Over het likken
der wonden
Herformulering
nodig van oude
RMS-ideologie
Verandering
van decor
Tip voor de formateur
De strijd mag
niet in Nederland
worden uitgevochten
Zogezegd
VRIJDAG 3 JUNI 1977
Trouw/Kwartet
1.T
De verkiezingen zijn weer achter
de rug. Helaas. Voor
politiek-geïnteresseerden is de
verkiezingstijd steeds weer een
spannende gebeurtenis En voor
wie er geen belang in stelt is er
nog veel te genieten in. om zo te
zeggenalgemeen-menselijk
opzicht. Want wanneer kan men
volwassenen zich zo zien
aanstellen als in die tijd?
Veel mensen zullen vooraf voor
zichzelf een prognose maken;
vaak vindt dat ook in
groepsverband plaats. Op het
instituut waar ik werk hadden we
laat op de woensdagmiddag
allemaal nog onze voorspellingen
op een papier gezet. Ik zat er
behoorlijk naast de volgende
dag. maar de „tendenties" had ik
toch aardig weergegeven, hoewel
ik Beuker met nog iemand zag
terugkomen en de
Reformatorisch Politieke
Federatie en de Nederlandse
Volksunie één zetel behalen. Van
drie groeperingen was ik echter
absoluut zeker; de forse
teruggang van DS '70. de PPR en
de CPN. DS'70 had bij mij in de
buurt een paar dagen tevoren
nog een reeks gele biljetten
opgeplakt met een tekst over een
veilige stad. als je op Drees zou
stemmen. Die man krijgt het in
z'n eentje dus nog behoorlijk
druk. Zijn partij is echter nooit
meer geweest dan een
bijeengeraapt stelletje van
mensen die ergens tegen waren,
daar kun je op den duur geen
politiek mee bedrijven.
Bij de PPR heb ik me nooit
zoveel kunnen voorstellen. Het
heeft mij altijd een soort
verkoudheid geleken, die dus nu
bijna over is.
Dan de CPN. Ik ken mensen, die
van mening waren dat deze partij
tot zeker tien zetels zou
uitgroeien. Zij zijn vermoedelijk
in de war gebracht door het
door Koos van Weringh
geschetter waarmee de
communisten deze keer de zaken
hebben aangepakt. Men zal ver in
de parlementaire geschiedenis
moeten teruggaan wil menzo'n
domme verkiezingsstrategie
tegenkomen. Op 23 oktober van
het vorig jaar gaf Marcus Bakker
in De Waarheid hoog op over de
mensen die ..zwaar geschoktzijn
door de politiek van Den Uyl. die
beginnen uit te zien naar een
andere koers en die zich daarvoor
in toenemende mate tot de CPN
beginnen te wenden."
Die andere koers bestond voor de
CPN uit de leuze: ..Van Agt eruit,
de CPN erin." Als ik me niet
vergis was het de Haagse
Post-columnist Hofland, die
schreef, dat deze kreet op een
andere planeet is uitgevonden.
Men deed het voorkomen alsof
dat een realistische mogelijkheid
zou zijn, die de PvdA tot haar
eigen schade negeerde. En dat op
een toon van; „dan moeten jullie
het zelf maar weten!"
In de speciale verkiezingseditie
van het volksdagblad stond een
groot stuk onder de titel: „Een
debat dat niet werd uitgezonden".
Bij alle praterij, zo schrijft men.
tussen Wiegel en Van Thijn. Den
Uyl en Van Agt, Aantjes en De
Gaay Fortman, ontbreekt het
belangrijkste; het debat met de
CPN. Vooral Den Uyl en de zijnen
weigeren dit debat te voeren,
men vreest het als de pest
„omdat men het gezonde oordeel
van het volk vreest".
Op de verkiezingsdag zelf werd in
Amsterdam nog een
affiche-achtig papier verspreid,
waarop de volgende
raadgevingen vermeld stonden:
„Met stemmen op Den Uyl stemt
u voor een voortzetting van een
regering met Van Agt. Met
stemmen op de CPN stemt u voor
samenwerking van socialisten,
communisten en progressieve
gelovigen. Alleen dit samengaan
kan rechts de pas afsnijden".
De CPN-leiders moeten het
laatste half jaar in een soort mist
hebben rondgelopen en niets
meer hebben gezien van wat er
om hen heen plaatsvond. Vervuld
van dromen over het meedoen
aan een regering heeft men
kennelijk niet opgemerkt dat
Den Uyl met overweldigende
meerderheid door het
PvdA-congres tot lijsttrekker is
gekozen. Niet op Den Uyl
stemmen, maar wel op de CPN
voor samenwerking met de
socialisten.
Een nieuwkomer op het politiek
toneel zou zich al schamen zulke
onzin te berde te brengen, maar
dit is bedacht door mensen met
jarenlange politieke ervaring in
het parlementen daarbuiten,
zoals Henk Hoekstra en Marcus
Bakker. De eerste, voorzitter van
het partijbestuur, was onlangs
nog als leider van een
CPN-delegatie in Moskou, waar
hij aan kameraad M. A. Soeslow
meedeelde, na een uiteenzetting
over de economische crisis en de
toename van de werkloosheid;
..In deze omstandigheden treedt
de CPN consequent op ter
verdediging van de essentiële
belangen van de arbeidersklasse
en alle werkende mensen
tegenover het
monopolie-kapitaal. Zij streeft
naar een brede samenbundeling
van alle democratische krachten
in de strijd voor sociale
vooruitgang". Aldus meldde De
Waarheid van 23 april j.l. Die
Soeslow zal van de brede
samenbundeling van twee zetels
nog raar opkijken.
Na de verkiezingen krijgt
uiteraard iedereen de schuld van
de CPN: de Zuid-Molukkers. de
koloniale reactie, de burgerlijke
propagandakraam en wat al niet
Dat Van Agt niet de overhand
heeft gekregen is niet aan Den
Uyl te danken maar aan het feit
dat de communisten alles tegen
Van Agt mobiliseerden, wordt
nog even triomfantelijk gezegd.
Op deze armetierige wijze moet
kennelijk een tekort aan inzicht
in de Nederlandse politieke
verhoudingen worden
verbloemd.
In december praatte ik met
iemand die al geruime tijd op de
CPN stemde, over de ruil van de
Russische dissident Boekowski
tegen de Chileense
vakbondsleider Corvalan.
In De Waarheid had hij gelezen,
dat Corvalan onder druk van de
anti-fascistische krachten door
de junta was losgelaten, maar op
zijn televisiescherm had hij met
eigen ogen gezien, dat ook een
Rus bij de affaire was betrokken.
In mei krijgen ze mijn stem niet
meer, deelde hij mee. ik laat me
niet langer een rad voor ogen
draaien. Hij is niet de enige
geweest. Een partij die de mond
vol heeft over de vooruitgang,
maar de massa dom houdt, is met
twee zetels nog rijkelijk bedeeld.
door Baboyo R. S. Porsisa
De bezetting van de openbare
school in Bovensmilde en de
treinkaping in Onnen hebben ge
leid tot de opvatting dat de Ne
derlandse rechtsorde in het ge
ding komt. Aan deze redenering
ligt o.a. de gedachte ten grond
slag. dat de gewelddadige acties
van de Zuidmolukkers in Neder
land niet passen binnen het Ne
derlandse territorium. En
terecht.
De meest logische vraag, die wij
met z'n allen moeten stellen is
dan: wat nu, hoe en op welke
wijze kan de „gewapende agres
sie" van de Zuidmolukse jonge
ren wel degelijk ingetoomd wor
den? Een mogelijk antwoord
hierop zou zijn, bewust afstand
doen van de enge R.M.S.-gedach
te als eindpunt en bewust over
stappen in een hernieuwde for
mulering van de R.M.S.-ideolo-
gie.
Gerakan Pattimura is van oor
deel. dat de Molukse strijd ge
plaatst moet worden in een bre
dere context. Dit betekent in fei
te dat het lot van het Molukse
door dr. C. Rijnsdorp
In een toneelstuk of opera wordt
enige malen van decor gewisseld.
Dit houdt verband met het voort
schrijden van de handeling. Vol
gens Léon Wencelius. in zijn
L'Esthétique de Calvin (Paris 1937)
zag de genoemde kerkhervormer
de wereldgeschiedenis als een dra
ma in vijf bedrijven. Calvijn meen
de te leven „en plein troisième ac
te", midden in de derde acte.
Wat hiervan waar zij. zeker is dat
de man of vrouw die vandaag op
een hoge leeftijd is gekomen, van
die decorwisseling een sterk besef
heeft. Dit besef kan ertoe bijdragen
je eigen tijd wat beter te begrijpen.
Op dit laatste komt het natuurlijk
aan.
Het laat-negentiende eeuws decor
staat mij nog zeer levendig voor de
geest. Ik las ingebonden jaargan
gen van tijdschriften uit de jaren
zeventig tot negentig. Het was in
Duitsland de burgerlijke cultuur,
van de Gründerzeit en zijn verering
van alles wat militair was met voor
op de keizerlijke familie. In Enge
land was het de sfeer van de high
society en niet te vergeten van de
marine. Samen met het goddeloze
Frankrijk, dat bij monde van Vivia-
ni '863-1925) de lichten des hemels
had uitgedoofd, hoefde Engeland
maar in een of andere uithoek van
de wereld een haven te beschieten,
om de opstandige inboorlingen tot
rede. of liever gezegd tot zwijgen tc
brengen.
Zowel in Engeland als in Frankrijk
de grote tegenstelling tussen rijk
en arm. Een gravin geeuwt ver
krampt van verveling, een
strijkstertje gaapt van vermoeie
nis In Duitsland tekent Kathe
Kollwitz (1867-1945) arme mensen
uit Berlijn-Noord. In Duitsland
speelt, in de salon van een gegoede
middenstander, een dochter een
karakterstukje op de piano: „Ar-
mes Kind am Weihnachtsabend",
een arm kind op kerstavond. En
men kent de eerste filmpjes uit
Frankrijk: een fabriek gaat uit. er
komt een trein aan, het trottoir
roulanl van Parijs 1900.
Dan een foto uit een ballon van het
oorlogstoneel 1914 in de buurt van
Reims. Het decor is ineens schrik
wekkend veranderd. Na 1918 komt
de jazz op: „oud vuil, opgeraapt
van alle belten van vóór de oor
log" was het niet Matthijs Ver
meulen die dat schreef? En men
kent de rest: de crisisjaren, de
tweede wereldoorlog, de opkomst
van een totaal anders denkende en
voelende generatie. Er heerst een
volslagen onbegrip omtrent wat er
ten diepste gaande is, wat enerzijds
tot gevolg heeft dat men zich fana
tiek vastklampt aan nieuwlichters
van allerlei soort, of dat men aan de
andere kant beschutting zoekt bij
zekerheden van gisteren, waarvan
het dak is ingestort.
Decorwisseling. Snelle decorwisse
ling. En zelfs hij die meent wat
dieper te kunnen zien staat niet
boven de gebeurtenissen. Hij ziet
hoe een in naam christelijke be
schaving van haar wortels is losge
raakt en terecht gekomen is in een
gevaarlijk vacuüm, óf liever in een
stroomversnelling met draaikol
ken. Op de voorgrond het nieuws
van de dag, de commentator van de
week. het amusement en de mode
van het seizoen, het cabaret met
zijn roddel op hoog (of minder
hoog) niveau, de vlucht in de na
tuur op een glazen scherm, het
boek van de maand, de statistiek
van het jaar, de begrijpelijke verle
genheid van de preek (overigens
sympathieker dan welke schijnze
kerheid ook), de zorgen van de mid
delbare generatie, het eindexamen
des levens van de ouderdom.
Heeft de grote Regisseur achter de
coulissen de zaken in vaste han
den? Met minder dan dit geloof
kunnen wij niet toe.
volk bepaald moet worden door
de Molukkers in de Molukken.
Daarbij kan het R.M.S.-ideaal als
het ware strategisch gezien een
belangrijke rol spelen in de
emancipatiestrijd van alle onder
drukte volkeren in en bij Indone
sië en in Melanesië tegen het fas
cistische en dictatoriale regime
van Suharto.
Deze stellingname houdt verder
in. dat gewapende strijd in alle
opzichten in de Molukken moet
worden gestreden. Coalitievor
ming is noodzakelijk, omdat het
kapitalistische systeem nooit zal
toestaan, dat er bevrijdingsbewe
gingen zijn in de Indonesische
archipel, die het huidige bewind
proberen omver te werpen, van
wege de economische belangen.
Koloniaal
De proclamatie van de Repu
bliek der Zuidmolukken op 25
april 1950 is gestoeld op de ge-
dachtengang van Van Mook. Een
echte Hollandse koloniaal van
het eerste uur. Een volk dat
streeft naar „zelfbevrijding"
moet zich echter totaal losruk
ken van de koloniale overheer
sing.
De houding van de meeste Zuid
molukse leiders in deze is begrij
pelijk maar niet reëel. Een strijd
voor een Molukse staat immers
kan onder geen enkel beding in
Nederland uitgevochten worden.
Dat is realiteit en dat is politiek,
om in termen van Otto Matules-
sy, vice-voorzitter van de Vrije
Zuidmolukse Jongeren, te spre
ken. Het wordt de hoogste tijd,
dat de leiders van de Zuidmoluk
kers dit gaan onderkennen en dit
ook aan hun „achterban" duide
lijk maken. Daarvoor is het nodig
dat zij de hand in eigen boezem
steken. Want Juist door het ont
breken van een ideologie en de
invulling daarvan, zijn de meeste
Zuidmolukkers gefrustreerd in
de beleidvoering van hun leiders.
Evenzo is de beleidvoering van
de Nederlandse regering twijfel
achtig. Door verscheidene overle
gorganen in het leven te roepen,
zoals het „Inspraakorgaan Wel
zijn Molukkers", de installatie
van de commissie Nederland-
Zuidmolukken, de zgn. Comlssie-
Kobben, wil zij op een systemati
sche manier de politieke idealen
van de Zuidmolukkers voorgoed
de grond inboren.
Deze overlegkanalen rijzen als
paddestoelen uit de grond, mede
door de goedkeuring van de Zuid
molukse leiders, terwijl het „ge
wone volk" voortdurend vraagte
kens zet achter dergelijke struc
turen. Overlegmodellen in wel
ke vorm ook wekken van de
schijn dat mensen over werkelij
ke problemen kunnen praten.
De scheikundige P. A. Kroon ineen
stelling bij zijn aan de rijksuniver
siteit van Groningen verdedigd
proefschrift: „Reeds bij het bin
nentreden van een hotel-restaurant
kan men uit de menulijst een in
druk verkrijgen omtrent de prijs
van een overnachting met ontbijt,
aangezien deze ongeveer het dub
bele bedraagt van die van een en-
trecöte of, indien deze niet wordt
gereserveerd, van een wiener
schnitzel met garnering."
De bioloog J. A. L. Merlons in een
stelling bij zijn aan de rijksunvier-
siteit van Groningen verdedigd
proefschrift: „De lange wachttij
den waarmee patiënten in polikli
nieken worden geconfronteerd ge
tuigen van gebrek aan organisatie
vermogen. of respect voor de pa
tiënt. of beide".
door H. J. Neuman
Ongeacht of de formatie traag of vlot
verloopt, ongeacht ook hoe de coali
tie uitvalt, één ding is duidelijk: ook
de nieuwe regering zal zich ten doei
moeten stellen het risico van de
kernwapens zoveel mogelijk terug te
dringen. Zij kan dat risico niet
uitschakelen. Ten eerste zijn er di
verse kernmogendheden, waarvan
sommige hun nucleaire arsenalen
tot de nok hebben gevuld; en het ligt
niet in het vermogen van Nederland
alléén die andere mogendheden tot
de afschaffing van hun kernwapens
te brengen. Integendeel, hel kost al
de grootste moeile de spreiding van
het kernwapenbezit over steeds
meer landen te voorkomen of te ver
tragen.
Maar zelfs wanneer alle kernwapens
ter wereld zouden zijn ontmanteld,
gedemonteerd of onder internatio
naal toezicht opgeborgen, dan nog
zijn niet de kennis en de technische
vaardigheid ongedaan gemaakt die
nodig zijn om kernwapens te maken.
Met andere woorden: als er in een
kernwapenloze wereld alsnog een
oorlog van een zekere duur zou
uitbreken (en de afschaffing van het
kernwapen zou de kans op conventi
onele oorlogen wel eens kunnen
toen toenemen), dan is het gevaar
niet denkbeeldig dat het kernwapen
alsnog zijn rentree maakt. De
uitschakeling van het risico van de
kernwapens is dus niet mogelijk.
Wel kan het en moet het een
doelstelling ook van de nieuwe rege
ring zijn dat risico zoveel mogelijk te
beperken.
Welnus, dat risico beperk je niet met
louter woorden. En ook is het absurd
tc veronderstellen dat de oplossing
ligt in het aanbrengen van steeds
meer bezuinigingen op de defensie
begroting. Het Westen is tot de
opstelling van kernwapens immers
mede gekomen omdat het niet in
staat of niet bereid was een volwaar
dige defensie op te bouwen tegen de
conventionele strijdkrachten uit het
Oosten. Het rapport van zgn. „Tem
porary Council Committee" en de
„Lisbon Goals" van februari 1952
vormen de laatste uitdrukking van
NAVO-bereidheid het werkelijk op
een verdediging te laten aankomen.
Maar men schrok daarna van de
kostne. men nam zijn toevlucht tot
het zgn. kernwapen voor tactisch
gebruik (merkwaardigerwijs al vóór
dit wapen genoegzaam was ontwik
keld) en sindsdien is de NAVO-
conceptie een mélange van verdedi
ging en afschrikking. Dat wil zeg
gen: men hoopt dat de tegenpartij
haar conventionele strijdkrachten
nimmer in actie zal brengen tegen
het Westen, omdat haar de mogelijk
heid dat het tot een uitwisseling van
kernaanvallen zal komen te zeer ver
ontrust.
Neemt evenwel die verontrusting af
hetzij omdat het Westen zijn
kernwapens afschaft, hetzij omdat
de tegenpartij de overtuiging krijgt
dat ze tóch nooit gebruikt zullen
worden en laat de tegenpartij haar
conventionele strijdkrachten wél in
actie komen, dan zal het Westen zo
lang mogelijk proberen die conventi
onele aanval met conventionele mid
delen te weerstaan. Maar altijd heeft
in NAVO-kringen de overtuiging be
slaan dat deze periode van conventi
onele weerstand als gevolg van
fundamentele beslissingen die na fe
bruari I9.'»2 zijn genomen van be
perkte duur zal zijn.
Bij een vergelijking van conventio
nele strijdkrachten in West en Oost
kan men best over een paar divisies
of een paar squadrons twisten, maar
de overheersende indruk is toch dat
het Oosten conventioneel sterker is
dan het Westen en dat het momen
teel zelfs bezig is zijn voorsprong te
vergroten. Dreigt derhalve de con
ventionele weerstand van het Wes
ten ineen te storten, dan breekt het
naargeestige ogenblik aan, waarop
het Westen zal moeten beslissen
over de inzet van kernwapens. Zo
sterk leeft bij de NAVO het besef dat
ze conventioneel de mindere is van
het Warschau-Pact dat ze geen af
stand wil doen van de optie om als
eerste kernwapens in te zetten; ze
laat derhalve willens en wetens een
gegarandeerd propaganda-voordeel
schieten.
Meehelpen om het risico van de
kernwapens terug te dringen wil dus
in concreto zeggen dat men het ele
ment van de verdediging sterk, ten
einde een geringere nadruk op het
element van de afschrikking moge
lijk te maken. Zoals gezegd: dat is
geen kwestie van louter woorden en
het is ook geen exercitie die uitzicht
biedt op veel defensiebesparingen.
Want het betekent, ten eerste, dat
men een behoorlijke bijdrage levert
aan de conventionele verdediging
van het Westen en, ten tweede, dat
men maatregelen neemt om tc verze
keren dat die bijdrage ook tijdig
wordt geleverd.
Wunt welk nut heeft het in vredes
tijd strijdkrachten op de been te
houden, waarvan met aan zekerheid
grenzende waarschijnlijkheid kan
worden gezegd, dat ze hel strijdto
neel of in het geheel niet zullen
bereiken óf pas zo laat, dat de beslis
sing reeds is gevallen? In vredestijd
betekent zulks pure verspilling, in
oorlogstijd betekent het spelen met
kernwapens.
Bij de formatie van een nieuwe Ne
derlandse regering mogen best vér-
reikende doelstellingen worden ge
formuleerd, maar dan dient levens
te worden aangegeven hoe ze gerea
liseerd gaan worden. Wil men se
rieus het risico van de kernwapens
terugdringen en welke andere
weg staat de nieuwe regering open?
dan zal erkend moeten worden dat
niet zozeer de omvang van onze bij
drage aan de Westelijke defensie te
wensen overlaat, als wel de lever
tijd.
In het licht van de nieuwste opvat
tingen over waarschuwingstijd e.d.
is zowel dc locatie als de vredessler-
k-te van het Eerste Nederlandse Le
gerkorps onbevredigend. Dat te ver
helpen kost geld, misschien wel veel
geld. Zeker als men beseft dal ook de
uitvoering van plannen die in de
Defensienota van 1974 staan ver
meld al gevoelige offers vergt, valt te
begrijpen dat het aanvaarden van
extra verplichtingen op weerstanden
stuit. Maar van de andere kant weet
men wat men dan koopt: een grotere
distantie tot het kernwapen.
Bovendien is er een troost, en dal
zou een tip aan de formateur kunnen
zijn: er zijn ook mogelijkheden de
Nederlandse reacties te bespoedigen
(en derhalve de levertijd van hel
Legerkorps te bekorten) die niet on
middellijk geld kosten. Eén daarvan
is dat men de nieuwe minister van
defensie meer armslag geeft bij het
afkondigen van bepaalde paraat-
heidsmaalregelcn en dat men de
thans voor hem bestaande noodzaak
om uitvoerig overleg Ie plegen met
en instemming Ie bekomen van col
lega's in het kabinet verzacht.
Met andere woorden: deze orga
nen zijn instrumenten van de Ne
derlandse overheid om de Zuid
molukkers het gevoel te geven
dat zij ook „inspraak" hebben.
Geen inspraak
Niets is minder waar. De alombe-
kende „verdeel- en heerspolitiek"
viert hierbij hoogtij Opnieuw
een opmerkelijk houding van de
Zuidmolukse politici in dit ge
heel. De Zuidmolukse jongeren
moeten een ander beleid eisen,
waarin voldoende rekening
wordt gehouden met hun opvat
tingen.
De positie van de Zuidmolukse
jongeren in Nederland moet een
emancipatorisch karakter heb
ben, dat wil zeggen: zij moet zorg
dragen voor een potentieel vol
doende geschoold politiek kader
door zoveel mogelijk gebruik te
maken van de (Nederlandse) stu
die-faciliteiten. Het studeren
moet als een „revolutionaire"
taak opgevat worden voor een
volk in ballingschap en de Jonge
ren moeten studie zien als instru
menten, die geheel en al ten
dienste staan van het totale Mo
lukse volk.
Scholing
Binnen de Zuidmolukse samenle
ving zelf kan men een eigen poli
tiek scholingscentrum oprichten,
waarbij o.a. de positie van de
Zuidmolukkers geanalyseerd
wordt. Daarbij denkt Gerakan
Pattimura aan politieke vorming
een scholing van het Zuidmoluk
se kader. Op die manier zouden
ook opgekropte frustratie via het
Zuidmolukse onderwijs geventi
leerd moeten worden.
Laten we op krachtige wijze de
paternalistische visie van zowel
de Zuidmolukse leiders als de Ne
derlandse regering bestrijden.
Niets is belachelijker en valser
dan leiders te horen zeggen, dat
„alles goed gaat" en dat de situa
tie uitstekend is.
Bovendien laten zij een gebrek
aan kritische houding zien en een
onvermogen om tekortkomingen
op te sporen en de strijd ertegen
te organiseren. Zo'n gebrek aan
analyse en onderzoek leidt tot
onwetendheid van de problemen
en tot aarzelingen ten opzichte
van de R.M.S.-ideologie. Iemand
die weifelt kan geen gezag heb
ben bij de bevolking. Wanneer
een leider niet het vertrouwen
geniet van zijn kameraden en
van de bevolking, zal hij van „be
stuurlijk" gezag vervallen in au
toritarisme.
Front vormen
Daarom is het noodzakelijk, dat
de Zuidmolukse jongeren zich
gaan organiseren in een front te
gen dit bestaande neo-kolonialis-
tische denkpatroon. Willen de
Zuidmolukse leiders werkelijk in
staat zijn de belangen van de
grote massa tot de hare te maken
en het volk te blijven dienen, dan
is het van groot belang, dat zij
zich constant blijven scharen
achter de gevoelens, ideeën en
suggesties van het Zuidmolukse
volk.
De emancipatie van de Zuidmo
lukkers is geen vrijblijvende zaak
en komt niet uit de lucht vallen.
Deze emancipatie moet door de
Zuidmolukkers zelf worden be
vochten. De bevrijding van het
hele Zuidmolukse volk moet een
dwingende eis zijn buinen de
RMS-ideologie, zij is een voor
waarde voor haar uiteindelijke
succes. Het ontwikkelen van een
gezonde Zuidmolukse moraal,
die de „zelfbevrijding" van de
Zuidmolukkers bevordert, ver
eist vernietiging van overgeërfde
koloniale ideeën en gedragspa
tronen.
Derhalve is het motto van Gera
kan Pattimura: Naar een herfor
mulering van de R.M.S.-ideolo
gie.
Met het prediken van het RMS-
ideaal als een heilige koe zon
der overigens aan te geven wat
men exact daaronder moet ver
staan en tegelijkertijd termen
als „terroristen" in de mond te
nemen, laten de Zuidmolukse lei
ders blijken totaal niets van de
gevoelens van de meeste jonge
ren te begrijpen. Een kwalijke
zaak.
Op 26 mei heeft ir. J. A. Manusa-
ma via het actualiteitenprogram
ma „Nader Bekeken" van dc EO
gemeend te moeten opmerken,
dat enkele Zuidmolukse jonge
ren besmet zijn met vreemde
ideologieën. Daaruit zou Je moe
ten afleiden dat de agressie-spi
raalvorming onder de Zuidmo
lukse jongeren daardoor geacti
veerd wordt. Opnieuw een uiterst
naïeve opmerking.
De schrijver van deze analyse over
de politieke acties van dc Zuidmo
lukkers is lid van de beleidsgroep
van Gerakan Pattimura.