'Bouwtekeningen' voor de middenschool
Uit brieven van lezers
h'
Voor het eerst wordt een nieuw type onderwijs in de praktijk beproefd
iXj ZATERDAG 7 MEI 1977
BINNENLAND
T rouw/Kwartet19
Als een olievlek op het water breidt het experiment met de middenschool zich
uit. Vorig jaar gingen vierhonderd kinderen naar de eerste twee middenscho-
len-in-opbouw; in augustus zijn ze al tweedeklassers. Oan treedt een nieuwe
groep van duizend leerlingen aan, verdeeld over vijf scholen.
Mensen die tegen het experiment met de middenschool zijn spreken over
proefkonijnen. Maar voorstanders van deze nieuwe vorm van onderwijs
beschouwen deze eerste middenschoolleerlingen als pioniers.
Het unieke van het experiment met de middenschool is dat men voor het eerst
probeert een nieuw schooltype proefondervindelijk uit te testen. Dat is nog
nooit vertoond. Nieuwe schoolsoorten werden in het verleden bi) wet gescha
pen. Nu wordt langs experimentele weg nagegaan hoe een eventuele mid
denschool eruit zou kunnen zien. Pas als de experimenten voltooid zijn, zal
het parlement beslissen of de middenschool voor alle kinderen van deze
leeftijd moet worden ingevoerd.
Vorig jaar augustus begonnen de eerste twee scholen met een volledig
experiment. Dat waren de Open Schoolgemeenschap Bijlmer in Amsterdam
door Piet Hagen
en de streekschool In Heythuysen. In augustus komen er drie scholen bi]: de
christelijke scholengemeenschap Anna Maria van Schurman In Franeker, de
Jenaplan-lvo-school In Utrecht en de scholengemeenschap Lelystad. Daar
naast zijn er dan tien scholen die een deelexperiment doen. Elke experimen-
teerschool houdt bovendien nog contact met enkele „resonansscholen" die
de vernieuwingen op de voet volgen.
De grote lijnen van het middenschootplan zijn destijds door minister Van
Kemenade getekend. Het doel was vierledig: uitstel ven de beroeps- en
studiekeuze van het twaalfde naar het vijftiende of zestiende |aar, gelijke
kansen voor iedereen, verbreding van het onderwi|s (meer sociale, culturele,
artistieke en technische vorming) en meer aandacht voor individuele moge
lijkheden. Die ruwe schets is door de commissie-middenschool nader uitge
werkt. Maar ook de adviezen van deze commissie blijven nog vaag. De
eigenlijke bouwtekeningen moeten gemaakt worden door de scholen zelf.
Die bouwtekeningen zijn Inmiddels gereed en goedgekeurd. Ze staan bekend
als „schoolwerkplan", een term die In de toekomst steeds vaker zal vallen niet
alleen op experimentele, maar eok op „gewone" scholen. De school
werkplannen van de vijf middenscholen geven een eerste indruk van wat met
een middenschool wordt bedoeld. Het Is een heel voorlopig beeld, dal In de
loop der jaren steeds zal worden bijgesteld. Maar enig idee van wat men
voorstaat krijg je er wel door.
Zo'n schoolwerkplan Is een boekje van gemiddeld zo'n vijftig bladzijden. Er
komen heel wat dure woorden en omslachtige volzinnen in voor. Zo wordt
gesproken over „subdoelen van het communicatieve leergebied" en over
„geoperationaliseerde leerlingbegeleiding door een multidisciplinair team".
Maar wie daardoor heen kijkt begrijpt toch wel ongeveer uit welke hoek de
wind waalt.
We hebben de vijf plannen met elkaar vergeleken en geven een bloemlezing
van punten die ons van belang leken.
1. De voorgeschiedenis
Elke school blijkt haar eigen voorgeschie
denis te hebben en daardoor ontstaat met
een al een grote variëteit in de plannen.
De school in Amsterdam-Bijlmer (bedoeld
als samenwerkingsschool) is eigenlijk de
oudste middenschool in ons land. Toen de
school vorig jaar met het officiële experi
ment begon had men al enkele jaren erva
ring met middenschool-onderwijs. Er was
al een verlengde brugperiode van drie jaar
en de school bood in de bovenbouw alle
mogelijkheden van lager beroepsonder
wijs tot en met voorbereidend we
tenschappelijk onderwijs.
Heel anders lag de situatie in bij voorbeeld
Heythuysen. Ook daar had men wel enige
ervaring mefe vernieuwing, maar de basis
waarop het experiment vorig jear begon
was veel smaller: een rooms-katholieke
technische streekschool. Nog weer anders
is het vertrekpunt van de (protestants-
christelijke) school in Franeker, dié vijf
jaar lang ervaring had met een gezamelij-
ke brugperiode van lager beroepsonder
wijs en mavo. De openbare school in
Utrecht is ooit begonnen als Ivo (Mavo),
vervolgens uitgebouwd tot Jenaplan-lvo-
school en in augustus wordt zij a.s. ver
breed tot middenschool. De school in Le
lystad tenslotte werd in 1969 door het
Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeer-
polders opgezet als school voor mavo, havo
en v.w.o. Vorig jaar kwam daar het lager
beroepsonderwijs bij en nu begint deze
snel groeiende scholengemeenschap aan
het middenschool-avontuur.
2. Pedagogische idealen
Veel woorden worden gewijd aan het peda
gogisch ideaal van de school. De school in
de Bijlmer legt veel nadruk op de zelfstan
digwording van het kind. Het gaat er voor
al om dat het kind zelfvertrouwen krijgt,-
zicht krijgt op de wereld en vooral ook op
de eigen plaats in die wereld. De „leerresul
taten" worden wel belangrijk geacht, maar
dan in de eerste plaats met het oog op de
volwassenwording. Dat uitgangspunt be
paalt hoe er bij voorbeeld gesproken wordt
over wiskunde (behalve wiskundig inzicht
en Tekenvaardigheid ook werken aan je
zelfvertrouwen), koken (de beleving van
het samen iets klaar maken) of biologie
(verwondering).
De school in Franeker hanteert bijbelse
begrippen als gerechtigheid, barmhartig
heid, hulpvaardigheid, dienstbaarheid, so
lidariteit en medemenselijkheid. Opvoe
ding en onderwijs moet ieders unieke mo
gelijkheden tot ontplooiing brengen tot
opbouw van het koninkrijk van God.
De school in Heythuysen spreekt over op
voeding vanuit ethische en godsdienstige
waarden en over de ontwikkeling van de
creativiteit en de humaniteit. In Lelystad
wordt o.a. de ontmoeting van verschillen
de levensbeschouwingen als doelstelling
genoemd. De (openbare) school in Utrecht
beklemtoont de opvoeding tot dienstbaar
heid.
Ter geruststelling van de WD: de veran
dering van de maatschappij wordt nergens
als doelstelling genoemd, al wordt wel ge
streefd naar maatschappelijke bewustwor
ding. De school in de Bijlmer zegt zelfs:
elke* les is een les maatschappijleer. Een
apart vak. maatschappijleer is dan over
bodig.
3. Schoolgrootte
De school in de Bijlmer telt straks een
duizend leerlingen en men hoopt de verde
re groei zoveel mogelijk te beperken. Als je
echter een bovenbouw wilt hebben met
alles erop en eraan (van l.b.o. tbt v.w.o.)
kom je toch gauw boven de duizend leer
lingen. In Lelystad worden te zijnertijd
zelfs tweeduizend leerlingen verwacht.
Toch hoeft een middenschool niet zo groot
te zijn. De Ivo-school in Utrecht heeft nu
driehonderd leerlingen en zal nog uitgroei
en tot driehonderdvijftig. Veel groter hoeft
niet als de leerlingen na hun vijftiende of
zestiende doorstromen naar andere scho
len. De scholen in Franeker en Heythuysen
zitten tussen de extremen van Utrecht en
Lelystad in.
Wat de middenschool niet wil: eenheidsworst
ten): voor de commissie-middenschool en
de ondersteuning door andere instanties 7. H06 IdflQ GUUrt 06
kcfmt daar nog eens zes miljoen bovenop.
middenschool
5. De gebouwen
4. Extra kosten
De omvang van het lerarenkorps is afhan
kelijk van het aantal leerlingen. De grote
scholen (Lelystad bijvoorbeeld) ervaren nu
al hoe moeilijk het is elk jaar een nieuwe
groep leraren in te werken. Omdat het
experiment veel extra werk meebrengt
(veel vergaderingen, eigen lesmateriaal
maken, kleinere klassen) zijn extra leraren
nodig. Gemiddeld kun je zeggen dat het
ministerie ongeveer tien procent extra
mankracht toestaat. De vijftien experi
menteer-scholen (vijf volledige en tien ge-
deeltelijke experimenten) staan op de be
groting voor ongeveer zeven miljoen gul
den (extra mankracht en andere faciliteit
Sommige scholen verkeren in de gelukkige
omstandigheid dat ze voor experimente
ren gebouwd zijn. Dat geldt met name
voor de Bijlmer en Lelystad. Een school in
Franeker verkeert in een veel moeilijker
situatie. Daar zit men met verschillende
oude gebouwen en de nieuwbouw is nog
niet verder dan de tekentafel. In Heythuy
sen heeft men voor de middenschool nieu
we lokalen gebouwd. Utrecht heeft nog
geen toestemming voor ver- en nieuw-
bouw.
6. Toelating
Een nieuw vak: algemene technieken
De scholen streven naar een ruim toela
tingsbeleid. Hoewel men bijvoorbeeld in
Utrecht ook piogelijkheden wil scheppen
voor kinderen die tegen het buitengewoon
onderwijs aan zitten, wordt doorgaans ver
langd dat de gewone lagere school met
succes is gevolgd. In de Bijlmer zijn wel
moeilijkheden gerezen over de afwijzing
van kinderen uit de Bijlmer zelf. Om een zo
breed mogelijk samengestelde schoolbe
volking te krijgen werden ook kinderen
van naburige gemeenten aangenomen, ter
wijl kinderen uit de Bijlmer werden uitge
loot. Teleurgestelde ouders spanden zelfs
een kort geding aan om alsnog toegang
voor hun kinderen te krijgen. Selectie op
grond van schooltoetsen komt niet voor,
omdat voorsortering (l.b.o.-mavo-havo-
v.w.o) in strijd is met het uitgangspunt van
ongedeeld onderwijs
Ook dat verschilt van plaats tot plaats.
Overal wordt gestreefd naar drie jaar on
gedeeld onderwijs. Alle kinderen blijven
bij elkaar in ongeselecteerde groepen. Wel
begint in het tweede en vooral in het derde
jaar een zekere verscheidenheid op te tre
den overeenkomstig tempo, belangstelling
en niveau.
In de Bijlmer neemt die variatie in het
vierde jaar vastere vorm aan. Na vier jaar
middenschool volgt dan een vijfde jaar
voor hen die het diploma mavo of l.b.o.
willen halen en een vijfde en zesde jaar
voor v.w.o.-havo.
Franeker kiest voorlopig voor een driejari
ge middenschool. Daarna kun je in een
vierde jaar het diploma mavo of lager
beroepsonderwijs halen, maar het is ook
'mogelijk na drie jaar over te stappen naar
een school voor v.w.o.-havo. De mid
denschool in Heythuysen is drie-é vierja
rig, die in Lelystad in principe eveneens en
de school in Utrecht gaat uit van een
vierjarige cursus, maar houdt rekening
met de mogelijkheid dat leerlingen er een
jaar langer (totaal vijf) of korter (drie jaar)
over doen.
8. Onderwijsvormen en
groepsgrootte
Als je werkt met kinderen met uiteenlo-
pende aanleg moeten de groepen niet te
groot zijn. Franeker vindt 18 20 leerlin
gen per groep gewenst. In de Bijlmer wil
men liever iets grotere groepen: 24 26
leerlingen.
In de lagere leerjaren wordt het onderwijs
voor een belangrijk deel verzorgd door
mentoren. Dat zijn vaste klasseleraren die
meer dan een vak geven. Voor bepaalde
vakken (talen, wiskunde) worden dan we)
vakleerkrachten ingeschakeld. De inde
ling in vakken is echter minder scherp dan
op gewone scholen. Er wordt meer gedacht
in leergebieden, al komen sommige scho
len (de Bijlmer) daar ook weer wat op
terug. In plaats van lestijden van vijftig
minuten worden doorgaans „blokken" van
honderd minuten gegeven. Er wordt ook
gesproken over perioden-onderwijs. Dat
betekent dat bijvoorbeeld eerst een paar
weken koken wordt gegeven, vervolgens
een paar weken algemene technieken, en
zovoorts. Vooral Lelystad heeft een sterke
voorkeur voor projectonderwijs. Vanuit de
traditie van het Jenaplan benadrukt de
Utrechtse school behalve het periode-
onderwijs o.a. het kringgesprek. Op ver
schillende plaatsen duikt de term 'team-
teaching' op (leraren van verschillende
vakken die samen les geven.)
9. Moderne talen
In de brugklas van mavo-havo-v.w.o-
scholen wordt behalve Engels ook Frans
gegeven. In het lager beroepsonderwijs
niet. Hoet moet dat op de middenschool
als je a) kinderen zonder talenknobbel
geen overtollige ballast wilt meegeven en
b) de mogelijkheid van doorstroming naar
raavo-havo-v.w.o.-scholen wilt open
houden?
De oplossing van Heythuysen is: in de
eerste klas alleen Engels.- Franeker geeft
Engels vanaf de eerste, Duits vanaf de
tweede, en Frans is vanaf de eerste klas
een keuzevak. Lelystad en Utrecht doen in
de eerste klasse alle drie de modeme talen,
maar nooit meerman twee tegelijk (het
jaar is ingedeeld in periodes). Amsterdam-
Bijlmer geeft eenmaal per week Engels en
om de veertien dagen afwisselend Frans en
Duits.
In het eerste jaar heeft het vreemde-talen-
onderwijs het karakter van kennismaking
met nieuwe klanken en andere culturen. In
de volgende jaren beginnen de verschillen
in aanleg zich duidelijker te manifesteren.
Soms wordt daarom al vanaf de tweede in
niveaugroepen gewerkt.
10. Inspraak
Ouders en leerlingen worden betrokken bij
de besluitvorming. Zo zijn er „school-
experimenteer-groepen", waarin ouders en
leerlingen vertegenwoordigd zijn. Daar
naast bestaan hier en daar oudercomité's,
bezlnningsgroepen van ouders of ouder
verenigingen. Lelystad en Utrecht hebben
een schoolparlement.
11. Contact naar buiten
Op school wordt veel vergaderd om het
onderlinge contact te garanderen, maar
ook de relatie met de buitenwacht vreet
tijd. Een van de scholen meldt dat zij geen
tijd meer heeft om de pers te woord te
staan. Over het algemeen probeert men de
voorlichtende taak wel zo ruim mogelijk
op te vatten. Er komen veel bezoekers op
school, er worden krantjes gemaakt, voor
lichtingsavonden belegd, enzovoorts. Men
sen van de experimenteerscholen vervul
len ook spreekbeurten, al waarschuwt de
school in de Bijlmer dat zij zich niet leent
voor „een modieus avondvullend program
ma". Elke school onderhoudt contact met
enkele resonansscholen. Er is verder over
leg met de commissie-middenschool, met
andere experimenteerscholen en met be
geleidende instanties (pedagogische
centra, leerplanmakers, enzovoorts). Over
die begeleiding van buitenaf is niet elke
school even tevreden.
12. Theorie en praktijk.
Schoolwerkplannen zijn fraaie geschriften
waar veel in staat over de idealen en
doelstellingen, over de inhoud van het
onderwijs en de organisatie van de school.
Niet alles staat erin, maar als je zo'n
schoolwerkplan leest weet je in ieder geval
meer dan van een school die volstaat met
een jaarlijkse lessentabel. Wat er van alle
mooie bedoelingen terecht komt kun je
natuurlijk niet uit deze plannen aflezen.
Het zal nog een jaar of vijf duren voordat
men iets zinnigs over de resultaten van het
experiment kan zeggen. En dan nog zal het
moeilijk zijn om vast te stellen of bepaalde
idealen (zie punt 2) wel of niet zijn gereali
seerd.
De illustraties bij dit artikel zijn overgenomen uit het school
werkplan voor Lelystad.
couv
Leerlingen begeleiding
Verstoring (1)
De berichten over orde verstoring,
vernielen van een microfoon, hin
deren van de brandweer (Rotter
dam) door „leden" van de PvdA. het
op 39 plaatsen afscheuren van
C.D.A. affiches (Zaandam) geeft wel
te denken over de „opvoeding" tot
democratie. De dictatuur van eiseri
stellen leugenachtige beschuldigin
gen, en minderwaardige personen
hun fatale uitwerking niet.
Wijk aan Zee Michel van der Duinen
Verstoring (2)
Wat bezielt socialisten om met het
uittrekken van broeken en het ver
nielen van geluidsapparatuur een
verkiezingsstrijd te voeren? Wat is
dit voor puber-terreur? Ook de
werkwijze van de Jongens van de
VARA in een programma als „Haag
se Kringen" zet me aan het denken.
Als de vraagsteller een niet-socialist
met lompe, suggestieve vragen nog
niet klein krijgt, projecteert men
onzichtbaar voor het slachtoffer
rode teksten in beeld met een in
houd die de man geheel moet nek
ken. Dergelijke methoden verwoes
ten het socialistisch ideaal van een
duidelijke verkiezingsstrijd.
Utrecht Jan Wagner
E.O. en Liedboek
Licht en uitzicht „Het nu volgen
de lied door A J Klei is me uit
het hart gegrepen! Ook ik ervaar
e e.a. als oneerlijkheid „Wat zijn dit
voor manieren? schrijft A J. Klei
ten slotte m.i „valse schip".
Voorburg J. Keyzer
Euthanasie
Wij bejaarden weten toch allemaal
dat abortus (nog) niet in de wet is
opgenomen. Maar Komt nu eu
thanasie schoorvoetend langzaam
op ons af? Bittere ironie Abortus
is doden van ongeboren kind in de
moederschoot. Euthanasie is: ons
„leven" voortijdig laten beëindigen
door de medicus. O, stil maar be
jaarden zodra euthanasie „mag"
dan blijft het toch ons eigen vrije
keus! Maar weieens doorgedacht
waardoor, hoe en door wie deze ei
gen vrije keus zo mogelijk zou kun
nen worden beïnvloed? t.z.t.ü Wel
eens bij stilgestaan welk een ver
schrikkelijk beangstigend wantrou
wen in onze ziel zou kunnen ont
staan tegen de gehele medische we
tenschap? Wij bejaarden spreken af:
zodra euthanasie mag van onze re
gering dan weigeren wij elk spuitje
van de medicus en we gaan dan ook
nóóit meer naar een huisarts die
voor euthanasie is!
Korte duidelijk geschreven, liefst aan één kant getypte, brieven kunnen worden gestuurd naar: Secretaris Hoofdredactie
Trouw/Kwartet, Postbus 859, Amsterdam. Bij publikatie wordt de naam van de schrijver vermeld.
Emmen
Mevr. G. Buitenwijk
Begraven
Blijkens Uw maandag 2 mei editie,
willen twee dominees van de classis
Sneek, dat de hervormde kerk stel
ling neemt tegen de gewoonte dat
bij begrafenisplechtigheden de kist
boven het graf blijft staan.
1. Ook een begrafenis waar de kist
zakt, wordt niet afgemaakt: Het
dichtgooien gebeurt altijd bij afwe
zigheid van de nabestaanden
2. Je weet dat je de dierbare aan de
donkere aarde toevertrouwt. Is het
dan beslist nodig, het verschrikkelij
ke zakken van de kist te moeten
aanzien en het breken van palmtak
ken te moeten aanhoren?
3. Ik weet niet. of er zoiets bestaat
als een „gelovige rouwverwerking"
en in hoeverre dit afwijkt van een
ongelovig rouwproces.
Ik hoop, dat de NH-predikanten niet
met kwasi-godsdienstige argumen
ten zich bemoeien gaan met de vorm
van het begrafenis- of crematieritu
eel. die de nabestaanden zelf in vrij
heid kozen.
Castricum W. H. C. Carton
Orgel
In het artikel „Voorlopig afscheid
van een uniek orgel" in (Trouw 28
april) wordt gesteld, dat het orgel in
de Utrechtse Oosterkerk het enige
in Nederland aanwezige instrument
van Jean-Baptiste Le Plcard is. In
dit verband is het m.i. van belang
erop te wijzen dat van het orgelma
kersgeslacht Le Picard (een uit
Frankrijk afkomstige familie-tak
die zich omstreeks 1700 ih Luik ves
tigde) Philip in 1712 een orgel vol
tooide voor de 8t. Martlnuskerk te
Gronsveld (L), vermoedelijk zijn
eerste nieuwbouworgel sinds hij
zich in Luik vestigde en zich daarna
aanvankelijk met herstel en vergro
ting van orgels betflg hield. Het Le
Plcard-orgel te Gronsveld is bij de
restauratie ervan in 1974 alszodanlg
„ontdekt" en is vermoedelijk het
best bewaarde orgel van Philip Le
Plcard, die in 1729 overleed
Amersfoort J. P. Remmelzwaal
Geweld
Volgens uw rubriek Dichtbij en Ver
der van 3 mei wordt een steeds gro
ter deel van de legkippen in batterij-
kooien gehouden. Zo wordt het
steeds duidelijker dat men de dieren
beter in de vrije natuur had kunnen
laten, i.p.v. ze in gevangenschap te
houden om hun vlees en eieren. In
de natuur zijn de dieren tenminste
gezond o.a dankzij de natuurlijke
selectie waarbij alleen de gezonden
zich voort kunnen planten. De vee
houderij selecteert ook, maar dan
niet op gezondheid maar op snel vet
worden, en verder mest men de die
ren in recordtijd vet door een ver
keerde voeding en beperking van
lichaamsbeweging. Men zou de die
ren meer voor liefhebberij moeten
houden, net als honden, en ze niet
'slachten. Na hun dood kan hun
vlees dan gegeten worden. Er is dan
veel minder vlees, maar ook minder
geweld.
Amsterdam J. Kooistra
Ermelo
De berichtgeving in Trouw van 8 en
30 april Jl. omtrent de huisvestings
moeilijkheden in Ermelo verhult en
ige zaken. Als er gezegd wordt, dat
de heren Oosterhuis en De Vries
Rellingh geen recht van spreken
hebben, omdat ze wel in Ermelo
wonen, maar niet in deze gemeente
werken, dan klinkt dat bijzonder
hypocriet. Het gemeentebestuur
was indertijd maar wat blij, dat hele
drommen mensen van buiten zich
hier kwamen vestigen, want anders
bleef het grote aantal „betere" wo
ningen leeg. En de bevolking moest
beslist groeien om z'n zelfstandig
heid te verkrijgen Akkoord. Dat
kan een bepaald beleid zijn, maar
dan moet men achteraf niet tegen
mensen aanschoppen, die de vinger
bij de wonde leggen. Het woningbe-
leid van de gemeente heeft volko
men gefaald, voor de laagste inko
mens zijn er niet voldoende huizen,
men weet niet op te treden tegen
allerlei illegale bewoningen, die de
druk op het woningbestand verzwa
ren en de voorschriften, die de hoge
re overheid oplegt, komt men opzet
telijk niet na. Ik voel mij als goed
willende burger van Ermelo per
soonlijk gekwetst (en velen met
mij), omdat de tweeslachtigheid in
het beleid, dat uit bovenvermelde
feiten blijkt, mij weinig vertrouwen
Inboezemt. Aan de zittingen van de
gespreksgroepen van de Provinciale
Streekraad en de voorstudies van de
alternatieve streekplannen heb ik
veel tijd besteed, evenals de andere
leden van deze gespreksgroepen dat
gedaan hebben. In overgrote meer
derheid is gekozen voor het alterna
tieve plan I. dat voor Ermelo in
hield: tot het Jaar 1985 een restcapa-
citeit van 579 woningen. Het ge
meentebestuur dramt net zo lang
door. dat het er ruim 2300 krijgt! Dat
is toch eeo klap recht in Je gezicht.
En waarvoor? Want het is niet een
kwestie van een tekort aan huizen,
maar een tekort aan beleidsinzicht.
Al zou er geen enkele woning meer
gebouwd worden (en dat kan niet
genoeg van de daken verkondigd
worden), dan is het toch mogelijk,
om de woningnood binnen ander
half jaar op te heffen, de natuurlijke
aanwas even buiten beschouwing
gelaten. Maar ja. als men niet wil,
wat doe je dan? Want als er dan
beweerd wordt: we willen helemaal
niet meer groeien, dan zit ik toch wel
met die paar duizend woningen in
m'n maag en een nieuw bestem
mingsplan in Ermelo-West. dat al
weer in de maak is
Ermelo H. P. Harm&en
Van Agt
Dat al de verkiezingsdiscussies de
laatste tijd de bladen vullen is meer
dan zot. Velen doen hun best de heer
Van Agt te bekritiseren
Gelukkig dat er ook nog zulke men
sen zijn, die zijn beginselvastheid
erkennen. Hij wil als christen door
het leven gaan en tot voorbeeld zijn.
ook voor hen. die zich ook in de
politiek christenen mogen tonen
aan het CDA wordt toegeschreven
Het is werkelijk onthullend.
Adoptie (5)
Hilversum
mevr. T. Voogsgeerd
Document (2)-
Naar aanleiding van het ingezonden
stuk „Document" van H Slurink:
het i? prachtig als er een betrouw
baar document, zoals door Slurink
bedoeld, wordt gemaakt, maar op
dit moment is beschikbaar bij het
CDA en bij ieder lid een artikel van
prof. De Haan over grondpolitlek en
kabinetscrisis, dat met uitspraken
van PvdA en PPR-deskundigen
overduidelijk maakt dat de schuld
voor de crisis volledig ten onrechte
Het is jammer dat de essentie van
mijn betoog in dit dagblad d.d. 23
april zo slecht bij de heer Aantjes uit
Utrecht Is overgekomen. Die essen
tie is juist dat de individualiteit en
de ontplooiing van het kind het bes
te is gewaarborgd in een goed ge
zinsverband, waar ook ter wereld,
waar het alle liefde ontvangt. Dit is
mij kortelings weer eens met nadruk
duidelijk gemaakt door een sociaal
werkster uit Vietnam en een reli
gieuze zuster uit Thailand. Beiden
hebben veel ervaring met kinderen
en baseren hun werk o.a. op het feit
dat de regeringen van deze en ook
andere landen zich juist zo weinig
gelegen laten liggen aan de opvang
en opvoeding van deze tehuiskinde
ren. Ik wil gaarne mijn eigen erva
ringen even terzijde stellen en ik zou
de heer Aantjes willen aanraden
eens met dit soort ervaren mensen
te praten, teneinde de discussiepun
ten in andere proporties te gaan
zien.
Wilnit A. J. G. Spoelstra
De meest ingezonden brieven van
lezers (ook de artikelen van prof. A
J Vermaat) geven m.i. een volko
men onjuiste weergave van mijn
standpunt. Ik zal dit duidelijk ma
ken in een discussie, waarvan het
verslag zo spoedig mogelijk In deze
krant zal verschijnen.
Kampen Okke Jager
Naschrift: In afwachting van die dis
cussie zetten wij even een punt ach
ter de in dete rubriek gevoerde dis
cussie, red. Trouw)