Toen vroeg ik me af: zie ik ooit m'n gezin terug? Opvangcentrum in Groningen liep 's middags al leeg t Bevrijde hts'er: eersite week was meest spannende Onderwijzers lieten kans te ontsnappen voorbijgaan -tfevrouw Saskia Sein Rose: kaping verbijsterde me igedeerde gijzelaars wilden snel naar huis Mensen in trein voelden zich vaak verlaten Gijzelaars wisten nauwelijks iets Uit angst voor represailles in de trein: 1 sgAND/ NDAG 13 JUNI 1977 BINNENLAND oor Haro Hielkema VOLLE „Rosemarie kwam j me overleggen welke tak- Bk we moesten volgen, hoe we 5 moesten gedragen. We leten de zaak dramatiseren, i ze. We moeten doen alsof we niet langer meer volhou- >n. Misschien dat de regering an meer doet om ons eruit te SWgen." •vrouw Saskia Sein-Rose. een 48- •ige treingijzelaar uit Zwolle, ver- it hoe de passagiers van de „inter- ;y 747" (zoals Molukkers de ge- ,pte trein noemden) de laatste ;en op een einde van de gijzeling ipten. Vooral Rosemarie Oost- de 23-jarige medisch studente Groningen, heeft volgens haar belangrijke rol gespeeld in het ima dat 19 dagen duurde. „De ikter" heeft zich voortdurend be- [hêpmmerd om het lot van haar mede- :igers, meent mevrouw Sein: „Fa- •lachtig wat dat kind heeft gedaan; tinflce avond liep ze met pilletjes door to® trein. Ze hield ook steeds rugge- horaak met dr. Mulder in het beleids- ïntrum. Ze overlegde alles met ons. er medische zaken met mij voor- omdat ik verpleegster ben •weest. treinreizigers speelden hun „dra- atische rol" daarna diverse keren. en de twee rechercheurs weer 'ns oedsel kwamen brengen, riep een mannen: kerels, haal ons er- iit\ aldus mevrouw Sein. Haar man, pheikunde-leraar in Zwolle, gelooft at de gijzelaars daardoor de rege- r nf onder extra druk hebben gezet. ]Er, wij als familie ook." In werke- Ijkkeid is het zegt mevrouw Sein eigenlijk nog meegevallen. „Bij tie kaping in Wijster dacht ik: hoe is mogelijk dat mensen het twee km in zo'n trein uithouden. Nu ik 1 zdf in zat was de vorige gijzeling oormij een troost. Ik zei ook steeds: ongtns, we hebben ervaring in gijze- inge.i. Ik heb ook vaak gedacht dat tij op dezelfde wijze vrij zouden omen." LGeen idee" bndaiks de ervaring van Wijster lad iievrouw Sein drie weken gele- jen É?en enkel idee van een gijze- toen de trein Assen-Groningen t trior de Drents-Groningse grens Glmmen tot stilstand kwam. „Ik pas hiemaal niet verbaasd of zo; de rein Jtaat wel eens meer stil. Wel viel mi op dat er mensen van voren wam en, jonge mensen vooral, die Mevrouw Saskia Sein-Rose allemaal spierwit zagen. Nog had ik niks in de gaten totdat ik schoten hoorde en een stem door de micro foon: „Geen paniek, dit is een ka ping". Op dat moment was ik verbij sterd, m'n hartslag was wel 200 per minuut, denk ik. Alsof de grond on der je wegzonk. Steeds meer mensen liepen naar achteren, sommigen gin gen op de grond zitten. De leider van de groep, Max, kwam er gelijk bij. Eerst stuurde hij de conducteur weg, wat geloof ik nogal cru toeging. „Geen paniek zaaien", zei Max, „en probeer ook niet te vluchten." De kinderen en de moeders konden weggaan, ook een meisje dat begon té huilen. Met een pistool wees hij de mensen aan, die weg konden gaan. Hij keek mij ook een keertje aan: ik hoopte al dat z'n pistool mij zou aanwijzen. Er werden allerlei smoes jes verteld: mensen die examen moesten doen of mensen die naar een afspraak moesten. 'Niets mee te maken werd er gezegd'. Er zat een man schuin voor me, die Max' pistool tegen de slaap gedrukt kreeg. 'U mag er uit', zei Max, maar de man schrok zich lam. Ik had eerlijk gezegd bijna een lachbui: nou mag die bofferd eruit en dan schrikt hij ook nog. Achteraf had ik trouwens spijt dat ik niet emotione ler ben geweest, want dan was ik er bij de selectie ook wel uitgestuurd." Toen er in het gekaapte treinstel nog 54 passagiers overgebleven wa ren, werd de situatie vrij snel rustig. „De kapers zeiden: 'U mag naar het toilet, u mag rustig praten, maar wie zich als een held gedraagt, wordt in de borst geschoten'. Daarna kregen we kranten en een rolletje plakband om de ramen te blinderen. Op dat moment heb ik me wel afgevraagd: zal ik ooit m'n gezin nog zien, is dit misschien het einde van m'n leven? Maar echt paniek is er niet meer geweest. De eerste dag werd er al leen Ambonese muziek gedraaid, via een cassette door de hele trein. Wij vonden het allemaal erg mooi, het had iets melancholieks. Later werd de radio aangezet. We hadden steeds muziek tót het ANP kwam: dan werd de radio uitgedraaid." Nieuws over de wijze waarop de trein omsingeld werd, over de dis cussie hoe aan de gijzeling een einde gemaakt kon worden en over de onderhandelingen tussen regering en kapers, heeft de gijzelaars slechts via de Zuidmolukkers bereikt. „Max zei ons steeds: 'Jullie regering doet er niets aan om jullie vrij te krijgen. In Den Haag heeft men alleen maar belangstelling voor de kabinetsfor matie. Dat gaf ons het ontzettende gevoel dat we alleen gelaten waren. De absurde gedachte dat alles om je heen vrij is: de koeien, de konijnen. Alleen zo'n klein stukje grond, waar op wij door negen kapers gevangen werden gehouden. Wij raakten daar nooit over uitgepraat. Veel meer dan een enkele soldaat in de verte heb ik niet gezien, ook niet wanneer we de dekens uitklopten. Dat deed ik ove rigens zo langdurig mogelijk in de hoop dat een telelens mij op de foto zou zetten. Dat is ook gebeurd en dat is voor mijn gezin erg belangrijk geweest." De manier waarop de buitenwereld zich met de kaping heeft bezig ge houden, was voor de gijzelaars een complete verrassing. Mevrouw Sein: „Het was volstrekt onwezenlijk. Eerst die hel voor mijn gevoel een uur, in werkelijkheid vier minuten. Dat lawaai! Op de tv was het maar half zo erg als in werkelijkheid. De ramen versplinterden, de trein trilde op zijn fundamenten. Ik lag op de bank met een kussen op m'n hoofd ik was echt vreselijk bang. In mijn coupé eerste klas, ook wel de koninklijke stallen genoemd zag ik een man door het gat dat was geslagen zich naar buiten laten val len. Ik riep nog: doe het niet. Toen zag ik een marinier z'n zwarte hoofd door het gat steken, de duim ging omhoog: „Blijf maar rustig liggen, jullie zijn vrij". Hij kwam naar bin nen en bleef voor onze coupé staan. Er werd op de achtergrond nog ge schoten, maar wij zijn ons toch maar alvast gaan aankleden. Even later, ik was denk ik de laatste, wilde ik de trein uitstappen. Ik werd direct door een marinier opgetild, een ander liep met me mee de spoor baan af. Toen zag ik ineens achter een bosje een overvalwagen: een grote verrassing, een heel groot le gerkamp. Daar hebben we geen flauw idee van gehad. En die triomf tocht naar Groningen daarna: men sen die in onderbroeken en dusters op het balkon stoiiden te zwaaien. Die belangstelling, het was onvoor stelbaar. Overigens heb ik wel altijd rekening gehouden met zo'n bevrij dingsactie." Mevrouw Sein weet nog haarscherp hoe tijdens de gijzeling de voeding en de hygiëne was: „De eerste vier dagen werd alles verdeeld, wat in de restauratie was. Donderdag was al les op. Als er een klein bekertje water was, werd dat onder vijf men sen verdeeld. Op dat moment begon ik ineens te zingen: „Brandend zand en nergens water". Daar heb ik m'n bijnaam „Tante Leen" aan te dan ken drie weken lang. Later ging het met de voeding beter: toen mensen last van verstoppingen kregen, hebben we zemelen gekre gen, die we 's avonds in de yoghurt strooiden. Ik heb tegen Max ge klaagd over het gebrek aan eiwitten. Ik heb 'm uitgelegd waarom we die nodig hadden. Daar wilde hij wel naar luisteren. Ook kregen we siga retten, al heb ik de eerste dagen shaggies leren draaien. En ik heb de eerste slok pils in m'n leven gedron ken. Ik dacht: beter wat pils dan niks, maar na één slok hoefde ik niet meer." Al hebben de gijzelaars van Glim men veel minder contact met hun kapers gehad dan destijds bij Wijs ter. toch heeft mevrouw Sein regel matig met haar gijzelhouders ge sproken: „Max was een geweldig or ganisator, keihard in de onderhan delingen. Hij zei ook: ik heb zo veel geduld dat ik jullie hier wel een jaar kan vasthouden. Toch behandelden ze ons goed, de vrouwen vooral. Ze zeiden steeds: we zullen jullie niet doden." „Dat er in het begin drie mensen met een touw om hun nek buiten gezet werden, was pure show, niks loos. Eén jongen, die er in z'n hemp- je had gestaan, werd daarna met pepermuntolie ingesmeerd om maar weer goed warm te worden. En ook dat puinruimen langs de trein onder dreiging was show: vrijwilligers werk. De meisjes deden het met liefde dan hadden ze beweging. Ik heb met Max veel gesproken: over het geloof en over zijn motivatie, die ik op bijbelse gronden heb aange vallen. De eerste dag had ik van hem een bijbeltje gekregen, dat iemand in de trein had laten liggen." door Haro Hielkema RONINGEN Vrijwel alle veertig ongedeerde gijzelaars uit de trein bij De Punt hebben de eerste nacht na hun bevrijding thuis (doorgebracht. Het opvangcentrum in het Groningse Acade misch Ziekenhuis liep zaterdag in de loop van de middag leeg. Alleen de zes treinpassagiers, die bij de bevrijdingsactie gewond raakten en twee reizigers, die een psychiatrische behandeling jiebben gevraagd, zijn in het ziekenhuis gebleven. Prof. dr W. K. van Dijk, hoofd van het opvangcentrum en hoogleraar in le psychiatrie, begreep wel dat de ijzelaars hun eigen woning prefe erden boven de ziekenhuisruimte, heeft hij er steeds voor gepleit het ,'ezelschap ten minste vierentwintig iut bij elkaar te houden: „Als je drie 'eken op eikaars schoot hebt geze- sen, alles met elkaar hebt gedeeld imoties, spanningen als Je Je aan sikaar optrekt, dan kunnen er pro blemen ontstaan wanneer de groep neens uit elkaar valt. De familie leeft de situatie anders ervaren dan ie gijzelaars en dat kan leiden tot inbegrip. Die veronderstelling was liet voor niets," zei de hoogleraar. ©aan Peter Pot, een 20-jarige HTS- ner uit Groningen, was zaterdagmor gen de eerste die het ziekenhuis ver bet. Hij werd opgehaald door zijn vader, die geneesheer-directeur is van het Asser Wilhelminaziekenhuis. De anderen volgden snel. Ontspanning Prof. Van Dijk: „Uiteindelijk is men als groep toch bijna een werkdag met elkaar actief bezig geweest. "Toen men wegging, was er van echte ontspanning sprake veel meer dan op het moment van binnenkomst. Toen werd er wel gelachen, maar dat jebeurde uit spanning. De meesten varen nog zo onder de indruk van de bliksemactie een soort verdoving J^as het. Hoe jonger de gijzelaars varen, hoe sterker men verdoofd l^as. Daama overheerste het gevoel van dankbaarheid." Prof. Van Dijk veronderstelt dat bij de gijzelaars, die gezond de trein konden verlaten, een schuldgevoel leeft dat zij wél en hun twee lotgeno ten niet de bevrijding mochten mee maken. „Maar velen wisten toen ze hij ons binnen kwamen, niet eens dat er doden waren gevallen. Ze hebben trouwens helemaal weinig nieuws gehoord. In de trein werd het nieuws gefilterd door de Zuidmoluk kers; één keer klonk vaag de stem van de nieuwslezeres door een deur opening. De Molukkers hebben zich duidelijk zo veel mogelijk gedistan tieerd van de gijzelaars heel an ders dus dan in de trein bij Wijster, waar een bijzondere band groeide. De gegijzelden uit de trein bij De Punt koesterden na hun bevrijding nog duidelijk agressieve gevoelens. Er werd wel eens een enkele keer een spelletje gedaan, maar niet vaak. In het opvangcentrum bleek ook niet veel van een identificatie met de Molukkers; de dood van zes kapers is ook niet opvallend onderwerp van gesprek geweest." Vier gijzelaars uit de trein bij Glimmen spraken zaterdag enkele uren na de militaire actie hun grote dank uit aan allen, die aan hun bevrijding hadden meegewerkt. 'We hebben ons niet kunnen realiseren dat het Nederlandse volk zo intens met ons heeft meegeleefd en willen van onze ontroering blijk geven'. Op de foto rechts drie van de vier mannen, die met een stevige baard naar de persconferentie gingen. Ze wilden hun namen niet bekend maken, omdat de verklaring afkomstig was van de totale groep bevrijde gijzelaars. „Vergeten" Volgens de Groningse arts heeft bij de gegijzelde treinreizigers een ge voel van verlatenheid overheerst: „Ze dachten werkelijk dat ze verge ten werden, dat men in Den Haag alleen maar oog had voor een kabi netsformatie. Ze waren na hun be vrijding dan ook stomverbaasd over de belangstelling: langs de weg en hier bij het ziekenhuis." Prof. Van Dijk heeft sterk de Indruk dat de medische studente, mej. R. Oostveen, een belangrijke rol heeft gespeeld in het gezelschap in de trein. Ook de beid'" zwangeivrou wen, die vorige w«»ck zondag volle dig onverwacht werden vrijgelaten, moeten duidelijke steunpilaren zijn geweest in de gekaapte trein. „Men probeerde zich te wapenen tegen neerslachtigheid. In één groepje, werd op een zeker moment een soort „spelletje" uitgevonden om een kwartier aan thuis te denken: een poging om de emoties te kanali seren." Verwerken De psychiatrische kliniek in het Groningse ziekenhuis zal niet de eerste instantie zijn voor de nazorg van de gegijzelden. „Wij lichten de huisartsen in over onze bevindin gen", aldus prof. Van Dijk. „Ik hoop dat de mensen op korte termijn vooral aan de praat blijven en dat ze niet in hun eentje de gijzeling willen verwerken: ze moeten zich er niet voor generen hun emoties te tonen. De huisartsen zijn belangrijk voor de nazorg en ook de speciale men sen, die binnen de geestelijke volks gezondheid aangetrokken zullen worden. Het zal uitgebreider gebeu ren dan bij Wijster." Werd het hoofd van het opvangcen trum wél bijtijds vanuit het beleids centrum in Assen gewaarschuwd voor de op handen zijnde bevrij dingsactie, dr. G. J. P. Visser (hoofd van het medisch CQördlnatlecen- trum) werd zaterdag in de vroegte opgebeld door een collega-arts, die in Glimmen woont en gewekt was door het angstaanjagende geluid van de straaljagers. „Jammer", zei dr. Visser, „maar ik kan me voorstel len dat de overheid verschrikkelijk bang was ons van tevoren in de tactische fase dus te informeren. In dit soort organisaties gaat er al tijd wel iets fout." Dreiging Dr. Visser had overigens de laatste dagen een dreigende ontknoping be speurd. „Neem alleen al het bezoek van staatssecretaris Hendriks (volksgezondheid) aan Groningen. We hadden duidelijk het gevoel dat het op een gewelddadige actie zou uitlopen. Toch hebben we in die tijd de gang van zaken in de kliniek zo normaal mogelijk laten verlopen. Je houdt wel rekening met je operaties er moesten tafels vrij gehouden worden. Toen de bevrijdingsactie was uitgevoerd, hebben we ogen blikkelijk zoveel mogelijk tafels ge reed gemaakt. We rekenden op maximaal tien zwaar gewonden: daarvoor waren voldoende dokters, verpleegsters en chirurgische appa ratuur." Van een verslaggever „GRONINGEN „De eerste week was de meest spannede," zegt Daan Peter Pot. De twin tigjarige Groningse hts-stu- dent is een van de gijzelaars die drie weken lang in de trein bij Glimmen hebben gezeten. De mensen wisten ^egt hij dat de Zuidmolukkers een ultimatum gesteld hadden. De afloop daarvan, die eerste woensdagmiddag om twee uur, was een spannend moment. De Molukkers schoten vaak in het be gin, zegt Daan Peter. Hij vindt dat de kapers hem en de anderen wel correct hebben behan deld, al had hij weinig contact met hen: de kapers lieten de meeste man nelijke gijzelaars links liggen. „Ze waren een beetje bang voor de man nen, denk ik." De mannen zaten vrij wel altijd gescheiden van de vrou wen; slechts een paar jongere man nelijke gijzelaars mochten weieens in het vrouwencompartiment zitten. Mannen en vrouwen sliepen op de ban ken en op de vloer, niet in de bagagerekken hoewel één jongen dat in het begin van de gijzeling heeft geprobeerd. Daan Peter Pot vindt dat de Moluk kers hun gijzelaars tamelijk weinig bewegingsvrijheid lieten. „Af en toe konden we wat lopen, maar het grootste deel van de tijd konden we niets anders doen dan wat praten of lezen. Later speelden we spelletjes, die van buitenaf in de trein waren gebracht. Geen klachten over het eten maar wel over de mogelijk heid tot verschoning. „Ik heb me al die tijd maar vier keer in het keuken tje kunnen wassen. De anderen ver ging het net zo." Geïsoleerd De gijzelaars wisten nauwelijks iets af van het contact tussen de kapers en de buitenwereld, vertelt Daan Pe ter. De kapers lieten de hele dag Hilversum 3 via de luidsprekers van de trein aanstaan, maar het nieuws van elk heel uur werd weggedraaid. Soms werd dat vergeten, maar daar werden de gijzelaars niet veel wijzer van. Zo wist Daan Peter ook niet dat er op een gegeven moment drie van zijn lotgenoten met een touw om hun nek bulten de trein hebben moeten staan. HIJ weet ook niet waarom plotseling de twee zwangere vrou wen werden vrijgelaten, alsook later de heer Van Hattem, die hartklach ten had. I Geweer gepakt Daan Peter herinnert zich plotseling een „axigstig" voorval uit de eerste week. Een van de wat Jongere gijze laars probeerde plotseling een Jacht geweer van de Molukkers te pakken. De kapers waren namelijk wel eens laks. Ma.ur voordat de jongen gevaar lijk kota worden met het geweer, werd hij besprongen door drie mede- gijzelaeirs. Zij wisten hem in be dwang te houden. Dat was maar goed ooék, want als hij had gescho ten, was: het misschien slecht afgelo pen. deaikt Daan Peter. De Jongen werd tetnslotte overmeesterd door Max. de leider van de kapers. Hij kreeg lal or kalmerende tabletten. Ontsnapjpen was volgens Daan Peter vrijwel onmogelijk. De treindeuren waren nie t extra sloten en touwen gesloten. De overval van de mari niers haefl.hij niet verwacht. „Het enige wat ik zeker wist is dat we niet voor eeuwig in de trein zouden blij ven zitten." Trouw/Kwartet7 Een foto van het interieur van het overblijflokaal in de school in Bovensmilde, zondagmiddag, een etmaal na afloop van de gijzeling gemaakt Van onze verslaggevers ASSEN De vier onderwij zers, die werden gegijzeld in de openbare lagere school van Bo vensmilde, hebben een kans om te ontsnappen laten voor bijgaan omdat ze meenden daarmede de levens van de ge gijzelden in de trein in gevaar te zullen brengen. De kans deed zich voor in de nacht nadat de gegijzelde kinderen waren vrijgelaten. De kapers waren toen door vermoeidheid in slaap gevallen. De vier onderwijzers vertelden dit gistermiddag in het Wilhelmina-zie- kenhuis in Assen, waaruit zij op zeer korte termijn zullen worden ontsla gen. „De kapers hadden de trein wel kunnen opblazen", aldus één van de onderwijzers, die met deze opmer king doelde op een eventuele repre saillemaatregel van de kapers indien zij van de kans om te ontsnappen gebruik zouden hebben gemaakt. Vrijdagavond, op de avond vooraf gaande aan hun bevrijding, kregen de onderwijzers in de gaten dat een stormloop ophanden was. Zij conclu deerden dit uit de berichtgeving via de radio en van het NOS-journaal, die volgens hen duidelijk wees op een ophanden zijnde militaire actie. Met name het late journaal van Ne derland 1, waarin bemiddelaar dr. Tan zei een burgeroorlog te verwach ten bij een gewapend optreden in de trein, vonden de onderwijzers een duidelijke aanwijzing. Ze hadden echter weten te voorkomen dat de kapers het NOS-journaal konden zien. Hierdoor werden de kapers niet, hoewel ze ook in de gaten kregen dat er iets te gebeuren stond zo gealarmeerd als de gijzelaars. Gekleed slapen De vier onderwijzers gingen die nacht dan ook gekleed slapen: me vrouw S. Abbink-de Vos (35) en me vrouw Harkink (23) in een kantoor tje, de mannelijke collega's E. J. van der Vliet (36) en A. H. Weijnholt (25) op luchtmatrassen in de gang. Ze werden gewekt door enorme dreu nen van de pantserwagen die de ge vel van de school ramde. De twee mannen riepen hun vrouwelijke col lega's naar een magazljntje, waar de vier zich verschansten. Ook de muur daarvan werd even later geramd en stortte in. Toen was de nachtmerrie voorbij. Het gat in de muur van de schoo l in Bovensmilde na de bestorming zaterdagochtend De vier onderwijzers hebben me«sr tijd nodig om hun bevrijding te ver werken dan de gijzelaars in de treini: „Zij stonden vooral die eerste dagen i onder de grootste psychische druh: door de verantwoordelijkheid voor de kinderen", zei mevrouw Van der Vliet ons gisteravond. Spelletjes De onderwijzers vertelden 24 uuz per dag de radioprogramma's te*, hebben kunnen volgen en zochten» verder verstrooiing in spelletjes als; „Mens erger je niet". Op de vraag of ze na de gijzeling* anders zijn gaan denken over onder wijs voor de Nederlandse en Zuid- molukse kinderen gezamenlijk op hun school, antwoordden de onder wijzers dat zij hier nog steeds posi tief tegenover staan. „Onze gedach ten hierover zijn niet veranderd". De vier gegijzelden in de school waren soms wel bang, maar konden giste ren niet formuleren wat ze op die ogenblikken dachten. Het werd voor hen overigens steeds moeilijker zich hun bevrijding nog voor te stellen. School vernield De school is nagenoeg geheel ver nield. Op drie plaatsen zijn pantser wagens van de Koninklijke Mare chaussee naar binnen gereden. De actie was precies uitgekiend, zo wist men bijvoorbeeld door vernuf tige technische apparatuur van te voren precies waar de beide onder wijzeressen altijd sliepen. Dat was •in het magazijn met leermiddelen, vlak achter een van de twee hoofdin gangen. Deze entree werd zo ge ramd, dat tegelijk de muur met de enige toegangsdeur tot het maga zijn werd ingeramd. Dat verklaart ook dat een van de onderwijzeresser licht werd verwond door glassplir ters. Een bijkomend voordeel was dat de pantserwagens de gangen versper den die de vleugels van de schoo verbonden, zodat de Molukkers overal hun weg zagen afgesneden. De derde pantserwagen ramde de muur van een lokaal in, de vierde, aan de achterkant van de schoo waar ook de Molukse wijk is, kwar niet in actie. Granaten Direct na het binnendringen in de school werden aanvalsgranaten ge worpen die geen scherven, maar we. een enorme luchtdruk veroorzaken. Op de plaatsen waar ze neerkwamen zaten diepe gaten in de betegelde betonnen vloer. Door de luchtdruk werden de muren ontzet en de pla fonds vernield. Het effect van de aanvalsgranaten op de tegenstanders was onder meer dat ze door de luchtdruk omver wer den geworpen en er tijdelijk door verdoofd raakten. De school bood gisteren een trooste loze aanblik. Op het bord in een van de lokalen stond nog de zin die de kinderen in koor moesten roepen en die zoveel schrik aanjoeg: „Van Agt, wij willen leven". Onder deze zin stond een goed getekend portret van een Zuidmolukker „Tommy" getekend. Naast het bord een affi che van het Ministerie van Onder wijs, dat door de omstandigheden nogal wrang aandeed. „Niet apart maar samen in de openbare school" zo stond erop. Kijkgaatjes In de gordijnen waren nog de kijk gaatjes te zien die de overvallers van de school erin hadden geknipt. Tus sen de chaotisch door elkaar liggen de leermiddelen en schoolbankjes •waren nog enkele etensresten op i?tenen etensborden met plastic be stek blijven liggen, keurig opgesta peld. Verder lagen er nog luchtbed den en dekens die na het begin van dt; gijzeling naar de school waren ge bracht. Ook een vernielde radio e»i twee televisietoestellen stonden neig tussen de ravage. Inmiddels is he t schoonmaken van de school en het stutten van de muren begonnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 7