'Bouwtekeningen' voor de middenschool Uit brieven van lezers h' Voor het eerst wordt een nieuw type onderwijs in de praktijk beproefd iXj ZATERDAG 7 MEI 1977 BINNENLAND T rouw/Kwartet19 Als een olievlek op het water breidt het experiment met de middenschool zich uit. Vorig jaar gingen vierhonderd kinderen naar de eerste twee middenscho- len-in-opbouw; in augustus zijn ze al tweedeklassers. Oan treedt een nieuwe groep van duizend leerlingen aan, verdeeld over vijf scholen. Mensen die tegen het experiment met de middenschool zijn spreken over proefkonijnen. Maar voorstanders van deze nieuwe vorm van onderwijs beschouwen deze eerste middenschoolleerlingen als pioniers. Het unieke van het experiment met de middenschool is dat men voor het eerst probeert een nieuw schooltype proefondervindelijk uit te testen. Dat is nog nooit vertoond. Nieuwe schoolsoorten werden in het verleden bi) wet gescha pen. Nu wordt langs experimentele weg nagegaan hoe een eventuele mid denschool eruit zou kunnen zien. Pas als de experimenten voltooid zijn, zal het parlement beslissen of de middenschool voor alle kinderen van deze leeftijd moet worden ingevoerd. Vorig jaar augustus begonnen de eerste twee scholen met een volledig experiment. Dat waren de Open Schoolgemeenschap Bijlmer in Amsterdam door Piet Hagen en de streekschool In Heythuysen. In augustus komen er drie scholen bi]: de christelijke scholengemeenschap Anna Maria van Schurman In Franeker, de Jenaplan-lvo-school In Utrecht en de scholengemeenschap Lelystad. Daar naast zijn er dan tien scholen die een deelexperiment doen. Elke experimen- teerschool houdt bovendien nog contact met enkele „resonansscholen" die de vernieuwingen op de voet volgen. De grote lijnen van het middenschootplan zijn destijds door minister Van Kemenade getekend. Het doel was vierledig: uitstel ven de beroeps- en studiekeuze van het twaalfde naar het vijftiende of zestiende |aar, gelijke kansen voor iedereen, verbreding van het onderwi|s (meer sociale, culturele, artistieke en technische vorming) en meer aandacht voor individuele moge lijkheden. Die ruwe schets is door de commissie-middenschool nader uitge werkt. Maar ook de adviezen van deze commissie blijven nog vaag. De eigenlijke bouwtekeningen moeten gemaakt worden door de scholen zelf. Die bouwtekeningen zijn Inmiddels gereed en goedgekeurd. Ze staan bekend als „schoolwerkplan", een term die In de toekomst steeds vaker zal vallen niet alleen op experimentele, maar eok op „gewone" scholen. De school werkplannen van de vijf middenscholen geven een eerste indruk van wat met een middenschool wordt bedoeld. Het Is een heel voorlopig beeld, dal In de loop der jaren steeds zal worden bijgesteld. Maar enig idee van wat men voorstaat krijg je er wel door. Zo'n schoolwerkplan Is een boekje van gemiddeld zo'n vijftig bladzijden. Er komen heel wat dure woorden en omslachtige volzinnen in voor. Zo wordt gesproken over „subdoelen van het communicatieve leergebied" en over „geoperationaliseerde leerlingbegeleiding door een multidisciplinair team". Maar wie daardoor heen kijkt begrijpt toch wel ongeveer uit welke hoek de wind waalt. We hebben de vijf plannen met elkaar vergeleken en geven een bloemlezing van punten die ons van belang leken. 1. De voorgeschiedenis Elke school blijkt haar eigen voorgeschie denis te hebben en daardoor ontstaat met een al een grote variëteit in de plannen. De school in Amsterdam-Bijlmer (bedoeld als samenwerkingsschool) is eigenlijk de oudste middenschool in ons land. Toen de school vorig jaar met het officiële experi ment begon had men al enkele jaren erva ring met middenschool-onderwijs. Er was al een verlengde brugperiode van drie jaar en de school bood in de bovenbouw alle mogelijkheden van lager beroepsonder wijs tot en met voorbereidend we tenschappelijk onderwijs. Heel anders lag de situatie in bij voorbeeld Heythuysen. Ook daar had men wel enige ervaring mefe vernieuwing, maar de basis waarop het experiment vorig jear begon was veel smaller: een rooms-katholieke technische streekschool. Nog weer anders is het vertrekpunt van de (protestants- christelijke) school in Franeker, dié vijf jaar lang ervaring had met een gezamelij- ke brugperiode van lager beroepsonder wijs en mavo. De openbare school in Utrecht is ooit begonnen als Ivo (Mavo), vervolgens uitgebouwd tot Jenaplan-lvo- school en in augustus wordt zij a.s. ver breed tot middenschool. De school in Le lystad tenslotte werd in 1969 door het Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeer- polders opgezet als school voor mavo, havo en v.w.o. Vorig jaar kwam daar het lager beroepsonderwijs bij en nu begint deze snel groeiende scholengemeenschap aan het middenschool-avontuur. 2. Pedagogische idealen Veel woorden worden gewijd aan het peda gogisch ideaal van de school. De school in de Bijlmer legt veel nadruk op de zelfstan digwording van het kind. Het gaat er voor al om dat het kind zelfvertrouwen krijgt,- zicht krijgt op de wereld en vooral ook op de eigen plaats in die wereld. De „leerresul taten" worden wel belangrijk geacht, maar dan in de eerste plaats met het oog op de volwassenwording. Dat uitgangspunt be paalt hoe er bij voorbeeld gesproken wordt over wiskunde (behalve wiskundig inzicht en Tekenvaardigheid ook werken aan je zelfvertrouwen), koken (de beleving van het samen iets klaar maken) of biologie (verwondering). De school in Franeker hanteert bijbelse begrippen als gerechtigheid, barmhartig heid, hulpvaardigheid, dienstbaarheid, so lidariteit en medemenselijkheid. Opvoe ding en onderwijs moet ieders unieke mo gelijkheden tot ontplooiing brengen tot opbouw van het koninkrijk van God. De school in Heythuysen spreekt over op voeding vanuit ethische en godsdienstige waarden en over de ontwikkeling van de creativiteit en de humaniteit. In Lelystad wordt o.a. de ontmoeting van verschillen de levensbeschouwingen als doelstelling genoemd. De (openbare) school in Utrecht beklemtoont de opvoeding tot dienstbaar heid. Ter geruststelling van de WD: de veran dering van de maatschappij wordt nergens als doelstelling genoemd, al wordt wel ge streefd naar maatschappelijke bewustwor ding. De school in de Bijlmer zegt zelfs: elke* les is een les maatschappijleer. Een apart vak. maatschappijleer is dan over bodig. 3. Schoolgrootte De school in de Bijlmer telt straks een duizend leerlingen en men hoopt de verde re groei zoveel mogelijk te beperken. Als je echter een bovenbouw wilt hebben met alles erop en eraan (van l.b.o. tbt v.w.o.) kom je toch gauw boven de duizend leer lingen. In Lelystad worden te zijnertijd zelfs tweeduizend leerlingen verwacht. Toch hoeft een middenschool niet zo groot te zijn. De Ivo-school in Utrecht heeft nu driehonderd leerlingen en zal nog uitgroei en tot driehonderdvijftig. Veel groter hoeft niet als de leerlingen na hun vijftiende of zestiende doorstromen naar andere scho len. De scholen in Franeker en Heythuysen zitten tussen de extremen van Utrecht en Lelystad in. Wat de middenschool niet wil: eenheidsworst ten): voor de commissie-middenschool en de ondersteuning door andere instanties 7. H06 IdflQ GUUrt 06 kcfmt daar nog eens zes miljoen bovenop. middenschool 5. De gebouwen 4. Extra kosten De omvang van het lerarenkorps is afhan kelijk van het aantal leerlingen. De grote scholen (Lelystad bijvoorbeeld) ervaren nu al hoe moeilijk het is elk jaar een nieuwe groep leraren in te werken. Omdat het experiment veel extra werk meebrengt (veel vergaderingen, eigen lesmateriaal maken, kleinere klassen) zijn extra leraren nodig. Gemiddeld kun je zeggen dat het ministerie ongeveer tien procent extra mankracht toestaat. De vijftien experi menteer-scholen (vijf volledige en tien ge- deeltelijke experimenten) staan op de be groting voor ongeveer zeven miljoen gul den (extra mankracht en andere faciliteit Sommige scholen verkeren in de gelukkige omstandigheid dat ze voor experimente ren gebouwd zijn. Dat geldt met name voor de Bijlmer en Lelystad. Een school in Franeker verkeert in een veel moeilijker situatie. Daar zit men met verschillende oude gebouwen en de nieuwbouw is nog niet verder dan de tekentafel. In Heythuy sen heeft men voor de middenschool nieu we lokalen gebouwd. Utrecht heeft nog geen toestemming voor ver- en nieuw- bouw. 6. Toelating Een nieuw vak: algemene technieken De scholen streven naar een ruim toela tingsbeleid. Hoewel men bijvoorbeeld in Utrecht ook piogelijkheden wil scheppen voor kinderen die tegen het buitengewoon onderwijs aan zitten, wordt doorgaans ver langd dat de gewone lagere school met succes is gevolgd. In de Bijlmer zijn wel moeilijkheden gerezen over de afwijzing van kinderen uit de Bijlmer zelf. Om een zo breed mogelijk samengestelde schoolbe volking te krijgen werden ook kinderen van naburige gemeenten aangenomen, ter wijl kinderen uit de Bijlmer werden uitge loot. Teleurgestelde ouders spanden zelfs een kort geding aan om alsnog toegang voor hun kinderen te krijgen. Selectie op grond van schooltoetsen komt niet voor, omdat voorsortering (l.b.o.-mavo-havo- v.w.o) in strijd is met het uitgangspunt van ongedeeld onderwijs Ook dat verschilt van plaats tot plaats. Overal wordt gestreefd naar drie jaar on gedeeld onderwijs. Alle kinderen blijven bij elkaar in ongeselecteerde groepen. Wel begint in het tweede en vooral in het derde jaar een zekere verscheidenheid op te tre den overeenkomstig tempo, belangstelling en niveau. In de Bijlmer neemt die variatie in het vierde jaar vastere vorm aan. Na vier jaar middenschool volgt dan een vijfde jaar voor hen die het diploma mavo of l.b.o. willen halen en een vijfde en zesde jaar voor v.w.o.-havo. Franeker kiest voorlopig voor een driejari ge middenschool. Daarna kun je in een vierde jaar het diploma mavo of lager beroepsonderwijs halen, maar het is ook 'mogelijk na drie jaar over te stappen naar een school voor v.w.o.-havo. De mid denschool in Heythuysen is drie-é vierja rig, die in Lelystad in principe eveneens en de school in Utrecht gaat uit van een vierjarige cursus, maar houdt rekening met de mogelijkheid dat leerlingen er een jaar langer (totaal vijf) of korter (drie jaar) over doen. 8. Onderwijsvormen en groepsgrootte Als je werkt met kinderen met uiteenlo- pende aanleg moeten de groepen niet te groot zijn. Franeker vindt 18 20 leerlin gen per groep gewenst. In de Bijlmer wil men liever iets grotere groepen: 24 26 leerlingen. In de lagere leerjaren wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door mentoren. Dat zijn vaste klasseleraren die meer dan een vak geven. Voor bepaalde vakken (talen, wiskunde) worden dan we) vakleerkrachten ingeschakeld. De inde ling in vakken is echter minder scherp dan op gewone scholen. Er wordt meer gedacht in leergebieden, al komen sommige scho len (de Bijlmer) daar ook weer wat op terug. In plaats van lestijden van vijftig minuten worden doorgaans „blokken" van honderd minuten gegeven. Er wordt ook gesproken over perioden-onderwijs. Dat betekent dat bijvoorbeeld eerst een paar weken koken wordt gegeven, vervolgens een paar weken algemene technieken, en zovoorts. Vooral Lelystad heeft een sterke voorkeur voor projectonderwijs. Vanuit de traditie van het Jenaplan benadrukt de Utrechtse school behalve het periode- onderwijs o.a. het kringgesprek. Op ver schillende plaatsen duikt de term 'team- teaching' op (leraren van verschillende vakken die samen les geven.) 9. Moderne talen In de brugklas van mavo-havo-v.w.o- scholen wordt behalve Engels ook Frans gegeven. In het lager beroepsonderwijs niet. Hoet moet dat op de middenschool als je a) kinderen zonder talenknobbel geen overtollige ballast wilt meegeven en b) de mogelijkheid van doorstroming naar raavo-havo-v.w.o.-scholen wilt open houden? De oplossing van Heythuysen is: in de eerste klas alleen Engels.- Franeker geeft Engels vanaf de eerste, Duits vanaf de tweede, en Frans is vanaf de eerste klas een keuzevak. Lelystad en Utrecht doen in de eerste klasse alle drie de modeme talen, maar nooit meerman twee tegelijk (het jaar is ingedeeld in periodes). Amsterdam- Bijlmer geeft eenmaal per week Engels en om de veertien dagen afwisselend Frans en Duits. In het eerste jaar heeft het vreemde-talen- onderwijs het karakter van kennismaking met nieuwe klanken en andere culturen. In de volgende jaren beginnen de verschillen in aanleg zich duidelijker te manifesteren. Soms wordt daarom al vanaf de tweede in niveaugroepen gewerkt. 10. Inspraak Ouders en leerlingen worden betrokken bij de besluitvorming. Zo zijn er „school- experimenteer-groepen", waarin ouders en leerlingen vertegenwoordigd zijn. Daar naast bestaan hier en daar oudercomité's, bezlnningsgroepen van ouders of ouder verenigingen. Lelystad en Utrecht hebben een schoolparlement. 11. Contact naar buiten Op school wordt veel vergaderd om het onderlinge contact te garanderen, maar ook de relatie met de buitenwacht vreet tijd. Een van de scholen meldt dat zij geen tijd meer heeft om de pers te woord te staan. Over het algemeen probeert men de voorlichtende taak wel zo ruim mogelijk op te vatten. Er komen veel bezoekers op school, er worden krantjes gemaakt, voor lichtingsavonden belegd, enzovoorts. Men sen van de experimenteerscholen vervul len ook spreekbeurten, al waarschuwt de school in de Bijlmer dat zij zich niet leent voor „een modieus avondvullend program ma". Elke school onderhoudt contact met enkele resonansscholen. Er is verder over leg met de commissie-middenschool, met andere experimenteerscholen en met be geleidende instanties (pedagogische centra, leerplanmakers, enzovoorts). Over die begeleiding van buitenaf is niet elke school even tevreden. 12. Theorie en praktijk. Schoolwerkplannen zijn fraaie geschriften waar veel in staat over de idealen en doelstellingen, over de inhoud van het onderwijs en de organisatie van de school. Niet alles staat erin, maar als je zo'n schoolwerkplan leest weet je in ieder geval meer dan van een school die volstaat met een jaarlijkse lessentabel. Wat er van alle mooie bedoelingen terecht komt kun je natuurlijk niet uit deze plannen aflezen. Het zal nog een jaar of vijf duren voordat men iets zinnigs over de resultaten van het experiment kan zeggen. En dan nog zal het moeilijk zijn om vast te stellen of bepaalde idealen (zie punt 2) wel of niet zijn gereali seerd. De illustraties bij dit artikel zijn overgenomen uit het school werkplan voor Lelystad. couv Leerlingen begeleiding Verstoring (1) De berichten over orde verstoring, vernielen van een microfoon, hin deren van de brandweer (Rotter dam) door „leden" van de PvdA. het op 39 plaatsen afscheuren van C.D.A. affiches (Zaandam) geeft wel te denken over de „opvoeding" tot democratie. De dictatuur van eiseri stellen leugenachtige beschuldigin gen, en minderwaardige personen hun fatale uitwerking niet. Wijk aan Zee Michel van der Duinen Verstoring (2) Wat bezielt socialisten om met het uittrekken van broeken en het ver nielen van geluidsapparatuur een verkiezingsstrijd te voeren? Wat is dit voor puber-terreur? Ook de werkwijze van de Jongens van de VARA in een programma als „Haag se Kringen" zet me aan het denken. Als de vraagsteller een niet-socialist met lompe, suggestieve vragen nog niet klein krijgt, projecteert men onzichtbaar voor het slachtoffer rode teksten in beeld met een in houd die de man geheel moet nek ken. Dergelijke methoden verwoes ten het socialistisch ideaal van een duidelijke verkiezingsstrijd. Utrecht Jan Wagner E.O. en Liedboek Licht en uitzicht „Het nu volgen de lied door A J Klei is me uit het hart gegrepen! Ook ik ervaar e e.a. als oneerlijkheid „Wat zijn dit voor manieren? schrijft A J. Klei ten slotte m.i „valse schip". Voorburg J. Keyzer Euthanasie Wij bejaarden weten toch allemaal dat abortus (nog) niet in de wet is opgenomen. Maar Komt nu eu thanasie schoorvoetend langzaam op ons af? Bittere ironie Abortus is doden van ongeboren kind in de moederschoot. Euthanasie is: ons „leven" voortijdig laten beëindigen door de medicus. O, stil maar be jaarden zodra euthanasie „mag" dan blijft het toch ons eigen vrije keus! Maar weieens doorgedacht waardoor, hoe en door wie deze ei gen vrije keus zo mogelijk zou kun nen worden beïnvloed? t.z.t.ü Wel eens bij stilgestaan welk een ver schrikkelijk beangstigend wantrou wen in onze ziel zou kunnen ont staan tegen de gehele medische we tenschap? Wij bejaarden spreken af: zodra euthanasie mag van onze re gering dan weigeren wij elk spuitje van de medicus en we gaan dan ook nóóit meer naar een huisarts die voor euthanasie is! Korte duidelijk geschreven, liefst aan één kant getypte, brieven kunnen worden gestuurd naar: Secretaris Hoofdredactie Trouw/Kwartet, Postbus 859, Amsterdam. Bij publikatie wordt de naam van de schrijver vermeld. Emmen Mevr. G. Buitenwijk Begraven Blijkens Uw maandag 2 mei editie, willen twee dominees van de classis Sneek, dat de hervormde kerk stel ling neemt tegen de gewoonte dat bij begrafenisplechtigheden de kist boven het graf blijft staan. 1. Ook een begrafenis waar de kist zakt, wordt niet afgemaakt: Het dichtgooien gebeurt altijd bij afwe zigheid van de nabestaanden 2. Je weet dat je de dierbare aan de donkere aarde toevertrouwt. Is het dan beslist nodig, het verschrikkelij ke zakken van de kist te moeten aanzien en het breken van palmtak ken te moeten aanhoren? 3. Ik weet niet. of er zoiets bestaat als een „gelovige rouwverwerking" en in hoeverre dit afwijkt van een ongelovig rouwproces. Ik hoop, dat de NH-predikanten niet met kwasi-godsdienstige argumen ten zich bemoeien gaan met de vorm van het begrafenis- of crematieritu eel. die de nabestaanden zelf in vrij heid kozen. Castricum W. H. C. Carton Orgel In het artikel „Voorlopig afscheid van een uniek orgel" in (Trouw 28 april) wordt gesteld, dat het orgel in de Utrechtse Oosterkerk het enige in Nederland aanwezige instrument van Jean-Baptiste Le Plcard is. In dit verband is het m.i. van belang erop te wijzen dat van het orgelma kersgeslacht Le Picard (een uit Frankrijk afkomstige familie-tak die zich omstreeks 1700 ih Luik ves tigde) Philip in 1712 een orgel vol tooide voor de 8t. Martlnuskerk te Gronsveld (L), vermoedelijk zijn eerste nieuwbouworgel sinds hij zich in Luik vestigde en zich daarna aanvankelijk met herstel en vergro ting van orgels betflg hield. Het Le Plcard-orgel te Gronsveld is bij de restauratie ervan in 1974 alszodanlg „ontdekt" en is vermoedelijk het best bewaarde orgel van Philip Le Plcard, die in 1729 overleed Amersfoort J. P. Remmelzwaal Geweld Volgens uw rubriek Dichtbij en Ver der van 3 mei wordt een steeds gro ter deel van de legkippen in batterij- kooien gehouden. Zo wordt het steeds duidelijker dat men de dieren beter in de vrije natuur had kunnen laten, i.p.v. ze in gevangenschap te houden om hun vlees en eieren. In de natuur zijn de dieren tenminste gezond o.a dankzij de natuurlijke selectie waarbij alleen de gezonden zich voort kunnen planten. De vee houderij selecteert ook, maar dan niet op gezondheid maar op snel vet worden, en verder mest men de die ren in recordtijd vet door een ver keerde voeding en beperking van lichaamsbeweging. Men zou de die ren meer voor liefhebberij moeten houden, net als honden, en ze niet 'slachten. Na hun dood kan hun vlees dan gegeten worden. Er is dan veel minder vlees, maar ook minder geweld. Amsterdam J. Kooistra Ermelo De berichtgeving in Trouw van 8 en 30 april Jl. omtrent de huisvestings moeilijkheden in Ermelo verhult en ige zaken. Als er gezegd wordt, dat de heren Oosterhuis en De Vries Rellingh geen recht van spreken hebben, omdat ze wel in Ermelo wonen, maar niet in deze gemeente werken, dan klinkt dat bijzonder hypocriet. Het gemeentebestuur was indertijd maar wat blij, dat hele drommen mensen van buiten zich hier kwamen vestigen, want anders bleef het grote aantal „betere" wo ningen leeg. En de bevolking moest beslist groeien om z'n zelfstandig heid te verkrijgen Akkoord. Dat kan een bepaald beleid zijn, maar dan moet men achteraf niet tegen mensen aanschoppen, die de vinger bij de wonde leggen. Het woningbe- leid van de gemeente heeft volko men gefaald, voor de laagste inko mens zijn er niet voldoende huizen, men weet niet op te treden tegen allerlei illegale bewoningen, die de druk op het woningbestand verzwa ren en de voorschriften, die de hoge re overheid oplegt, komt men opzet telijk niet na. Ik voel mij als goed willende burger van Ermelo per soonlijk gekwetst (en velen met mij), omdat de tweeslachtigheid in het beleid, dat uit bovenvermelde feiten blijkt, mij weinig vertrouwen Inboezemt. Aan de zittingen van de gespreksgroepen van de Provinciale Streekraad en de voorstudies van de alternatieve streekplannen heb ik veel tijd besteed, evenals de andere leden van deze gespreksgroepen dat gedaan hebben. In overgrote meer derheid is gekozen voor het alterna tieve plan I. dat voor Ermelo in hield: tot het Jaar 1985 een restcapa- citeit van 579 woningen. Het ge meentebestuur dramt net zo lang door. dat het er ruim 2300 krijgt! Dat is toch eeo klap recht in Je gezicht. En waarvoor? Want het is niet een kwestie van een tekort aan huizen, maar een tekort aan beleidsinzicht. Al zou er geen enkele woning meer gebouwd worden (en dat kan niet genoeg van de daken verkondigd worden), dan is het toch mogelijk, om de woningnood binnen ander half jaar op te heffen, de natuurlijke aanwas even buiten beschouwing gelaten. Maar ja. als men niet wil, wat doe je dan? Want als er dan beweerd wordt: we willen helemaal niet meer groeien, dan zit ik toch wel met die paar duizend woningen in m'n maag en een nieuw bestem mingsplan in Ermelo-West. dat al weer in de maak is Ermelo H. P. Harm&en Van Agt Dat al de verkiezingsdiscussies de laatste tijd de bladen vullen is meer dan zot. Velen doen hun best de heer Van Agt te bekritiseren Gelukkig dat er ook nog zulke men sen zijn, die zijn beginselvastheid erkennen. Hij wil als christen door het leven gaan en tot voorbeeld zijn. ook voor hen. die zich ook in de politiek christenen mogen tonen aan het CDA wordt toegeschreven Het is werkelijk onthullend. Adoptie (5) Hilversum mevr. T. Voogsgeerd Document (2)- Naar aanleiding van het ingezonden stuk „Document" van H Slurink: het i? prachtig als er een betrouw baar document, zoals door Slurink bedoeld, wordt gemaakt, maar op dit moment is beschikbaar bij het CDA en bij ieder lid een artikel van prof. De Haan over grondpolitlek en kabinetscrisis, dat met uitspraken van PvdA en PPR-deskundigen overduidelijk maakt dat de schuld voor de crisis volledig ten onrechte Het is jammer dat de essentie van mijn betoog in dit dagblad d.d. 23 april zo slecht bij de heer Aantjes uit Utrecht Is overgekomen. Die essen tie is juist dat de individualiteit en de ontplooiing van het kind het bes te is gewaarborgd in een goed ge zinsverband, waar ook ter wereld, waar het alle liefde ontvangt. Dit is mij kortelings weer eens met nadruk duidelijk gemaakt door een sociaal werkster uit Vietnam en een reli gieuze zuster uit Thailand. Beiden hebben veel ervaring met kinderen en baseren hun werk o.a. op het feit dat de regeringen van deze en ook andere landen zich juist zo weinig gelegen laten liggen aan de opvang en opvoeding van deze tehuiskinde ren. Ik wil gaarne mijn eigen erva ringen even terzijde stellen en ik zou de heer Aantjes willen aanraden eens met dit soort ervaren mensen te praten, teneinde de discussiepun ten in andere proporties te gaan zien. Wilnit A. J. G. Spoelstra De meest ingezonden brieven van lezers (ook de artikelen van prof. A J Vermaat) geven m.i. een volko men onjuiste weergave van mijn standpunt. Ik zal dit duidelijk ma ken in een discussie, waarvan het verslag zo spoedig mogelijk In deze krant zal verschijnen. Kampen Okke Jager Naschrift: In afwachting van die dis cussie zetten wij even een punt ach ter de in dete rubriek gevoerde dis cussie, red. Trouw)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 19