toffel van Viegen veertig lar cantor van de Domkerk Zomers allerlei IW PROBLEEM 00K HET ONZE n er Hke Asma en Piet van Egmond waren zijn concurrenten Opdracht in hout =<g AG 13 JUNI 1977 artër Trouw/Kwartet 11 ïste u. „Het gaat als een ise w voorbij. Ik zou het over willen j. saDat is een kreet die je vaak in lews hoort, maar het is waar. Ik zou og eens willen beleven, allemaal. -h tyou ik het wel heel anders aanpak- gemk zou meer het accent leggen op het als reren en het orSanist zijn OP zich, iropjr °P het doceren. Hoogstens zou ik ïveniar privé-leerlingen aannemen." Als it zji van Viegen, die deze week zijn ftsÉJarig jubileum viert als organist foitog utrechtse Domkerk, tot deze uit- enigk komt, beseft hij meteen dat het jimogelijke wens is. Ie werkelijkheid is dat organist-zijn in id een ondergewaardeerd beroep is. kunnen leven moet Je er van alles bij- tankzij de bemoeienissen van de Neder- etenfOrganisten Vereniging en de Nederlandse recl#instenaarsvereni6lnS' me* °P de achter- de steun van het CNV, verandert er de tijd veel ten goede. Vooral de hervormde ede^eft de salarissen van de organisten de u srf Jar®11 hhik opgetrokken, maar ervan be- xwskun je nog steeds niet. Dat die ideale ,geiipd wordt bereikt, zoals in Duitsland en de en navische landen, zal wel na mijn tijd zijn, :e d e zijn er tenminste mee bezig en dat is al Bafle vooruitgang." erke n dJoffel van Viegen zijn situatie met die van 1 pja's in de gereformeerde kerken vergelijkt, hapij dat hij zeker niet mag mopperen. „Daar organist zijn nog steeds liefdewerk, vaak jjbaantje voor de onderwijzer die zo graag speelt en daarvoor in het gunstigste geval iet eind van het jaar een paar honderd ji krijgt als een soort boekenbon." (1 van Viegen schrijft die gang van zaken in het streng calvinistisch denken in Neder- „Men is te lang te veel ingesteld geweest op eek. Dat begon al tijdens de hagepreken. eek was het centrale punt en als entourage dan ook nog een lied gezongen. De protes- kerken zijn lange tijd gebouwen geweest ■itgekalkte muren en groenverschoten gor- I waar dan ook nog een orgel stond, als pkelijk kwaad. In sommige plaatsen in pd denkt men er nog zo over. Daar gaat op lagen het orgel schuil achter een gordijn." ook dat verandert langzamerhand, evenals gelbouw in ons land zich na de oorlog as Stoffel van Viegen verheugend heeft kkeld. natuur. Dat merkte je aan zijn wijze van orgel spelen. Wat ging daar een bezieling en een waar digheid van uit. In de tijd dat ik organist was in de Wilhelmlnakerk haastte ik me altijd na afloop van de dienst op mijn fietsje naar de Domkerk, waar ik dan nog net op tijd kwam om te genieten van zijn naspeL Er zijn veel mensen die denken dat je als organist de toetsen maar heb in te drukken om geluid te hebben, maar er zijn zoveel speelmanieren. Een orgel klinkt bij elke organist weer anders. Zoals Hendrik Bos het deed, dat was een grote gave. Hij is daarom een man die als een pilaar in mijn leven staat. Ik tracht hem na te bootsen, maar ik moet eerlijk toegeven dat ik het zo niet kan. Deze man had een standbeeld verdient in Utrecht. Het tragi sche is dat hij 39 jaar na zijn dood vrijwel is vergeten, terwijl de naam van zijn voorganger Johan Wagenaar, die tot 1918 organist was van de Domkerk, nog steeds bekend is. Die was ongetwijfeld meer all-round .omdat hij ook com-, poneerde, maar hij mist toch de waardigheid die Bos had." Orgelstad I beroep e jaren 1900-1940 was er een geweldige ting, was er sprake van revolutiebouw. Al- oest zo goedkoop mogelijk. De orgelpijpen le men bijvoorbeeld van zink. Daar bedek een kippenhokken mee. Echte orgelpijpen en van tin en lood of van hout zijn. Na de tg is men de orgelbouw weer echt als een twerk en een edel beroep gaan zien. We ten nu weer orgelbouwers die deze naam enen. Namen als Flentrop, Van Vulpen en ang en in het buitenland de firma Marcus- Dm maar een paar voorbeelden te noemen, ran kan worden gezegd dat zij zich bezig ■en met orgelbouw met een grote O." Ide Jonge generatie organisten is Stoffel van (en ook optimistisch. „Onze jonge organisten in Nederland weten een stevig stukje orgel- iweg te geven. Hun technische en theoreti- kennis is goed. Voor de rest moet het jen. Ik speel nu anders dan toen ik 23 was." |t Stoffel van Viegen veertig jaar geleden ais feman van 21 organist werd in een van Ne- jnds beroemdste kerken,kwam voor hem bok als een verrassing." Ik speelde toen al par nog negen orgel, eerst in de hervormde j van Eindhoven, waar we uit Utrecht naar STOFFEL VAN VIEGEN. gespeelde preek (foto: Jaap Herschel) toe waren gegaan nadat vader daar chef bij de spoorwegen was geworden, en vanaf 1936 als organist van de Utrechtse Wilhelmlnakerk. Als zodanig solliciteerde ik toen ze in de Domkerk een nieuwe organist nodig hadden, omdat orga nist Bos ziek was geworden. Ik gaf mezelf weinig kans. Er waren over de honderd kandidaten, waaruit er een stuk of veertien werden geselec teerd. Daar was ik ook bij, samen met organisten als Feike Asma, Piet van Egmond, Mees van Huis en Adriaan Schuurman. Omdat ik dacht dat het toch niets zou worden, had ik van zenu wen totaal geen last toen ik moest voorspelen voor een commissie die bestond uit dr. Anton van der Horst, dr. Johan Wagenaar, die zelf jarenlang organist van de Domkerk was ge weest, en Willem Petrie, destijds in Utrecht een zeer bekend musicus." Het pakte ander uit: Stoffel werd benoemd, en daar is hij nog altijd dankbaar voor, omdat het orgel in de Domkerk voor organisten het neusje van de zalm is. Stoffel van Vliegen heeft de afgelopen veertig jaar een stempel gedrukt op het orgelgebeuren in Utrecht. Al voor de oorlog ging hij regelmatig orgelbespelingen verzorgen. Eerst keek men er een beetje vreemd tegen aan. Orgelconcerten waren in Utrecht zeldzaaam. Op Koninginnedag toen nog de 31 e augustus werd er altijd een gegeven in de Domkerk maar daar bleeft het meestal bij." Utrecht is nu een echte orgelstad. Ik ben dankbaar dat ik daar een belangrijke bijdrage toe heb mogen leveren", vindt Stoffel van Vliegen. Vooral de zomeravondconcerten slaan aan. Woensdagavond 15 juni om kwart over acht opent Stoffel van Viegen de reeks van 1977. Dat concert staat uiteraard in het teken van zijn jubileum. Het eigenlijke Jubileumconcert is za terdagmiddag 18 juni om half vier, gevolgd door een receptie. Verder concerteert Stoffel van Vie gen deze zomer op 2, 9 en 23 juli in de Domkerk, op 9 september in de Lutherse Kerk in Den Haag en op 24 september in Woerden. Daarnaast is hij bijna elke zondag twee keer als cantororganist te beluisteren tijdens de gewone kerkdiensten in de Domkerk. „Concerteren en de gemeentezang be geleiden is voor mij gelijkwaardig. Die zondagse diensten betekenen veel voor mij, vooral omdat het muzikale gedeelte in de Domkerk een be langrijk onderdeel van de eredienst is gaan vor men dankzij de grote muzikale belangstelling van de Domkerkpastor dr. Van der Werf". Als ik Stoffel van Viegen vraag hoe hij zijn taak als organist ziet antwoordt hij: „Een organist is eigenlijk onmisbaar. Hij zorgt voor een gespeel de preek ter aanvulling op het gesproken woord. Daarom is een nauw samenspel tussen predi kant en organist zo belangrijk. Je moet als organist weten waar je mee bezig bent, want de mensen zijn niet gek. Ze horen het als het niet echt is, als je het niet zelf beleeft." door Mink van Rijsdijk Heb u misschien ook familieleden of vrienden die binnenkort op reis gaan naar Indonesië? Of behoort u wellicht zelf tot de bevoorrechten om de tocht van uw leven te gaan maken? Bij zo'n droomreis behoort dan meestal ook een bezoek aan het wonder-groene eiland vol geheimenis sen Bali. De gelukkige lieden die in de gelegenheid zijn daar wat rond te neuzen, brengen stellig allemaal een bezoek aan een van de bekende werkplaatsen voor houtsnijkunst. Meestal blijft het dan niet bij kijken, want nadat je voorzichtige vingers bezig hebt gezien met mesjes en gutsen, groeit het verlangen zo'n rank hertje, een fragiel vrouwenfiguurtje of een ganzenhoeder te kopen. Je wilt toch wat meenemen voor de buurvrouw die zo goed voor je planten zorgde. Iets aardigs voor Piet en Ria staat op op je lijstje en een tastbare herinnering aan die fantastische reis voor op je eigen schoorsteen moet er natuurlijk ook komen. Wel, er is keus genoeg. Op mijn schrijftafel staat al jaren een souvenir van Bali. Een fraai bewerkt stukje hout, maar voor mij van veel meer betekenis dan alleen een kunstvoor werp. Als ik schrijft „het staat" op mijn bureau klopt dat eigenlijk niet, want „hij zit" daar als mijn persoonlijke goeroe. Toen ik hem jaren geleden voor het eerst zag, liep ik langs hem heen zonder zijn opdracht aan mij op te merken. Ik herkende in de wat vreemde houten bobbel niets, laat staan een mens met een boodschap. Soms zijn ogen zo verzadigd van zien dat alleen heel duidelijk waarneembare signalen de hersenen nog bereiken, terwijl subtiele verfijningen ons dan domweg ontgaan. Gelukkig wist mijn gids toen meer dan mijn zintuigen opmerkten. Hij zette het houten voorwerp in het holletje van mijn hand, liet mij kennismaken met en bewondering krijgen voor de „orang maloe" de beschaamde mens. Hij zit met gekromde rug op de grond of moet ik op de aarde zeggen? alsof hij straf en hoon verwacht. Om het komende oordeel niet te zien naderen bedekt hij het gebogen hoofd met zijn handen. Toch is hij geen angstig in elkaar geschrompeld wezen, hij maakt zich op eerlijke manier klein uit wezenlijke nederigheid. zijt gij? Hier op de grond, verlegen en Adam, waar beschaamd. Dat is zijn boodschap en omdat hij dat nu al jaren vaak tevergeefs aan mij duidelijk wil blijven maken, ben ik zo aan hem gehecht. Want ik ben hardleers. Nederigheid? Nou ja. Hoor ik daar iemand zeggen dat dit „beeldendienst" is? Kijkt u toch liever naar dat hertje, die karbouw of dat Balinese meisje met haar sierlijke handjes; zonder dubbele bodem van symboliek? Ik begrijp dat wel; het is plezierig reprodukties in hout te zien van de schepping en te konstateren dat het „goed" is. Maar weet u, de orang maloe is van na de zondeval en herinnert ons aan menselijk falen. Er zijn ook dagen dat hij me irriteert. Dan denk ik: het is mooi al die nederigheid en ootmoed, maar kom eens in de benen man en doe iets. Dat is natuurlijk onzin, want zijn opdracht is juist symbool te blijven van het aspect in ons leven dat nogal verwaarloosd wordt. Laatst zei iemand over mijn kleine goeroe: „Iedereen die aan yoga doet, kan zo zitten, het is gewoon een kwestie van spierconcentratie". Toen ik probeerde uit te leggen dat er voor mij toch iets totaal anders mee gemoeid was, werd ik vermaand vooral nuchter te blijven. Want welke opdracht kan er nou concreet uitgaan van een houten beeldje notabene een beeldje waar je pas na goed kijken een mens in ontdekt? Tegen zulke nuchterheid doe je niet veel met begrippen als ootmoed en verstilling. Jammer. Er is een tijd geweest waarin we graag en veel praatten over wat wij aan groots verrichtten ver over zee. Misschien zijn velen van ons er nu toch een beetje aan toe de orang maloe te importeren, com pleet met zijn boodschap, die we leren verstaan. Waar ik maar mee zeggen wil dat u de kans moet grijpen als uw familieleden of vrienden naar Indone sië gaanEn gaat u zelf? Goede reis, slamat djalan en een hartelijke groet aan de vele broeders en zusters van mijn kleine goeroe. Concertpianist Rijke historie Als jongen van een jaar of acht werd Stoffel's belangstelling al getrokken door het daar staan de uit 1831 daterende BStz-orgel, waarvan een gedeelte van veel ouder datum is. De gebroeders Bfitz gebruiken namelijk bij de bouw meer dan 150 orgelpijpen uit het in 1826 afgebroken orgel, dat sinds 1570 in de Domkerk dienst had gedaan. Het huidige orgel van de Domkerk is zodoende een instrument met een rijke historie. Dat ele ment spreek Stoffel van Viegen dan ook sterk aan „Daarvan ben ik me eigenlijk doorlopend bewust. Dat vele generaties voor ons in de Dom kerk dezelfde orgelgeluiden hebben gehoord als ik nu produceer, dat zegt me veeL" Het was Hendrik Fredericus Bos die Stoffel deed beslissen organist te willen worden. „Zoals mijn voorganger speelde, dat was schitterend. Hen drik Bos was maar een gewoon mannetje, af komstig uit Harmeien, maar wat speelde hij geïnspireerd. Hij was een mens met een edele Stoffel van Viegen denkt er voorlopig nog niet over ermee op te houden, al is hij een van de organisten met de langste staat van dienst in de Domkerk. „Ik hoef met mijn 65e jaar niet te stoppen. Als ik gezond blijf en de conditie houd die ik nu heb, kan ik tot mijn zeventigste door gaan." Ik kan niet nalaten op te merken dat hij er nog een jaartje aan vast knoopt hij de vijftig vol zou kunnen maken. Stoffel van Viegen lacht en zegt dan: „Dat zou ik ook best willen als ze het me toestaan, want alles draait bij mij om het orgel, met de piano op de tweede plaats. Van daar dat ik ook wel concertpianist had willen worden. Maar je moet uiteindelijk voor één in strument kiezen. Je wordt in het leven door de omstandigheden in een bepaalde richting ge duwd. Voor mij werd dat het orgelspelen." Daar zet Stoffel van Viegen zich volledig voor in, en, naar hij me vertelt, streeft hij ernaar de begrippen waardigheid en poëzie te verbinden met sublieme techniek en gevoeligheid. „Het woord romantiek wil ik niet gebruiken. Dat begrip verhaspelt men tegenwoordig tot zoet heid, zoals bonbons voor vijf gulden per pond. Die zijn ook zoet, maar ik moet ze niet." Toen mijn oudstfi nog een baby was hoorde ik van de huisarts dat het onverstandig is, zelfs een ingepakte en uit de zon gehouden jonge baby mee naar het strand te nemen. Pasgebo renen hebben nog geen enkele weerstand tegen de weerkaat sing van ultra violette stralin gen. Die komt pas later als de huid melanine (pigment) pro duceert. Mensen met een blan ke huid zijn slechts in een huidlaag voorzien van deze pigmentsoort, terwijl negroïde rassen in alle drie de huidla- gen melanine hebben. Kinde ren verbranden veel sneller dan volwassenen doordat ze nog te weinig melanine produ ceren. Zwitsal brengt „in 't zonnetje", een zonnebrandmiddel met een ultra-violet-filter, dat speciaal aan kleine kinderen bescher ming biedt. Natuurlijk gelden hier dezelfde regels als voor volwassenen: in het begin nooit langdurig in de zon; ver mijdt de warmste uren van de dag; regelmatig insmeren en tijdig iets aantrekken. Na het zonnen een vochtinbrengende lotion gebruiken waardoor de huid zacht en soepel blijft. Ook volwassenen zijn gebaat met baby-verzorgingsprodukten zoals babyzeep, babyshampoo en babyolie; deze artikelen zijn bovendien nog voordelig ook. Warner komt dit seizoen met een luchtig foundation setje, „Cottoncool", dat onder rag dunne zomerse kledij perfect zit, nauwelijks zichtbaar is en vooral heerlijk draagt. De b.h. (f29,90) is laag uitgesneden, naadloos en biedt voldoende steun door de katoenstretch. VRAGEN uitsluitend in envelop sturen naar postbus 507. Voorburg Per vraag een gulden m postzegels, het lietst In waarden van 55 en 45 ets. bijvoegen, en beslist niet aan de buitenkant opplakken Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzl|de gelegd AG: Worden er expres voor het en van ivoren sieraden olifan- jejaagd? 'WOORD: Vroeger gebeurde dat k geval weL Tegenwoordig wor de olifanten beschermd en its die exemplaren afgeschoten, gevaarlijk zijn of die geen tie hebben voor de instandhou- van de soort. Het werk van het ld Natuur Fonds is hier te lan- oldoende bekend. Dat dergelij- leschermende maatregelen ont- tn worden, is beschamend maar laarbaar Overigens worden zgn. ivoren voorwerpen vaak aardigd van gewone slachthuis- ïn. De plastics hebben het )are ivoor op vele plaatsen ver en. In Erbach (Odenwald), waar Suropees centrum voor ivoorbe- Ing sedert eeuwen was geves- ziet men de sieraden van ivoor namelijk in het museum en den in de stalletjes en winkeltjes meeste engeltjes en kettinkjes „gebroken wit" plastic ver- it. Ook pianotoetsen worden te- ■woordig van kunststof vervaar- p Ik kan het mis hebben, maar Pof. dat men voor biljardballen geen vervangend materiaal van I— kunststof heeft uitgevonden. Nog even die olifanten jacht: De safari's van deze tijd zijn hoofdzakelijk be doeld voor fotografen. VRAAG: Waren er omstreeks 1741 legerplaatsen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in Hamburg of omgeving en in de te genover Lobith aan de overzijde van de Rijn gelegen oorspronkelijke Hollandse vesting Schen kenschans? Wanneer kwam de ves ting Schenkenschans op Duits gebied? ANTWOORD: Om en bij Hamburg waren er geen Nederlandse vestin gen. Maar er waren wel garnizoenen in de Duitse Rijnstreek. U denkt wellicht aan de Nederlandse han delsmagazijnen, die wél in Hamburg waren. De door u genoemde schans lag op Staatsgebied op de splitsing Rijn en Waal. In de 18de eeuw viel een rivierarm droog. De Schen kenschans kwam op de zuidelijke oever te liggen en verloor daardoor alle belang, evenals het strookje Ne derlands gebied er omheen. Toen Frankrijk het Nederlandse gebied bezuiden de grote rivieren inlijfde, verdween ook dit stukje Nederland (zie uw historische atlas). In 1816 kwam de definitieve regeling tot stand met Pruisen, dat Kleef inlijfde en dat gebeurde ook met de Schen kenschans, ook na de grenscorrec ties na de laatste oorlog. VRAAG: Op de damesbeurs in Den Haag in '76 was een kopersla- gersechtpaar dat koperen bedde- pannen maakte. Is het adres van die koperslager nog te achterhalen? ANTWOORD: Met enig kunst-en vliegwerk kwamen we er achter, dat hij wél te bereiken is op telefoon 05430-4858, maar een verder adres kan ik u niet mededelen. In elk geval wordt hij op de najaarshuishoud beurs weer in Den Haag verwacht VRAAG: Vroeger leerden we op school dat na de vergrotende trap het woordje „dan" moest volgen. Tegenwoordig wordt algemeen „als" gebruikt. Volgens mij klinkt het af schuwelijk. Nu heb ik gemerkt dat „de geleerden" elkaar hierover in de haren zitten. Wie heeft gelijk? duösrL COVK cQyyi. c/jun dff\ a/ii <hiAi iS'i. tjifi ANTWOORD: In het Middel Neder lands en de taal van de 17e eeuw was „als" de enig gebruikte vorm na de vergrotende trap. Gaandeweg komt in de 18e eeuw hier het woordje „dan" voor in de plaats. In de 19e eeuw werd door de hoogleraren alge meen op foutieve gronden het woord „als" als germanisme veroordeeld en uitgebannen uit het beschaafd Nederlands. In deze eeuw kwam men daarop terug, zodat er zelfs professoren Nederlands zijn (Stut- terheim in Leiden bv.) die „groter als" zeggen en het gebruik van „als" als de oudste vorm verdedigen. Het gebruik van „dan" is echter zo inge- hamerd, dat men het maar een raar gedoe vindt als een intellectueel spreekt van „groter als". Even groot dan is natuurlijk helemaal fout. U ziet als en dan kan allebei, terwijl we aan de spreker en luisteraar dan maar overlaten te beoordelen wat plat en wat algemeen beschaafd is. VRAAG: Ik kocht in Oud-Corinthe een stenen uiltje met een inscriptie, die ik niet begrijp. Kunt u de bete kenis verklaren? ANTWOORD: Zoals u wel in Griekenland aan alle kanten heeft kunnen merken, is de uil de aan de godin Pallas Athene gewijde vogel. Zij wordt Glaukopis genoemd, de uilogige, wat wel een andere beteke nis heeft dan wij aan die uitdruk king geven, nl., met de schrandere, doordringende blik. Op het voetstuk van uw uiltje (Glaux) staan wel de beginletters van de naam Athene, met archaisch gevormde letters: A, th en e. (kort). Wel leuk natuurlijk, maar deze schrijfwijze klopt niet met het Homerische Grieks. Als ik u was zou ik het maar een leuke uil vinden, al is het geen antieke. VRAAG: Ik zend u hierbij een arti keltje, dat in Trouw gestaan heeft over warmtemeters. Kunt u mij ook de andere artikelen toezenden? ANTWOORD: Uit de gebruikte let ters en de manier waarop het onder werp al te breedsprakig werd behan deld, was ons direct duidelijk dat dit geen artikel kon zijn uit een grote krant. Met enig deduceren en com bineren, daarin bijgestaan door de archivaris van Trouw en een redac teur van het kantoor te Rotterdam, kwamen wij via de „Havenloods" dat is een soort Posthoorn voor Rot terdam, terecht bij „Holland Silhou et" (op de achterkant van het knip sel komt een gedeelte van het laat ste woord voor). Het zal echter niet gemakkelijk zijn gegevens over een niet gedateerd artikel op te sporen in een archief van een adverten tieblad, dat waarschijnlijk vele en verschillende edities heeft. Dat is dan niet ons probleem meer. VRAAG: Leeft de auteur Cronin nog? ANTWOORD: Volgens de gegevens, die wij van de Engelse ambassade ontvingen, hoopt de heer Cronin, die, zeer teruggetrokken in Zwitser land leeft, en beslist geen contacten wenst, op 19 Juli zijn 91e jaardag te vieren. Via de uitgever van zijn laat ste boek kimt u hem feliciteren. Re ken niet op antwoord. VRAAG: Naar aanleiding van het bekende Oudejaarslied, waarvan de laatste twee regels luiden: Al het heden wordt verleden, schoon 't ons toegerekend blijft. Aan dit lied is heel wat getornd en veranderd. Wij vonden: al het heden schoon 't zijn merk in 't hart schrijft daar naast: al het heden waarvan slechts de heugnls blijft In de Hasperbundel: Op den weg die wij betreden, maken wij niets onge daan. Al het heden wordt verleden, doet ons allen schuldig staan. In het liedboek van de Evangelische Broe dergemeente en ook in ons liedboek komt het hele vers niet meer voor. Wie heeft nu oorspronkelijk wkt gedicht? ANTWOORD: Rhijnvis Feith was de dichter van het oorspronkelijke lied, waarvan de twee laatste regels van het eerste couplet luiden: Al het heden wordt voorleden, Schoon 't ons toegerekend blijft! De door u genoemde bewerkingen zijn inder daad pogingen om dit, door zovelen op de oudejaarsavond gezongen lied om te buigen tot een enigszins aan vaardbare vorm. Wij moeten bij alle bezwaren, die we tegen de, verre van orthodoxe Rhijnvis Feith hebben, het toch wel merkwaardig vinden, dat dit vers nu al 200 Jaar oud is en kennelijk, ongewijzigd of in enigs zins veranderde vorm nog zo vaak gezongen wordt (en herkend). In de orthodoxe kringen van die dagen werden de gezangen niet geaccep teerd, maar de vervolgbundel, waar in ook dit lied voorkwam, werd dan ook als helemaal van den boze ko mende beschouwd. VRAAG: Hoe komt het dat mijn zelfgebakken brood, hoewel ik het zelfde BD-meel gebruik als mijn bakker, korreliger van structuur is en sneller uit elkaar valt. Ik bak al Jaren zelf en heb dus wel ervaring. Men zegt: de omstandigheden bij de bakker zijn anders dan thuis, maar waar zit 'em dat dan in? ANTWOORD: Jaren lang bakte ik zelf brood van hetzelfde meel en volgens dezelfde methode als dege ne, die mij leerde bakken en tóch was het resultaat altijd anders. Het kneden bij een bakker gaat anders, machinaal en mogelijk regelmati ger. Ook het bakken In een grote electrische oven gaat gelijkmatiger, dan in de waarschijnlijk door u en mij gebruikte gasoven. Zo heeft bv. bij mij het bakken midden in de week beslist een ander resultaat dan het bakken op de zaterdag. Er kwam wel een beter resultaat door het deeg langdurig te slaan. Als men een Het bijpassende broekje (14,95) van hetzelfde materiaal, is zeer fraai gemodeleerd. Scandinavië heeft al jaren een belangrijke inbreng in de Eu ropese mode, waarvoor veel katoen gebruikt wordt van prachtige kwaliteit. Daarvan getuigt deze hoogzomerse witte katoenen canvas tuinbroek met een tunnelceintuurtje in de taille en een grote dijzak. Kirsten Teisner voor In-Wear. goede bakker, die zoals u dat schrijft, hetzelfde meel gebruikt als u, vlak bij heeft, is het uit het oog punt van energiebesparing aan te bevelen niet zelf in het klein dingen te doen die economisch in het groot gedaan kunnen worden. VRAAG: Onze ramen hebben achter de plaats waar de planten staan, die wij met leidingwater moeten be sproeien, een aanslag van keiharde korreltjes. Hoe krijgen we die er af? ANTWOORD: Stevig bewerken met een prop nat krantenpapier. Kras sen maakt dat niet en de vuile stre pen krijgen we er gemakkelijk later af. Helpt dat niet, dan bevochtigt u die prop niet met water maar met azijn. Gaat de aanslag er nu willig af, dan de ruit schoon wassen en met spiritus nawrljven. Op plaatsen, waar men alles met oud materiaal doet, worden vensterruiten uitslui tend met vochtige kranten schoon gemaakt en nagewreven met een prop krantenpapier, waarop een paar druppels spiritus, (een aan spons en zeem gewende Nederland se huisvrouw vindt dat haar collega met tropenervaring maar wonder lijk staat te knoeien met die kran ten, maar het resultaat ls goed en we zouden er een slagzin van kunnen maken: Door middel van Trouw (uw krant voor alle ogenblikken) een frissere kijk op de wereld om u heen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 11