Zuster Maria Rosa: Arm zijn is geen schande Peru wordt steeds meer echt Latijnsamerikaans land Trouw de rubrieken liet ouderwijs vraagt vacatures in de gezondheidszorg hoger personeel SOS-kinderdorpactie in Guatemala tijdens Jeugdland centraal' IS ZATERDAG 2 JUU 1977 BUITENLAND Trouw/Kwartet H 11 door Jan Ladenius ROTTERDAM/SCHIPHOL Als Ik haar uit het kleine Luxair-toestel zie stappen, langzaam, naar het lijkt ln ge dachten verzonken, ls het alsof ik haar al ken. Zuster Maria Rosa uit Honduras (Latijns Amerika). Gekleed ln het ka rakteristieke gewaad waaruit naastenliefde spreekt, verper soonlijkt zij de kleine groep mensen die zich met hart en ziel inzet voor de medemens. In het geval Maria Rosa gaat het om kinderen-in-nood. De nu vijftigjarige non wordt alge meen beschouwd als de grond legster van de kinderbescher ming in haar geboorteland en ver daarbuiten. Maria Rosa Leggos, zoals haar volle dige naam luidt, was ln ons land ter gelegenheid van het petencongres in Rotterdam georganiseerd door het comité Rotterdam redt 'n kind. Het comité zet zich in voor het bouwen van S OS-kinderdorpen ln Mldden- Amerika. Over de hele wereld zijn er ruim 115 van dergelijke dorpen. Eenmaal weer tot de werkelijkheid gebracht door het felle flitslicht van de fotograaf, die haar in de slurf naar de aankomsthal lichtelijk verraste, vertelt zuster Maria Rosa haar ver haal. Een verhaal over menselijk leed. over onvoorstelbare natuur rampen, over armoe. Maar ook over de pogingen een menswaardig be staan op te bouwen, over mensen die meer willen dan alleen de hand op houden. Zes jaar was Maria Rosa toen het noodlot voor haar en vele van haar leeftijdsgenootjes toesloeg. Ze werd wees en kwam met het nodige geluk in een weeshuls terecht. Daar werd in feite de grondlsag gelegd voor haar verdere levensloop. Op elfjarige leeftijd kookte zij al voor haar lotge nootjes. Na een verpleegsters opleiding in de Verenigde Staten keerde zij naar haar geboorteland Honduras terug om daar haar eerste tehuis voor kinderen op te zetten. Andere huizen volgden en op 4 febru Zo liet een SOS-kinderdorp er van binnen uit. Het is een van de vier SOS-huizen in Honduras. ari 1976 was zij samen met ontwikke lingshelpster Luise Sihnhuber in Gu atemala. Samen bekeken zij de mo gelijkheden om er ter plaatse twee zogenaamde kinderdorpen op te zetten. Maria Rosa kwam in 1968 via de consul van Honduras in Dusseldorf voor het eerst in contact met de SOS-kinderdorpenorganisatie. Dit contact leidde al snel tot de oprich ting van het eerste dorp een tehuis voor acht kinderen en een moeder in Honduras. Haar eerste kind Maria Rosa spreekt over haar kinde ren -- was Pabloluna Cruz een 4- jarige wees die het thans met zijn 21 jaar tot boekhouder heeft gebracht. Nieuwe huizen volgden en het aantal opgevangen kinderen steeg tot het huidige aantal van 1080. Hel Terug naar de 4e feburari. Maria Rosa: „We hadden vruchtbare be sprekingen gevoerd. Om tien uur die avond bracht een helikopter mij weer terug in Honduras. Vijf uur later barstte de hel los in Guatema la; een aardbeving sloeg genadeloos toe. Ik werd gewaarschuwd door de speciale noodbrigade en enkele uren daarna stond ik opnieuw in Guate mala. De aarde trilde nog, de chaos was onbeschrijflijk." Samen met Luise Sinnhuber begon Maria Rosa met de opvang van de eerste kinderen in tenten. In vele landen kwamen hulpacties op gang. De aardbeving leidde ln Nederland tot de actie „Haal ze uit hun tent." Op 15 september van het vorig jaar werd de eerste steen gelegd voor wat straks het Rotterdamse huls in Que- zaltenango zal zijn. Een SOS-kinder dorp dat met Nederlands geld wordt gebouwd. Het Rotterdamse huis is onderdeel van een groter project waar uiteindelijk zestig kinderen on dergebracht zullen worden. Deze De Stichting Nederlandse vrienden der SOS-Kindcrdor- pen iet zich in voor de opvang van kinderen over de hele we reld. In Rotterdam heeft de Stichting een comité ten behoe ve van door de oorlog of natuur ramp wees geworden kinderen in SOS-kinderdorpen. Het co mité Rotterdam redt 'n kind staat onder voorzitterschap van ere-presidente Corinna van der Louw. Het postgironummer in Rotterdam is 36.88800. Dit num mer geldt ook tijdens Jeugdland van 18 juli tot en met 12 augus tus wanneer dagblad Trouw sa men met de SOS-kinderdorpen- stand de aandacht vestigt op de nood in o.a. Guatemala. ten-project via welk Nederlanders kinderen in SOS-kinderdorpen kun nen adopteren. Een aanzet hiervoor werd twee jaar geleden eveneens»tij dens Jeugdland gegeven. Per maand betalen de peten 40,- per kind voor welk bedrag een deel van de onder houdskosten van een SOS-kind kun nen worden betaald. De nood is evenwel groot. Maria Ro sa: „Een van onze wensen is het opzetten van een gemeenschaps huis. Dat huis zou kunnen dienen als een soort ontmoetingshuis voor be woners van de daar aanwezige kin derdorpen. Vanuit zo'n centrum kunnen allerlei zaken gecoördineerd worden waaronder een schooloplei ding." zij straks op eigen benen kunnen staan moet de weg terug, naar de dorpbewoners, niet afgesneden zijn. Het integratieproces moet soepel verlopen. Handel Maria Rosa droomt ervan door mid del van het drijven van handel in de levensbehoeften te kunnen voorzien. Je kunt toch èn arm zijn èn een menswaardig bestaan leiden? Het oprichten van boerderijen waar di verse produkten worden verbouwd is daarvan het voorbeeld. kinderen zijn voorlopig onderge bracht ln noodwoningen om eind september over te gaan naar het SOS-dorp. Jeugdland Het huis in Quezaltenago wordt ook het motto van de SOS-actie die tij dens Jeugdland '77 zal worden ge voerd. In een speciale stand kunnen kinderen na het brengen van een financieel offertje daadwerkelijk meehelpen met de bouw van een miniatuur huls, dat een getrouwe kopie is van het werkelijke huis in het verre Guatemala. Daarnaast loopt in ons land een pe Wens Een andere wens is het kunnen op zetten van een honlng-brug tussen haar land en Nederland. Die wens houdt nauw verband met één van de belangrijkste drijfveren achter de opvang van de kinderen in de La tijns Amerikaanse landen. Maria Ro sa: „Wat wij willen is de kinderen duidelijk maken dat zij straks in hun eigen levensonderhoud moeten en kunnen voorzien. Het gaat niet om arme hulpbehoevende kindertjes waarmee ledereen medelijden moet hebben. Het zijn gewone kinderen in een weliswaar arm land maar met een normaal leven voor de boeg. Als Maria Rosa: „Als ik wel eens op de boerderij kom moet ik zorgen dat ik geld bij me heb omdat de kinderen mij van alles te koop aanbieden. Ze zijn met dat werk erg gelukkig want zij werken en voelen zich daardoor geen tweederangs burgers." Er is land genoeg Guatemala is vier keer zo groot als Nederland en wij willen werken voor ons geld. Arm zijn is geen schande. Dat is de bood schap die zuster Maria Rosa heeft voor ledereen die het maar wil horen. Zuster Maria Rosa: een strijdster voor de rechten van de mens, ook in die landen waar de nood soms tot aan de lippen is gestegen. Van een medewerker Peru lijkt hard op weg om de volgende rechtse militaire dic tatuur in Latijns-Amerika te worden. Het militaire regiem, dat in 1968 de burgerpresident Belaunde afzette deed veel ver wachten door de hervormingen die het voorstond, maar de ge beurtenissen van de afgelopen twee jaar hebben alle hoop de bodem ingeslagen. De belangrijkste hervormingen van de door generaal Velasco geleide re volutionaire regering die in 1968 aan de macht kwam, waren de landher vorming, de wet op het sociaal eigen dom (een vorm van arbelderszelfbe- stuur) en een groot aantal nationali saties van bedrijven in de grondstof- fenproduktie. Via deze hervormin gen trachtte men een sterke nationa le Industrie op te bouwen. En zich te bevrijden van de afhankelijkheid van het buitenlandse kapitaal die voor veel derde wereld landen zo kenmerkend is. Door het ontbreken van het belang rijkste ingrediënt voor deze van bo ven af opgelegde „revolutie", name lijk de steun van de bevolking, was het mogelijk dat Velasco op haast „administratieve" wijze in augustus 1975 werd afgezet. Zijn opvolger generaal Morales Ber- mudez verklaarde onmiddellijk na de machtsovername zich sterk te zullen maken voor een voortzetting van de revolutie en er scheen weinig te zullen veranderen. Behalve dan dat de oude machthebbers een zucht van verlichting slaakten. Zij kenden de aristocratische Bemudez-familie, die in het begin van deze eeuw ook al een conservatieve president had ge leverd. Weg terug Generaal Morales Bermudez (links) en de in 1975 afgezette radicale president Velasco. Nu, bijna twee Jaar na de machts overname blijkt het gelijk op bittere wijze aan hun zijde. Tal van genatio naliseerde bedrijven zijn inmiddels aan de particuliere ondernemers te ruggegeven. Daaronder is Pescape- ru, het staatsvisserijbedrijf dat in 1973 werd genationaliseerd. Het te rugdraaien van de nationalisatie was ln oktober 1976 voor 10.000 vis sers aanleiding om te staken, waar na het ministerie van visserij hen massaal ontsloeg en de werkwilligen daarna weer in dienst nam. Ook het aantal bedrijven is tot één derde teruggebracht en de 454 bedrijven waarvoor sociaal eigendom in voor berieding was, zal worden vermin derd tot 23. Daarnaast zal door een wijzinging in de wetgeving het arbeiders aandeel in de industriële gemeenschap (een minder vergaande vorm van arbel- derszelfbestuur) tot 33% worden te ruggebracht. Daarmee blijft het be slissingsbevoegdheid waar ze altijd geweest is, bij het management. Men hoopt met deze maatregel de angst voor arbeidersparticipatie bij de ondernemers weg te nemen en de investeringen in de particuliere sec tor te stilmuleren. Dit is volgens de rechter vleugel binnen de regering nodig om Peru uit de huidige slechte economische situatie te halen. De buitenlandse schuld is tot giganti sche bedragen gestegen en het te kort op de betalingsbelans was eind 1975 opgelopen tot 5353 miljoen dollar. Zoals bij alle derde wereldlanden kwam de klap van de economische wereldcrisis hard aan in Peru. Voor het eerst sinds 1967 werd de nationa le munt vorig jaar met 44% gedeva lueerd. De lonen, die ln verhouding tot de kosten van de eerste levens behoeften al laag waren, bleven op nieuw achter. De gevolgen zijn niet uitgebleven. De bevolking protes teerde fel en er braken in Lima en ln de noordelijke havensteden rellen uit, waarna de regering de noodtoe stand afkondigde en de avondklok instelde. Nachtelijke huiszoekingen en razzia's worden door deze nood toestand, die nu nog voortduurt, mogelijk gemaakt. Het ls een Instru ment van de regering om tot „belas tend" materiaal te vergaren voor de arrestatie van vakbondsleiders en onafhankelijke criücL De vakbonden ageerden heftig en de bisschoppen gaven in oktober 1976 een verklaring uit waarin zij pleitten voor zekerheid van werk, het recht tot staken en een eerlijke recht spraak. Maar de regering lijkt vast besloten de harde lijn, die zij lang zaam maar zeker ls gaan volgen, voort te zetten. Ook binnen het leger werden te link se officieren door de SIN (de natio nale geheime dienst) weggezuiverd. Een paar officieren zagen zich ge dwongen asiel aan te vragen bij bui tenlandse ambassades, terwijl een groot aantal naar Panama en Mexi co werd uitgewezen. Ook Journalis ten, studenten en vakbondsadvoca ten werden massaal gearresteerd. Op 10 februari werd de advocaat Genero Ledesma door een groep ge wapende burgers uit zijn huls ge haald en sindsdien wordt hij nog steeds vermist. Verschillende universiteiten zijn ge sloten en de studenten gearresteerd. Aan de andere kant worden twee ministers en een aantal zakenlieden die onder Velasco wegens malversa ties waren gearresteerd, weer vrijge laten. Door al deze maatregelen zijn de arbeiders- en studentenorganisaties vleugellam geworden en wordt kri tiek al bij voorbaat de mond ge snoerd. Dit bleek eens te meer uit het geringe commentaar dat de re gering ontving op haar nieuwe be leidsplannen. Met een groots gebaar waren ln de regeringsgebouwen bus sen opgehangen waarin de burgers hun kritiek op het plan „Tupac Amaru" konden deponeren. Maar onder de noodtoestand en het ver bod op politieke vergadering is een vrije discussie uitgesloten en het wekt dan ook geen verbazing dat de bussen leeg bleven. De toekomst ziet er somber uit voor Peru, tegenover de toenemende re pressie en het aftakelen van de ver worvenheden van de afgelopen Ja ren staan slechts de onthoofde vak bonden, een verdeeld links en een onzekere, wantrouwige bevolking. Niet genoeg om een nieuwe op til zijnde uitverkoop van het land te gen te houden. In hun ijver om kapi taal aan te trekken probeert de rege ring het voor de buitenlandse olie maatschappijen weer aantrekkelijk te maken om ln het noordoosten van Peru naar olie te zoeken. De meeste ollegiganten hadden zich ln 1976 teruggetrokken nadat de vondsten tegengevallen waren. In middels had Petroperu (de staats oliemaatschappij) zich al diep in de schulden gestoken om een pijplei ding naar de kust aan te leggen, die nu slechts voor een kwart wordt gebruikt. Tevens heeft het I.M.F. aan haar laatste krediet een aantal voorwaar den verbonden die een hoge sociale tol van het land zullen eisen. De belangrijkste zijn een nieuwe de valuatie van de sol met 25%, een beperking van regeringssubsidies aan de overheidsbedrijven, een her ziening van de belastingen en een verhoging van de benzineprijs. Voorts mogen de lonen met niet meer dan 10 tot 15% stijgen. De militairen hebben zichzelf echter al een salarisverbetering van 100 dol lar beloofd, zodat de onvermijdelij ke prijsstijgingen hen niet zullen raken. Noodprogramma Deze harde eisen van het IMF heb ben al een conflict veroorzaakt tus sen de minister van financiën Barüa en de centrale bank enerzijds en de minister van industrie Ibanez ander zijds. Ibanez ls voorzitter van de regeringscommissie die een pro gramma voor het IMF moet ontwik kelen. Als gevolg hiervan bood op 16 mei de voor een gematigd deflatolr beleid staande Banla zijn ontslag aan. Zijn opvolger, de Invloedrijke zakenman Walter Piazza en tevens vertrouweling van de president zal ongetwijfeld de verlangens van de lokale industriëlen vervullen. Voor deze laatsten waren vooral de con sumptie beperkende maatregelen en de strenge kredietcontrole een doorn in het oog. Piazza maakte inmiddels ln zijn aangekondigde „noodprogramma" al duidelijk dat het IMF-programma bijna volledig zal worden overgeno men. Alleen de voorgestelde devalu atie laat wat dat betreft nog op zich wachten. Maar ook de bevolking heeft intussen laten weten de prijs verhogingen en de volstrekt onvol doende loonstijging niet zonder meer te accepteren. Dit bleek deze maand al toen het in Puno en Cuzco tot ernstige botsingen kwam tussen politie en betogers. De gebeurtenissen van de afgelopen twee Jaar geven aanleiding om de toekomst van Peru somber ln te zien, en langzamerhand de voorzich tige conclusie te trekken dat de Pe ruaanse „revolutie" geen nieuw ex periment was maar een variant op de in Latijns-Amerika zo ruim schoots aanwezige kwalijke militai re dictaturen. Elke zaterdag in i Zorg er voor dat uw advertentiemateriaal donderdag met de eerste post in ons bezit is. Voor alle inlichtingen: Telefoon 020-913456 tst 794,783 en 750

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 11