GOED EN KWAAD Een beetje Leger des Heils-achtig J NV Over de gevolgen van een heimwee VANDAAG ZATERDAG 7 MEI 1977 KERK Trouw/Kwartet door prof. dr. G. Th. Rothuizen Hoe mooi waren ze, die oude mensen, hoe eenvou dig, hoe zuiver .hoe sereen lijkt me hun leven: geen modder, geen draaikolken. Virginia Woolf Eigenlijk <d.w.z. volgens het boekje) had ik een ongelukki ge jeugd moeten hebben. Bij het uitbreken van de oorlog, mei 1940. was ik veertien en mijn jeugd speelde zich dus af gedurende bezettingstijd Ik verloor prompt mijn beste vriend Hij mocht dan nog zo aardig zijn (en dat was hij), zijn vader (ook aardig) was opperhoofd van de NSB in Zeeland en dat kon je niet langer maken Met ons gezin liep het volkomen in het honderd Een broer en een zwa ger raakten krijgsgevangen voor de rest van de oorlog, een andere zwa ger werd gegijzeld, een zuster zat in het concentratiekamp, weer een andere zuster en broer werden als ..ongewenst persoon" verbannen uit de stad van hun inwoning, de rest verloor ai hun huisraad Tot overmaat van ramp stierf mijn moeder in 1942. nazes jaar verlam mlng Ik hield er een fijne maar duidelijk vereenzaamde vader aan •ver. benevens een aantal huis houdsters, die bij mij geen goed konden doen Op het gymnasium wenste de rector, in zijn klassieke toren schuilend, ver boven de par tijen te blijven staan Zwarte theo logie zou tegenwoordig zeggen uni verseel is neutraal en neutraal is heulen met. en ze heeft gelijk De rector (ook al aardig) was dus (out Je rammelde in Zeeland niet direct van de honger, maar trek had je altijd. Van enig uitgaansleven was geen sprake, allengs werd de pro vincie hermeUsch afgesloten en wanneer Je in de bus naar school niet op Je woorden paste, was je er vies bij. De trein kon altijd bescho ten worden. Thuis stonk het op de eerste verdieping altijd naar prui sisch leer vanwege de eeuwig inge kwartierde officier en vijand, die mij graag toeblafte dat zijn over winning zeker was Huiswerk werd niet zelden gemaakt bij noodver lichting en met de visite erbij. Mijn eerste Helde verliep ongelukkig, niet omdat ik een blauwtje liep, maar na een jaar nog wel liet lopen en dat Is weinig minder erg Voeg bij dit alles dat het om een gereformeerde jeugd ging. d w.z dansen door de week was er even min bij als fietsen op zondag, maar wel tweemaal naar de kerk en daar tussendoor twee lezingen op de jon gelingsverenlging en men zal het kunnen begrijpen en billijken wan neer ik zou hebben ómgezlen. zo niet in wrok. dan toch wel in onbe hagen Nogmaals: volgens het boekje of de boekjes zouden daar voor redenen genoeg zijn geweest God in Londen Niets is minder waar. Mijn herinne nngen aan de oorlogstijd in het algemeen en mijn gereformeerde opvoeding in het bijzonder zijn overwegend die aan een of andere oergezelligheid en van een verba zingwekkende intimiteit, in alle va riaties van het kruipen in de bijbel op de verenigingsuren en avonden tot een stiekeme zoen in de zwaar verduisterde trein Een vrijage in de duinen <na 1943 helaas onmoge lijk) tot het huiswerk maken in de kamer het waren evenzovele hol letjes tegen het geweld Het leven moet van een hartverwarmende eenvoud geweest zijn. Reductie werd tot concentratie Ik acht het mogelijk, dat deze eenvoud een heel speciale oorzaak had. Iedereen «vond Je en dacht je) wist haarscherp wat goed was en wat kwaad Dèt lag (als we de VPRO- uitzending over de jaren twintig en dertig mogen geloven», bij alle el lende tóch ai ..heerlijk vast" Maar deze vastigheid scheen in de oorlog haar climax en bekroning gevon den te hebben God zat in Londen, de Duivel in Berlijn, alleen dode Duitsers waren goede Duitsers en zelfs fervent ongelovigen als Jac ques Bloem konden niet nalaten te dichten Aan de geallieerde vliegers: Engelengelijk moeten die wij heten. Die. gezeten tusschen gerichte vleugels Onbewogen dan door te zijn ge rechten De ondergang tartten. En zij zegenden de gespleten aarde, Met de heilige bommen van de ver delging Onbeschaamd Er was wel oorlog, maar er waren dus geen problemen. Achteraf hoorde Je. dat maagzweren verdwe nen als sneeuw voor de zon en algemeen is bekend, dat het eerst vrede moet worden, alvorens men sen weer gaan talen naar depres sies, wanhoop en suïcide, zó „ver eent" de strijd. Het enige probleem, dat wij in ons gezin ooit kenden, was de vraag of we het door een vriendelijke inkwartiering afgescho ven prachtige wittebrood moes ten opeten of weggooien Ik ben mij bewust thans onbe schaamd te praten over mijzelf Want er leefden in dezelfde tijd natuurlijk ook goede Duitsers. Die trich Bonhoeffer bv was er zo een en die had het niet gemakkelijk met goed en kwaad. Die schreef ,.De grote maskerade vap het kwaad heeft alle redelijke begrip pen op losse schroeven gezet Voor hem had de duivel ..de gestalte aangenomen van het licht, van het goede" en hoe'. En hij zag voor ogen. hoe mensen „het kwade tole reerden om groter kwaad te vermij den" en daarbij uit het oog verlo ren. dat „het grotere kwaad dat zij vermijden wilden het grotere goed zou kunnen zijn". En hij schrijft van zichzelf en de zijnen „Wij wa ren de zwijgende getuigen van slechte daden, wij zijn door de wol geverfd* wij leerden de kunst te veinzen en te spreken met dubbele tong zware conflicten maakten ons murw. misschien zelfs cynisch zijn wij nog bruikbaar1" Dat wil zeggen, in dezelfde tijd. dat ik de duidelijkheid van goed en kwaad leerde omarmen, leerden anderen ermee kappen. Bonhoeffer sprak voor zijn eigen illegaliteit. Maar sprak hij niet voor alle illega liteit1 Dit was ook de tijd. dat jon gens. nauwelijks ouder dan ik. en soldaat, op het slagveld leerden, dat alles wat hen altijd als kwaad verboden was (liegen, bedriegen, plunderen en doden) voor het mo ment verdiende goed genoemd te worden en in ieder geval gedaan. Maar wat wist je daarvan op je zestiende of wat wist het merendeel van de bevolking ervan, hoe „er gens" een goede .kameraad, ver klikker geworden, werd geliqui deerd en dat Presserzijn verschrik kelijk boek over de ondergang der joden zou besluiten met de zin ..Om te leven moest elke overleven de iemand verraden door hem in de steek te laten"? Dat mijn „duide lijkheid" omsingeld werd door een huiveringwekkende tragiek, waar in goed en kwaad hopeloos ver strengeld lagen, ik wist het niet. Verloren onschuld Die duidelijkheid leek na de oorlog voorgoed voorbij (al zou zij nog even doorsudderen: gingen wij niet duidelijk Indlë bevrijden, verdien de Noord-Korea niet duidelijk ver nietigd?) Dat go)d over de hele li nie. Brief Encounter is een duidelij ke anti-overspel film. Toen hij laatst nog eens werd vertoond sprak een recensent van „verloren onschuld" en ik vrees, dat hij gelijk had. Tegenwoordigd draaien wij Kisses at Fifty. Goed en kwaad verstrikken zich tot in de huiska mers Daar praten wij met elkaar over de vraag of het goed is 25 miljoen kinderen in India van de hongerdood te redden, in de zeker heid dat we over 25 jaar 125 miljoen kinderen te voeden hebben. Wij le ven bij gratie van wapenen, die we missen kunnen noch gebruiken, ge bruiken noch missen. Zijn zulke wapenen goed of kwaad of rest ons slechts de duidelijkheid van de krankzinnigheid1 Dat mensenon- rechtcn moeten sneuvelen in de strijd om de mensenrechten is dui delijk. Maar niet hoeveel mensen rechten er daarbij mogen inschie ten. Is de medische macht een goed of een kwaad? En hoeveel versla ving mag een mens zichzelf en zijn cultuur gunnen om te „overleven"? Vanuit al deze onduidelijkheden werd nu ook het mes gezet in de duidelijkheid van de oorlog. Waren de bombardementen op Dresden bevrijding of gewoon moord? Was het laatste middel om onze landgenoten uit de Japanse con centratiekampen nog op tijd de vrede te bezorgen (de Bom); niet ook het eerste middel ons allen op te zadelen met de ramp van een koude oorlog? En ik zei het al. illegalen bleken (ook) verraders en verraders (ook) illegaal en was een ..goede" Nederlander niet door gaans een „laffe" Nederlander1 Dwz. betekende aped handelen niet doorgaans een mooi woord voor niets doen? Beter of slechter? Het is in dit klimaat, dat de jeugd onder ons vandaag achttien wordt. Zij worden gemarteld noch opge jaagd en permitteren zich een vrij heid. die de oorlogsjeugd (hun va ders en moeders) verbijstert, irri teert en ook Jaloers maakt (dat „hokt" maar samen of het niets is etc.) Voor deze reactie is onvoldoende reden. Ze hebben het beter, ze heb ben het ook slechter, gemakkelij ker maar ook moeilijker dan wij De „helderheid" van het leven on der de bezetting schampt af op hun problematiek, maakt daar kortslui ting mee en het heeft totaal geen zin hen met de daarbij behorende pedagogiek, laat staan heroïek ach ter de vodden te zitten. Hoogstens vermogen wij enig begrip, enige ja loezie te wekken bij hen voor de zedelijke nostalgie, het heimwee waarmee wij ouderen terug kunnen dromen naar de dagen, dat God gewoon in Londen zat, de Duivel in Berlijn en alles eenvoudig leek. goed goed was en kwaad kwaad en daarmee uit naar het scheen (het Tekening van Otto Dicke uit „Wij waren er ook bij", het oorlogsboek-voor-jongeren van Gertie Evenhuis (uitg. Van Goor Zonen, Den Haag). motto van Virginia Woolf werd ge schreven in Londen. 1940!) Verbrande schepen En misschien, dat zij de jongeren van vandaag dan op hun beurt ook enig begrip mogen wekken t.a.v. een duidelijkheid, die zij (bij alle morele puzzelsxnenen veroverd te hebben? Zodat de óngecompli- ceerdheid van goed en kwaad toch ook weer niet voorgoed voorbij lijkt en hier en daar in een zelfs verras send helder licht komt te staan! Zó zelfs dat opnieuw mensen bereid zijn ervoor in gevangenissen te gaan. gemarteld te worden, te ster ven en zelfs te laten sterven. Wat veel jongeren vandaag ons proberen duidelijk te maken, dat is dat het best eens mogelijk zou kun nen zijn, dat God zijn voor ons zo ingewikkelde en verre hemel en de Duivel zijn ingewikkelde en verre hel opnieuw verlaten hebben om hun intrek te nemen op aarde. De laatste bijv. in Pretoria en Moskou. Santiago en de Sahel. De eerste op Robbeneiland, de Goelagarchipel, bij de ondergrondse van Chili en in de rijke landen. Wie zichzelf ook maar een beetje serieus genomen heeft in oorlogs tijd. wie toen ook maar een beetje geloofd heeft in een enigszins dui delijk verschil tussen goed en kwaad, die zal er goed aan doen dat ook nu te doen. Of hij verdient op verschrikkelijke wijze uitgelachen te worden door het nageslacht, dat toch niet toevallig zijn nageslacht is. Zo gezien is het niet zo. dat de moraal van vandaag die van vroe ger uitsluit. Juist wie de ethiek van vandaag (en het is de ethiek van de jeugd van vandaag) niet in grote trekken aanvaardt en daarbij de. schijnduidelijkheid en de uitwas sen van haar stellirtgname op de koop toeneemt zoals wij dat ook altijd gewild en gevraagd hebben voor het tijdvak 1940-1945 die heeft alle zedelijke schepen achter zich verbrand. Wie het wel doet, hij heeft ergens vrede Prof. dr G. Th. Bolhuizen is hoogle raar in de ethiek aan de theologische hogeschool van de gereformeerde kerken te Kampen. door A. J. Klei Aan de kerkdienst in het ziekenhuis, waar ik ten gerieve van de gemeentezang het harmonium beroerde, werkte een jeugdkoor mee. dat bij 't uitgaan luidkeels „Ik wandel in het licht met Jezus" zong. begeleid door een ritmische gitaar. Hoe vin-je dat?, vroeg iemand, en ik zei: een beetje Leger des Heils-achtig Nu tk me vandaag geroepen acht iets over het Leger des Heils te schrijven, omdat het morgen negentig jaar geleden is dat het zijn arbeid in ons land begon, besef ik dat mijn antwoord eigenlijk typerend is voor de houding van heel watt kerk )mensen tegenover het heilsleger: genegenheid op een afstand Zo n opwekkingslied ln marstempo hoeft van mij niet. het verbleekt bij welke psalm ook. maar daarom gooi ik het nog met weg. want er zijn jongeren en ouderen die er wat aan hebben. En dan zeg Je ervan een beetje Leger des Hells-achtlg Je waardeert het. maar met voor jezelf Je zou je nooit bij het Leger des Heils aansluiten, maar „ze doen veel goed" en als ze met De Strijdkreet langskomen, schud je nooit van nee Ovengens Is met dat pnjzende .jze doen veel goed" de kennis omtrent het Leger bij velen bekeken Kapitein D C Verpoorte van de voorlichUngsdienst kan daar sterke staaltjes van vertellen en hij doet dat ook. als hij me rijdt naar majoor J Verhagen, die verbonden is aan de kweekschool van het heilsleger in Amstelveen Deze laatste is me door de commandant als gesprekspartner aangewezen, ik kan ln het streng hiërarchisch geleide Leger met zomaar iemand aanschieten voor een praatje' In het kantoor van de heer Verhagen gaan we er nog even op door Heilssoldaten staan nog vaak te boek als soepuitdelers met een vroom traktaatje onder de arm Dat het Leger op uitgebreide schaal en met beroepskrachten aan maatschappelijke hulpverlening doet. ontgaat blijkbaar de doorsnee-Nederlander En de opnchting van het eigen dat het heilsleger voor 't merendeel bestaat uit „gewone" mensen. Je treft bij het Leger niet gauw vertegenwoordigers van de geestelijke en maatschappelijke bovenlaag aan. Dit in tegenstelling tot. bijvoorbeeld. Engeland, waar burgemeesters en vakbondleiders die aangesloten zijn bij het Leger des Heils. geen uitzondering vormen. Wij doen aan bijbelstudie, niet aan theologie, verklaart majoor Verhagen, we luisteren naar wat Gods Woord ons te zeggen heeft voor het leven van alledag. Ik meen dat je daarbij de theologie niet buiten de kweekschool)deur kunt houden. Majoor Verhagen vertelt dat een ethische commissie van het Leger zich buigt (onder meer) over het vraagstuk van de homofilie en ik beweer opnieuw, dat je hierbij de theologie niet kunt uitschakelen. De heer Verhagen geeft het half toe en knikt enigszins opgelucht, wanneer ik vervolgens vaststel dat ook de hiërarchie van het Leger meebrengt dat (eventuele) discussies niet naar buiten komen de besprekingen van de ethische commissie vinden binnenskamers plaats, we zullen alleen horen wat het resultaat is. Een perstafel is contrabande. De oorspronkelijke methodistische prediking van het Leger is verkleurd. Je vindt niet meer de felle tegenstelling tussen de nogal nadrukkelijk beschreven heerlijkheden van't eeuwig, zalig leven tegenover de al even concreet beschreven ellende van het hellevuur, gevolgd door de dringende oproep om nü te kiezen Tegenwoordig klinkt de opwekking om Christus als Koning van je leven te kiezen. Want wie dat doet. vindt zijn eigenlijke bestemming, en wie dat nalaat, beantwoordt niet aan zijn bestemming. En het mooie is dat deze opwekking bij het Leger niet vergezeld gaat van tobberig gedebatteer over horizontalistisch en verticalistisch. En daarom, dunkt me. laat het jubilerend Leger des Heils de ernst van deze keus helderder zien dan de kerk veelal doet. Morgenochtend zendt de IKON de (jubileum)samenkomst van het Leger des Heils uit, die gehouden wordt in de korpszaal aan de Gerard Doustraat in de Amsterdamse Pijp- Dit is de oudste vergaderzaal van het Leger in ons land. en Johan Braakensiek maakte deze tekening van een der eerste samenkomsten in de Gerard Doustraat. DE FAMILIE VAN JEZUS Het verhaal gaat verder De „naastbestaanden" hebben een poging gedaan om Jezus „te halen' Volgens hen was hij in een vreemde ban geraakt. Hij leefde in een wereld die hen onbekend was. waarin Hij zijn eten zelfs liet staan Dat was abnormaal in hun ogen. Zo kan een mens niet leven. Hij moet zichzelf niet vergeten Daaruit heeft zich een hele dlskussie ontwikkeld over de vraag hoe Hij dan „bezeten" zou kunnen zijn. zoals de schriftgeleerden beweerden. Nu gaat het verhaal verder Het gaat nu over zijn moeder en zijn broers, die Hem door een ander laten roepen. Waarom doen ze 't zelf niet1 Het bericht komt door Zie uw moeder en uw broeders staan buiten en zoeken U Dat lijkt een echte zaak En dat zal t ook geweest Zijn. Echte bezorgdheid om dezé zoon en broer die zulke ongekende wegen gaat Hoe zal Hij dit weten te waarderen? Het gezin is toch een goede zaak En je moet toch bij elkaar blijven. Het verhaal is kort verteld We horen geen overwegingen en gevoelens worden niet vermeld Daardoor komt Jezus' antwoord wat abrupt over. Hij vraagt wie dat zijn. z'n moeder en broeders, 'tls haasteen rhetorische vraag, want meteen daarop lezen we dat Hij om Zich heen ziet en andere mensen aanwijst en die zijn familie noemt Zijn familie bestaa* uit die mensen die de wil Gods doen. Die zijn mijn broeder en zuster en moeder. Gezin en familie zijn goede zaken Zonder huwelijk, liefde en vriendschap zijn mensen als „vensterloze nomaden", als los zand, als knikkers in een zak Maar er gaat iets boven dat alles uit. Het zijn waardevolle levensvormen die we hebben opgenoemd Maar zonder inhoud zijn ze leeg De inhoud is „het doen van de wil van God". Je aan de afspraken houden, die vol belofte en hoop zijn En zonder dat zijn zelfs die kostbare vormen holen waarin mensen tevergeefs schuil en schut zoeken tegen de huilende wildernis van de vervreemding. (Markus 3. vers 31-35) Beroepingswerk NED. HERV. KF.RK Beroepen te Bleskensgraaf E M Bakker te Nieuwerkerk a.d. IJssel; te Maartensdijk b.w.i.w W J Lamfers, kand. te De Bilt. Bedankt voor Geldermalsen ttoez.): P van Die te Wolfaartsdijk GEREF. KERKEN Beroepen te Capelle a.d. IJssel: Medema te Nijensleek. GEREF. KERKEN VRIJG Beroepen te Lelystad: P. J. Trimp, kand. te Kampen. Bedankt voor Zoetermeer J. de Wolf te Winschoten. D^flboekennieuws Dr. Rudolf Boon ONTMOETING MET ISRAEL Het volk ven de Thora 200 blz.. geb 27,75 .Dit boek zouden alle dominees moeten lezen' Er» allen die zich willen verdiepen m Israels gedachienwereld aldus Evangelie en Israel Dr. Rudolf Boon HET CHRISTENDOM OP DE TOCHT Een onderzoek naar de opkomst van hel West-Europese Atheïsme 258 blz.. 29.95 Een boeiende sludie die velen kan helpen de besiri|ders van hel chnstendom beier te leren verslaan om zo mei de auteur een begin ie kunnen maken mei een ..antwoord' aan hei atheïsme Dr. J van Raalt<> DE PUINHOOP VAN HET CHRIS TENDOM ALS TEKEN VAN HOOP 104 blz 12.25 Oe auteur komt tot een verrassende visie op de toekomstmogeii|kheden van de kerk Prof. Dr. J. Firet HET AGOGISCH MOMENT IN HET PASTORAAL OPTREDEN 3e druk. 388 blz 47.50 Dti boek biedt een geweldige hoeveelheid materiaal en is daardoor een stimulans voor alten die pastoraal bezig zi|n Verkrijgbaar m de boekhandel vormingscentrum in Lunteren voor de bezinning op dit beroepsmatige werk was geen gebeurtenis, die de voorpagina haalde Merkwaardig eigenlijk, dat je het Leger zo weinig tegenkomt Neem nu die bezinning Daarbij gaat het erom. dat de laatste van de drie S-en, waarmee vanouds het optreden van het heilsleger werd getypeerd: soup, soap en salvation tsoep. zeep en redding), dat redden van zielen niet in de verdrukking komt Welnu, de kerken kennen het probleem van wat dan heet de veralgemening van het maatschappelijk werk en ze discussiëren over al dan niet „gevulde algemeenheid", maar het Leger hoor je niet in het debat Nog een paar dingen Her en der vertoont de traditionele bijbelopvatting scheuren Wordt het fundamentalisme van het Leger des Heils nooit aangevochten? Je verneemt er nooit over Sinds jaar en dag kunnen de kerken niet meer om de kwestie van de homofilie heen. aan rapporten en geschriften geen gebrek. Gaat dit aan het Leger voorbij? Je merkt er althans niks van In de kerken bloeit naast een zeker activisme ook zoiets als een. laat ik zeggen. opwekkingsmentahteit op. In roomse en calvinistische kerken wordt vrolijk geklapt op het ritme van een gul meegezongen opwekkingslied. Wat vindt het Leger daarvan1 Vaart het er ook wel bij? Je weet het niet Majoor Verhagen en kapitein Verpoorte horen mijn opsomming aan. Om met mijn laatste vraag te beginnen, ik ontdek dat zij geen van beiden „kind van het regiment" zijn, dat wil zeggen dat hun ouders geen heilssoldaten waren. De heer Verhagen is van gereformeerde komaf en de heer Verpoorte is hervormd geweest Majoor Verhagen was negentien, toen hij overging naar het Leger Hij wilde wat doen. maar in de kerk werd meer gepraat dan gedaan, tot in de evangelisatiecommissie toe HIJ denkt dat hij. als hij vandaag negentien was. waarschijnlijk m de kerk zou blijven omdat daar nu plaats is voor jongelui, die letterlijk met het evangelie de straat op willen Hiermee geeft hij tegelijk antwoord op mijn vraag: naarmate de kerk meer ruimte biedt voor verschillende manieren van geloofsbeleving, zal er minder behoefte zijn om het elders, in dit geval: bij het Leger des Heils. te zoeken Intussen ziet majoor Verhagen een blijvend verschil niet over 't hoofd geklap en een combootje in de kerk zijn versiersels, een extraatje, iets bovenop de normale kerkdienst, maar bij het Leger behoort het tot het wëzen van de samenkomst. Klappen, spontaan getuigen het is in ons ingebakken, zegt majoor Verhagen Hiermee komen we op de andere, door mij aangeroerde punten. Bij het Leger hebben ze niet zo'n behoefte aan theologische overwegingen en vandaar dat je van deze kant geen „inbreng" kunt verwachten in actuele theologische discussies of in discussies, waar de theologie een stevig woordje meespreekt, hetgeen in ons land meestal het geval is Er komt bij THEOCRATIE OF IDEOLOGIE HU DILEMMA VAN Lf IRJlDKiH OtRlsri Mf! II) Dezer dagen verschenen: Dr. W. Aalders THEOCRATIE OF IDEOLOGIE Het dilemma van de huidige christenheid 306 blz.. gebonden 37,50 De auteur heeft de stormachtige ontwikkelingen van de laatste jaren in kerk en universiteit, staa't en maatschappij van nabij meegemaakt. In dit boek laat hij zien hoe de fundamentele waarheden van de Reformatie en het Réveil dreigen verloren te gaan. De grote vraag vandaag is: waar vindt het confessionele geloof nog een huis om in te wonen sinds de ideologische doorbraak in de kerk. in de christelijke school en -in de christelijke politieke partijen heeft plaatsgevonden. Tegenover de ..diep- insnijdende veranderingen" past niet langer argeloosheid en naïviteit. Vanuit Groen tracht de auteur de roeping van de hedendaagse christen heid aan te geven. Dit rijke boek is van groot belang voor allen die met bewogenheid en bezorgdheid aanzien dat de invloed van het christen dom tanende is. vooral ook door de ondergraving en aanvallen op de fundamentele waarheden van de zijde van het moderne denken, dat niet ophoudt met zijn pogingen binnen de kerk gestalte te krijgen Juist in deze dagen van verkiezingsstrijd en discussie over het ethisch reveil een belangri/k boek. dat allen die de confessionele partijvorming verdedigen een hart onder de riem steekt. Verkrijgbaar in de boekhandel UITGEVER!) 3. N. VOORHOEVE - DEN HAAG

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 2