Griekse woorden in de preek Willen we de weg gaan die de Geest ons wijst? Al die nieuwigheden tegenwoordig ST kerk Over traditie en conventie ZATERDAG 28 MEI 1977 Trouw/Kwartet =si door A. J. Kiel Mijn wijkdominee vat zijn verkondigende taak zeer ernstig op en zo was (uj laatst reeds aan het begin van zijn preek druk In de weer met een paar Oriekse woorden, zodat Je terstond in de gaten had: deze man stuurt ons niet met een oppervlakkig kletspraatje naar huis. We kregen de vertaling van het Grieks er onmiddellijk bijgeleverd. Dit geschiedde ten gerieve van de nlet-klassiek gevormden onder het gehoor en het aardige, lk mag wel zeggen: het pastorale hierbij was dat onze herder en leraar deze mensen betrok bij zijn vertaalarbeid en aldus trachtte te voorkomen dat zij het gevoel kregen van stommerikken te zijn. Toen hij bijvoorbeeld aan de gang was met „paraklèsls", sprak hij animerend: dit woord kent u uit het pinksterlied van Da Costa, u weet wel, over de Parakleet, we hebben het vroeger vaak gezongen. Helaas werd er allerwegen nee geschud, en omdat wij een móndlge gemeente zijn. klonk ook hier en daar in de kerk een bescheiden doch beslist néé. Daar lk deze eenstemmigheid niet wou verstoren en bovendien veel te verlegen ben om buiten 't zingen om mijn stem in de eredienst te verheffen, hield lk me stil. Thans verklaar ik echter nadrukkelijk dat ik meermalen van de Parakleet gezongen heb en dat lk me bezorgd afvraag hoe het met het geheugen van al die nee-schudders is gesteld. Je had Indertijd maar een paar gezangen voor pinksteren, meestal moest de predikant uitwijken naar ..deez' eerstelingen" uit psalm 118, onder wie wij dan geacht werden te verstaan de naar Petrus luisterende schare op de eerste pinksterdag. Een der weinige voorhanden zijnde pinksterliederen was een door Da Costa vervaardigd ..Kom Schepper Oeest" en daarvan begon het tweede couplet als volgt: „O Gij die In der waarheid heet Vertrooster. Zalver. Parakleet." Dit lied werd gezongen op de wijs van psalm 134, we deden dat toen allemaal nog op hele noten en er ging In mijn Jonge jaren geen Pinksterfeest voorbij, waarop ik niet langzaam en luid meezong van de Pó-rt-kleet. Merkwaardig was dat ik me nooit afvroeg wat dit woord betekende en ik heb ook niet de indruk overgehouden dat degenen die met mij dit gezang aanhieven, zich daarover het hoofd braken. Trouwens, wat zou ik me bij het voorafgaande „Zalver" voorgesteld hebben? Een vergeestelijkte wonderdokter of zo? En nam ik dan maar aan dat Parakleet wel net zoiets zou zijn? Ik weet het niet. ik vermoed achteraf dat Je er vanuit ging. dat geheimtaal in de kerk gebruikelijk is en dat je aan de klank van zo'n onbegrepen, maar gaarne uitgegalmd woord voldoende had. We komen deze overtuiging overigens tot vandaag toe tegen, met name bij kerkmensen die 't niet op nieuwigheden hebben. Op zichzelf zal lk een geringe geneigdheid tot nieuwigheden in niemand misprijzen, ik draag zelf ook een gezonde dosis behoudzucht bij me. Maar wat ik bedoel is dit. Je kunt in kerkelijke discussies veelvuldig meemaken dat bepaalde mensen pas op de plaats maken met de verklaring dat zij het liever houden bij.en dan komt er een alleszins vertrouwde term uit de catechismus of de oude psalmberijming. Als je dan vraagt, wat ze daar precies mee bedoelen, wat het concreet betekent, geven ze niet thuis. Ze hebben aan de dierbare geur en geliefde kleur van zo'n citaat genoeg, we moeten niet proberen dat van hen af te pakken. Nu weet ik best. dat dit een beetje onbillijk gezegd is: ze hebben aan de klank genoeg, want in en via die oude klanken beléven zij het een en ander. Het vervelende is echter dat degenen, die hangen aan in vroegere eeuwen tot stand gekomen formuleringen, vaak net doen alsof sindsdien de Geest zijn taak als Parakleet (en onze dominee vertaalde: Helper) heeft neergelegd en er alleen maar broddelwerk is en wordt verricht. door F. Minnema Wat is kenmerkend voor christenen, voor de kerk in Nederland in het jaar 1977? Velen zullen antwoorden: On macht, krachteloosheid, onzekerheid. Onzekerheid hoe christen te zijn in onze tijd, met name als het om de samenleving, om de politiek gaat, hoe begaanbare wegen te vinden, hoe vandaag ons licht voor de mensen te laten schijnen. Er is een groeiend besef dat er in onze manier van leven heel wat zal dienen te veranderen. Maar hoe? Is het al niet een onmoge lijke opgaaf om dit te weten, laat staan het te kunnen volbrengen? Maar geldt dan ook voor 1977 niet het: gij zult kracht ontvangen en inzicht, dank zij de heilige Geest? Laten we niet te gauw zeggen: Ja. natuur lijk. We lopen dan het gevaar uit het oog te verliezen dat er een grote spanning is tussen het plnksterverhaal en wat wij er nu van ervaren. Dan blijft ons vieren van het Pinksterfeest alleen maar een boven-de- werkelijkheid-zweven. om ema weer terug te ploffen in dezelfde onmacht en onzeker heid als te voren. Toch hebben we. misschien wel meer dan ooit, de kracht van de Geest nodig om onze onmacht en onzekerheid te boven te komen. Maar moet Je niet bescheiden vaststellen dat wij daarover niet te beschikken hebben? Inderdaad laat de heilige Geest niet over zich beschikken, maar wil de Geest over ons beschikken. Maar zijn wij echt beschikbaar? Willen we dat echt zijn? Zou niet de ooizaak van onze machteloos heid en onzekerheid kunnen zijn dat de heilige Geest ons ergens heen wil hebben waar wij niet heen willen? In haar laatste kersttoespraak heeft konin gin Juliana er op gewezen hoe wij niet alleen met de duisternis, maar ook met het licht het moeilijk hebben. De koningin verklaar de dit als volgt: „Een vlam immers kan hoog opschieten. Zo zou Je boven Je zelf kunnen uitgroeien en dus ook uit je egoïsme dat maakt duizelig en bang. Het vertrouwde bestaan, hoe knus ook, of hoe miserabel of rampzalig ook, is Je tenminste goed bekend de ruimte van dat andere geeft hoogte- en diepte vrees." We mogen bidden om de Geest in het ver trouwen dat Hij ons gegeven zal worden. Maar dan zal dat vertrouwen, dat geloof er ook moeten zijn. Mankeert het ons echter veelal niet aan geloof? Zijn we niet machteloos door ons twijfelen? En waarom twijfelen we? Aan die vraag geeft Robert McAfee Brown aandacht in zijn boek: Het geloof een afge dane zaak? Hij somt er vijf soort antwoorden voor op, o.m. dat we twijfelen, omdat we vrezen dat ons geloof niet waar is. Robert Brown: „Soms twijfelen we, omdat we bang zijn dat ons geloof wel waar zal zijn. In dit geval zijn we bang, niet omdat we een geloof in onze hand hebben dat ons door de vinger kan glippen, maar Juist omgekeerd: dat het ge loof óns in handen heeft en dat het ons niet zal laten wegglippen. Pascal zag dat heel goed in. Hij vroeg „Waarom is geloven zo moeilijk?" En hij gaf zelf het antwoord: „Omdat het zo moeilijk is te gehoorzamen." We ontsnappen niet aan de verbijsterende mogelijkheid, dat je geloof echt waar is, en dat het dus in dat geval lastige en zelfs buitensporige eisen zal stellen. Het is een bekend psychologisch feit, dat de heftigste weerstand tegen bekering opstaat juist voordat men zich overgeeft. Juist dan ko men de meest dwingende argumenten om niet te geloven naar voren. Dat is gemakke lijke te begrijpen^ Dat men het nieuwe ge loof aanvaardt, brengt mee dat men breekt met het verleden, misschien abrupt; dat men zich bekeert, d.w.z. omkeert in de meest radikale zin van het woord." Tot zover McAfee Brown. Hebben vandaag wij niet een diep ingrijpen de bekering nodig om te kunnen opstaan uit onze onmacht en onzekerheid? Om door de kracht van de Geest het licht voor de wereld te zijn, niet alleen met woorden, maar vooral door onze daden, door onze alternatieve manier van leven? We lezen in Handelingen 2 hoe na Petrus' plnksterpreek de toehoorders diep getroffen vragen: „Wat moeten wij doen?" En het antwoord was o.m. „Bekeert u en gij zult de gave van de heilige Geest ontvangen." En wat het uitwerkte de gave van de Geest ontvangen te hebben, dat trad duidelijk aan de dag. Ze hadden alles gemeenschappelijk. Ze volhardden in de gemeenschap. Door die sterke gemeenschapszin konden ze het opbrengen de betekenis van het privé-bezit te relativeren, konden ze terwille van de nood van anderen gemakkelijk afstand doen van grote delen van hun bezit. Gemeenschap De rechte gemeenschapsbeleving is een be langrijke voorwaarde om de kracht van de door dr. G. J. van de Poll „Al die nieuwigheden tegenwoordig In mijn jeugd En ln de kerk al die vreemde liederen De preek, nee, die voldoet me meestal nietAl dat gedoe met die medemenselijkheid Wanneer wij dergelijke kreten vernemen, zijn we geneigd te zeggen dat ze uit de traditionele hoek komen, dat ze geslaakt worden door mensen van de traditie. Wat we bedoelen ls echter niet traditie, maar conventie, en conventie Is bijna hetzelfde als conservatief. Wat ls traditie? Het woord ls afgeleid van het laUjnse werkwoord ..trad, re" en dat betekent overgeven Je geelt een boodschap door. Het voor- geslacht heelt een geestelijke erfenis nagelaten om ermee te werken. Dat geldt op cultureel en sociaal gebied [I^Qboekennieuws Dezer dagen vt Bert AaJbers DE MAN IN KWESTIE 128 Hz.. 13.90 Oe auteur sprak ruim 40 uur met Or. Wlerainge over zi|o verzoeningsleer In de hoop misverstanden op te ruimen en de duidefajkheid te dtonen. MYSTIEK EN BEVINDING 82 ttt t 10.90 Oeze bundel bevat een viertal lezingen gehouden door Pre*. Or. O. Qw*epe<. Or*. A. de Reuver. Prof. Or. 5. ven der Linde Prof. Dr. Ir. E. Schuurman TECHNIEK: MIDDEL OF MOLOCH? 136 Wz. 15,90 kan worden omgebogen. Fem Rulke (redaktie) CHARISMATISCH NEDERLAND 124 bU. I 13.90 Een overzicht ven de onfwikkeang van de pmksfervemwtnwwg Aan <M boek werkten mee De. W. W. Verhoef. Prof. Or. P. Schooner berg S-A, Prof. Or. 4. V eenhof. Or. w. C. ven Oem m. (Serie Wet/w keven) DE STORY VAN YOUTH FOR CHRIST 106 t*z 9.90 Een documentaire Over de ore* De. J. I. Poort LIEFDE CEEFT RUST 56 b»z t 7.50 24 varieties op een rustgevend thema Oe auteur verten op z-i« e«gen d-recte wijze ven de rust de God w.i geven, ook KoJ'KOK kampen (en politiek maar vooral ook op godsdienstig gebied. Want juist déór zijn fundamenten gelegd en wil men tich graag binden aan beproefde en geijkte waarden. Traditie is het grondelement van het geestelijk le ven. Het historisch verleden mar keert nog steeds wereldbeschouwin gen en levensinzichten. Het Joodse geloof ls niet te denken zonder traditie. Sterker nog, we zou den geen Oude Testament hebben in de bijbel, als de traditie er niet aan gewerkt had. Aan het zeer moeilijk en gecompliceerd proces van de ca nonvorming. die tot de „boeken van het Oude Testament" voerde is mon delinge en schriftelijke traditie voor af gegaan. Hoe sterk de mondelinge traditie nog leeft bleek mij, toen ik een twin tig jaar geleden een Joodse Jongen op het gymnasium les ln het hebreeuws gaf. Op mijn vraag waarom hij geen (oud)hebreeuws (als gelovige) kon le zen, antwoordde hij: „Elke avond vertelt mijn moeder aan ons uit onze bijbel en behalve op de Joodse feestdagen komen steeds nieuwe ge schiedenissen en spreuken aan de orde." Dat er ook reeds een schrifte lijke traditie was vóór het Oude Tes tament tot stand kwam, blijkt uit vele teksten, zoals (het Bondsboek (Exodus 24 vers 7) het boek van de oorlogen des Heren (Numeri 21 vers 14). bet boek der oprechten (2 Sa muel 1 vers 18) en de talrijke liede renbundels, die ln omloop waren lang voor de totstandkoming van het Psalter ln het Oude Testament Oud-Christelijk Ook ln de oud-christelijke gemeente speelde de traditie een hoofdrol. Men had toen evenmin beschikking over de boeken van het Nieuwe Testa ment. De bekendste tekst is wel 1 Cortnthe 11 vers 23, waar Paulus over het Avondmaal zegt: „Want zelf heb lk bij overlevering van de Heer ontvangen, wat lk weer over- De traditie U het vertrouwen ln de historische voortgang van het helL Dat wil bewaard en beschermd wor den. Het ls Immers een levende erfe nis. een belangrijk stuk van bet ge- thuis, waar het gebruikt wordt in de zin van macht, die men onbewust ondergaat. Er wordt in een groep gepraat (of gekletst) en omdat men niet kritisch ingesteld is en omdal men het zo heerlijk met elkaar eens is, heeft de conventie vrij spel. Ver moedens worden dooi, de macht van de media tot waarheden. De conven tie bepaalt de omgai gsvormen en gedragspatronen; het is een stilzwij gende afspraak. Ieder lid van een bepaalde groep weet hoe hij zich moet gedragen, hoe het ^noort en wat de code van de dorpsMoraai voor schrijft. In kerkelijke kringen en richtingen kan soms de conventie de basis vor men van het christelijk leven. De macht bepaalt wat in de kerk moet gebeuren. Zingen op hele noten wordt abusievelijk reformatorisch of traditioneel genoemd. De conventie tiert welig op de kerkelijke en poli tieke akker. Hoe langer ingeburger de slogans voortduren en het karak ter van een zekere vanzelfsprekend heid krijgen, hoe meer men komt tot redenaties: „het is altijd zo geweest en d&órom zeggen de mensen van de conventie hoort het zó te blij ven. Hier is geen discussie mogelijk en is de gemeenschap(massa) geke tend door termen en eenzijdige kritiek. Angst loof. Een erfenis wordt niet zomaar aanvaard, maar onderzocht én van alle kanten bekeken. Want ls de tra ditie wel zo zuiver en waar als deze voorgeeft? Er wordt steeds beweerd dat de traditie, ondanks vele wissel valligheden van de menselijke ge schiedenis vrijwel onveranderlijk bewaard ls gebleven. De canon is telkens kritisch behan deld. Men moet ook niet vergeten, dat de waarheid ln de loop der eeu wen verschillend verwoord U. Uit de omvangrijke literatuur ls een keuze gedaan. Ondanks mensen als Maar ten Luther die bepaalde boeken uit de bijbel wilde schrappen, is het niet gebeurd. In zekere zin schept de Schrift zelf zijn traditie. Onbewust selecteren wij ook door wat ons in de openbaring Gods heeft getroffen. En dét gaan wij doorgeven en parafrase ren; omschrijvingen worden aange vuld met eigen ervaringen en getui genissen kunnen zo persoonlijk wor den. dat het oorspronkelijk gegeven bedolven wordt onder eigen ideeën. Het ls een cirkelgang, waarin uitge weid en hervormd wordt De traditie moet telkens op haar waarheidsge halte getoest worden, wil deze haar taak ernstig genoeg nemen om in overeenstemming te zijn met de ..rechte leer". En hier komen we dichtbij conventie. Conventie betekent „samenkomst" en wat daar besproken wordt èn af gesproken wordt Het begrip hoort meer in de psychologie en sociologie Deze heersende en afgesloten con ventionaliteit heeft verschillende oorzaken. De voornaamste is wel de angst. Als je iets toegeeft of tot een enkel compromis bereid bent, komt alles op losse schroeven te staan Maar helaas, délr blijft het niet bij. Omdat men zich bedreigd voelt in zijn aangeleerde geloofszekerheid, wordt angst tot agressie, tot haat en zelfs moord! Wat Stephanus over kwam, toen hij tempel en wet criti- seerde. stond ook Paulus te wach ten. Hij, die zo fei en fanatiek mee gewerkt had aan de steniging van Stephanus. werd ook zelf gedood. De conventie op zichzelf kan voor vele mensen een behoudende rol vervullen; men voelt zich dan enigszins beschermd. Maar anders wordt het, wanneer de conventie een dwingende en eisende macht gaat worden waaraan leder zich heeft te onderwerpen. Dftt ls vandaag één van de oorzaken van de teruggang van kerk en geloof en het zich ver vreemd voelen. De geestelijke disci pline krijgt een zinloos karakter. En dat allemaal uit verzet tegen ver nieuwing en verandering. Evenwicht Traditie en Conventie kunnen el kaar soms bijna raken, want er is Geest te ervaren. Alleen in sterke onderlin ge verbondenheid kunnen we verwachten onze onmacht en onzekerheid door de kracht van de Geest te boven te komen. De leiding van de Geest is niet aan enkelin gen afzonderlijk beloofd, maar aan de volge lingen van Jezus als gemeenschap. Er blijkt in onze tijd een groeiende behoefte aan het beleven van de gemeenschap met elkaar als volgelingen van Jezus. Men zoekt dat veelal in kringen of gespreksgroepen. Ik denk dat het heel belangrijk is om op die manier in onderlinge verbondenheid te ont dekken wat de Geest in allerlei concrete situaties van ons wil; waar Hij ons wil heb ben; wat Hij van ons vraagt in bepaalde concrete situaties waarin iemand persoon lijk verkeert en waarbij anderen hem helpen de rechte weg te vinden en te begaan; wat Hij van ons vraagt in concrete situaties waarin wij in de samenleving met elkaar betrokken zijn en elkaar kunnen helpen de rechte weg te vinden en te begaan. Beslissende vraag Als we zo in onderlinge geloofsverbonden- heid bidden om de Geest kunnen we verho ring verwachten en zo onze onmacht en onzekerheid te boven komen. Daarvan ben ik vast overtuigd. De grote beslissende vraag waar het voor iedereen van ons op aankomt is: geloven we het? En vooral: Willen we het? Zij we metterdaad bereid de weg te gaan die de Geest ons wijst? Niet in een vage toekomst wel eens een keer, maar nu. in i977? Ds. F. Minnema is gereformeerd ziekenhui spredikant te IJmuiden. verband en ze beïnvloeden elkaar; anderzijds is er een zeer groot ver schil tussen beide. Ze bewegen zich op terreinen, waar het actieve plaats maakt voor de passiviteit, maar ze hebben een verschillende oorsprong en dienen daarnaar beoordeeld te worden. Is de bijbel zo karig met vernieu wing? Is de wezenlijke spanning in hei, geloofsleven niet die pussen oud en nieuw? Moeten we niet steeds uitgaan van de zekere grond der traditie waarop zich de nieuwbouw kan voltrekken? Wanneer wij in de kerkgeschiedenis mensen als Luther, Calvijn, Pascal, Kierkegaard leren kennen, valt het op hoe het geloof in eerste instantie eenzaam maakt. Ze werden los ge maakt vai allerlei steunsels en voor schriften v.m mensen. In dat verse geloof schuilt een zekere anarchie geen mens ter wereld kan over me regeren. De oi tmoeting met God is een waagstuk, een sprong over de afgrond, over het zinledige. Paulus kende na zijn bekering een periode van retraite. En deze was telkens nodig, als hij de t-aditie en het ver nieuwde leven met nieuwe woorden moest verkondigen. Traditie en Vernieuwing spelen dan een rol in een geestelijk evenwicht. De traditie brengt me vaak tot de bron van de openbaring: de vernieu wing door de Geest tot de arbeid nu en straks. De Heer zal steeds de zelfde zijn! Dr G. J. ven de Poll te Emmen is hervormde theoloog en kerkhisto- Omdat we in deze hoek v rondom het weekend de li maanden ons nogal bezig hebben met te luisteren ni evangelieverhaal volkens ligt het voor de hand dat iki voor Pinksteren, bij Marl kom. Al dadelijk viel mij O] Markus betrekkelijk wei Geest of over de Heilige Gesh spreekt. De Heilige Geest kgii sprake bij de doop van Jezujz gaan naar de woestijn(Mar)|( voorts in de waarschuwing lasteren van de Heilige Gee»i (Markus 3,29), verder wordt aangehaald „sprekende doo(c Heilige Geest" (Markus 12,3hj tenslotte komen we wat Pinfc] betreft 't dichst daarbij in 13 vers 11. Daar spreekt de fa over de laatste dingen. Tot< laatste dingen behoren ook i; vervolgingen. De discipelen» als zij worden „overgeleven s bevreesd zijn om wat ze mofa zeggen, want het zal ze in dite gegeven worden en „Gij zijt die spreekt, maar de Heilige Letterlijk staat er: „want gij de sprekenden, maar de heil?l geest". Dat is alles. De oogst groot. Nu moet er meteen bie dat het zoeken bij Mattheus jj heel veel meer oplevert. Het ons wel voor iets dat velen bevreemden zal. Deze evanj 8 hebben Pinksteren gekend i verhalen jaren nadien opgei en toch vindt de Geest weini vermelding in hun geschrift - Wanneer zij als dominees opt manier gepreekt zouden heb het hun misschien menigmj» overkomen dat iemand bij uitgang van de kerk hen stojl wachten met de klacht: ik hl 1 vanmorgen iets gemist, don) heeft 't niet over de Geest gtj denk niet dat dominee Marl zijn best zou doen om één vi weinige plaatsen in zijn verF* te zoeken waarvan de Heilif M sprake is om die broeder of daarmee gerust te stellen. I dat hij zou herhalen wat hij q, Heer zelf gehoord heeft: „gi e de sprekenden, maar de Hei^j Geest". Wie op de rechte wi a Jezus spreekt, en dan in wei omstandigheden ook. in heigC spreekt de Heilige Geest. Du nogal probleemloos. Wij zij het spreken van de Geest te f verbinden aan spectaculair gebeurtenissen. Niemand z»*] kunnen ontkennen dat zoieP gebeuren kan. Maar Markui van na Pinksteren, laats on anders zien. Hij vertelt kort" krachtig het verhaal van Je^r vooral dat van zijn daden erfc een geweldige vaart. Maarh, ons weten dat het 't verhaal1" Heilige Geest is. De Heilige stelt er blijkbaar niet zo'n pre telkens genoemd te worden n geprezen. Vertel het verhaare Met duidelijke woorden. Wcr61 die verstaan kunnen worde mensen van deze tijd en me woorden die slaan op de sittni de mensen in deze tijd. Maai met daden, met je leven. Hete misschien wat vreemd, maaf i kunnen zeggen: daarmee is te gelukkig. ADVERTENTIES OP SPEURTOClK MET DE BIJBEi;: rave*» orzienr EENS «OOR At Oe briel aan de Hebreeers, v m de omgangstaal Voorzien]^ enkele illustraties. Pjg I lal ONDER OF ZONDER DE WEod Oe briel van Paulus aan de chn. nen in Galatiè, vertaald in de' gangstaai Prijs: 3 S GELOVEN MH JE HANDEN,, Een bijbelstudie over de briel» Jakobus, vertaald in de omga^( taal Met verwerkingssuggestie Prijs: 1 WIE OVERWINT De Openbaring van Johannes, taald in de omgangstaal Geïllustreerd mei houtsneden Lucas Cranach de Oudere Prijs: f Prl/zen excluelef verzendkosten. Deze u/tg« ven zijn voorzien Inleiding, regieier en voetnoten. Verkrijgbaar bt| de boekhandel Nederlands Bijbelgenootschap Postbus 620, Haarlem Tel 023-259501 •jp ZENDING is spreken en handelen ZENDING is samenwerken met kerken overzee in het onderwijs in ziekenhuizen in de landbouw bij de lectuurverspreiding ZENDING is getuigen van Jezus Christus Z Zendingsbureau Oegstgeest Giro 6074 Pinksterzendingscollecte t et" he Ito h 8

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 2