Toen vroeg ik me af: zie
ik ooit m'n gezin terug?
Opvangcentrum in Groningen liep
's middags al leeg
t
Bevrijde hts'er: eersite
week was meest spannende
Onderwijzers lieten kans
te ontsnappen voorbijgaan
-tfevrouw Saskia Sein Rose: kaping verbijsterde me
igedeerde gijzelaars wilden snel naar huis
Mensen in trein
voelden zich
vaak verlaten
Gijzelaars wisten nauwelijks iets
Uit angst voor represailles in de trein:
1
sgAND/
NDAG 13 JUNI 1977
BINNENLAND
oor Haro Hielkema
VOLLE „Rosemarie kwam
j me overleggen welke tak-
Bk we moesten volgen, hoe we
5 moesten gedragen. We
leten de zaak dramatiseren,
i ze. We moeten doen alsof we
niet langer meer volhou-
>n. Misschien dat de regering
an meer doet om ons eruit te
SWgen."
•vrouw Saskia Sein-Rose. een 48-
•ige treingijzelaar uit Zwolle, ver-
it hoe de passagiers van de „inter-
;y 747" (zoals Molukkers de ge-
,pte trein noemden) de laatste
;en op een einde van de gijzeling
ipten. Vooral Rosemarie Oost-
de 23-jarige medisch studente
Groningen, heeft volgens haar
belangrijke rol gespeeld in het
ima dat 19 dagen duurde. „De
ikter" heeft zich voortdurend be-
[hêpmmerd om het lot van haar mede-
:igers, meent mevrouw Sein: „Fa-
•lachtig wat dat kind heeft gedaan;
tinflce avond liep ze met pilletjes door
to® trein. Ze hield ook steeds rugge-
horaak met dr. Mulder in het beleids-
ïntrum. Ze overlegde alles met ons.
er medische zaken met mij voor-
omdat ik verpleegster ben
•weest.
treinreizigers speelden hun „dra-
atische rol" daarna diverse keren.
en de twee rechercheurs weer 'ns
oedsel kwamen brengen, riep een
mannen: kerels, haal ons er-
iit\ aldus mevrouw Sein. Haar man,
pheikunde-leraar in Zwolle, gelooft
at de gijzelaars daardoor de rege-
r nf onder extra druk hebben gezet.
]Er, wij als familie ook." In werke-
Ijkkeid is het zegt mevrouw Sein
eigenlijk nog meegevallen. „Bij
tie kaping in Wijster dacht ik: hoe is
mogelijk dat mensen het twee
km in zo'n trein uithouden. Nu ik
1 zdf in zat was de vorige gijzeling
oormij een troost. Ik zei ook steeds:
ongtns, we hebben ervaring in gijze-
inge.i. Ik heb ook vaak gedacht dat
tij op dezelfde wijze vrij zouden
omen."
LGeen idee"
bndaiks de ervaring van Wijster
lad iievrouw Sein drie weken gele-
jen É?en enkel idee van een gijze-
toen de trein Assen-Groningen
t trior de Drents-Groningse grens
Glmmen tot stilstand kwam. „Ik
pas hiemaal niet verbaasd of zo; de
rein Jtaat wel eens meer stil. Wel
viel mi op dat er mensen van voren
wam en, jonge mensen vooral, die
Mevrouw Saskia Sein-Rose
allemaal spierwit zagen. Nog had ik
niks in de gaten totdat ik schoten
hoorde en een stem door de micro
foon: „Geen paniek, dit is een ka
ping". Op dat moment was ik verbij
sterd, m'n hartslag was wel 200 per
minuut, denk ik. Alsof de grond on
der je wegzonk. Steeds meer mensen
liepen naar achteren, sommigen gin
gen op de grond zitten. De leider van
de groep, Max, kwam er gelijk bij.
Eerst stuurde hij de conducteur weg,
wat geloof ik nogal cru toeging.
„Geen paniek zaaien", zei Max, „en
probeer ook niet te vluchten."
De kinderen en de moeders konden
weggaan, ook een meisje dat begon
té huilen. Met een pistool wees hij de
mensen aan, die weg konden gaan.
Hij keek mij ook een keertje aan: ik
hoopte al dat z'n pistool mij zou
aanwijzen. Er werden allerlei smoes
jes verteld: mensen die examen
moesten doen of mensen die naar
een afspraak moesten. 'Niets mee te
maken werd er gezegd'.
Er zat een man schuin voor me, die
Max' pistool tegen de slaap gedrukt
kreeg. 'U mag er uit', zei Max, maar
de man schrok zich lam. Ik had
eerlijk gezegd bijna een lachbui:
nou mag die bofferd eruit en dan
schrikt hij ook nog. Achteraf had ik
trouwens spijt dat ik niet emotione
ler ben geweest, want dan was ik er
bij de selectie ook wel uitgestuurd."
Toen er in het gekaapte treinstel
nog 54 passagiers overgebleven wa
ren, werd de situatie vrij snel rustig.
„De kapers zeiden: 'U mag naar het
toilet, u mag rustig praten, maar wie
zich als een held gedraagt, wordt in
de borst geschoten'. Daarna kregen
we kranten en een rolletje plakband
om de ramen te blinderen. Op dat
moment heb ik me wel afgevraagd:
zal ik ooit m'n gezin nog zien, is dit
misschien het einde van m'n leven?
Maar echt paniek is er niet meer
geweest. De eerste dag werd er al
leen Ambonese muziek gedraaid,
via een cassette door de hele trein.
Wij vonden het allemaal erg mooi,
het had iets melancholieks. Later
werd de radio aangezet. We hadden
steeds muziek tót het ANP kwam:
dan werd de radio uitgedraaid."
Nieuws over de wijze waarop de
trein omsingeld werd, over de dis
cussie hoe aan de gijzeling een einde
gemaakt kon worden en over de
onderhandelingen tussen regering
en kapers, heeft de gijzelaars slechts
via de Zuidmolukkers bereikt. „Max
zei ons steeds: 'Jullie regering doet
er niets aan om jullie vrij te krijgen.
In Den Haag heeft men alleen maar
belangstelling voor de kabinetsfor
matie. Dat gaf ons het ontzettende
gevoel dat we alleen gelaten waren.
De absurde gedachte dat alles om je
heen vrij is: de koeien, de konijnen.
Alleen zo'n klein stukje grond, waar
op wij door negen kapers gevangen
werden gehouden. Wij raakten daar
nooit over uitgepraat. Veel meer dan
een enkele soldaat in de verte heb ik
niet gezien, ook niet wanneer we de
dekens uitklopten. Dat deed ik ove
rigens zo langdurig mogelijk in de
hoop dat een telelens mij op de foto
zou zetten. Dat is ook gebeurd en
dat is voor mijn gezin erg belangrijk
geweest."
De manier waarop de buitenwereld
zich met de kaping heeft bezig ge
houden, was voor de gijzelaars een
complete verrassing. Mevrouw Sein:
„Het was volstrekt onwezenlijk.
Eerst die hel voor mijn gevoel een
uur, in werkelijkheid vier minuten.
Dat lawaai! Op de tv was het maar
half zo erg als in werkelijkheid. De
ramen versplinterden, de trein trilde
op zijn fundamenten. Ik lag op de
bank met een kussen op m'n hoofd
ik was echt vreselijk bang. In
mijn coupé eerste klas, ook wel de
koninklijke stallen genoemd zag
ik een man door het gat dat was
geslagen zich naar buiten laten val
len. Ik riep nog: doe het niet. Toen
zag ik een marinier z'n zwarte hoofd
door het gat steken, de duim ging
omhoog: „Blijf maar rustig liggen,
jullie zijn vrij". Hij kwam naar bin
nen en bleef voor onze coupé staan.
Er werd op de achtergrond nog ge
schoten, maar wij zijn ons toch
maar alvast gaan aankleden. Even
later, ik was denk ik de laatste,
wilde ik de trein uitstappen. Ik werd
direct door een marinier opgetild,
een ander liep met me mee de spoor
baan af. Toen zag ik ineens achter
een bosje een overvalwagen: een
grote verrassing, een heel groot le
gerkamp. Daar hebben we geen
flauw idee van gehad. En die triomf
tocht naar Groningen daarna: men
sen die in onderbroeken en dusters
op het balkon stoiiden te zwaaien.
Die belangstelling, het was onvoor
stelbaar. Overigens heb ik wel altijd
rekening gehouden met zo'n bevrij
dingsactie."
Mevrouw Sein weet nog haarscherp
hoe tijdens de gijzeling de voeding
en de hygiëne was: „De eerste vier
dagen werd alles verdeeld, wat in de
restauratie was. Donderdag was al
les op. Als er een klein bekertje
water was, werd dat onder vijf men
sen verdeeld. Op dat moment begon
ik ineens te zingen: „Brandend zand
en nergens water". Daar heb ik m'n
bijnaam „Tante Leen" aan te dan
ken drie weken lang.
Later ging het met de voeding beter:
toen mensen last van verstoppingen
kregen, hebben we zemelen gekre
gen, die we 's avonds in de yoghurt
strooiden. Ik heb tegen Max ge
klaagd over het gebrek aan eiwitten.
Ik heb 'm uitgelegd waarom we die
nodig hadden. Daar wilde hij wel
naar luisteren. Ook kregen we siga
retten, al heb ik de eerste dagen
shaggies leren draaien. En ik heb de
eerste slok pils in m'n leven gedron
ken. Ik dacht: beter wat pils dan
niks, maar na één slok hoefde ik niet
meer."
Al hebben de gijzelaars van Glim
men veel minder contact met hun
kapers gehad dan destijds bij Wijs
ter. toch heeft mevrouw Sein regel
matig met haar gijzelhouders ge
sproken: „Max was een geweldig or
ganisator, keihard in de onderhan
delingen. Hij zei ook: ik heb zo veel
geduld dat ik jullie hier wel een jaar
kan vasthouden. Toch behandelden
ze ons goed, de vrouwen vooral. Ze
zeiden steeds: we zullen jullie niet
doden."
„Dat er in het begin drie mensen
met een touw om hun nek buiten
gezet werden, was pure show, niks
loos. Eén jongen, die er in z'n hemp-
je had gestaan, werd daarna met
pepermuntolie ingesmeerd om maar
weer goed warm te worden. En ook
dat puinruimen langs de trein onder
dreiging was show: vrijwilligers
werk. De meisjes deden het met
liefde dan hadden ze beweging. Ik
heb met Max veel gesproken: over
het geloof en over zijn motivatie, die
ik op bijbelse gronden heb aange
vallen. De eerste dag had ik van hem
een bijbeltje gekregen, dat iemand
in de trein had laten liggen."
door Haro Hielkema
RONINGEN Vrijwel alle veertig ongedeerde gijzelaars uit de
trein bij De Punt hebben de eerste nacht na hun bevrijding thuis
(doorgebracht. Het opvangcentrum in het Groningse Acade
misch Ziekenhuis liep zaterdag in de loop van de middag leeg.
Alleen de zes treinpassagiers, die bij de bevrijdingsactie gewond
raakten en twee reizigers, die een psychiatrische behandeling
jiebben gevraagd, zijn in het ziekenhuis gebleven.
Prof. dr W. K. van Dijk, hoofd van
het opvangcentrum en hoogleraar in
le psychiatrie, begreep wel dat de
ijzelaars hun eigen woning prefe
erden boven de ziekenhuisruimte,
heeft hij er steeds voor gepleit het
,'ezelschap ten minste vierentwintig
iut bij elkaar te houden: „Als je drie
'eken op eikaars schoot hebt geze-
sen, alles met elkaar hebt gedeeld
imoties, spanningen als Je Je aan
sikaar optrekt, dan kunnen er pro
blemen ontstaan wanneer de groep
neens uit elkaar valt. De familie
leeft de situatie anders ervaren dan
ie gijzelaars en dat kan leiden tot
inbegrip. Die veronderstelling was
liet voor niets," zei de hoogleraar.
©aan Peter Pot, een 20-jarige HTS-
ner uit Groningen, was zaterdagmor
gen de eerste die het ziekenhuis ver
bet. Hij werd opgehaald door zijn
vader, die geneesheer-directeur is
van het Asser Wilhelminaziekenhuis.
De anderen volgden snel.
Ontspanning
Prof. Van Dijk: „Uiteindelijk is men
als groep toch bijna een werkdag
met elkaar actief bezig geweest.
"Toen men wegging, was er van echte
ontspanning sprake veel meer dan
op het moment van binnenkomst.
Toen werd er wel gelachen, maar dat
jebeurde uit spanning. De meesten
varen nog zo onder de indruk van de
bliksemactie een soort verdoving
J^as het. Hoe jonger de gijzelaars
varen, hoe sterker men verdoofd
l^as. Daama overheerste het gevoel
van dankbaarheid."
Prof. Van Dijk veronderstelt dat bij
de gijzelaars, die gezond de trein
konden verlaten, een schuldgevoel
leeft dat zij wél en hun twee lotgeno
ten niet de bevrijding mochten mee
maken. „Maar velen wisten toen ze
hij ons binnen kwamen, niet eens
dat er doden waren gevallen. Ze
hebben trouwens helemaal weinig
nieuws gehoord. In de trein werd het
nieuws gefilterd door de Zuidmoluk
kers; één keer klonk vaag de stem
van de nieuwslezeres door een deur
opening. De Molukkers hebben zich
duidelijk zo veel mogelijk gedistan
tieerd van de gijzelaars heel an
ders dus dan in de trein bij Wijster,
waar een bijzondere band groeide.
De gegijzelden uit de trein bij De
Punt koesterden na hun bevrijding
nog duidelijk agressieve gevoelens.
Er werd wel eens een enkele keer een
spelletje gedaan, maar niet vaak. In
het opvangcentrum bleek ook niet
veel van een identificatie met de
Molukkers; de dood van zes kapers
is ook niet opvallend onderwerp van
gesprek geweest."
Vier gijzelaars uit de trein bij Glimmen spraken zaterdag enkele uren na de
militaire actie hun grote dank uit aan allen, die aan hun bevrijding hadden
meegewerkt. 'We hebben ons niet kunnen realiseren dat het Nederlandse volk
zo intens met ons heeft meegeleefd en willen van onze ontroering blijk geven'.
Op de foto rechts drie van de vier mannen, die met een stevige baard naar de
persconferentie gingen. Ze wilden hun namen niet bekend maken, omdat de
verklaring afkomstig was van de totale groep bevrijde gijzelaars.
„Vergeten"
Volgens de Groningse arts heeft bij
de gegijzelde treinreizigers een ge
voel van verlatenheid overheerst:
„Ze dachten werkelijk dat ze verge
ten werden, dat men in Den Haag
alleen maar oog had voor een kabi
netsformatie. Ze waren na hun be
vrijding dan ook stomverbaasd over
de belangstelling: langs de weg en
hier bij het ziekenhuis."
Prof. Van Dijk heeft sterk de Indruk
dat de medische studente, mej. R.
Oostveen, een belangrijke rol heeft
gespeeld in het gezelschap in de
trein. Ook de beid'" zwangeivrou
wen, die vorige w«»ck zondag volle
dig onverwacht werden vrijgelaten,
moeten duidelijke steunpilaren zijn
geweest in de gekaapte trein. „Men
probeerde zich te wapenen tegen
neerslachtigheid. In één groepje,
werd op een zeker moment een soort
„spelletje" uitgevonden om een
kwartier aan thuis te denken: een
poging om de emoties te kanali
seren."
Verwerken
De psychiatrische kliniek in het
Groningse ziekenhuis zal niet de
eerste instantie zijn voor de nazorg
van de gegijzelden. „Wij lichten de
huisartsen in over onze bevindin
gen", aldus prof. Van Dijk. „Ik hoop
dat de mensen op korte termijn
vooral aan de praat blijven en dat ze
niet in hun eentje de gijzeling willen
verwerken: ze moeten zich er niet
voor generen hun emoties te tonen.
De huisartsen zijn belangrijk voor
de nazorg en ook de speciale men
sen, die binnen de geestelijke volks
gezondheid aangetrokken zullen
worden. Het zal uitgebreider gebeu
ren dan bij Wijster."
Werd het hoofd van het opvangcen
trum wél bijtijds vanuit het beleids
centrum in Assen gewaarschuwd
voor de op handen zijnde bevrij
dingsactie, dr. G. J. P. Visser (hoofd
van het medisch CQördlnatlecen-
trum) werd zaterdag in de vroegte
opgebeld door een collega-arts, die
in Glimmen woont en gewekt was
door het angstaanjagende geluid
van de straaljagers. „Jammer", zei
dr. Visser, „maar ik kan me voorstel
len dat de overheid verschrikkelijk
bang was ons van tevoren in de
tactische fase dus te informeren.
In dit soort organisaties gaat er al
tijd wel iets fout."
Dreiging
Dr. Visser had overigens de laatste
dagen een dreigende ontknoping be
speurd. „Neem alleen al het bezoek
van staatssecretaris Hendriks
(volksgezondheid) aan Groningen.
We hadden duidelijk het gevoel dat
het op een gewelddadige actie zou
uitlopen. Toch hebben we in die tijd
de gang van zaken in de kliniek zo
normaal mogelijk laten verlopen. Je
houdt wel rekening met je operaties
er moesten tafels vrij gehouden
worden. Toen de bevrijdingsactie
was uitgevoerd, hebben we ogen
blikkelijk zoveel mogelijk tafels ge
reed gemaakt. We rekenden op
maximaal tien zwaar gewonden:
daarvoor waren voldoende dokters,
verpleegsters en chirurgische appa
ratuur."
Van een verslaggever
„GRONINGEN „De eerste
week was de meest spannede,"
zegt Daan Peter Pot. De twin
tigjarige Groningse hts-stu-
dent is een van de gijzelaars die
drie weken lang in de trein bij
Glimmen hebben gezeten.
De mensen wisten ^egt hij dat
de Zuidmolukkers een ultimatum
gesteld hadden. De afloop daarvan,
die eerste woensdagmiddag om twee
uur, was een spannend moment. De
Molukkers schoten vaak in het be
gin, zegt Daan Peter.
Hij vindt dat de kapers hem en de
anderen wel correct hebben behan
deld, al had hij weinig contact met
hen: de kapers lieten de meeste man
nelijke gijzelaars links liggen. „Ze
waren een beetje bang voor de man
nen, denk ik." De mannen zaten vrij
wel altijd gescheiden van de vrou
wen; slechts een paar jongere man
nelijke gijzelaars mochten weieens
in het vrouwencompartiment zitten.
Mannen en vrouwen sliepen op de
ban ken en op de vloer, niet in de
bagagerekken hoewel één jongen
dat in het begin van de gijzeling
heeft geprobeerd.
Daan Peter Pot vindt dat de Moluk
kers hun gijzelaars tamelijk weinig
bewegingsvrijheid lieten. „Af en toe
konden we wat lopen, maar het
grootste deel van de tijd konden we
niets anders doen dan wat praten of
lezen. Later speelden we spelletjes,
die van buitenaf in de trein waren
gebracht. Geen klachten over het
eten maar wel over de mogelijk
heid tot verschoning. „Ik heb me al
die tijd maar vier keer in het keuken
tje kunnen wassen. De anderen ver
ging het net zo."
Geïsoleerd
De gijzelaars wisten nauwelijks iets
af van het contact tussen de kapers
en de buitenwereld, vertelt Daan Pe
ter. De kapers lieten de hele dag
Hilversum 3 via de luidsprekers van
de trein aanstaan, maar het nieuws
van elk heel uur werd weggedraaid.
Soms werd dat vergeten, maar daar
werden de gijzelaars niet veel wijzer
van.
Zo wist Daan Peter ook niet dat er
op een gegeven moment drie van zijn
lotgenoten met een touw om hun
nek bulten de trein hebben moeten
staan. HIJ weet ook niet waarom
plotseling de twee zwangere vrou
wen werden vrijgelaten, alsook later
de heer Van Hattem, die hartklach
ten had.
I
Geweer gepakt
Daan Peter herinnert zich plotseling
een „axigstig" voorval uit de eerste
week. Een van de wat Jongere gijze
laars probeerde plotseling een Jacht
geweer van de Molukkers te pakken.
De kapers waren namelijk wel eens
laks. Ma.ur voordat de jongen gevaar
lijk kota worden met het geweer,
werd hij besprongen door drie mede-
gijzelaeirs. Zij wisten hem in be
dwang te houden. Dat was maar
goed ooék, want als hij had gescho
ten, was: het misschien slecht afgelo
pen. deaikt Daan Peter. De Jongen
werd tetnslotte overmeesterd door
Max. de leider van de kapers. Hij
kreeg lal or kalmerende tabletten.
Ontsnapjpen was volgens Daan Peter
vrijwel onmogelijk. De treindeuren
waren nie t extra sloten en touwen
gesloten. De overval van de mari
niers haefl.hij niet verwacht. „Het
enige wat ik zeker wist is dat we niet
voor eeuwig in de trein zouden blij
ven zitten."
Trouw/Kwartet7
Een foto van het interieur van het overblijflokaal in de school in Bovensmilde, zondagmiddag, een etmaal na
afloop van de gijzeling gemaakt
Van onze verslaggevers
ASSEN De vier onderwij
zers, die werden gegijzeld in de
openbare lagere school van Bo
vensmilde, hebben een kans
om te ontsnappen laten voor
bijgaan omdat ze meenden
daarmede de levens van de ge
gijzelden in de trein in gevaar
te zullen brengen.
De kans deed zich voor in de nacht
nadat de gegijzelde kinderen waren
vrijgelaten. De kapers waren toen
door vermoeidheid in slaap gevallen.
De vier onderwijzers vertelden dit
gistermiddag in het Wilhelmina-zie-
kenhuis in Assen, waaruit zij op zeer
korte termijn zullen worden ontsla
gen. „De kapers hadden de trein wel
kunnen opblazen", aldus één van de
onderwijzers, die met deze opmer
king doelde op een eventuele repre
saillemaatregel van de kapers indien
zij van de kans om te ontsnappen
gebruik zouden hebben gemaakt.
Vrijdagavond, op de avond vooraf
gaande aan hun bevrijding, kregen
de onderwijzers in de gaten dat een
stormloop ophanden was. Zij conclu
deerden dit uit de berichtgeving via
de radio en van het NOS-journaal,
die volgens hen duidelijk wees op
een ophanden zijnde militaire actie.
Met name het late journaal van Ne
derland 1, waarin bemiddelaar dr.
Tan zei een burgeroorlog te verwach
ten bij een gewapend optreden in de
trein, vonden de onderwijzers een
duidelijke aanwijzing. Ze hadden
echter weten te voorkomen dat de
kapers het NOS-journaal konden
zien. Hierdoor werden de kapers
niet, hoewel ze ook in de gaten
kregen dat er iets te gebeuren stond
zo gealarmeerd als de gijzelaars.
Gekleed slapen
De vier onderwijzers gingen die
nacht dan ook gekleed slapen: me
vrouw S. Abbink-de Vos (35) en me
vrouw Harkink (23) in een kantoor
tje, de mannelijke collega's E. J. van
der Vliet (36) en A. H. Weijnholt (25)
op luchtmatrassen in de gang. Ze
werden gewekt door enorme dreu
nen van de pantserwagen die de ge
vel van de school ramde. De twee
mannen riepen hun vrouwelijke col
lega's naar een magazljntje, waar de
vier zich verschansten. Ook de muur
daarvan werd even later geramd en
stortte in. Toen was de nachtmerrie
voorbij.
Het gat in de muur van de schoo l
in Bovensmilde na de bestorming
zaterdagochtend
De vier onderwijzers hebben me«sr
tijd nodig om hun bevrijding te ver
werken dan de gijzelaars in de treini:
„Zij stonden vooral die eerste dagen i
onder de grootste psychische druh:
door de verantwoordelijkheid voor
de kinderen", zei mevrouw Van der
Vliet ons gisteravond.
Spelletjes
De onderwijzers vertelden 24 uuz
per dag de radioprogramma's te*,
hebben kunnen volgen en zochten»
verder verstrooiing in spelletjes als;
„Mens erger je niet".
Op de vraag of ze na de gijzeling*
anders zijn gaan denken over onder
wijs voor de Nederlandse en Zuid-
molukse kinderen gezamenlijk op
hun school, antwoordden de onder
wijzers dat zij hier nog steeds posi
tief tegenover staan. „Onze gedach
ten hierover zijn niet veranderd". De
vier gegijzelden in de school waren
soms wel bang, maar konden giste
ren niet formuleren wat ze op die
ogenblikken dachten. Het werd voor
hen overigens steeds moeilijker zich
hun bevrijding nog voor te stellen.
School vernield
De school is nagenoeg geheel ver
nield. Op drie plaatsen zijn pantser
wagens van de Koninklijke Mare
chaussee naar binnen gereden.
De actie was precies uitgekiend, zo
wist men bijvoorbeeld door vernuf
tige technische apparatuur van te
voren precies waar de beide onder
wijzeressen altijd sliepen. Dat was
•in het magazijn met leermiddelen,
vlak achter een van de twee hoofdin
gangen. Deze entree werd zo ge
ramd, dat tegelijk de muur met de
enige toegangsdeur tot het maga
zijn werd ingeramd. Dat verklaart
ook dat een van de onderwijzeresser
licht werd verwond door glassplir
ters.
Een bijkomend voordeel was dat de
pantserwagens de gangen versper
den die de vleugels van de schoo
verbonden, zodat de Molukkers
overal hun weg zagen afgesneden.
De derde pantserwagen ramde de
muur van een lokaal in, de vierde,
aan de achterkant van de schoo
waar ook de Molukse wijk is, kwar
niet in actie.
Granaten
Direct na het binnendringen in de
school werden aanvalsgranaten ge
worpen die geen scherven, maar we.
een enorme luchtdruk veroorzaken.
Op de plaatsen waar ze neerkwamen
zaten diepe gaten in de betegelde
betonnen vloer. Door de luchtdruk
werden de muren ontzet en de pla
fonds vernield.
Het effect van de aanvalsgranaten
op de tegenstanders was onder meer
dat ze door de luchtdruk omver wer
den geworpen en er tijdelijk door
verdoofd raakten.
De school bood gisteren een trooste
loze aanblik. Op het bord in een van
de lokalen stond nog de zin die de
kinderen in koor moesten roepen en
die zoveel schrik aanjoeg: „Van Agt,
wij willen leven". Onder deze zin
stond een goed getekend portret
van een Zuidmolukker „Tommy"
getekend. Naast het bord een affi
che van het Ministerie van Onder
wijs, dat door de omstandigheden
nogal wrang aandeed. „Niet apart
maar samen in de openbare school"
zo stond erop.
Kijkgaatjes
In de gordijnen waren nog de kijk
gaatjes te zien die de overvallers van
de school erin hadden geknipt. Tus
sen de chaotisch door elkaar liggen
de leermiddelen en schoolbankjes
•waren nog enkele etensresten op
i?tenen etensborden met plastic be
stek blijven liggen, keurig opgesta
peld. Verder lagen er nog luchtbed
den en dekens die na het begin van
dt; gijzeling naar de school waren
ge bracht. Ook een vernielde radio
e»i twee televisietoestellen stonden
neig tussen de ravage. Inmiddels is
he t schoonmaken van de school en
het stutten van de muren begonnen.