisch boeien. Het verhaal gaat over twee Jonge Fransen, Alain en Jean-Pierre, bei den achttien of zeventien jaar oud, bij hun eindexamen lyceum ge sjeesd, mede door een slecht cijfer voor Engelse taal. Het tweetal blijkt erg amoureus van aanleg te zijn en omdat zij de tijd de ontwikkeling naar een wat vrijer levenspatroon mee hebben, hoeven zij tegenover vrouwelijke leeftijdgenoten hun amoureuze neigingen niet onder stoelen of banken te steken. Om voor het volgende leerjaar wat stevi ger ondergrond onder hun Engels te krijgen worden de twee door hun ouders naar familie in Engeland ge stuurd. Ze gaan vol verwachting over wat vrouwelijk Engeland hun te bie den zal hebben. Dat valt tegen; de Franse meisjes met wie de flirt on middellijk geopend wordt, blijken toch het liefst te zijn. De film is een zeer vrijmoedige vrija ge-film, waarin overigens de ge waagdheden soms heviger lijken dan ze in werkelijkheid zijn. Het aantrek kelijke van de film blijft: het beeld van een ongedwongen levensontwik keling die vervat ligt in het jong zijn. Hoe iemand zich ook wil wenden of keren, hij of zij kan aan die ontwik keling niet ontkomen. En wil er ook niet aan ontkomen. Lang oordeelt daar met mildheid en begrijpende ironie over. Amsterdam, Leidsepleintheater; Gro ningen en Utrecht Studio 16 jaar. Dat laatste feit konfronteert ons op alle avonden met merendeels totaal onbekende groepen musici, die uit 10 Europese landen komen, plus Cana da, dat middels de CBC sterke bin dingen heeft met de EBU. Voorts is er uiteraard Nederlandse deelname en een pakket Amerikaanse kon- traktanten, dat met o.a. de trompet tisten Ted Curson en Ira Sullivan, de zangeres Betty Carter, 5 kopstukken van de Newyorkse loftscene en de tenoren Von Freeman en Sonny Rol lins en pianist Randy Weston zeer attraktief en Interessant mocht wor den genoemd. Laren ontwikkelde zich vanaf "73 als een typisch radio-festival, waarvan de zakelijke waarde niet in bezette stoelen, maar in zenduren en luister dichtheden dient te worden geme ten. Het publiek is er onder het schit terend groene lover een noodzake lijk, zij het welkom decor. Laren is relaxed en dat heeft zijn gunstige weerslag op alle muziek. De herinne ring aan de Northsea-makro-muzlek- makerij vervaagt, de vriendelijke kassière doet er wat langer over. maar een spoorboekje en en een paar steunzolen om alles te volgen, zijn niet nodig. Ik berekende ruwweg, dat men er 3* zo weinig musici 3 keer zo lang hun gang laat gaan en dat houdt meteen in, dat de hlnk- stapsprong van de bij geïmproviseer de muziek zo gevoelige relatie tussen artiest en publiek hier veel vaker lukt. Mijn 2-delige impressie nu en maandag moet zich weliswaar be perken tot hoofdzaken, toch zijn en kele regels over de stoet onontwijk bare ERU-onbekenden zeker op zijn plaats. Haast ongemerkt woont de vroeg aanwezige festivalbezoeker een hem opgedrongen soort con cours voor gevorderden zonder hoofdprijzen bij, een wat grauwe pap die hij obligaat weg moet slikken, alvorens aan een kruidig? plat-du- Jour te mogen beginnen. Ik vraag mij af, wat al die congresserende radio manen er mee voor hebben. Even zeer plaats ik vraagtekens bij het nut van die korte workshops (Eisen en Charlie Mariano deze maal als docenten) en Jazzpodla, die in Laren per traditie gedurende de middag uren gaande zijn. Terug naar de gro te, nou ja grote? zaal: tot 11 uur dan Canadezen (Don Thomspon-kwartet met suiteachtige post-Coltranejazz, waarin tenorist Michael Stewart op viel door toon- en volumebeheersing, het schools klinkende Finse Lahti- Linkola Quartet, weinig persoonlijk heden, afvaardigingen uit Zwitser land en Spanje ("Free Jazz" post- Franco) en we zijn nu al bij woens dag aangeland de groepen van BJarne Nerem (tenor. Noorwegen) en Palle Mikkelborg (trom- pet. Dene marken). Nerem, een goed doorswin- gende blazer in Lester-Wardell Gray- trant, pakte even goed uit in een snel „How about you" en Mikkelborg's groep "Entrance" trok een afschuwe lijke, overspannen geluidsmuur van stekkermuzlek op, die velen naar koffiekamers deed vluchten. Denen aan draadjes, gespeend van elk ge voel voor nuances. Brabantse workshop Ohm-bassist Nlko Langenhuljsen leidde maandag een meer dan 20 man tellende Zuid-Nederlandse workshop in een plezierig van folklo re- en fanfaredeunen doortrokken Breukeriaans luisterwerk, waarin aangename thema's als lanceerplat- form dienden voor veel solistisch rijp en onrijp. Naast het in de Randstad bekende „Boventoon"-ensemble van Hermande Wit hier dus een „Onder- toon"-equivalent uit het Brabantse, dat als inleiding diende tot Ted Cur son St Company, die ik vorig Jaar in de Newyorkse „Boomer's" aan liet werk zag. Curson wist dit septet zo waar bijeen te houden („when I said Europe next year, I was dreamin' man) met op drums Ronny Steen voor Steve Mc Call. De leider wor stelde in de hoge registers nogal eens met onzuiverheden, maar maakte met een fraaie versie van ..Tears for Dophy" op buegel iets goed. Hij be zat in de onvermoeibaar, gedreven bopchorussen spuitende bariton Nick Brignola en altist Chris Woods een prachtige frontlijn en het. was een genot om daar die IJzersterke ritmesektle achter te horen met pia nist Jim McNeely en de fenomenale bassist David Friessen. Grote klasse, en dat gold al evenzeer voor de in Europa debuterende multiblazer uit Florida, Ira Sullivan, wiens groep eendrachtig allerlei bekende ever greens minutieus op hun melodische en ritmische mérites onderzocht; mooie muziek, een beetje langdra dig. maar vol boelende momenten. I uit „Op de Engelse meisjes" (A nous les petites anglaises) ADVERTENTIE la ?rla insl ade ;en ezo r. I val o I in t nan vel der n de nne dat roti asn mal lijk in de( (P« vod ïda ev« er» nsl chi :ntt me mei De heer M.W. van Hulzen. Directeur van de ABN vestiging in Jakarta. Nederlander. Zoals de meeste managers van buitenlandse ABN vestigingen. Meer dan 200 in totaal. In de praktijk betekent 't, dat u met iemand praat die uw bedrijf kent. Dezelfde gedegen Nederlandse zakenmentaliteit heeft. Komt bij dat de heer Van Hulzen uitstekend is ingevoerd in Indonesië. Op zich niet zo verwonderlijk als u weet dat de ABN de bank met de langste Indonesië-ervaring is. Honderden Nederlandse bedrijven doen zaken met Indonesië. De heer Van Hulzen adviseert u ook graag bij 't opbouwen van kontakten in dit van nature rijke land. Dit is zijn adres: Algemene Bank Nederland, Jalan Ir. Haji Juanda 23, P.O.Box 2950. Telex: 011-44124. U kunt natuurlijk ook eerst kontakt opnemen met ons hoofdkantoor, Afd. Centrale Buitenlandse Kantoren: 020-293862. ABN mensen staan op vele plaatsen in de wereld voor u klaar. door Jac. Lelsz ENSCHEDE Het Rijksmuseum Twenthe in Enschede gaat de basis van zijn verzameling verbreden, anders gezegd de collectie actualiseren. De directie heeft besloten er ook de moderne kunst bij te betrekken. Hiermee is een bescheiden begin gemaakt door de aankoop van een stuk uit de sfeer van de Materie-schilder kunst. Een doek van Jaap Wagemaker, „Maanlandschap 1960", geïnspireerd door de ruimtevaart. De veizamelactiviteiten van het Rijksmuseum Twenthe richten zich tojt nu toe in grote lijnen op Neder landse, Duitse en Franse schilder kunst vanaf de Middeleeuwen, op kunstnijverheid sinds de vijftiende eeuw en op oude kerkelijke kunst (beelden, altaardelen. handschriften, miniaturen enz.) Wat de schilderkunst betreft, werd 'bij begin deze eeuw halt gehouden. In tegenstelling tot een eerder inge nomen standpunt meent men aan nieuwere stromingen niet langer te kunnen voorbijgaan. Rijksmuseum Twenthe gaat alzljdlger informeren. Daar de financién, waarover men beschikt, aan de matige kant zijn, moet men heel rustig aan doen. Be halve dat een schilderij van Jaap Wagemaker werd aangekocht, be langrijk vertegenwoordiger van de raaterieschilderkunst in ons land, geboren in 1906 en overleden in 1972, werden twee doeken van zijn wedu we in bruikleen verkregen, met de mogelijkheid ze later volledig te ver werven. Kenmerkend voor de Materieschil derkunst, die in de meeste Westeuro- pese landen vlak na de Tweede We reldoorlog zich aandient, ls dat de beoefenaren ervan andere Ideeën hebben over wat mooi en lelijk is. Verweerde muren met opschriften, gebarsten vlaktes alles waar de mens of de natuur invloed op had. positief dan wel negatief wordt als uitgangspunt genomen. Geschilderd wordt met een mengsel van materia len, verf vermengd met bijvoorbeeld zand, gruis, gips, jute enz. Stukken hout en steen, schelpen en knekels worden ook gebruikt. Vrijheid is het wachtwoord. Een reactie veelal op de rationele abstractie, vaak terug gaand op geometrische vormen. Cobra Tussen circa 1900 en nu zit een „gat" in het schilderijenbezit. Het ls de bedoeling naast de Materieschilder kunst binnenkort waarbij men beseft dat de budgettaire polsstok niet lang ls ook een sprong te maken in de richting van Cobra. En voorts denkt men aan de Nieuwe Figuratie, waarvan men thans enke le werken langdurig in bruikleen heeft van de Dienst voor 's Rijks Verspreide kunstvoorwerpen Den Haag. De bedoeling is als het ware „terug te bouwen" naar de eeuwwis seling om zo aansluiting te vinden bij dat waarover reeds wordt be schikt. Intussen ls ook een tiental kubistische schilderijen (o.ra. uit de dertiger jaren) aangekocht van de Twentse boerenschllder Jan Broeze, die de 80 al Is gepasseerd. Bij het streven naar vernieuwing wordt het oude niet vergeten. Een van de laatste aanwinsten, een heel belangrijke, is een zogenaamd hon gerdoek (of vastenvelum). Een voor Nederland uiterst zeldzame aan koop, omdat er slechts één ander exemplaar in ons land te vinden ls. namelijk in het Rijksmuseum het Catharijneconvent te Utrecht De hongerdoeken, die sinds het begin der elfde eeuw voorkomen, werden tijdens de vastentijd opgehangen tussen schip en koor van de kerk. Na f| Tl sfffi ;%sr MflP.UHïGflF EIN-ZVL 1 'ND BPVVTKKHORST LinevRCH Y r FRiiWEïV lEïvs'-ï MEitxtusvna dfjichfj-ÏFEJ - meïderich VND-RVUÏNTI J.EV I ftmtvSTTR VFIB wis VN» Fj t MKtTW ffeloh- AO'Drii riX'vXXm) Hongerdoek uit 1624, afkomstig uit het Duitse Rijnland de Reformatie raakten ze in onbruik in Nederland maar in streken als Westfalen, het Alpengebied, Sicilië en 8panje bleef het gebruik voortbe staan. De hongerdoek in het Rijksmuseum Twenthe is afkomstig van 8chloss Millendonck bij Mönchengladbach In het Rijnland. Het ongeveer 3x3 meter grote doek werd In 1624 ver vaardigd volgens de filet-techniek, netwerk bestaande uit geknoopte mazen. De doek was bestemd voor gebruik In de kerk van Korschen- brolch. Zij werd gemaakt door Ma ria, Gravin van Limburg en Bronk- horst, VriJvTouwe van Wisch. Borcu- lo en Styrum. gehuwd met Johan van Mirlaer, Heer van Millendonck. Westlaalse traditie Als voorbeeld werd een door haar oudere zuster Agnes vervaardigde hongerdoek genomen, die bestemd was voor de 8tlftskerk ln Vreden. Beide doeken passen in de Westfaai- se traditie. De voorstellingen hebben dikwijls betrekking op de lijdensge schiedenis. Het exemplaar dat men ln Enschede verwierf, verkeert nog ln opvallend goede staat Nadat de Zusters Benedictinessen van de Onze Lieve Vrouweabdij te Ooster hout haar aan een achtergrondstof gehecht zullen hebben, zal het ge heel op een houten frame in het museum worden tentoongesteld. In 1980 zal het een halve eeuw gele den zijn dat het Rijksmuseum Twen the werd gesticht en aan de Staat der Nederlanden overgedragen. Men denkt dit feit te iterdenken met een tentoonstelling van schilderijen met betrekking tot OostrNederland. en het aangrenzende Duitse gebied: Overijssel, Gelderland benoorden de Rijn, de graafschap Benthelm en het Westelijk deel van Westfalen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 11