Ministers komen naar Parijs voor nislukking Noord-Zuidgesprek lelize, Brits hoekje in Midden-Amerika Intwikkelingssamenwerking toch ook eigenbelang -f^p Energie Grondstoffen Ontwikkeling Uitzichtloos Waarschuwing jonkolonie bedreigd door Guatemala ERDAG 28 MEI 1977 BUITENLAND Trouw/Kwartet 21 >or Nico iissendrager iRIJS Tweede pinksterdag gint hier in Parijs de slotzitting n de Noord-Zuidconferentie. wie denkt dat ook van deze luwe ontmoeting tussen arme rijke landen weinig te ver- jchten valt, heeft groot gelijk, rig jaar december had de fina al moeten plaats vinden, maar werd toen uitgesteld in de ele hoop op enige vooruitgang, iderhalf jaar lang heeft het Pa- se overleg zich voortgesleept, ader dat spijkers met koppen gden geslagen. Van het begin jenlijk al heeft de conferentie a moeizaam verloop gehad, •t eerste geschilpunt was of er t behalve over energie (olie Oral) ook moest worden ge lat over bijvoorbeeld mdstoffen en ontwikkelings- lp. Alleen olie, vonden met na- de Amerikanen. Daarvoor is Parijse bijeenkomst opgezet wij, Verenigde Staten, willen rzekerd zijn van een zekere nvoer van olie tegen redelijke jzen. Dat moet even geregeld rden op het Noord- ddgesprek. ïts daarvan, meende de Derde Teld.Als er over olie gesproken rdt willen wij het óók hebben, »r ontwikkelingshulp en mdstoffen. Als jullie rijke lan- 0 gestage olieleveringen vra- a het was vlak na de „oliecri- f willen wij betere prijzen or grondstoffen, meer ontwik- jingshulp èn een schuldenrege- g. Voor wat hoort wat. Uitein- Üjk werd besloten dan maar er het hele scala van onderwer- n te praten. Toen rees de vraag of de vier verschillende werkgroepen ener gie, grondstoffen, ontwikkelings hulp, geldzaken- met strakke richtlijnen aan de slag zouden gaan of dat ze zélf maar moesten uitmaken waarover ze het zou den hebben. Daarover ging weer een nieuwe bijeenkomst van mi nisters van de negentien deelne mende olie- en ontwikkelingslan den en de acht rijke landen. Rauwdouwer Algerije wilde een strakke agenda, de industrielan den voelden daar niets voor de conferentie zou er eens door mo gen slagen.en ook meer ge matigde derde wereldlanden neigden naar: laten we maar gaan praten en zien waar we uit komen. Zo gezegd zo gedaan en de Noord-Zuidconferentie is ner gens uitgekomen. De ambtena ren in de werkgroepen hebben maanden vergaderd afzonder lijk en gezamenlijk zonder dat tastbare resultaten zijn bereikt. In feite reizen de ministers van de 27 deelnemende landen het Pinksterweekeinde naar Parijs voor niets anders dan dat vast te stellen. Het Noord-Zuidgesprek zoekt een zachte landing zei een waar nemer onlangs, en dat is mooi gevonden. Het is alleen wel een zachte landing na een rondvlucht in plaats van een vliegtocht met een duidelijk reisdoel. Voor de oorzaak van de mislukking gaan we eerst de vier werkgroepen langs. Binnen de energie-commissie is behalve over andere krachtbron nen dan olie (kern- en zonne- energie om wat te noemen) voor al gepraat over de olieprijzen. Een paar jaar geleden schrok het Westen op van de „oliecrisis", de beperking van de produktie en de verviervoudiging van de olieprij zen. Die schrik zijn de industrie landen allang te boven. Ook met de dure olie draait de wereld ge woon verder, zij het economisch wat minder gesmeerd, maar dat komt niet alléén door de „olie crisis". Wel blijven West-Europa, Japan èn de Verenigde Staten (steeds meer in plaats van minder, zoals Washington graag zou willen) af hankelijk van olie-invoer. Maar over de prijs maakt het Westen zich niet zo druk meer. Wat duurdere olie maakt het voor de industrielanden aantrek kelijk te investeren in nieuwe krachtbronnen als die zon en als kernsplitsing. En dat maakt hen op den duur minder afhankelijk van de oliesjeiks. Die sjeiks zelf hebben ook geen behoefte aan nieuwe, forse prijsstijgingen van olie. Op de jongste bijeenkomst van de OPEC (olielanden) lieten Saoedi-Arabië en de Golflanden het zelfs bij 5 procent, terwijl de andere olielanden tien procent omhoog gingen. Een forse olie prijsverhoging zou westerse be drijvigheid een klap kunnen ge ven waardoor minder olie ge kocht wordt en dat willen de sjeiks niet. Bovendien hebben zij hun olie- gelden voor een deel in het Wes ten ingezet. Zij kochten er onroe rend goed voor in Groot- Brittannië, Frankrijk, de Veren igde Staten, maar ook aandelen in grote ondernemingen. Ook daarom hebben zij geen enkel opening van de eerste ministerbijeenkomst van het Noord Zuidoverleg door de Franse 4 sident Giscard (helemaal achteraan). Naast hem zitten de beide co-vooraitters, de Venezo- n Perez Guerrero (links) en de Canadees McEachen. belang bij een verdere econo mische inzinking. De belangen van de olielanden zijn op het ogenblik veel meer gelijk met die van de industrielanden dan een paar jaar geleden, terwijl ze met de (andere) ontwikkelingslanden steeds minder gemeen hebben. Daarom ging het gesprek in de commissie over grondstoffen zo moeizaam. Het idee dat de olie als hefboom zou kunnen worden gebruikt om andere eisen van de derde wereld door te drukken kon rustig worden vergeten. Het „voor wat hoort wat" was al lang niet meer van toepassing. Ontwikkelingslanden halen hun verdiensten voor een groot deel uit grondstoffen (bananen, ijze rerts, cacao, jute) maar worden naar hun mening al jaren onder betaald. En dan is het nog hollen of stilstaan. Het ene jaar wordt er redelijk verdiend omdat de grondstoffenprijzen hoog zijn (koffie), het andere jaar moet de lamp scheef en is het de hond in de pot. En de derde wereld gaat er toch al op achteruit omdat wat zij hier in het Westen moet kopen steeds duurder wordt. Evenwichtiger grondstoffenprij zen en als het even kan betere zijn een jaren oude eis die voorlo pig wel boven aan het verlanglijs tje zal blijven staan. Het Westen heeft geen zin om ze te betalen of een grondstoffenfonds in te stel len wat evenwichtiger prijzen mogelijk maakt. Dus gebeurt het niet en dat was eigenlijk al duide lijk op de wereldhandelsconfe rentie Unctad vorig jaar in Nairo bi en op de herhaling van die ontmoedigende bijeenkomst be- gin dit jaar in Genève. Met name de Afrikaanse landen voelden zich daar in htm hemd gezet. Hadden zij bij de wedstrijd op eigen bodem (de Unctad in Kenia) meer ontwikkelingshulp en een schuldenregeling „laten lopen" in de hoop op een grondstoffenfonds, en nu kwam dat er ook niet. Zij dreigden met weglopen uit Genève, met het afbreken van het Noord- Zuidgesprek, maar het bleef bij woorden. Bovendien staan zij niet sterk; geen van de vier Parij se werkgroepen heeft een Afri kaanse voorzitter. Pakten de Afrikanen op Ünctad- Genève niet hun koffer omdat een schuldenregeling in Parijs wel geregeld zou kunnen wor den? 't Zou van een grenzeloos vertrouwen getuigen. De Derde Wereld heeft zich na de „oliecri sis" diep in de schulden moeten steken. De olierekening werd al maar hoger (het heeft de vriendschap met de OPEC- landen niet bepaald vergroot) en ook de prijzen van de industrie- produkten bleven omhoog gaan. Banken waren maar wat graag bereid ontwikkelingslanden te le nen met de economische terug gang in het Westen werd daar toch wat minder kredieten ge vraagd en ook een aantal rijke regeringen leende met gulle hand. Op het ogenblik staat de Derde Wereld voor zo'n vierhonderd miljard gulden in het krijt. De ontwikkelingslanden willen nu voor hun schulden aan landen een uitstel van betaling om even op adem te komen. Maar een algemene schuldenregeling zit er niet in. De grote westerse staten willen op zijn best van geval tot geval bekijken wat ze kunnen doen om arme landen niet hele maal bankroet te laten gaan. Banken zijn bereid het met lan den als Zaïre en Mexico op een akkoordje te gooien. Daarmee moet de verhouding blijven want ze zijn voor het westerse be drijfsleven aantrekkelijk. En het zijn opnieuw de armste en m^est getroffen ontwikkelingslanden die aan het kortste eind trekken. Naar hen zou ook de extra ont wikkelingshulp moeten gaan waarover in deze werkgroep wordt gepraat maar de rijke lan den hebben geen oren naar meer steun, ondanks alle schone belof ten. Beloften kunnen hun wat betreft de laatste commissie- financiën in ieder geval niet wor den aangewreven want daarin is in feite nooit wat toegezegd. De aandacht zal zich op de slotzit ting vooral richten op de energie en de grondstoffen en dat geeft een overwegend somber beeld. Waarom zijn al die gesprekken tussen arme en rijke landen toch zo eindeloos en uitzichtloos? De belangrijkste oorzaken voor het dreigende falen van de Noord- Zuidconferentie kwamen er hier voor al uit: de pure onwil van de rijke landen om wat te doen voor de Derde Wereld en de verdeeld- heid van die Derde Wereld zelf, waardoor zij geen vuist kan maken. Op de Parijse conferentie kwa men de vertegenwoordigers van de ontwikkelingslanden steeds met waslijsten van verlangens ze hadden alle hun zegje moeten doen zodat de rijke landen konden zeggen: ja, daar is geen beginnen aan. De armste ontwik kelingslanden blijven verder de olielanden verwijten dat zij de hardste klappen hebben gehad van de oliecrisis (hoewel dat na de Afrikaans-Arabische top in Cairo wat is bijgetrokken). De Afrikaanse staten hebben andere belangen dan de wat meer ont wikkelde staten in Latijns- Amerika, er zijn Derde Wereld landen die veel moeten invoeren en staten die zich zelf redelijk kunnen bedruipen en zo zijn er legio verschillen binnen de Derde Wereld. Bovendien vergaderen in Parijs ,maar' negentien olie- en ontwik kelingslanden mee. Een even tueel resultaat moeten zij vervol gens nog verkopen aan hun broe ders in de strijd. De onwil van de meeste rijke landen om de derde wereld tege moet te komen is niet zo vreemd omdat het altijd moeite kost wat op te geven. Toch is het bedrijven van ontwikkelingssamenwerking en het nemen van maatregelen ten gunste van de derde wereld geen liefdadigheid zoals het vaak wordt voorgesteld. Bokkig blijven weigeren om over de brug te komen kan op den duur de ontwikkelingslanden verbitteren en leiden tot harde botsingen tussen Noord en Zuid. economisch maar mogelijk ook militair. Die waarschuwing is ge lukkig steeds meer te horen. Economisch doordat ontwikke lingslanden op eigen houtje grondstoffen schaars maken en prijzen gaan verhogen. Het Wes ten zit om geen grondstof zo ver legen als olie (daarom was de OPEC ook zo succesvol), maar er zijn er toch meer waar het niet zonder kan. Voor dergelijke een zijdige maatregelen heeft de Der de Wereld wel een eenheid nodig, maar wie verzekert dat die niet weer komt. Eigenbelang is ont wikkelingssamenwerking overi gens ook doordat de derde wereld langzaam gaat groeien, en geld krijgt om meer in het Westen te kopen, waardoor bij ons de werk loosheid teruggedrongen kan worden. Premier Den Uyl legde het vorige week nog zo uit in een uitstekende rede in Eindhoven maar de haalbaarheid ziet hij nog niet meteen. Militaire botsingen tussen arm en rijk hoeven nog niet meteen op grote schaal plaats te vinden. Dat de verworpenen der aarde ,als ze het niet krijgen het mas saal komen halen' is op zijn hoogst nog een angstdroom. Maar wel wordt her en der ge waarschuwd voor terreuracties van groepen uit de derde wereld uit economische of politieke overwegingen of beide, stadsgu- errilla's in Latijns-Amerika en Palestijnse verzetsbewegingen zijn dan nog maar het begin. En de wapenvoorraden in de derde wereld worden ondertussen steeds groter. Voor de rijke lan den zou ook weloverwogen eigen belang reden kunnen zijn de hou ding tegênover de derde wereld nog eens te bezien. Of ze om die reden of welke andere dan ook de komende dagen wat tegemoetko mender zullen zijn bij de finale van het Noord-Zuidgesprek blijft echter twijfelachtig. Herman Amelink moeitr- D.m ins is groot dat een kandi- idfSn standi itigini )rdel: een quiz het antwoord vraag in welk werelddeel ligt, schuldig zou moe- ijven. Dat is niet verwon- want het is een naam et dagelijks in het nieuws t verbreken van de diplo- ke betrekkingen tussen ïn latftmala en Panama vanwe- iet voli kwestie Belize is echter Princ^ede aanleiding aandacht zeke^teden aan dit stukje La- Ptmerika. 'P, n,Pis een Britse kroonkolonie in Maakl-Amerika, ongeveer even mcesSgls Nederland. Het telt nog 10.000 inwoners, evenveel als Idelgrote Nederlandse stad. in de bedoeling van de Britse de kroonkolonie, die vroe- wel Brits Honduras werd id, op niet al te lange termijn ikelijkheid te verlenen. De van Belize, dat sedert 1964 me zelfstandigheid heeft, er ook wel voor. maar hele- ïrust is ze niet. smala fcordt namelijk vrijwel geheel len door Guatemala, dat van 1 is dat de kroonkolonie Gua- eks grondgebied is. De mees- JJnsamerikaanse landen on- nden tot voor kort de aan- rl van Guatemala op Belize, ils ze ook de Argentijnse aan- I op de Britse Falkland eilan- Jennen In een uitvoerige brief t Guatemalteekse ambassa- 1 Washington. Julio Asensio- flich, op 19 november 1975 geschreven aan de Washington Post, schrijft deze dat de regering van Guatemala in 1859 door de Britse imperialisten, die toen op het top punt van nun macht stonden, ge dwongen werd een grensverdrag tus sen Belize en Guatemala te accepte ren. Bij dat verdrag werd overeenge komen dat de Britse regering zou voorzien in een goede verbinding tussen Guatemala-Stad en de Atlan tische kust, maar daar is het nooit van gekomen. Guatemala maakt zich nog steeds boos over dit ver drag. De regering in Guatemala- Stad benadrukt dan ook telkens weer dat ze alleen maar probeert rechtmatig Guatemalteeks eigen dom weer terug te krijgen. De verkiezingen die begin volgend jaar in Guatemala zullen worden ge houden zijn een welkome aanleiding om de kwestie Belize weer wat op te poetsen. Het leidt de aandacht af van de vele binnenlandse problemen waarmee het land kampt. De gevol gen van de aardbeving is het land nog steeds niet volledig te boven en het politieke geweld vergt nog dage lijks levens. Erg tevreden zullen de Guatemalteken over hun regering niet zijn en het scheppen van een gemeenschappelijk vijand in het buitenland kan de loyaliteit van de bevolking alleen maar groter maken. De Guatemalteekse regering bracht het ongenoegen over de kwestie Beli ze duidelijk naar buiten op de on langs In Guatemala gehouden inter nationale conferentie over de Latijnsamerikaanse economische samenwerking (ECLA). De Guate malteekse voorzitter van de confe rentie, minister van buitenlandse za ken Adolfo Molina Orantes, meldde President Kjel) Laugerud Garcia van Guatemala zich diplomatiek ziek en liet zich vervangen door de Peruaanse vice- voorzltter toen de vice-premier van Belize, Carl Lindy Rogers, het woord voerde. De premier van Belize, Oeor- ge Price, had eerder besloten van deelname aan de ECLA-conferentle af te zien. Minder steun Guatemala lijkt echter steeds meer steun te verliezen voor de aanspra ken op Belize. In de Verenigde Sta ten zit geen regering meer die rechtse militaire dictaturen een wel kom strijdmiddel vindt tegen het oprukkend communisme in Latijns- Amerika. Van Kissinger had presi dent Laugerud Garcia van Guate mala niets te vrezen. President Car ter heeft daarentegen ernstige kri tiek uitgeoefend op de voortdurende schending van de mensenrechten waardoor het militaire verdrag tus sen Guatemala en de Verenigde Sta ten verbroken is en ook de Ameri kaanse wapenleveranties stopgezet zijn. Ook de Panamese leider, generaal Torrijos. heeft president Laugerud flink voor het hoofd gestoten door een bezoek aan Belize te brengen en George Price steun te betuigen bij diens strijd voor een onafhankelijk Belize. Radio-Panama beschuldigde Guatemala er onlangs van dat het land de aanspraken op Belize nieuw leven heeft ingeblazen in verband met de olievondsten in het zuiden van Mexico en het noorden van Gu atemala. De Guatemalteekse rege ring zou Belize willen gebruiken voor de exploitatie en uitvoer van deze olie. Garanties De premier van Belize. George Pri ce. heeft tot dusver steeds aange drongen op een verdedigingsver drag tussen Groot-Brittannië en Be lize van onbeperkte duur op het moment dat zijn land onafhankelijk wordt. HIJ lijkt hier nu van af te zien door genoegen te nemen met een verdrag met een looptijd van tien Jaar. In die tijd hoopt hij een zodani ge Internationale positie te hebben opgebouwd dat een aanval van Gua temala niet meer te vrezen valt. Pri ce wil vooral betrekkingen aankno pen met voormalige Britse koloniën als Jamaica en Guyana. Ook bij de Amerikaanse regering zal hij een welwillend oor krijgen voor zijn ver zoeken de regering van Guatemala een beetje in de hand te houden, zeker nu Washington niet meer hysterisch reageert op een land dat nauwe betrekkingen wil aanknopen met links georiënteerde landen aLs Cuba. Jamaica en Guyana. Voor de Britse regering lijkt een verdrag van tien jaar ook wel politiek verkoop baar. De Britse publieke opinie maakt zich niet erg druk om Belize en voelt er helemaal niet voor om betrokken te worden bij een strijd die zo ver van het bed ligt. Een verdrag voor tien jaar UJkt nog net haalbaar. De laatste militaire dreiging van de kant van Guatemala dateert van eind 1975. Grote militaire eenheden werden langs de grens met Belize samengetrokken. De Britse gouver neur die de kroonkolonie namens de Engelse koningin bestuurt, voelde zich genoodzaakt waarschuwende woorden aan het adres van Guate mala te spreken en de Britse rege ring stuurde met tegenzin een mari neschip naar Belize. De spanning liep echter terug nadat een Britse afvaardiging in november 1975 een bezoek aan Guatemala bracht. On danks de geruststellende aanwezig heid van ongeveer duizend Britse militairen voelde premier Price zich daarna wel genoodzaakt aan te kon digen dat Belize haar militaire uit gaven zou gaan verhogen. Eind 1975 beschikte het land inderdaad over een minimale strijdmacht: een vrij willigersleger van nog geen honderd man en enkele honderden leden van een paramilitaire eenheid voor de binnenlandse veiligheid. Onafhankelijkheid van Belize lijkt er nu toch wel in te zitten. Premier Price kan rekenen op nog enige tijd voortdurende steun van Oroot- Brittannië De Verenigde Naties hebben twee maal een resolutie aan genomen voor Belize en tegen Gua temala. Mexico heeft sedert eind 1975 haar aanspraken op een deel van Belize opgegeven en de landen van het Britse Gemenebest zullen Belize steunen in geval van nood. Het grootste gevaar is alleen dat Guatemala de strijd tegen Belize nodig denkt te hebben voor de inter ne politieke verhoudingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 21