toeken uit het buitenland De prijzen lopen d'r zomers bij. 'Correctie in opbouw werkloosheidscijfer' Bouwbond CNV wenst: a heeft veel te smullen gehaald en weinig betaald. Bij Simon. DAG 16 JUNI 1977 TROUW/KWARTET P13 RS15 H2 15 tesie begint bij huis, en iele kinderboeken van Australische Margaret jay geven er krachtig isel aan. Na een „Verha- joek" verscheen „De ko- jen van de bezemkast", laarin kan het over vo ederen gaan, of over imvogels of boswezens. simpele verhaaltjes iht zij bizarre belevenis- dooréén met het alle ge leven van een kind. erinner ik mij van haar Jongetje dat zijn moe- berichtte dat er een |w in de wei zat. „Non- l jongetje", zei de moe- ■maar het kereltje hield ;tot dat zijn moeder op- d met aardappelschil- en hem een lucifers- ije meegaf haar de wei. dat doosje zal een kkje komen, dat zal tien en groeien tot hij j tegenstander leeuw kan jlaan. De gevolgen zijn (al verrassend voor alle hjen, maar dat is juist voor een verhaal. t boek staat ook een verhaal, ééntje over Scat van vrouw Branda- en de tekeningen van Mey Hughes zijn zó dat [aar zelf weer nieuwe ver en bij bedenken kunt. hay vertelt veel over to- I e: SJe verij en magie, maar kan ook realistische onderwer pen aan. Er komen dus niet alleen reuzen, draken en heksen aan de orde, maar ook een kleine Jongen die van een oude man een nieuw spelletje leert; een langverloren oom die op duikt en met zijn verschij ning een heel gezin een op- frisser geeft. De vlotte pen van Margaret Mahay staat niet altijd garant voor een zelfde niveau, maar aan de andere kant zijn er gedeel ten in fijn proza, vol onver wachte woorden en uit schieters van zinnen. Vaak kiest zij woorden om hun klank en kinderen vinden dat leuk. Haar verhalen la ten zich zeer goed voorle zen. (Moesten we tóch meer doen, en niet alleen aan kin deren) Ploegsma, 12,90. Een tikje toverij zit er ook in het boek voor iets oudere kinderen van George Sel- den, ook al beweert Doelie, een van de personnages, „dat ook de grootste daden van toverij vaak volledig in het vergeetboek komen". Terwijl hij zelf toch In per soon voor de tovenaar ge werkt heeft. Misschien komt het doordat hij nu echt mens begint te worden. Sam wil het verleden inder daad maar al te graag ver geten, maar wat na vader Lorenzo's dood bedolven onder de tombe die hij als archeoloog zelf bezig was bloot te leggen gebeurd is, moet opgeschreven wor den. Door de belangstelling van zijn vader, onder meer voor Arabisch, is hoofdper soon Tim, 13, inwoner van New York, al lang ver trouwd met toverij en zwar te kunst. Dat komt te pas in het huis van zijn tante, die de liefde van Tims hond Sam niet beantwoordt, en hem weg wil hebben. (Hoe- vele honden hebben al weg- gemoeten uit hun hondele ven). Met Arabische tover spreuken en nog zo het een en ander verandert Tim zijn hond in een redelijk mens achtig uitziend wezen, zij het wat honds er bij lopend. Dit geschiedt door een spreuk uit een geheimzin nig tapijt de gestalte te ge ven, die er in is geweven: de gedaante van een geest. In die gedaante gaat hond Sam nu door het leven, tot hij verliefd wordt op de huishoudster, en dat is in het geheel de bedoeling niet. Want zodra de geest zich aan een sterfelijke maagd bindt houdt hij op geest te zijn, zal hij sterfe lijk worden, en niet meer kunnen toveren. Hoewel de omgetoverde voor de liefde dat alles wil opgeven tovert Tim hem toch maar terug tot mens. Dan blijkt dat Tante, die hond Bas niet uit kon staan, meneer Basset, de dierenhandelaar, een zeer Innemende figuur is gaan vinden, Ja dat zij hem uit zijn winkel wrikken wil, om hem te trouwen. Een leuk verhaal voor tove naarsleerlingen en liefheb bers, bij Leopold, 14,90, gaaf vertaald door Lidi Luursema. Het mooiste boek vandaag vond Ik dat van Helen Grif fith. Haar Wilde paard van Santander, gebaseerd op echt gebeurde dingen, was al bijzonder. Een wilde mer rie lokt een veulen weg uit een kraal en bewaakt het zo hartstochtelijk dat beide dieren tenslotte doodge schoten moeten worden. In een terugvertelling zie Je dan de kindertijd van de blinde Spaanse Joaquin, voor wie de merrie zijn „ge- leide-paard" was totdat hij naar het ziekenhuis moest. De merrie, geheel uit haar doen, draagt dan haar liefde over aan het veulen, met de genoemde gevolgen. Er staan prachtige beschrij vingen van het Spaanse landschap in, maar ook wordt nuchter aan kinderen getoond dat aan verdriet niet altijd te ontkomen valt. Met liefde zijn dieren en mensen en land (in „Het Wilde Hart" der Zuldameri- kaanse steppen) getekend en ook de relatie tussen dier en mens. Maar met haar nieuwe boek Het heksen- kind slaat Helen Griffith een ander spoor in, dat gaandeweg steeds meer po pulair wordt onder moderne historici. De plaats van han deling is een Duits dorp, on geveer 1540, dus jaren vóór de „bloeitijd" van de hek senjachten en -processen. Hoofdpersoon is het autisti sche meisje Agnes, dat uit het bos komt zwerven en door een echtpaar uit het dorp geadopteerd wordt. Het duurt niet lang of men verdenkt het kind er van een heks te zijn. De verbin dingen tussen hekserij, to verkracht en epilepsie, en ook de veelal erfelijke aard er van, worden goed uitge beeld. Maar het hoogtepunt van het verhaal wordt inge wikkeld, omdat beschuldi gingen van toverkracht ge woonlijk dèn werden ge bracht wanneer er iemand gestorven was of kwalijk letsel had bekomen. Als eenmaal de achterdocht was opgewekt was het zeer moeilijk die later weer te ontzenuwen. Dit proces heeft de auteur gevat opge lost en beschreven. Wel ver telt zij van die andere vrouw, die eerder al werd opgehangen (en die de moe der van dit kind kan zijn geweest); maar voor de ove rige hoofdlijnen uit haar verhaal komt zij op een ge lukkiger afloop. Het staat niet vast, en is ook niet te controleren, of alles in het werkelijke leven ook zó zou zijn gegaan (want mensen vergeten niet gauw en herhaling ligt op de loer). Daarom is de „ge schikte" ontknoping knap gevonden, de oplossing die het kind althans in theorie zal redden. Lees zelf maar. En het is niet hekserij, tove rij en zwarte kunst die dit boek zijn waarde geeft, maar de innige betrokken heid van de pleegmoeder tot haar aangenomen kind, dat zelf geen liefde geeft. In het tot dan toe troosteloze leven van die vrouw wordt een groot leeg gat opgevuld met onzelfzuchtige liefde voor het beschadigde we zentje dat héér verantwoor delijkheid nu is, en dat is ontroerend beschreven. Bij Westfriesland, 16,90, met ragfijne tekeningen van Reintje Venema. De verta ling is van M. Slagt-Prins. (Het wilde paard van San tander verscheen bij Leo pold, 13,90) Van onze sociaal-economische redactie UTRECHT Als er in de aanwas van jongeren in de bouwnijver heid niet snel verandering komt, zal in de nabije toekomst een blijvend en steeds groter tekort aan goede vaklui in de bouw ontstaan. Voor de komende tijd dreigt een situatie, dat vijf maal zoveel jonge vaklieden in de bouw een plaats zouden kunnen vinden dan zich op dat moment zullen aanbieden. Deze becijfering maakt voorzitter D. van Commenee van de hout- en bouwbond CNV in het bondsblad „De Opbouw" van deze week. Aan de hand van cijfers over toe- en uittre dingen in de bouw concludeert Van Commenée, dat jaarlijks ongeveer vijfduizend nieuwe afgestudeerde vaklieden in de bouwnijverheid no dig zijn. Daar tegenover staat dat dit jaar ongeveer 2500 LTS'ers de school verlaten met een bouwopleiding ach ter de rug. Van dit aantal zetten ruim tweeduizend schoolverlaters hit vakopleiding voort via de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf. Tijdens deze vier Jaar durende praktijkoplei ding valt echter meer dan de helft van de cursisten af, zodat zich uitein delijk nog geen duizend afgestudeer de vaklieden zullen aanbieden. In verband met deze gegevens heeft de bond het ministerie ve.n sociale zaken in een brief gevraagd een cor rectie toe te passen in de opbouv.' van het werkloosheidscijfer voor de bouw. De vraag wordt opgeworpen of de langdurige werkloze bouwvak kers, die volgens de arbeidsbureaus geen arbeidsplaats meer in de bouw zullen vinden, nog langer deel moe ten uitmaken van de twintigduizend ingeschreven werkloze bouwvak kers. Volgens de bond is het duide lijk dat dit cijfer het beeld van de werkgelegenheid in de bouw verte kent, waardoor jongeren ten onrech te worden afgeschrikt om hun toe komst in de bouw te zoeken. „Deze jongens worden nu wellicht werkloze schoolverlaters omdat zij feich voor een andere bedrijfstak la ten inschrijven, terwijl de bouw met de vraag blijft zitten hoe zij lege arbeidsplaatsen moet opvullen", al dus de CNV-bond. KAMERIK - De 38-jarige J. W. Vianen is tijdens werk op een stuk land in zijn woonplaats Kamerlk (Utrecht) om het leven gekomen. De rijkspolitie vermoedt dat de man op een rijdende tractor wilde springen, maar is gevallen en onder de oplaad- wagen achter de trekker is terecht gekomen. ekdag, vader!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 15