Je krijgt in feite met je eigen dood te maken
Die eerste tijd was werkelijk één doffe ellende
ZATERDAG 7 MEI 1977
BINNENLAND
Trouw/Kwarteli3
Het hebben van verdriet om iets of iemand overkomt iedereen wel eens, maar bij ingrijpende gebeurtenissen
zoals sterven of scheiden kan bij degene die achterblijft dit verdriet zo intens zijn, dat gesproken kan worden van rouw.
Rouwen is eigenlijk het aanvaarden van verlies en dit proces moet erg goed woideh verwerkt in een omgeving, die het
hebben varr intens verdriet ook toestaat.
Gebeurt dit niet, dan is het niet ondenkbaar dat degene die iets kostbaars heeftverloren, geestelijk in de war raakt en
therapeutisch geholpen moet worden om het rouwproces te kunnen verwerker De laatste tijd nstaan et ook
praatgroepen, waar mensen die hun verdriet al enigszins hebben verwe: kt, anderen helpen hun verlies te
aanvaarden. Zo is er in Haarlem de groep „Bouwkost" (tel.023-370202),- w'.a.ïn vijf echtpare* mie' elkaar praten uver
hoe het is een kind te n roete., verliezen. Echter ook bij scheidi,. gei) ku Si e - cjw- •.'aan ue moeilijk
te verwerken zijn.
Op deze pagina komen mensen aan het v/oo-d, die r.etzij-Jou sn-erdingitetzijd-. rovv werden gedompeld
érf vertellen hue ze dat hebben er va re
,t>
O
„Ik geloof dat als je ie
mand verliest of het
nu je man is, je kind of
iemand anders die je
dierbaar is je in een
identiteitscrisis te
rechtkomt, omdat je in
feite te maken krijgt met
je eigen dood. Ik heb
althans heel duidelijk er
varen, dat je zelf een bee
tje sterft en dat je dat
moet leren accepteren".
Drieëneenhalf jaar geleden
verloor Annemieke Vermeer
(26) één van haar twee kinde
ren. die beiden afkomstig zijn
uit haar eerste huwelijk. An
nemieke: „We zijn uit elkaar
gegaan toen de kinderen
twee en drie jaar waren, maar
toen ik van Daantje in ver
wachting was voelde ik al,
dat het mis zou gaan tussen
ons. Dat heeft een stempel
gedrukt op de periode erna,
vooral na het overlijden van
Daantje'r.
„Op een avond was hij misse
lijk en moest overgeven. Dat
komt meer voor bij kinderen.
Maar toen ik die avond
thuiskwam, begreep ik intuï
tief dat het heel ernstig was
en op dat moment heb ik
eigenlijk alles gevoeld, wat ik
de uren daarna niet heb kun
nen voelen. Het werd alle
maal zo onwezenlijk. Ik wilde
geen koorts opnemen of een
dokter bellen. Ik was in een
roes, al besefte ik dat niet".
Tegen zes uur 's morgens bel
de Annemieke haar huisarts,
maar Daantje hij was toen
ruim drie jaar lag al in
coma en moest naar het zie
kenhuis. Ze vertelt, dat het
net een soort film was, waar
ze naar keek, maar niet zelf in
zat. „Ik stond in een kamer
tje en ernaast waren ze met
mijn kind bezig. Ik had niet
het lef om te zeggen: ik wil
erbij zijn, maar op een gege
ven moment ben ik toch naar
binnen gegaan en zag, dat
Daantje aan allerlei appara
ten lag, Het was allemaal erg
naar en niet te geloven, dat
het mijn kind was wat daar
lag, terwijl hij de dag ervoor
nog speelde".
Annemieke: „Voor mijn ge
voel heb ik heel lang gezeten.
Niemand zei eigenlijk iets.
Ineens kwamen er twee
artsen binnen die naar het
beeld van de hartslag keken
op allerlei meters en kastjes.
Ik zag dat dat beeld veran
derde. De artsen gingen weer
weg en toen zei iemand: u
mag hem wel vasthouden.
Hij was dood. Wat er daarna
gebeurde heeft eigenlijk
niets meer met Je kind te
maken, zoals autopsie
(lijkschouwing) en crematie".
Achteraf werd vastgesteld,
dat Daantje een zeer ernstige
vorm van hersenvliesontste
king (meningitis) had, die
zich uitbreidde naar de herse
nen. „Mijn huisarts zei, dat
op het moment dat zo iets
wordt gesignaleerd, het ei
genlijk al te laat is. Ik voelde
me namelijk schuldig, omdat
ik hem zo lang bij me had
gehouden en gewacht had
met opbelllen". Annemieke
was voordien één keer eefder
met de dood geconfronteerd,
toen haar oma overleed,
maar dat had ze makkelijker
kunnen accepteren.
„Toen Ronald (haar tweede
man) en ik het ziekenhuis
verlieten om naar huis te
gaan. was ik stomverbaasd,
dat buiten alles hetzelfde was'
gebleven. Er was niets veran
derd en dat vond ik' heel
wreed. De dagen daarna leef
de ik in 'n roes. Er gebeurden
zulke gekke dingen, zoals de
begrafenisondernemer die
opbelt en vraagt: „wat voor
kist had u zich gedacht. Het
was tenslotte toch uw kind".
Of voor de crematie terugbelt
en zegt: „Een tussendoortje
kan nog. Verstrooiing van as
en koffie toe". Je valt van de
ene verbazing in de andere,
yet heeft niets meer met le
ven te maken, maar ook niet
met de dood. In feite moet je
lachen en huilen tegelijk. Zo
gemeen is het".
Annemieke vertelt over de
crematie. „Iedereen huilde en
ik dacht: ik moet ook huilen,
maar ik voelde niets. Ik was
helemaal leeg van binnen.
Vanaf het moment dat Daan
tje op sterven lag, vroeg ik
mezelf al af, hoe ik me zou
moeten gedragen. Je weet
niet hoe je dat moet doen,
omdat {iet je nooit is geleerd.
Dus ga je je gedragen naar de
verwachting van anderen,
althans naar wat je denkt dat
anderen verwachten. Daar
door verval je in dingen die
helemaal niet echt zijn. Dat
alles heeft er mede toe bijge
dragen. dat ik Daantjes dood
niet kon accepteren. Omdat
ik niets voelde, dacht ik ook
dat ik hooit werkelijk van
hem had .gehouden. Andere
mensen hadden wel veel ver
driet en ik als moeder voelde
niets. ,Ik maakte mezelf grote
verwijten en ging verband
leggen met mijn schelding en
de tijd daarvoor. Dat het al
misging, toen ik van Daantje
in verwachting was. Ik kwam
tot de'conclusie dat hij een
afschuwelijk leven bij me
had gehad".
„Ik kreeg zo'n schuldgévoel,
dat ik er behoorlijk van in de
•war ben geraakt. Ik deed
zelfmoordpogingen door pil
len te slikken en ging mezelf
lichamelijk pijn doen. Ik wil
de zo graag voelen en dacht:
als het niet geestelijk kan
dan maar lichamelijk. Als ik
doodging was ik bij Daantje,
zo redeneerde ik. Ik was erg
ongerust en wilde weten, dat
het goed met hem ging. Daar
voor had ik mijn leven willen
geven. Ik werd heel agressief
en kon ook geen liefde meer
•opbrengen voor Ronald en
Pepijn, mijn oudste kind. Het
zei me allemaal niets meer".
Ronald, die het toch anders
heeft beleefd, omdat Daantje
niet van hem was, vult aan:
„Je voelt'je ontzettend mach
teloos, omdat het zo'n onbe
kend terrein voor Je is. Ze
moet eigenlijk voortdurend
in haar gevoelens worden be
vestigd, maar dat doe Je niet
omdat je weet dat Je weer
verder moet. In plaats van
haar dat echte verdriet te la
ten voelen en daarin mee te
helpen, loop je als een drukke
baas overal voor te zorgen. Je
doet wel Je best, maar niet op
de" goeie manier, waardoor Je
haar toch de mist ziet ingaan
en er naar andere mogelijk
heden gezocht moet
worden".
Annemieke: „Ik ben ver
scheidene keren opgenomen
geweest, maar ook daar kon
men mij niet helpen. Relatief
gezien voelde ik me thuis be
ter dan in een psychiatrische
kliniek. In totaal heb ik er
wel twee Jaar over gedaan,
voordat ik er weer bovenop
was. Het was me nooit ge
lukt, als ik niet via mijn huis
arts in contact was gebracht
met de psycholoog R. W.
Ramsay, die zich bezighoudt
met rouwverwerking. Hoewel
Ramsay weinig tijd had,
mocht ik omdat mijn situ
atie zo acuut was (ik had he
vige angstaanvallen) bij
uitzondering direct komen".
Tien ochtenden is Annemie
ke bij deze gedragspsycho
loog in behandeling geweest
en de therapie die ze kreeg
was niet bepaald zachtzinnig.
„Eerder keihard. Ik moest
steeds die dingen zeggen,
waarover ik eigenlijk niet
kon praten. Soms ook^prak
hij ze uit en als ik het alle
maal kon aanhoren zonder in
paniek te raken, gingen we
op iets anders over. Het
meest wezenlijke was wel.
dat ik moest zeggen. Daan
tje, nu moet je weggaan. Weg
uit mij, want bij alles wat ik
deed was hij het, die dat be
paalde. Het afscheldnemen
van Daantje, wat ik bij zijn
dood niet heb kunnen doen,
heb ik toen in therapie moe
ten doen En vanaf dat mo
ment voelde ik me weer echt
helemaal goed. Totaal be
vrijd". Ronald: „Dat is ook
eigenlijk heel logisch. Je doet
in korte tijd dat wat Je nor
maal tijdens het rouwproces
zelf hoort te doen. maar niet
kunt. Het is je ook nooit bij
gebracht. Sterven is een kli
nisch proces, dat ergens an
ders gebeurt. Ver van Je bed,
in een ziekenhuis of zo".
Annemieke: „Na mijn bevrij
ding kon ik ook weer Intens
van alle dingen genieten. Ik
had er weer oog voor en stond
mezelf eindelijk toe om weer
te leven. Of dat zo blijft weet
ik niet, maar ik geniet nog
steeds van elke dag en ben
enorm blij ook met Pepijn en
Floor, die daarna is geboren.
In een tijd waarin ik ontzet
tend graag wilde dat alles
weer goed zou gaan en mij
wat minder depressief voel
de, ben Ik in verwachting ge
raakt. Het was een soort hou
vast aan het „gezonde", maar
het werd nog moeilijker, toen
ik besefte dat ik nog steeds
met Daantje bezig was. Ik
voelde me zo mogelijk nog
schuldiger".
Ronald: „Je kunt het hele
rouwen zien als een periode
waarin allerlei emoties een
rol gaan spelen, waarvan
sommige ogenschijnlijk
niets met het gemis te maken
hebben. Je kunt Je Ineens
heel erg opgelucht voelen en
denken dat Je er bent. In die
fase nog voor de therapie
is Floor verwekt. Het is erg
belangrijk te beseffen dat
wat Je verliest niet te vervan
gen is. Ook niet door een an
der kind. Je moet ontzettend
goed weten dat het voorbij Is
en als dat niet het geval is,
kom Je er niet uit. Zeker niet
door een nieuw kind te ver
wekken".
Annemieke: „Er wordt wel
gesteld dat zwelgen in Je ei
gen verdriet niet goed is en
daar ben ik het best mee
eens, maar als Je een zwaar
verlies lijdt is het de eerste
tijd toch wel erg goed, geloof
ik. om iemand in zijn verdriet
te laten zwelgen. Anderen
moeten toestaan, dat Je ver
driet hebt en Je dat niet pro
beren af te nemen. Ik geloof,
dat als ik in het begin niet zo
de drang had gehad om flink
te willen zijn, het veel minder
mis met mij was gegaan. Het
Is heel belangrijk om Jezelf te
mogen laten gaan en dat je
omgeving dat ook toelaat. Ik
heb één vrouw ontmoet, die
alles accepteerde wat ik deed
en daarover niet ging discus
siëren, maar af en toe een
bloemetje voor me neerzette.
Dat was fantastisch en daar
kon ik me aan vasthouden.
Je voelt Je in een dergelijke
situatie ontzettend twee
slachtig. Aan de ene kant wil
Je erg veel liefde, maar Je
kunt die absoluut niet hante
ren. Wordt die liefde echter
niet gegeven, laten de men
sen zich afschrikken wat
heel reëel is dan kom Je in
een diep dal terecht. Het is zo
belangrijk dat Je omgeving er
zich van bewust is. dat ze in
feite niets terugkrijgt, terwijl
ze zich toch voor Je inzet.
Maar al geeft iemand maar
de plantjes water of doet hij
iets anders wat heel simpel
lijkt, achteraf zijn dat de din
gen die enorm waardevol ble
ken te zijn".
En tot slot: „ik wil met na
druk stellen, dat elk rouwpro
ces een Individueel gebeuren
is. dat leder mens op zijn ei
gen manier verwerkt".
„Ik heb het allemaal koel
en zakelijk afgehandeld:
de scheiding, de verhui
zing, het verdelen van de
spullen en dat soort din
gen. Ik had een miezerig
kamertje gevonden,
waar ik op ben getrok
ken met een paar meu
bels. Alles gebeurde fei
telijk in een roes. ik was
er niet bij met m'n hoofd,
het ging langs me heen.
Maar toen ik daar opeens vol
strekt alleen op dat kamertje
zat, kwam de klap. De grote
stilte viel over me heen; toen
had ik tijd om na te denken,
maar dat kon ik nog niet aan.
Ik vluchtte weg van die ka-
mer. dook in mijn werk, maar
kon geen letter op papier
krijgen, hing in kroegen om
en was vaak dronken. Wan
neer ik nuchter was en een
beetje tot mezelf kwam, voel
de ik me afschuwelijk; een
zaam, vol zelfbeklag, opstan
dig, verbitterd en intens ver
drietig omdat ik van mijn
I zoontje gescheiden was. Die
eerste tijd was werkelijk één
doffe ellende. Ik moet er
maar niet teveel aan terug
denken. Op een gegeven mo
ment dacht ik: „Waar ben ik
mee bezig? Als ik zo doorga,
ga ik onherroepelijk de ver
nieling in". Langzaam ben ik
toen omhoog gekropen uit de
verloedering. Ik moest me
zelf, uit elkaar gevallen als ik
was, gewoon weer in elkaar
passen als een puzzel. Maar
ik weet niet of ik dat gevecht
om mezelf steeds weer een
duwtje omhoog te geven, had
aangekund als mijn vrienden
er niet geweest waren. Die
hebben me enorm geholpen.
Dat waren echt vrienden, die
je in de nood pas goed leerde
kennen en waarderen."
Het is nu twee jaar geleden,
dat Willem is gescheiden. Hij
was toen vier en een half jaar
getrouwd geweest met een
even oude vrouw. Zij trouw
den Jong: op 21-jarige leeftijd
nadat ze al vanaf hun zestien
de jaar met elkaar waren om
gegaan. Beiden waren af
komstig uit een beschermd
milieu, waar het alleen maar
normaal en goed werd gevon
den. wanneer een Jongen en
een meisje, die elkaar vanuit
de Jeugdvereniging kenden,
op den duur met elkaar
trouwden.
„Zij was mijn eerste vriendin
en ik haar eerste vriend. We
hadden nooit iemand anders
gehad en nooit naar een an
der omgekeken. Later heb ik
ervaren hoe gevaarlijk dat is,
maar toen gingen we heel
vanzelfsprekend trouwen. We
beantwoordden aan het ver
wachtingspatroon: elkaar
een tijdlang kennen, officieel
verloven, nog een tijd sparen
en dan de bruiloft. Onze ou
ders waren ook ingenomen
met het feit, dat we zo keurig
met iemand uit de eigen
kring trouwden en dat het
allemaal zo soepel verliep.
Vlak voor het huwelijk heeft
mijn vrouw wel wat last van
twijfels gehad: ze vroeg zich
af of ze het wel een heel leven
met mij zou kunnen uithou
den, maar ik wuifde die ge
dachten luchtig weg. Soms
had ik zelf wel eens een beet
je spijt, dat ik nooit andere
liefdeservaringen had gehad,
maar dat drukte ik gewoon
weg; het was nu eenmaal zo
gelopen en dat was goed. En
toen waren we getrouwd en
stonden aan het begin van
een ontzettend lange weg,
tenminste dat dacht je toen.
Die weg is later niet zo lang
gebleken. In het begin waren
we erg gelukkig: het gevoel
iemand te hebben, geborgen
te zijn, los te zijn van je ou
derlijk huis en je toch wel
bekrompen omgeving, gaf je
rust en tevredenheid. Ik
moest nog in dienst. Na een
half jaar kwam ik daar weer
uit en ging de Journalistiek
in. We zijn toen ook ernstig
gaan praten over het krijgen
van een kind. Dat was voor
ons een belangrijke zaak, die
we bewust gewild hebben.
Dat kind kwam niet zo van
zelfsprekend als ons huwe
lijk. Vlak na zijn geboorte
overviel mij een enorme
angst: ik voelde me voor al
tijd gebonden, nu kon ik
nooit meer terug, we waren
een gesetteld paar Dat ik
zulke gevoelens bleek te heb
ben, maakte me ook weer
angstig. Mijn vrouw en ik
praatten erover We kwamen
tot de overtuiging, dat we.
ook al waren we nu zo'n e$ht
gezinnetje, toch zouden pro
beren niet te vjerstarren, niet
een stijf burgergezin te wor
den maar open te blijven
staan voor al onze vrienden,
kennissen en onverwachte
zaken. Toch heb ik die angst
gehouden, af en toe had ik er
zelfs erge last van. Je moet
begrijpen, dat ik Juist in die
tijd door mijn beroep in zo'n
andere wereld kwam dan ik
van vroeger kende: minder
besloten, met minder zeker
heden,'Juist veel cynischer,
ook mondainer. Ik kwam met
zoveel mensen in aanraking
die anders dachten dan ik. Ik
kwam ook andere vroüwen
tegen dan ik tot nu toe ge
kend had, veel wereldwijzer,
met meer ervaring in het le
ven. Ik ging meer om me
heen kijken en werd herhaal
delijk verliefd.
Ik geloof dat het veel te vroe
ge huwelijk zich toen gewro
ken heeft. In wezen was ik
getrouwd met de eerste de
beste, die ik tegenkwam om
maar binnen te zijn. Mijn
vrouw was emotioneel erg
met het kind bezig in die tijd
en had geen last van twijfels.
Wat mij toen van echte zij
sprongen afhield, was mijn
Intense liefde voor het kind,
waar ik helemaal gek van
was. eigenlijk veel meer dan
van mijn vrouw.
Ik hield er in die tijd wel
vriendinnen op na, maar ik
voelde dat toch allemaal als
een tijdelijke escapade: een
kind dat nog wat bulten
speelt voor het naar binnen
moet. Want de gedachte aan
een scheiding kwam nooit bij
me op, mijn vrouw stond
toch bij alles wat ik deed op
de achtergrond, ik voelde dat
ik toch weer bij haar terug
zou komen. In die tijd heeft
ze over mijn houding en de
moeilijkheden die daarmee
samenhingen gepraat met
een wederzijdse vriend. Zij
konden goed met elkaar
opschieten, hij was even oud
als wij. Er is tussen hen toen
een band ontstaan, waarvan
ik niets heb geweten. Ik liep
gewoon met gesloten ogen
rond. Mijn vrouw heeft met
mij nooit over die band ge
sproken en lk vond het niet
vreemd, dat die Jongen zo
vaak bij ons over de vloer
kwam, hij was tenslotte een
vriend. Vandaar dat de mede
deling van haar, dat ze niet
wist of ze wel altijd bij mij
zou blijven en dat ze eigenlijk
wilde schelden, een donder
slag bij heldere hemel voor
mij betekende. Ik had ner
gens iets van gemerkt. ZIJ
was In die tijd erg depressief,
naar lk later begreep, omdat
zij allang van die Jongen
hield. Ik probeerde de zaak
nog te redden door de ernst
ervan te ontkennen, lk riep
maar zoiets van „Ach Joh,
doe niet zo gek, het loopt
allemaal niet zo'n vaart,
ledereen maakt in z'n huwe
lijk wel eens zoiets mee". Zij
was werkelijk ernstig en niet
zomaar met een vluchtig
avontuurtje bezig. Zij heeft
tenslotte de knoop doorge
hakt, zij eiste een schelding.
We hebben nog even gepro
beerd om bij een bureau voor
levens- en gezinsmoeilijkhe
den Wat hulp te krijgen, maar
onze uitgangspunten om
daar naar toe te gaan, bleken
wel erg ver uit elkaar te lig
gen. zij wilde eigenlijk een
bevestiging van de beslis
sing, die ze al genomen had
(om te schelden) terwijl lk
wilde proberen nog te redden
wat er te redden viel. Uitein
delijk heb lk toegestemd in
de schelding, omdat ik wel
zag dat er niets anders meer
overbleef. Nadat lk drie
maanden op dat rottige ka
mertje had gezeten, waar
voor lk ook nog 225 gulden
moest betalen, heb ik wat be
ters gevonden: een mooie
grote kamer in een oud he
renhuls, waar lk erg tevreden
mee ben. Die kamer kost 250
gulden en met de 550 gulden
alimentatie, die lk betaal
voor m'n vrouw en ons kind,
zit ik financieel wel krap. Ik
kan me niet veel veroorloven.
Mijn vrouw woont samen
met haar vriend, die nog niet
afgestudeerd is. vandaar ook
mijn alimentatie voor haar.
Als ik zou moeten zeggen,
hoe lk over de problemen van
de scheiding ben heengeko-
men (voorzover dat nu na
twee Jaar het geval is) moet
ik zeggen, dat het vooral m'n
vrienden geweest zijn, die me
erover heen geholpen heb
ben. Ik kon steeds bij hen
terecht en wat heel belang
rijk Is ik kon met hen over
de scheiding praten Ik praat
nogal makkelijk, ook over in
tieme dingen, maar je moet
van de mensen in Je omge-
'ing de gelegenheid krijgen
om te mogen praten. Mensen
moeten niet bang zijn in ge
sprekken met gescheiden
mensen of met mensen, die
door de dood iemand verlo
ren hebben, om over schel
ding en dood te praten. Ze
moeten die onderwerpen niet
angstvallig omzeilen en er
schichtig overheen praten.
Mensen die een verlies heb
ben geleden, willen daar Juist
over praten, dat is ook de
enige manier om het te ver
werken. Aan de andere kant
moeten de gescheiden men
sen dan ook durven zeggen
„Ik voel me eenzaam, ik weet
niet waar lk vanavond of dit
weekeinde heen moet". Je
moet niet bang zijn om je
kwetsbaar op te stellen. Uit
eigen ervaring weet ik nu. dat
er altijd wel iemand is die
ingaat op een dergelijke
vraag om hulp en medeleven.
Verder heb Uc een tijd na
mijn schelding een heel goe
de en fijne verhouding gehad
met een oudere vrouw. Ik
ontmoette deze vrouw, die
een stuk over de veertig was
en werd stapelverliefd op
haar. Onze relatie heeft ne
gen maanden geduurd, toen
heeft zij er een eind aan ge
maakt. omdat ze het leef
tijdsverschil tussen ons een
.onoverkomelijk bezwaar
vond. ZIJ heeft me eigenlijk
de laatste duw gegeven, om
over mijn scheiding heen te
komen. Natuurlijk was ik
daarna opnieuw eenzaam,
maar Ik ben haar nog
dankbaar voor die heerlijke
tijd, waarin ik tenslotte weer
.mezelf ben geworden. En,
hoewel ik niet meer erg kerks
ben. moet ik zeggen, dat mijn
geloof, de religieuze gevoe
lens die lk heb. me ook gehol
pen hebben bij de verwerking
van mijn scheiding Ik weet
niet precies hoe ik dat moet
uitleggen, maar het feit dat
zoveel vrienden me te hulp
kwamen, zag ik niet als toe
val. maar als een ondersteu
ning van Godswege
Natuurlijk ken ik nog steeds
vlagen van enorme eenzaam
heid; Je mist de koestering,
de warmte en de aandachten
liefde, die je krijgt van een
echte vriendin, met wie je in
tieme relaties onderhoudt.
Maar die vlagen van een
zaamheid verkies ik toch bo
ven een vast samenzijn met
een en dezelfde partner. Ik
heb nu een definitief
standpunt wat betreft trou
wen en kinderen krijgen: bei
de wil ik niet meer. Ook geen
kinderen meer. want ik heb
toch schuldgevoelens ten op
zichte van m'n zoon. dat wil
ik niet nog eens moeten mee
maken. Vooral de weekends
en de feestdagen zijn moei
lijk om alleÉji door te komen,
maar tot nu 'toe ben ik nog
bereid deze prijs van een
zaamheid te betalen voor de
grote vrijheid die ik nu weer
heb. Alles heeft immers zijn
prijs in deze wereld. Ik zou
best nog weer eens een relatie
willen met een vrouw, maar
niet meer tot elke prijs Ik
zou nooit meer dat stuk vrij
heid. dat stuk bewuste leven,
dat ik na mijn scheiding heb
leren kennen, weer willen op
geven".