De papieren wereld SPA Een moeizaam gesprek rie durft het om publiciteit in te pakken? Feminisme en gezondheidszorg Spa Orange Drink de natuur ^gezegd Wat betekenen gelijke rollen? 'AfikT 13 MEI 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet 13 )u best mogelijk zijn dat onze eschaving (of hoe wij onze ileving ook betitelen willen) *n ondergaat aan de alom en maar al te gemakkelijk te illen onheilen, die zich ook ibetuigd zullen laten, als jn natuurrampen. :he ontsporingen, oorlogen. noden het hele complex :ts of God" en „acts of man", .Jat juridisch heet in Blarend het zou besCmogelijk tba'fet onze beschaving >nweg bezwijkt onder de last papier. ieen beetje een raar praatje en historicus die leeft van het (en en op herfstavonden [bint van zijn eigen huis al [kraken onder de last van zijn n en aantekeningen en die k hij ook in een archief altijd weer verbijsterd is over rraden papier die daar liggen ast maar het is simpele theid die mij dwingt het toch gen: de wereld gaat aan r ten onder. Herst bedoel ik dat gewoon Het is teveel, ekt teveel wat er over ons lomt. Steeds dikkere en. waar steeds minder in (in hemelsnaam, waarom S if jk nog verder?) steeds meer die steeds vervelender en sdii eeli« door J. W. Schutte Nordholt onbenulliger worden, wegwerpboeken die de actualiteit van onze wegwerpwereld begeleiden, en bovenal, steeds meer formulieren, rapporten, in onvoorstelbare hoeveelheden voortgebracht, in alle seizoenen, want deze vruchtbaarheid kent geen getijden, enkel ononderbroken barensvreugde. Het proza daarin vervat is zo eentonig, zo grauw, of om een andere zintuiglijke waarneming te gebruiken, zo krakerig tussen de tanden als zand en grind het is haast'niet te lezen. Toch vloeit het van de stencil- en Xerox-apparaten met het geweld van een gekanaliseerde bandjir, berekend op de verbetering der mensheid. Het is een verschrikkelijk schouwspel, kwalitatief. Een vicieuze cirkel. Mannen in stemmige kostuums en spijkerpakken komen, hoezeer ze verder ook verdeeld mogen zijn in stijl en beginsel, dagelijks tesamen en scharen zich om tafels met <ing_ f Imkamp is bijna tien jaar I geweest van de Tweede amer voor D'66. Na de ver ezingen keert hij niet meer de Kamer terug. -_-J\j zijn laatste optreden in de 'ireede Kamer, nu veertien gen geleden, had hij graag g iets willen zeggen over Bt hem al die jaren van zijn imerlidmaatschap dwars zeten heeft: de ongecontro- ;rde macht en invloed van publiciteit: pers, radio en televisie. De voorzitter ha merde hem echter af. Im kamp was buiten de orde. Wij hebben Imkamp ge vraagd voor ons op te schrij ven wat hij had willen zeggen en niet mocht zeggen. Abon nees op de handelingen van de Tweede Kamer kunnen het dan uitknippen en als bij lage bij de handelingen be waren; niet-abonnees kun nen er gewoon over na denken. J. Imkamp ijn laatste optreden In de Kamer had ik een cri de coeur wil len. Ik had gehoopt dat de x enige verdraagzaamheid lijn laatste woorden als •Kamerlid, na tien jaar po- drijven, op het spreekge- in acht zou willen nemen, wijs genoeg om mij deze niet te verstrekken. Mijn ;t werd zodoende in de ismoord. [olgende had ik nog willen Enige dagen geleden werd vraag gesteld wat ik het onaangenaam had gevonden kamerperiode. Zonder eni- :eling, zonder een seconde ctijd was het antwoord: „de iteit". En waarom? mbliciteit is de enige Isfactor in onze samenleving jngenaakbaar, oncontroleer- ii ongecontroleerd is. Publici st daardoor een macht ver- a in onze samenleving, te ver- met de macht van de feo- ironnen in hun hoogtij. Die strekt zich ook en met name i aanzien van het denk- en Jspatroon van politici Een macht die het gedragspatroon en het karakter van politici maakt, vermaakt en mismaakt. Ongrijp baar, onbewijsbaar en daarom zo gevaarlijk is deze ongecontroleerde macht van de publiciteit. En welke politicus durft publiciteit aan te pakken? Want welk kamerlid wordt niet even bakker, als het om publiciteit gaat? Welke politicus gaat dan niet aan het zoete broodjes bakken? Maakt en breekt publiciteit niet een politicus? Zijn bekendheid en goede naam niet een zoet broodje waard? Zelfs een systematisch, me thodisch je afzette tegen een beïnvloeding door publiciteitsme dia kweekt nauwelijks de onont beerlijke onkwetsbaarheid. IADVERTENTIE Met Spa bronwater bereid ..Ik 1 De Gaay Fortman over het hoor bij Aantjes, dus in- dat CDA een behoudend ge- jbllap wou worden, heb ik een Vergissing begaan. Maar het is tt«é fatsoenlijke manier tot stand len. En de anti-revolutionaire heeft het met een overweldi- meerderheid aanvaard; dan ik mij schikken. Maar ik was liever anti-revolutionair ge- icteur Sickinghe over de ng van zijn bedrijf in Henge ls mensen liever in de fariek f grond slapen in plaats van In hun bed, dan moet je toch luk ruimte voor hebben. We Itoch in een vrij land?" LIMONAOE LIMONADE MlT ORANGE m w vloeibladen en asbakken en wisselen volgens een bepaalde ritus, die overal steeds gelijkvormiger wordt, een hermetisch jargon uit dat ze onderling schijnen te verstaan. Niet dat dat helpt, het enige waarover ze het onafgebroken eens worden is het instellen van commissies, die de opdracht krijgen rapporten op te stellen. Die stukken worden vervolgens door de vlijtigste breinen afgescheiden, de koudste machines vermenigvuldigd, en keren zo. neergeslagen als motregen, terug in de hunkerende kring der nijvere vergaderaars. Enzovoort, enzovoort. Dat gaat nu al jaren zo door, op de departementen, in de universiteiten, de synodes, de verenigingen, alom, overal waar mensen met goede bedoelingen en geldingsdrang zich in kongsi's verzamelen. Erger nog, het neemt toe. nog steeds toe. Het einde is nog niet in zicht, bij lange na niet. Het hele gehannes waarmee wij als twintigste-eeuwse mensen met elkaar omspringen heeft iets onwezenlijks, iets onnatuurlijks zelfs. Het is zo raar dat zelfs de vurigste voorstanders wel vaag beseffen dat er iets mis is. Maar geen nood, als het de mensen niet ligt, dan kan hetze aangeleerd worden, zoals men een hond kunstjes leert. Hele wetenschappen ontstaan zo, die niet te maken hebben met het „wat", maar met het „hoe", die geen wezenlijke inhoud hebben, en daarom voorlopig ook een chaotische indruk maken, maar die er voor zorgen dat er steeds meer mensen om elkaar heendraaien als vliegen in een glazen bol, hun doorzichtige heelal, een glanzende, gonzende zinloze wereld, zonder spil. Want dat denk ik eigenlijk: dat die hele wereld van vergaderen en praten en papieren maken en lezen en bespreken een dolgedraaide draaimolen is; waarin alles kan en niets waar is. Een wereld die men kan uittrekken, Indelen in zo en zoveel provincies, berekenen met ronde en vierkante decimalen, maar die niets te maken heeft met de wereld van ademen en drinken en liefhebben en geloven en alles wat menselijk is. Of heb ik dat mis, of is de echte wereld reeds bedekt door, verstikt in die andere? Dat is de grote vervreemding, als ik dat mode-woord ook eens mag gebruiken, het verschrikkelijke schouwspel van een nijvere razernij, die zich uitdrukt in wegwerptaal op papier dat bewaard wordt tot de stapels boven de bomen uitsteken. Wie zal zeggen waar dat op uit moet lopen? Waarschijnlijk, als niet vulcanische uitbarstingen van emotioneel verzet de vooruitgang verstoren en dat blijft mogelijk want wij zijn maar mensen op een volmaakte gemeenschap, waarin alles is zoals het moet, waar alles vervuld is nog voor hetzelfs maar verlangd wordt, waarin alles op papier is gezet, vastgesteld in eeuwig geldige formules. Een papieren wereld, kreukloos, geluidloos, voltooid, zonder ziel. En netjes verpakt in een gele enveloppe. „Ik geloof dat de taart luchtig genoeg was" door H. J. Neuman Er zijn in deze verkiezingstijd ver scheidene politieke partijen die be loven dat ze Nederland een actieve rol zullen laten vervullen bij de Ont wapeningsbesprekingen in Genève. In paragraaf 172 van „Niet bij brood alleen" laat bijvoorbeeld het Chris ten-Democratisch Appèl zich in die zin uit. Op zichzelf is zo'n doelstelling juist. Niet alleen vanwege de positieve grondhouding die eruit spreekt, maar ook omdat zodoende nog eens de aandacht wordt gevestigd op het bestaan van een overlegvorm waar de meeste mensen geen weet van hebben. Nederland is een van de dertig actieve landen (Frankrijk, het eenendertigste lid, weigert mee te doen) die samen de „Conference of the Committee on Disarmament" vormen. Op de agenda staan daar o.a. een algeheel verbod voor kernproeven, een verbod van che mische wapens en het verre ideaal van algemene en volledige ontwape ning („general and complete disar mament", in de wandeling bekend staande onder de afkorting CCD). Het is goed dat al deze doeleinden worden nagestreefd. Beter zou het zijn, als sommige daarvan ook be reikt werden. Welnu, ofschoon niet ontkend kan worden dat er in het verband van de „Conference of the Committee on Disarmament" (CCD) enkele belangrijke verdragen tot stand zijn Vekomen of voorbe reid, toch is de overheersende in druk dat de vooruitgang bijzonder traag is, dat zich ook van sommige deelnemers een gevoel van onbeha gen meester maakt en dat men zich in bepaalde kringen de vraag stelt, of het wel zin heeft met de CCD in haar huidige vorm door te gaan. Enkele jaren geleden werd in een publikatie van het ministerie van buitenlandse zaken gezegd dat men toch ook oog moest hebben voor en kele hoopvolle ontwikkelingen, ont wikkelingen die ons moeten aanspo ren „de wereld ora te vormen tot een oord waarin vrede en gerechtigheid hand in hand gaan. In dit proces van vallen en opstaan past naast waak zaamheid en volharding tevens: een zich verheugen over kleine stappen voorwaarts." Maar die toon is inmid dels veranderd. Een paar van de voornaamste resul taten van het CCD-overieg zijn: het beperkte verbod van kernproeven van augustus 1963, het verdrag over het vreedzaam gebruik van de kos mische ruimte van januari 1967, het verdrag tegen de spreiding van kernwapens van juli 1968, het ver drag over de denuclearisatie van de oceaanbodem van februari 1971, de conventie inzake het verbod van bio logische wapens van april 1972 en het verdrag tegen de milieu-oorlog van december 1976. Onduidelijk is, dat niet al deze overeenkomsten van gelijk gehalte zijn; duidelijk is ook dat er tussen de totstandkoming van de verschillende overeenkomsten soms vele jaren verliepen, zonder dat er iets uit de bus kwam. Boven dien deed zich het verschijnsel voor dat allerlei ontwapeningsoverleg zich buiten CCD-kader ging afspe len (zoals SALT en MBFR). En zelfs de resultaten die wèl aan de CCD worden toegeschreven zijn in wezen vaak de vrucht van bilateraal overleg tussen beide supermo- gendheden, de Sowjet Unie en de Verenigde Staten. De CCD is in wezen de voortzetting van een vroegere club: de van maart 1962 daterende achttien- mogendhedenconferentie over ont wapening („Eighteen Nations Con ference on Disarmament" of ENDC. In wezen bestond er tussen dit colle ge en de organisatie van de Verenig de Naties een nauwe band: vroeger de ENDC en sinds de zomer van 1969 de CCD opereren vrijwel net zoals de „specialized agencies" van de VN, men ontleent zijn agenda aan resoluties die tevoren in de politieke commissie van de VN-Assemblee zijn aanvaard, men vergadert in het „Palais des Nations" te Genève, men rapporteert aan de algemene vergadering en sinds 1969 wordt ook de samenstelling van de CCD door de algemene vergadering bekrach tigd. Maar strikt formeel behoort de CCD niet tot het geheel van de VN- structuur. Het forum dankt zijn ont staan aan de behoefte die Amerika en Rusland op het hoogtepunt van de koude oorlog voelden om in een betrekkelijk besloten gezelschap met elkaar van gedachten te wisse len, „away from the maddening crowd". Vandaar dat de Verenigde Staten en de Sowjet-Unie optreden als co- presidenten. Als zodanig komen hun bevoegdheden toe, die in een echt VN-verband ondenkbaar zouden zijn: ze wisselen elkaar af bij het openen en sluiten van de formele vergaderingen, ze convoceren de in formele bijeenkomsten, zij bepalen of experts gehoord zullen worden en zo ja welke, zij beslissen ook over het toelaten of afwijzen van bezoe kers en toeschouwers. Van februari tot april en wederom van juni tot augustus komt de CCD tweemaal per week bijeen: op dinsdag en op donderdag. Veel struc tuur is er niet; er is ook geen echt werkschema; zelfs wordt er nauwe lijks onderhandeld. Vaak speelt al leen het eerste stadium vam onder handelingen zich in het formele CCD-kader af. Wèl trekt doorgaans de aandacht het hoge niveau van technische competentie dat deze be trekkelijk kleine groep van gespecia liseerde diplomaten ten toon spreidt. De onderlinge verbondenheid is, over ideologische scheidsmuren heen, vaak verrassend groot en soms spannen sommigen van hen samen ora het departement in de hoofdstad van een van hen „plat te praten". Maar desondanks is stagnatie aan de orde van de dag. Het is meer een kwestie van vallen dan van opstaan. Een deelnemer uit de derde wereld zei: „Het aantal gemiste kansen is te groot om toevallig te kunnen zijn". Mexico heeft al voorgesteld de hele machinerie van de CCD te vervan gen door een kleinere groep, die om de paar jaar impulsen ontvangt van een wereldwijde ontwapeningscon ferentie (de VN-assemblee heeft in december j.l. besloten in 1978 een speciale zitting aan het vraagstuk te wijden). Anderen willen het co- Presidentschap van de Russen en de Amerikanen afschaffen. Het is evenwel de vraag of al die voorgestelde wijzigingen veel kans op realisatie maken en daarna is het nog twijfelachtig of ze verbeteringen in de situatie berengen. De huidige Nederlandse regering vindt het maar het beste nijver op de tegenwoordige voet door te gaan. En de eerder genoemde deelnemer uit de derde wereld zegt: „Het is onmogelijk te stoppen. Er bestaat geen alternatief voor het ontwapeningswerk, boe ontmoedigend dat soms ook is". door Jelle Jan Klinkert Feministen zijn er in soorten. Zo heb Je bijvoorbeeld de radicale soort. Deze meent dat de oorzaak van nagenoeg alle kwalen en narigheid van haarzelf, haar zusters, van de samen leving en eigenlijk van de hele wereld ligt in de overheersing van de vrouw door de man. De oplossing van deze problemen zoekt ze dan ook in een radicale revolutie in socialistische zin, leidend tot gelijkwaardigheid in wet en werkelijkheid van man en vrouw. Daarnaast heb je de voorzichtige feministen. Zij hebben ook oog voor de achterstelling van de vrouw, maar zien de oorzaak niet uitsluitend in de samenleving zelf, maar ook in de houding van indivi duen. Deze feministen staan dan ook een stap-voor-stap benadering voor: actievoeren voor en ingrijpen in concrete sexistische misstanden, zonder de samenleving als geheel te willen veranderen. Als ik al feminist ben (kan een man eigenlijk feminist zijn?), dan ben ik er een van de tweede soort. En om mijn goede wil te tonen, zal ik daar om proberen met feministisch oog de gezondheidszorg te bekijken. Ik begin met het personeel ervan, daarna volgen de patiënten en ik sluit af met een opmerking over emancipatie. Personeel Het algemene beeld van de samen leving waarin de man de leidende functies vervult en de vrouw als belangrijk maar ondergeschikt wordt behandeld, valt ook in de gezondheidszorg waar te nemen. De tandarts met zijn assistente, de specialist en het verplegend perso neel in het ziekenhuis, de huisarts en zijn vrouw. De globale trend is steeds: hoe hoger een beroep in aanzien staat, hoe meer het ver mannelijkt is. Enkele cijfers (Volkstelling 1971): van de gediplo meerde verpleegkundigen was 15 procent mannelijk („broeders") en 85 procent vrouwelijk. Bij de artsen ligt deze verhouding juist andersom; van de huisartsen en specialisten samen is 11 procent van de vrouwelijke kunne en 89 procent mannelijk. Opmerkelijk is dat dit beeld zich lijkt voort te zetten binnen de me dische professie: de beroepen die daarin hoger aanzien genieten (spe cialisten, met name de snijdende) zijn meer vermannelijkt dan de be roepen die lager in aanzien staan (schoolartsen, artsen van kleuter bureaus, etc). Van de eerste catego rie is 17 procent vrouwelijk, van de laatste categorie is dat 47 procent Een eerste conclusie uit deze cijfers noemde ik al: ook in de ge zondheidszorg bezit de man de be roepen met de hoogste status en met de meeste Invloed in het me disch gebeuren. Een tweede conclusie is, dat ook de inhoud van de beroepen overeenkomt met de traditionele man-vrouw rolverde ling in de samenleving: de vrouw heeft een verzorgende, liefdevolle, behulpzame taak, terwijl de man een meer aggressief, objectief en zelfstandig gedrag moet tonen. Zie hier de'relatie arts versus verpleeg kundige en chirurg versus dokter- van-het-kleuterbureau. Deze rolverdeling wordt volgens een overigens niet onomstreden theorie weer versterkt door het gedrag van patiënten. Vaak is al opgemerkt dat ziek zijn regressieve effecten heeft: de volwassen pa tiënt gaat allerlei kinderlijke ge dragingen vertonen; hij denkt ego centrisch, stelt zich afhankelijk op en gaat allerlei kinderlijke gedra gingen vertonen; hij denkt ego centrisch, stelt zich afhankelijk op en gaat ouder-kenmerken aan be langrijke mensen uit zijn omgeving toeschrijven. En wie zijn dat in het ziekenhuis anders dan de arts (de vader) en de verpleegster (de moe der)? Misschien dat hierom de ver anderende verhoudingen in de mo derne gezinnen ook samengaan met een neiging tot vermannelij king van het verpleégkundig beroep. Patiënten Bij de patiënten bestaat een para doxale situatie. Aan de ene kant blijkt het zwakke geslacht de hoogste levensverwachting te hbben: een vrouw mag bij haar geboorte rekenen op 77,6 levensja ren, tegen 71,6 voor de man. Deze verhouding bestaat in vrijwel alle gelndustrlaleerde landen. mannen, maken ze meer gebruik van de diensten van de ge zondheidszorg en verzuimen ze va ker hun werk wegens ziekte. Een eerste verklaring van deze pa radox luidt: vrouwen zijn vaker ziek dan mannen. Dit kan allerlei oorzaken hebben, waarbij overi gens de rol van fysieke factoren niet moet worden overschat. Be langrijk is, dat de vrouw in onze samenleving veel blootstaat aan stress. Deze wordt veroorzaakt door de aard van de traditionele vrouwelijke rol: weinig belonend, laag prestige, onduidelijk gestruc tureerd. weinig bevredigend en met de gelegenheid om problemen „uit te broeden." Uit onderzoek blijkt dan ook dat vrouwen met een baan minder vaak ziek zijn dan vrouwen met een meer traditioneel gedrag. Anders gezegd: de zieke-rol is beter verenigbaar met de traditionele vrouwelijke rol dan met een be roepsrol. De desondanks hogere levensver wachting van vrouwen kan nu ver klaard worden uit het feit dat man nen meer aan direct levensbedrei gende ziekten en gevaren blootstaan. Belangrijke doodsoor zaken bij hen zijn namelijk nieuw vormingen (vooral longkanker), ziekten van hart en bloedvaten en ongelukken van allerlei aard. En het vóórkomen hiervan wordt be vorderd door sigaretten roken, al coholgebruik en autorijden, gedra gingen die vrouwen minder verto nen dan mannen. Hulp zoeken Een andere verklaring van de ge noemde paradox is als volgt. Vrou wen zijn niet vaker ziek, maar ze zéggen vaker dat ze ziek zijn. Dat komt omdat in onze samenleving hulp zoeken, klagen en een afhan kelijke opstelling voor vrouwen veel meer geaccepteerd is dan voor mannen. Hier komt nog bij dat, omdat de meeste artsen als man een mannelijk gezondheids- ideaal hanteren, ze vrouwen sneller als ziek zullen beschouwen dan hun sexegenoten. Door dit alles komen vrouwen in een vroeger stadium met de ge zondheidszorg in aanraking dan mannen. Deze laatsten zouden dus langer blijven doorlopen met hun kwalen, die dan ook gemakkelijk gevaarlijker vormen kunnen aan nemen. Vandaar de hogere sterfte cijfers voor mannen. Emancipatie Emancipatie van de vrouw kan om schreven worden als een proces, dat leidt tot gelijke rolverwachtin- gen voor mannen en vrouwen. In principe kan dit proces leiden tot één, geheel nieuwe rol voor mannen en vrouwen beide. In de praktijk echter blijkt maar al te vaak de emancipatiegedachte beperkt te worden tot de wens, dat vrouwen nu ook mogen (ja. zelfs moeten) wat vroeger mannen voorbehouden Welke verklaring van onze paradox nu ook de Juiste is. een conclusie is duidelijk: een dergelijke opvatting van emancipatie, die het mannelijk gedrag als streefdoel stelt, zou kun nen leiden tot verdere nivellering van mannelijke en vrouwelijke le vensverwachting en dat is voor vrouwen geen goed perspectief. ■Veel belangrijker is dan ook de gelijktrekking van de verhouding tussen de geslachten in de beroe pen van de gezondheidszorg. Zo lang we niet weten wAce effecten typisch vrouwelijk of mannelijk ge drag daarin heeft is het het beste beide zoveel mogelijk tot hun recht te laten komen. Een uitsluitend op mannelijke idealen gebaseerde ge zondheidsopvatting kan daardoor voorkomen worden. En dat is te vens het belangrijkste van de emancipatie, en niet alleen in de gezondheidszorg: dat niet een man nelijk ideaal door vrouwen wordt nagestreefd, maar dat mannen en vrouwen samen tot een nieuwe vorm van samenleving komen. Aan de andere kant echter rappor- Sj i' -iV*™*!* teren vrouwen meer ziekte dan „„tuit in IMnlw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 13