Griekse woorden in de preek
Willen we
de weg
gaan die
de Geest
ons wijst?
Al die nieuwigheden tegenwoordig
ST
kerk
Over traditie en conventie
ZATERDAG 28 MEI 1977
Trouw/Kwartet
=si
door A. J. Kiel
Mijn wijkdominee vat zijn
verkondigende taak zeer ernstig op
en zo was (uj laatst reeds aan het
begin van zijn preek druk In de
weer met een paar Oriekse
woorden, zodat Je terstond in de
gaten had: deze man stuurt ons
niet met een oppervlakkig
kletspraatje naar huis.
We kregen de vertaling van het
Grieks er onmiddellijk bijgeleverd.
Dit geschiedde ten gerieve van de
nlet-klassiek gevormden onder het
gehoor en het aardige, lk mag wel
zeggen: het pastorale hierbij was
dat onze herder en leraar deze
mensen betrok bij zijn
vertaalarbeid en aldus trachtte te
voorkomen dat zij het gevoel
kregen van stommerikken te zijn.
Toen hij bijvoorbeeld aan de gang
was met „paraklèsls", sprak hij
animerend: dit woord kent u uit het
pinksterlied van Da Costa, u weet
wel, over de Parakleet, we hebben
het vroeger vaak gezongen.
Helaas werd er allerwegen nee
geschud, en omdat wij een
móndlge gemeente zijn. klonk ook
hier en daar in de kerk een
bescheiden doch beslist néé. Daar
lk deze eenstemmigheid niet wou
verstoren en bovendien veel te
verlegen ben om buiten 't zingen
om mijn stem in de eredienst te
verheffen, hield lk me stil. Thans
verklaar ik echter nadrukkelijk dat
ik meermalen van de Parakleet
gezongen heb en dat lk me bezorgd
afvraag hoe het met het geheugen
van al die nee-schudders is gesteld.
Je had Indertijd maar een paar
gezangen voor pinksteren, meestal
moest de predikant uitwijken naar
..deez' eerstelingen" uit psalm 118,
onder wie wij dan geacht werden te
verstaan de naar Petrus
luisterende schare op de eerste
pinksterdag. Een der weinige
voorhanden zijnde
pinksterliederen was een door Da
Costa vervaardigd ..Kom Schepper
Oeest" en daarvan begon het
tweede couplet als volgt: „O Gij die
In der waarheid heet Vertrooster.
Zalver. Parakleet."
Dit lied werd gezongen op de wijs
van psalm 134, we deden dat toen
allemaal nog op hele noten en er
ging In mijn Jonge jaren geen
Pinksterfeest voorbij, waarop ik
niet langzaam en luid meezong van
de Pó-rt-kleet. Merkwaardig was
dat ik me nooit afvroeg wat dit
woord betekende en ik heb ook niet
de indruk overgehouden dat
degenen die met mij dit gezang
aanhieven, zich daarover het hoofd
braken.
Trouwens, wat zou ik me bij het
voorafgaande „Zalver" voorgesteld
hebben? Een vergeestelijkte
wonderdokter of zo? En nam ik dan
maar aan dat Parakleet wel net
zoiets zou zijn? Ik weet het niet. ik
vermoed achteraf dat Je er vanuit
ging. dat geheimtaal in de kerk
gebruikelijk is en dat je aan de
klank van zo'n onbegrepen, maar
gaarne uitgegalmd woord
voldoende had. We komen deze
overtuiging overigens tot vandaag
toe tegen, met name bij
kerkmensen die 't niet op
nieuwigheden hebben.
Op zichzelf zal lk een geringe
geneigdheid tot nieuwigheden in
niemand misprijzen, ik draag zelf
ook een gezonde dosis
behoudzucht bij me. Maar wat ik
bedoel is dit. Je kunt in kerkelijke
discussies veelvuldig meemaken
dat bepaalde mensen pas op de
plaats maken met de verklaring
dat zij het liever houden bij.en
dan komt er een alleszins
vertrouwde term uit de
catechismus of de oude
psalmberijming. Als je dan vraagt,
wat ze daar precies mee bedoelen,
wat het concreet betekent, geven
ze niet thuis. Ze hebben aan de
dierbare geur en geliefde kleur van
zo'n citaat genoeg, we moeten niet
proberen dat van hen af te pakken.
Nu weet ik best. dat dit een beetje
onbillijk gezegd is: ze hebben aan
de klank genoeg, want in en via die
oude klanken beléven zij het een en
ander. Het vervelende is echter dat
degenen, die hangen aan in
vroegere eeuwen tot stand
gekomen formuleringen, vaak net
doen alsof sindsdien de Geest zijn
taak als Parakleet (en onze
dominee vertaalde: Helper) heeft
neergelegd en er alleen maar
broddelwerk is en wordt verricht.
door F. Minnema
Wat is kenmerkend voor christenen,
voor de kerk in Nederland in het jaar
1977? Velen zullen antwoorden: On
macht, krachteloosheid, onzekerheid.
Onzekerheid hoe christen te zijn in
onze tijd, met name als het om de
samenleving, om de politiek gaat, hoe
begaanbare wegen te vinden, hoe
vandaag ons licht voor de mensen te
laten schijnen. Er is een groeiend
besef dat er in onze manier van leven
heel wat zal dienen te veranderen.
Maar hoe? Is het al niet een onmoge
lijke opgaaf om dit te weten, laat
staan het te kunnen volbrengen?
Maar geldt dan ook voor 1977 niet het: gij
zult kracht ontvangen en inzicht, dank zij de
heilige Geest?
Laten we niet te gauw zeggen: Ja. natuur
lijk. We lopen dan het gevaar uit het oog te
verliezen dat er een grote spanning is tussen
het plnksterverhaal en wat wij er nu van
ervaren. Dan blijft ons vieren van het
Pinksterfeest alleen maar een boven-de-
werkelijkheid-zweven. om ema weer terug
te ploffen in dezelfde onmacht en onzeker
heid als te voren.
Toch hebben we. misschien wel meer dan
ooit, de kracht van de Geest nodig om onze
onmacht en onzekerheid te boven te komen.
Maar moet Je niet bescheiden vaststellen
dat wij daarover niet te beschikken hebben?
Inderdaad laat de heilige Geest niet over
zich beschikken, maar wil de Geest over ons
beschikken.
Maar zijn wij echt beschikbaar? Willen we
dat echt zijn?
Zou niet de ooizaak van onze machteloos
heid en onzekerheid kunnen zijn dat de
heilige Geest ons ergens heen wil hebben
waar wij niet heen willen?
In haar laatste kersttoespraak heeft konin
gin Juliana er op gewezen hoe wij niet alleen
met de duisternis, maar ook met het licht
het moeilijk hebben. De koningin verklaar
de dit als volgt: „Een vlam immers kan hoog
opschieten. Zo zou Je boven Je zelf kunnen
uitgroeien en dus ook uit je egoïsme
dat maakt duizelig en bang. Het vertrouwde
bestaan, hoe knus ook, of hoe miserabel of
rampzalig ook, is Je tenminste goed bekend
de ruimte van dat andere geeft hoogte- en
diepte vrees."
We mogen bidden om de Geest in het ver
trouwen dat Hij ons gegeven zal worden.
Maar dan zal dat vertrouwen, dat geloof er
ook moeten zijn.
Mankeert het ons echter veelal niet aan
geloof? Zijn we niet machteloos door ons
twijfelen?
En waarom twijfelen we?
Aan die vraag geeft Robert McAfee Brown
aandacht in zijn boek: Het geloof een afge
dane zaak?
Hij somt er vijf soort antwoorden voor op,
o.m. dat we twijfelen, omdat we vrezen dat
ons geloof niet waar is. Robert Brown:
„Soms twijfelen we, omdat we bang zijn dat
ons geloof wel waar zal zijn. In dit geval zijn
we bang, niet omdat we een geloof in onze
hand hebben dat ons door de vinger kan
glippen, maar Juist omgekeerd: dat het ge
loof óns in handen heeft en dat het ons niet
zal laten wegglippen. Pascal zag dat heel
goed in. Hij vroeg „Waarom is geloven zo
moeilijk?" En hij gaf zelf het antwoord:
„Omdat het zo moeilijk is te gehoorzamen."
We ontsnappen niet aan de verbijsterende
mogelijkheid, dat je geloof echt waar is, en
dat het dus in dat geval lastige en zelfs
buitensporige eisen zal stellen. Het is een
bekend psychologisch feit, dat de heftigste
weerstand tegen bekering opstaat juist
voordat men zich overgeeft. Juist dan ko
men de meest dwingende argumenten om
niet te geloven naar voren. Dat is gemakke
lijke te begrijpen^ Dat men het nieuwe ge
loof aanvaardt, brengt mee dat men breekt
met het verleden, misschien abrupt; dat
men zich bekeert, d.w.z. omkeert in de
meest radikale zin van het woord." Tot
zover McAfee Brown.
Hebben vandaag wij niet een diep ingrijpen
de bekering nodig om te kunnen opstaan uit
onze onmacht en onzekerheid? Om door de
kracht van de Geest het licht voor de wereld
te zijn, niet alleen met woorden, maar vooral
door onze daden, door onze alternatieve
manier van leven?
We lezen in Handelingen 2 hoe na Petrus'
plnksterpreek de toehoorders diep getroffen
vragen: „Wat moeten wij doen?" En het
antwoord was o.m. „Bekeert u en gij zult de
gave van de heilige Geest ontvangen."
En wat het uitwerkte de gave van de Geest
ontvangen te hebben, dat trad duidelijk aan
de dag. Ze hadden alles gemeenschappelijk.
Ze volhardden in de gemeenschap. Door die
sterke gemeenschapszin konden ze het
opbrengen de betekenis van het privé-bezit
te relativeren, konden ze terwille van de
nood van anderen gemakkelijk afstand
doen van grote delen van hun bezit.
Gemeenschap
De rechte gemeenschapsbeleving is een be
langrijke voorwaarde om de kracht van de
door dr. G. J. van de Poll
„Al die nieuwigheden tegenwoordig In mijn jeugd En ln
de kerk al die vreemde liederen De preek, nee, die voldoet me
meestal nietAl dat gedoe met die medemenselijkheid
Wanneer wij dergelijke kreten vernemen, zijn we geneigd te
zeggen dat ze uit de traditionele hoek komen, dat ze geslaakt
worden door mensen van de traditie. Wat we bedoelen ls echter
niet traditie, maar conventie, en conventie Is bijna hetzelfde als
conservatief.
Wat ls traditie? Het woord ls afgeleid
van het laUjnse werkwoord ..trad,
re" en dat betekent overgeven Je
geelt een boodschap door. Het voor-
geslacht heelt een geestelijke erfenis
nagelaten om ermee te werken. Dat
geldt op cultureel en sociaal gebied
[I^Qboekennieuws
Dezer dagen vt
Bert AaJbers
DE MAN IN KWESTIE
128 Hz.. 13.90
Oe auteur sprak ruim 40 uur met Or.
Wlerainge over zi|o verzoeningsleer
In de hoop misverstanden op te
ruimen en de duidefajkheid te dtonen.
MYSTIEK EN BEVINDING
82 ttt t 10.90
Oeze bundel bevat een viertal lezingen
gehouden door Pre*. Or. O. Qw*epe<. Or*.
A. de Reuver. Prof. Or. 5. ven der Linde
Prof. Dr. Ir. E. Schuurman
TECHNIEK: MIDDEL OF MOLOCH?
136 Wz. 15,90
kan worden omgebogen.
Fem Rulke (redaktie)
CHARISMATISCH NEDERLAND
124 bU. I 13.90
Een overzicht ven de onfwikkeang van de
pmksfervemwtnwwg Aan <M boek werkten
mee De. W. W. Verhoef. Prof. Or. P.
Schooner berg S-A, Prof. Or. 4. V eenhof.
Or. w. C. ven Oem m. (Serie Wet/w
keven)
DE STORY VAN YOUTH FOR
CHRIST
106 t*z 9.90
Een documentaire Over de ore*
De. J. I. Poort
LIEFDE CEEFT RUST
56 b»z t 7.50
24 varieties op een rustgevend thema
Oe auteur verten op z-i« e«gen d-recte
wijze ven de rust de God w.i geven, ook
KoJ'KOK kampen
(en politiek maar vooral ook op
godsdienstig gebied. Want juist déór
zijn fundamenten gelegd en wil men
tich graag binden aan beproefde en
geijkte waarden. Traditie is het
grondelement van het geestelijk le
ven. Het historisch verleden mar
keert nog steeds wereldbeschouwin
gen en levensinzichten.
Het Joodse geloof ls niet te denken
zonder traditie. Sterker nog, we zou
den geen Oude Testament hebben in
de bijbel, als de traditie er niet aan
gewerkt had. Aan het zeer moeilijk
en gecompliceerd proces van de ca
nonvorming. die tot de „boeken van
het Oude Testament" voerde is mon
delinge en schriftelijke traditie voor
af gegaan.
Hoe sterk de mondelinge traditie
nog leeft bleek mij, toen ik een twin
tig jaar geleden een Joodse Jongen op
het gymnasium les ln het hebreeuws
gaf. Op mijn vraag waarom hij geen
(oud)hebreeuws (als gelovige) kon le
zen, antwoordde hij: „Elke avond
vertelt mijn moeder aan ons uit onze
bijbel en behalve op de Joodse
feestdagen komen steeds nieuwe ge
schiedenissen en spreuken aan de
orde." Dat er ook reeds een schrifte
lijke traditie was vóór het Oude Tes
tament tot stand kwam, blijkt uit
vele teksten, zoals (het Bondsboek
(Exodus 24 vers 7) het boek van de
oorlogen des Heren (Numeri 21 vers
14). bet boek der oprechten (2 Sa
muel 1 vers 18) en de talrijke liede
renbundels, die ln omloop waren
lang voor de totstandkoming van het
Psalter ln het Oude Testament
Oud-Christelijk
Ook ln de oud-christelijke gemeente
speelde de traditie een hoofdrol. Men
had toen evenmin beschikking over
de boeken van het Nieuwe Testa
ment. De bekendste tekst is wel 1
Cortnthe 11 vers 23, waar Paulus
over het Avondmaal zegt: „Want zelf
heb lk bij overlevering van de Heer
ontvangen, wat lk weer over-
De traditie U het vertrouwen ln de
historische voortgang van het helL
Dat wil bewaard en beschermd wor
den. Het ls Immers een levende erfe
nis. een belangrijk stuk van bet ge-
thuis, waar het gebruikt wordt in de
zin van macht, die men onbewust
ondergaat. Er wordt in een groep
gepraat (of gekletst) en omdat men
niet kritisch ingesteld is en omdal
men het zo heerlijk met elkaar eens
is, heeft de conventie vrij spel. Ver
moedens worden dooi, de macht van
de media tot waarheden. De conven
tie bepaalt de omgai gsvormen en
gedragspatronen; het is een stilzwij
gende afspraak. Ieder lid van een
bepaalde groep weet hoe hij zich
moet gedragen, hoe het ^noort en wat
de code van de dorpsMoraai voor
schrijft.
In kerkelijke kringen en richtingen
kan soms de conventie de basis vor
men van het christelijk leven. De
macht bepaalt wat in de kerk moet
gebeuren. Zingen op hele noten
wordt abusievelijk reformatorisch of
traditioneel genoemd. De conventie
tiert welig op de kerkelijke en poli
tieke akker. Hoe langer ingeburger
de slogans voortduren en het karak
ter van een zekere vanzelfsprekend
heid krijgen, hoe meer men komt tot
redenaties: „het is altijd zo geweest
en d&órom zeggen de mensen van
de conventie hoort het zó te blij
ven. Hier is geen discussie mogelijk
en is de gemeenschap(massa) geke
tend door termen en eenzijdige
kritiek.
Angst
loof. Een erfenis wordt niet zomaar
aanvaard, maar onderzocht én van
alle kanten bekeken. Want ls de tra
ditie wel zo zuiver en waar als deze
voorgeeft? Er wordt steeds beweerd
dat de traditie, ondanks vele wissel
valligheden van de menselijke ge
schiedenis vrijwel onveranderlijk
bewaard ls gebleven.
De canon is telkens kritisch behan
deld. Men moet ook niet vergeten,
dat de waarheid ln de loop der eeu
wen verschillend verwoord U. Uit de
omvangrijke literatuur ls een keuze
gedaan. Ondanks mensen als Maar
ten Luther die bepaalde boeken uit
de bijbel wilde schrappen, is het niet
gebeurd. In zekere zin schept de
Schrift zelf zijn traditie. Onbewust
selecteren wij ook door wat ons in de
openbaring Gods heeft getroffen. En
dét gaan wij doorgeven en parafrase
ren; omschrijvingen worden aange
vuld met eigen ervaringen en getui
genissen kunnen zo persoonlijk wor
den. dat het oorspronkelijk gegeven
bedolven wordt onder eigen ideeën.
Het ls een cirkelgang, waarin uitge
weid en hervormd wordt De traditie
moet telkens op haar waarheidsge
halte getoest worden, wil deze haar
taak ernstig genoeg nemen om in
overeenstemming te zijn met de
..rechte leer". En hier komen we
dichtbij conventie.
Conventie betekent „samenkomst"
en wat daar besproken wordt èn af
gesproken wordt Het begrip hoort
meer in de psychologie en sociologie
Deze heersende en afgesloten con
ventionaliteit heeft verschillende
oorzaken. De voornaamste is wel de
angst. Als je iets toegeeft of tot een
enkel compromis bereid bent, komt
alles op losse schroeven te staan
Maar helaas, délr blijft het niet bij.
Omdat men zich bedreigd voelt in
zijn aangeleerde geloofszekerheid,
wordt angst tot agressie, tot haat en
zelfs moord! Wat Stephanus over
kwam, toen hij tempel en wet criti-
seerde. stond ook Paulus te wach
ten. Hij, die zo fei en fanatiek mee
gewerkt had aan de steniging van
Stephanus. werd ook zelf gedood.
De conventie op zichzelf kan voor
vele mensen een behoudende rol
vervullen; men voelt zich dan
enigszins beschermd. Maar anders
wordt het, wanneer de conventie een
dwingende en eisende macht gaat
worden waaraan leder zich heeft te
onderwerpen. Dftt ls vandaag één
van de oorzaken van de teruggang
van kerk en geloof en het zich ver
vreemd voelen. De geestelijke disci
pline krijgt een zinloos karakter. En
dat allemaal uit verzet tegen ver
nieuwing en verandering.
Evenwicht
Traditie en Conventie kunnen el
kaar soms bijna raken, want er is
Geest te ervaren. Alleen in sterke onderlin
ge verbondenheid kunnen we verwachten
onze onmacht en onzekerheid door de
kracht van de Geest te boven te komen.
De leiding van de Geest is niet aan enkelin
gen afzonderlijk beloofd, maar aan de volge
lingen van Jezus als gemeenschap.
Er blijkt in onze tijd een groeiende behoefte
aan het beleven van de gemeenschap met
elkaar als volgelingen van Jezus. Men zoekt
dat veelal in kringen of gespreksgroepen. Ik
denk dat het heel belangrijk is om op die
manier in onderlinge verbondenheid te ont
dekken wat de Geest in allerlei concrete
situaties van ons wil; waar Hij ons wil heb
ben; wat Hij van ons vraagt in bepaalde
concrete situaties waarin iemand persoon
lijk verkeert en waarbij anderen hem helpen
de rechte weg te vinden en te begaan; wat
Hij van ons vraagt in concrete situaties
waarin wij in de samenleving met elkaar
betrokken zijn en elkaar kunnen helpen de
rechte weg te vinden en te begaan.
Beslissende vraag
Als we zo in onderlinge geloofsverbonden-
heid bidden om de Geest kunnen we verho
ring verwachten en zo onze onmacht en
onzekerheid te boven komen. Daarvan ben
ik vast overtuigd. De grote beslissende
vraag waar het voor iedereen van ons op
aankomt is: geloven we het? En vooral:
Willen we het? Zij we metterdaad bereid de
weg te gaan die de Geest ons wijst?
Niet in een vage toekomst wel eens een keer,
maar nu. in i977?
Ds. F. Minnema is gereformeerd ziekenhui
spredikant te IJmuiden.
verband en ze beïnvloeden elkaar;
anderzijds is er een zeer groot ver
schil tussen beide. Ze bewegen zich
op terreinen, waar het actieve plaats
maakt voor de passiviteit, maar ze
hebben een verschillende oorsprong
en dienen daarnaar beoordeeld te
worden.
Is de bijbel zo karig met vernieu
wing? Is de wezenlijke spanning in
hei, geloofsleven niet die pussen oud
en nieuw? Moeten we niet steeds
uitgaan van de zekere grond der
traditie waarop zich de nieuwbouw
kan voltrekken?
Wanneer wij in de kerkgeschiedenis
mensen als Luther, Calvijn, Pascal,
Kierkegaard leren kennen, valt het
op hoe het geloof in eerste instantie
eenzaam maakt. Ze werden los ge
maakt vai allerlei steunsels en voor
schriften v.m mensen. In dat verse
geloof schuilt een zekere anarchie
geen mens ter wereld kan over me
regeren. De oi tmoeting met God is
een waagstuk, een sprong over de
afgrond, over het zinledige. Paulus
kende na zijn bekering een periode
van retraite. En deze was telkens
nodig, als hij de t-aditie en het ver
nieuwde leven met nieuwe woorden
moest verkondigen.
Traditie en Vernieuwing spelen dan
een rol in een geestelijk evenwicht.
De traditie brengt me vaak tot de
bron van de openbaring: de vernieu
wing door de Geest tot de arbeid nu
en straks. De Heer zal steeds de
zelfde zijn!
Dr G. J. ven de Poll te Emmen is
hervormde theoloog en kerkhisto-
Omdat we in deze hoek v
rondom het weekend de li
maanden ons nogal bezig
hebben met te luisteren ni
evangelieverhaal volkens
ligt het voor de hand dat iki
voor Pinksteren, bij Marl
kom. Al dadelijk viel mij O]
Markus betrekkelijk wei
Geest of over de Heilige Gesh
spreekt. De Heilige Geest kgii
sprake bij de doop van Jezujz
gaan naar de woestijn(Mar)|(
voorts in de waarschuwing
lasteren van de Heilige Gee»i
(Markus 3,29), verder wordt
aangehaald „sprekende doo(c
Heilige Geest" (Markus 12,3hj
tenslotte komen we wat Pinfc]
betreft 't dichst daarbij in
13 vers 11. Daar spreekt de fa
over de laatste dingen. Tot<
laatste dingen behoren ook i;
vervolgingen. De discipelen»
als zij worden „overgeleven s
bevreesd zijn om wat ze mofa
zeggen, want het zal ze in dite
gegeven worden en „Gij zijt
die spreekt, maar de Heilige
Letterlijk staat er: „want gij
de sprekenden, maar de heil?l
geest". Dat is alles. De oogst
groot. Nu moet er meteen bie
dat het zoeken bij Mattheus jj
heel veel meer oplevert. Het
ons wel voor iets dat velen
bevreemden zal. Deze evanj 8
hebben Pinksteren gekend i
verhalen jaren nadien opgei
en toch vindt de Geest weini
vermelding in hun geschrift -
Wanneer zij als dominees opt
manier gepreekt zouden heb
het hun misschien menigmj»
overkomen dat iemand bij
uitgang van de kerk hen stojl
wachten met de klacht: ik hl 1
vanmorgen iets gemist, don)
heeft 't niet over de Geest gtj
denk niet dat dominee Marl
zijn best zou doen om één vi
weinige plaatsen in zijn verF*
te zoeken waarvan de Heilif M
sprake is om die broeder of
daarmee gerust te stellen. I
dat hij zou herhalen wat hij q,
Heer zelf gehoord heeft: „gi e
de sprekenden, maar de Hei^j
Geest". Wie op de rechte wi a
Jezus spreekt, en dan in wei
omstandigheden ook. in heigC
spreekt de Heilige Geest. Du
nogal probleemloos. Wij zij
het spreken van de Geest te f
verbinden aan spectaculair
gebeurtenissen. Niemand z»*]
kunnen ontkennen dat zoieP
gebeuren kan. Maar Markui
van na Pinksteren, laats on
anders zien. Hij vertelt kort"
krachtig het verhaal van Je^r
vooral dat van zijn daden erfc
een geweldige vaart. Maarh,
ons weten dat het 't verhaal1"
Heilige Geest is. De Heilige
stelt er blijkbaar niet zo'n pre
telkens genoemd te worden n
geprezen. Vertel het verhaare
Met duidelijke woorden. Wcr61
die verstaan kunnen worde
mensen van deze tijd en me
woorden die slaan op de sittni
de mensen in deze tijd. Maai
met daden, met je leven. Hete
misschien wat vreemd, maaf i
kunnen zeggen: daarmee is te
gelukkig.
ADVERTENTIES
OP SPEURTOClK
MET DE BIJBEi;:
rave*»
orzienr
EENS «OOR At
Oe briel aan de Hebreeers, v
m de omgangstaal Voorzien]^
enkele illustraties.
Pjg I lal
ONDER OF ZONDER DE WEod
Oe briel van Paulus aan de chn.
nen in Galatiè, vertaald in de'
gangstaai
Prijs: 3 S
GELOVEN MH JE HANDEN,,
Een bijbelstudie over de briel»
Jakobus, vertaald in de omga^(
taal Met verwerkingssuggestie
Prijs: 1
WIE OVERWINT
De Openbaring van Johannes,
taald in de omgangstaal
Geïllustreerd mei houtsneden
Lucas Cranach de Oudere
Prijs: f
Prl/zen excluelef verzendkosten.
Deze u/tg« ven zijn voorzien
Inleiding, regieier en voetnoten.
Verkrijgbaar bt| de boekhandel
Nederlands
Bijbelgenootschap
Postbus 620, Haarlem
Tel 023-259501
•jp
ZENDING is spreken en handelen
ZENDING is samenwerken met kerken overzee
in het onderwijs
in ziekenhuizen
in de landbouw
bij de lectuurverspreiding
ZENDING is getuigen van Jezus Christus
Z
Zendingsbureau
Oegstgeest
Giro 6074
Pinksterzendingscollecte
t
et"
he
Ito
h
8