an Voerman, bezeten zoeker naar de grote harmonie
Breytenbachs
seizoen
in het paradijs
r
^en barmhartige
amaritaanse
buut van Jan Hendrik Juriaans
5&G 18 JUNI 1977
KUNST
Trouw/Kwartet
27
G. Kruis
Ider Jan Voerman (1857-1941)
ntns werk nu tot 31 Juli een
«toonstelling wordt gehou-
Dordrechts Museum, komt er
j kunstoverzichten eigenlijk
jtje bekaaid al.
c „Hij heeftveel moois
tt, veel waarin Iets bovenzin-
zelfs zich In de visie liet ken-
aar in die technische, steeds
overtroevende perfectie
toch het gevaar van een te
zuchtige mooierigheld, die
aak parten heeft gespeeld"
is Veth, „De Nederlandse
rkunst in vogelvlucht").
,nl („De Nederlandsche Schil-
jt") gaf hem maar één zinne-
terman trachtte in zijn IJssel-
iappen bijzondere effecten
pntegenstellingen, van sug-
stemmlngen op te wek-
iat „trachtte" maakt veel
spreken steeds weer over
jladde factuur, dat men de
i-Oiet meer onderkent", „medi-
j over rivierlandschappen" of
een knap schilder".
En In 't algemeen genomen, was hij
ook min of meer een vergeten schil
der geworden. Maar dat was nog
niet zo heel lang geleden, geloof het
of niet, Isafic Israëls ook. Israèls
overleed in 1934 en de eerste (grote
tentoonstelling van zijn werk was
daarna pas ln 1956 te zien. Er werd
toen zélfs over „eerherstel" ge
sproken.
Dat begrip moet Je ln de kunst ei
genlijk nooit toepassen. Want hoe
klein de kring soms ook zijn mag.
iedere schilder, iedere kunstenaar
heeft altijd zijn bewonderaars. En
de ene bewonderaar beijvert zich nu
eenmaal wat meer of veel meer voor
zijn idool, dan de ander. Dat Voer
man weer zo nadrukkelijk „terug" ls
deze expositie is er een in een
reeks van drie heeft voor een goed
deel te maken met het enthousias
me van de acteur Henk van Ulsen,
evenals Voerman ln Kampen
geboren.
Van Ulsen kwam diep onder de in
druk van Voerman's werk en speur
de daarna de depóts van de mu
seums af op zoek naar voor hem
onbekende stukken en kwam zo
in het Haagse Gemeentemuseum
in contact met mevrouw Anna Wag
ner. die daar destijds wetenschappe
lijk medewerkster was.
Zelf bezat hij al een vrij grote collec
tie van Voerman en langzamerhand
ontstonden de plannen voor een gro
te tentoonstelling. En begin deze
maand verscheen ook een boek van
Anna Wagner „Jan Voerman IJs-
selschilder" (met 52 afbeeldingen
waarvan 6 ln kleur, Zomer en Keu-
ning, Wageningen, 24.50), een boei
ende omschrijving van de nasporin
gen van Jaren.
Aan de andere kant heeft de naam
Voerman de laatste (nostalgische)
jaren ook een bekende klank gekre
gen door de vorig Jaar overleden Jan
Voerman Jr, die o.a. de befaamde
„plaatjes" voor Verkade aquarel
leerde. Toen Voerman Jr daarmee
begon, was hij vijftien, wat Jong
voor zoveel vertrouwen misschien,
maar dat maakt dan weer iets dui
delijk over de familiebanden: Voer
man Sr. was getrouwd met een
dochter van „de" Verkade en zei,
toen ze hem de opdracht voor die
Illustraties wilden geven: „Laat Jan
het maar eens proberen". Want hij
zelf had heel andere dingen aan zijn
hoofd. Het was juist de periode van
de felle kleuren en ook zijn vormen
werden veel meer expressionistisch,
soms, zoals bij enkelen van zijn bos
gezichten, bijna abstract. Maar dan
zijn we al ln de Jaren dertig beland
en was er al een lange weg afge
legd
Techniek
Jan Voerman ging in 1876 naar de
Rijksacademie. En al was toen het
impressionisme welhaast op zijn
hoogtepunt (Monet's „Impression,
soleil levant" werd ln 1874 geëxpo
seerd en dat doek gaf Immers de
beweging zijn (aanvankelijke spot-)-
naam); op de Amsterdamse acade
mie waren ze daar nog niet aan toe,
daar werd hard gewerkt aan een
perfecte techniek, aan vorm en com
positie.
Voerman stak daar veel van op. Kijk
maar een naar zo'n „Mannenfiguur
in 17e eeuws costuum," een zelfpor
tret is dat. of „De weduwe bij de
uitdrager," 'n typisch onderwerp
voor die tijd (omstreeks 1883): lek
ker gedaan, maar wat kneuterig sen
timenteel.
'n Paar Jaar later wordt dat al heel
anders: die „Noordermarkt" (1885-
*87) is al helemaal om het zo
duidelijk mogelijk te maken
„breitnerlaans", dat „Jordaan-
vrouwtje, uit dezelfde tijd ongeveer,
trouwens ook. Dan komen die rond
uit verrukkelijke aquarellen (gem
berpot. rozen!) en een paar Jaar later
die wat vreemde, heel decoratief ft
is bijna Jugendstil) precieus geschil
derde, eigenlijk met verf getekende
koetjes met die wonderlijke voor
grond van sterk gestileerde wolfs
melk.
Dèt ontdek je ln leder geval heel
snel op deze expositie: dat deze kun
stenaar ln ieder geval geen naloper
van Doorne
brte roman „Een dochter uit Samaria", geschreven door
fan Hendrik Jurriaans, heeft me voor nogal wat proble-
gesteld. Dat kwam mede door de brief, die bij het boek
ngesloten. Die brief was niet door de uitgever geschreven
Davidsfonds te Leuven) maar door de schrijver, die erin
feldt dat hij het boek zelf geschreven heeft. Nu, ik zou
i dat dat moeilijk anders kan. Hij maakt zich immers
baar als de auteur ervan.
jeft ook een nauwkeurig adres
)ch daar woont geen Jurri-
kanr e hebben dus met een pseu-
i jn te maken. Verder staat er
brief, dat het boek niet in
,ar() and uitgegeven kon worden.
l het boek voor sommige uit
te christelijk was en voor
0,0 fen niet christelijk genoeg.
iet ik een vraagteken bij. Er
'ven?1 honderden boeken ln Ne-
JJjd uitgegeven die je noch
rlijk, noch onchristelijk kunt
Het boek is kennelijk een
t. want het draagt daarvan
beholpenheden. Ik denk dat
1 oorzaak is van de weigerin-
1 de kant van de uitgevers.
:rland legt men nu eenmaal
lebuten wat hogere techni-
atstaven aan dan in België,
leen ik. dat de schrijver met
'ering dat het boek voor
;en onchristelijk is en voor
te christelijk wel iets op
Ijoor is. ook al ben ik ervan
lgd dat de afwijzingsgrond
ligt.
tbeurt er in dit boekje? Een
jongeman uit een burger-
ristelijk gezin heeft omgang
de vrfn ongelovig meisje, van wie
kt dat ze een opschepperig
irkeJ6 verkiest boven hem Hij
0 ja-wanhopig, koopt een dolk en
zoek naar dat vriendje. Het
140»en zijn rivaal wonen in een
fdi de jongen in een dorp. Die
de „ik" van het verhaal,
er niet in. zijn vermeende
•beidde vinden. Hij gaat per trein
inkofug naar zijn dorp. Tussen
en. en huis ligt een donker pad
1 p.Qdat pad vermoordt de „ik"
or hem volstrekt onbekende
a volkomen ontnuchterde
geraakt niet in paniek,
xbergt zoveel als mogelijk
?n van zijn misdaad, gaat
lis en leeft verder
De politie besluit tot een buurton
derzoek. Huls voor huls wordt
iedereen ondervraagd, ook de jon
gen, die het er naar zijn inzicht
goed afbrengt.
Ik moet zeggen, dat ik hoogst ge
boeid gelezen heb, hoe de politie op
grond van minimale aanwijzingen
de keurige jongeman, voortgeko
men uit een keurig gezin, verden
ken gaat. De spitse verhoren en
heel de sfeer daarvan, worden uit
stekend weergegeven De lezer
voelt met stijgende spanning het
ogenblik aankomen, waarin de da
der het professionele recherche-ge
weld niet meer de baas kan. Ten
slotte bekent hij dan ook.
Daarmee is het verhaal af, maar
niet het boek. Van beeldend vertel
len gaat de auteur over op goed
deels noterend mededelen. Zoiets
als wat vroeger wel bij romans
voorkwam. Er kwam dan een af
sluitend hoofdstukje: „Hoe het ver
der ging". Toch ontleent de roman
zijn titel aan dat „hoe het verder
ging". Het ongelovige meisje is een
dochter uit Samaria, een barmhar
tige Samaritaanse. Het was slechts
een misverstand wat haar in de
ogen van haar jongen van hem ver
wijderd hield. Zij blijft haar jongen
vasthouden en blijft op hem
wachten.
De auteur is niet in de fout verval
len. een tegenstelling te scheppen
tussen het orthodox-christelijke
milieu en de Samaritaanse. ook al
zit het er wel enigszins in.
De breuk tussen verhaal en „mo
raal" in dit boek betreur ik. Moraal
dan altijd als moraliserend slot.
Een roman kan zuiver beeldend en
ook zuiver vertellend zijn bood
schap brengen De auteur onder
schat dan ook zijn lezers. Toch is
mijn bezwaar niet zo gróót. Want lk
accepteer de strekking van het ver
haal. En er zijn ons geen wetten
geopenbaard waaraan een boek
moet voldoen. De auteur is vrij ln
zijn doen en laten.
Maar nu dat niet christelijk genoeg
zijn en dat al te christelijk zijn dat
de auteur in zijn brief aanhaalt.
Het boek is beslist niet een christe
lijke roman in de geijkte zin. Van
geloofsleven is voor en na de moord
geen sprake bij de Jongen. Ook van
berouw is aanvankelijk geen
sprake.
Toch geeft dit boek gestalte aan
een diep-christelijke leerstelling,
namelijk deze. dat ln alle mensen
alle zonden schuilen. De auteur
heeft geen moeite gedaan om het
kwaad te vergoelijken. De „ik"
wordt na de daad psychologisch
getest en volstrekt toerekenings
vatbaar verklaard. Zijn daad be
wijst dat hij voor zichzelf koos en
niet voor zijn naaste. Hij moest en
zou iemand vernietigen en als het
dan de rivaal niet was. dan maar
een ander.
Het kwaad is een benauwend raad
sel. Ik geloof dat het heel goed is.
dat wij beseffen dat het elk uur in
onszelf op de loer ligt. Dat heeft
Jurriaans ons willen zeggen.
Met belangstelling zie lk een vol
gend werk van deze echt begaafde
auteur tegemoet. De verborgen,
sarcastische humor, de wijze van
vertellen ln het eigenlijke verhaal
en de opbouw, hebben mij enkele
goede uren bezorgd. Wat lk vooral
dacht, was dit: wat moet het vrese
lijk zijn, een moord begaan te heb
ben. Dat heeft de auteur mij op
indringende wijze te verstaan gege
ven. Het boek kent enkele stoete-
ligheden. Het gebeurt trouwens
maar zelden dat een debuut die
niét heeft. Ook al ben lk als literair
recensent niet geheel tevreden, als
mens zeg ik van harte ja en amen
op het boek.
Jan Hendrik Jurriaam.: „Een doch
ter uit Samaria". Uitgegeven door
het Davidsfond» te Leuven. Paper
back. Aantal pagina's 128.
of nabloeier was, maar een schilder,
die vanuit een bepaalde traditie
langzaam (maar héél zeker en zelf
verzekerd) naar een volkomen eigen
zeggingskracht groeide.
Bezeten
Hij stelde zich bijna bezeten in op
het visuele, 't Was zelfs zo sterk, dat
hij, toen hij eenmaal ln Hattem ge
vestigd was, daar nauwelijks meer
vandaan kwam. „Zelfs een noodza
kelijk bezoek aan tandarts of oog
arts ln Zwolle." schrijft Anna Wag
ner, „werd zo lang mogelijk uitge
steld omdat bij bang was uit zijn
gedachtenwereld te worden gerukt
door te veel indrukken. (En dan
komt het:) Bovendien was hij be
vreesd. dat er Juist ln de tijd dat hij
weg was, die luchten zouden komen,
waarop hij zat te wachten. „Dat was
ln de tijd van de IJsselschilderlJen
en daar draait de tentoonstelling in
feite toch om.
Sommige van die schilderijen zullen
het menigeen niet gemakkelijk ma
ken. De vreemde kleuren van de
luchten vooral doen meermalen bij
na kitscherig aan, zo brandend zijn
ze. Maar daarvoor zijn ze dan weer
te veelzeggend: dreigend en onheil
spellend
'n Schoolvoorbeeld is een zonson
dergang aan de kust: als je zoiets
fenomenaals zou schilderen moet
het haast kitsch worden. Iets derge
lijks kun je nauwelijks met verf op
linnen weergeven. Alleen de groot
ste doorzetters, de allerdappersten,
degenen die zich van niemand iets
aantrekken, deden het toch. Turner
was zo iemand, Jongkind.
Harmonie
En Jan Voerman, die, toen hij de
luchten had gezien tijdens de ramp
van Borculo, bezeten begon zelfs
deze (kleur-) ervaring in zijn schilde
rijen te verwerken. Soms hebben ze
een uitgesproken afgrijselijk colo-
riet: Voerman kon niet anders. Toen
hij later, omstreeks 1929 ook weer
aan bosstudies begon, probeerde hij
eens uit te drukken, hoe hij het
wilde, wat hij ongeveer bedoelde:
Als Je eerst met bos begint, dan
zoek Je naar mooie bomen, vooral
héél mooie stammen. Je wilt de
stammetjes héél uitvoerig tekenen
met mos erop en zo en zo moet je
ook beginnen, maar later is de kleur
in 't bos alles En hoofdzaak is de
grote harmonie. Als je zo in "t bos
alleen bent en in God's zon staat, Ja
dan kun Je daar zo staan je kunt
niet meer. Je kunt niet meer ln je
opnemen, het is overweldigend-
je moet stuk En dan moet Je
naar huis. omdat je niet meer kunt
en Je zoudt zoo graag nog
blijven
Ik geloof dat deze stamelende regels
de beste handleiding zijn bij het
.bezoeken van deze wonderlijk uit
eenlopende tentoonstelling.
Jan Voerman: „Grazende koeien voor Hattem, met wolfsmelk, 189M896, aquarel.
Jan Voerman „Plas in de hei", 1910
Enkele weken geleden bericht
te het in Kaapstad verschij
nende dagblad „Die Burger",
dat Breyten Breytenbach, de
op 26 november 1975 tot negen
jaar gevangenisstraf veroor
deelde Afrikaanse schrijver, op
20 juni a.s. opnieuw zal terecht
staan. Eén van de aanklachten,
zo meldde „Die Burger" heeft
betrekking op een poging tot
ontsnapping uit de gevangenis.
Het nieuwe proces tegen Breyten
bach zal ln Zuid-Afrika, maar ook ln
Europa, met grote belangstelling
worden gevolgd. In toenemende
mate wordt het werk van Breyten
bach, zowel ln Zuid-Afrika als hier,
als belangrijk ervaren. Dit blijkt on
der andere uit het verlenen van de
„Prlx des Septs" een literaire
prijs, ingesteld door zeven Europese
uitgevers aan deze dichter. Het
aan deze prijs verbonden geldbedrag
zal aan het vertalen van zijn werk
worden besteed.
In Johannesburg ls enkele maanden
geleden bij Perskor het sedert lange
tijd aangekondigde boek ,,'n Seisoen
ln die paradys" vetschenen. Dat dit
boek kon worden gepubliceerd, en
dan nog bij een uitgeverij, waarin de
regering van Zuid-Afrika grote In
vloed bezit, mag opvallend heten.
Vooral ook, omdat het niet onwaar
schijnlijk is, dat dit boek een veel
grotere lezerskring zal vinden dan
enige vroegere publlkatle van Brey
tenbach. Een reden hiervoor ls de
enorme publiciteit, die het proces
van 1975 ln de Zuldafrikaanse pers
kreeg. Een misschien nog belangrij
ker reden ligt in de betere toeganke
lijkheid van dit boek.
,,'n Seisoen ln die paradys" vormt de
neerslag van een reis. die Breyten
bach van eind 1972 tot 30 maart 1973
samen met zijn vrouw Yolande naar
Zuid-Afrika maakte. Zijn verblijf ln
Zuid-Afrika betekende een tijdelijke
onderbreking van zijn ballingschap
in Parijs, die tot december 1972 bijna
dertien jaar had geduurd. Eén van
de redenen van deze ballingschap ls
gelegen ln het feit. dat het huwelijk
van de dichter met de van afkomst
Vietnamese Yolande in Zuid-Afrika
als overtreding van de wet wordt
beschouwd.
Pseudoniem
,,'n Seisoen ln die paradys" ls onder-
het pseudoniem B. B. Lasarus ver
schenen. Dit pseudoniem koos Brey
tenbach om aan te geven, wat deze
ervaring van terugkeer naar Zuid-
Afrika voor hem betekende: een te
rugkeer naar het leven vanuit de
dood. Voordat de reis naar Johan
nesburg begint, schrijft hij ln de
kerstnacht van 1972: „vannag oor
presles een week gaan ek (ons) huls
toe. „Huls"toe? Hoe lank sleep ek
door Hans Ester
mild geworden ouders en niet de
taal van zijn intellectuele vrienden
De vele tochten, die Breytenbach
gedurende deze drie maanden, dik
wijls samen met Yolande, maakt,
vormen het raamwerk van dit boek
Binnen dit kader van een reisverslag
wordt nagedacht over alle kanten
van de Zuidafrikaanse samenleving.
De grens tussen ervaring en fantasie
of droom vervaagt hier en daar. Ook
die tussen proza en poëzie: het boek
eindigt ln de vorm van een gedicht
met het afscheid van Zuid-Afrika op
het vliegveld van Johannesburg. De
laatste regels van dit gedicht luiden:
'ek sal in hierdie swartgeskilderde
vliegtuig styg,
voorlopig vry
en finaal van alle afkoms en geheue
en veiligheid ontneem,
op soek na die grense van die nag*
Toespraak tol de „Sestigers"
Een centrale plaats in ,,'n 8eisoen in
die paradys" neemt de toespraak in,
die Breytenbach op de letterkundi
ge conferentie over de „Sestiger"-
beweging binnen de Afrikaanse let
terkunde heeft gehouden. Over de
plaats van de Afrikaner schrijver
binnen Zuid-Afrika zegt hij hierin
dingen, die hun bittere smaak in
1977 nog geenszins verloren hebben
Zijn gedachten over het schrijver
schap binnen Zuid-Afrika zijn zeer
wezenlijk en in een taal gevat, die
van een geweldige creativiteit ge
tuigt Breytenbach is een taalvirtu
oos, die op diep ernstige wijze speelt
met de taal. Dit boek behoort tot het
boeiendste, dat ik in het Afrikaans
heb gelezen. Het Indrukwekkende
taalgebruik is één van de redenen
daarvoor. Van groot belang is vooral
ook Breytenbachs houding tegenov
er Zuid-Afrika; zoveel liefde voor
wat van unieke waarde is naast ver
werping van zoveel slechts, dat bo
vendien het goede bedreigt
Vertaling
Bregten Breylenbach en zijn vrouw Yolande in Zuid>Afrika, 1973
nou reeds my „huis" met my mee?
Hoe dik is die kors op my rug, die
skilpad se dop *n gevoellose nael?
Op enkele weke na sal dit dertien
jaar wees Maar wat sal ek daar
vind? Watter vergane ek sal ek daar
ontmoet? Hierdie afstand, hierdie af-
wagtlng, die lang winter, is nou my
enigste vertroude, my tuiste. En dit
wat dödr ls het 'n onderbewuste ge-
word, 'n toegegroeide wond, 'n herin
nering, 'n verlede en 'n toekoms, die
bloudruk van 'n droom, die Para
dys." (blz. 10/11).
Het paradijs heeft in dit boek voor
Breytenbach duidelijke contouren
In de eerste plaats is het paradijs
het zijn bij zijn ouders, „ounooi" en
„oubaaszijn het de vertrouwde
plaatsen van zijn jeugd en de geuren
en kleuren, die typerend zijn voor
Afrika. Niet in de laatste plaats
vormt deze reis terug naar huis een
poging om de wortels van de eigen
taal te vinden, die met de eigen
identiteit ten nauwste samenhangt.
Het laatste echter niet in exclusieve
zin Breytenbach noemt de taal
van de wettelijke regulaties en be
perkingen Apartaan*. maar als
verankering ln de natuurlijke en so
ciale werkelijkheid van Afrika. Het
gaat Breytenbach bij zijn zoektocht
naar het paradijs met om het ex
treem Westerse element gesym
boliseerd door de stad Johannes
burg maar om de tegenstelling
daarvan, om de door het klimaat
uitzonderlijk zware levensomstan
digheden in de Karoo. De taal. die
hem thuis laat voelen, ls de taai van
zijn door levenservaringen wijs en
,,'n Seisoen in die paradys" is een
boek, dat menig Nederlander, die
nog met vragen zit ten opzichte van
Zuid-Afrika, ten zeerste boelen zal.
Ik ben daarom erg blij, dat uitgeve
rij Meulenhoff begin 1978 een verta
ling van dit boek zal publiceren. De
vertaling zal gebaseerd zijn op één
van de twee typoscripten, die van
,,'n Seisoen" bestaan. In vergelij
king met de Afrikaanse editie bete
kent dit, dat de Nederlandse verta
ling niets zal weglaten en die gedeel
ten zal omvatten, die ln de hier
besproken uitgave zijn weggelaten.
Deze gedeelten bevatten felle kri
tiek op de censuurwetten en de vei
ligheidspolitie van Zuid-Afrika. De
vertaler heeft mij verteld, bij de
vertaling een verklarend woord te
zullen voegen, waarin op de vragen
rondom de publikatierechten wordt
ingegaan. Nadere informatie over
deze ondoorzichtige zaak lijkt mij
van groot belang.