Je krijgt in feite met je eigen dood te maken Die eerste tijd was werkelijk één doffe ellende ZATERDAG 7 MEI 1977 BINNENLAND Trouw/Kwarteli3 Het hebben van verdriet om iets of iemand overkomt iedereen wel eens, maar bij ingrijpende gebeurtenissen zoals sterven of scheiden kan bij degene die achterblijft dit verdriet zo intens zijn, dat gesproken kan worden van rouw. Rouwen is eigenlijk het aanvaarden van verlies en dit proces moet erg goed woideh verwerkt in een omgeving, die het hebben varr intens verdriet ook toestaat. Gebeurt dit niet, dan is het niet ondenkbaar dat degene die iets kostbaars heeftverloren, geestelijk in de war raakt en therapeutisch geholpen moet worden om het rouwproces te kunnen verwerker De laatste tijd nstaan et ook praatgroepen, waar mensen die hun verdriet al enigszins hebben verwe: kt, anderen helpen hun verlies te aanvaarden. Zo is er in Haarlem de groep „Bouwkost" (tel.023-370202),- w'.a.ïn vijf echtpare* mie' elkaar praten uver hoe het is een kind te n roete., verliezen. Echter ook bij scheidi,. gei) ku Si e - cjw- •.'aan ue moeilijk te verwerken zijn. Op deze pagina komen mensen aan het v/oo-d, die r.etzij-Jou sn-erdingitetzijd-. rovv werden gedompeld érf vertellen hue ze dat hebben er va re ,t> O „Ik geloof dat als je ie mand verliest of het nu je man is, je kind of iemand anders die je dierbaar is je in een identiteitscrisis te rechtkomt, omdat je in feite te maken krijgt met je eigen dood. Ik heb althans heel duidelijk er varen, dat je zelf een bee tje sterft en dat je dat moet leren accepteren". Drieëneenhalf jaar geleden verloor Annemieke Vermeer (26) één van haar twee kinde ren. die beiden afkomstig zijn uit haar eerste huwelijk. An nemieke: „We zijn uit elkaar gegaan toen de kinderen twee en drie jaar waren, maar toen ik van Daantje in ver wachting was voelde ik al, dat het mis zou gaan tussen ons. Dat heeft een stempel gedrukt op de periode erna, vooral na het overlijden van Daantje'r. „Op een avond was hij misse lijk en moest overgeven. Dat komt meer voor bij kinderen. Maar toen ik die avond thuiskwam, begreep ik intuï tief dat het heel ernstig was en op dat moment heb ik eigenlijk alles gevoeld, wat ik de uren daarna niet heb kun nen voelen. Het werd alle maal zo onwezenlijk. Ik wilde geen koorts opnemen of een dokter bellen. Ik was in een roes, al besefte ik dat niet". Tegen zes uur 's morgens bel de Annemieke haar huisarts, maar Daantje hij was toen ruim drie jaar lag al in coma en moest naar het zie kenhuis. Ze vertelt, dat het net een soort film was, waar ze naar keek, maar niet zelf in zat. „Ik stond in een kamer tje en ernaast waren ze met mijn kind bezig. Ik had niet het lef om te zeggen: ik wil erbij zijn, maar op een gege ven moment ben ik toch naar binnen gegaan en zag, dat Daantje aan allerlei appara ten lag, Het was allemaal erg naar en niet te geloven, dat het mijn kind was wat daar lag, terwijl hij de dag ervoor nog speelde". Annemieke: „Voor mijn ge voel heb ik heel lang gezeten. Niemand zei eigenlijk iets. Ineens kwamen er twee artsen binnen die naar het beeld van de hartslag keken op allerlei meters en kastjes. Ik zag dat dat beeld veran derde. De artsen gingen weer weg en toen zei iemand: u mag hem wel vasthouden. Hij was dood. Wat er daarna gebeurde heeft eigenlijk niets meer met Je kind te maken, zoals autopsie (lijkschouwing) en crematie". Achteraf werd vastgesteld, dat Daantje een zeer ernstige vorm van hersenvliesontste king (meningitis) had, die zich uitbreidde naar de herse nen. „Mijn huisarts zei, dat op het moment dat zo iets wordt gesignaleerd, het ei genlijk al te laat is. Ik voelde me namelijk schuldig, omdat ik hem zo lang bij me had gehouden en gewacht had met opbelllen". Annemieke was voordien één keer eefder met de dood geconfronteerd, toen haar oma overleed, maar dat had ze makkelijker kunnen accepteren. „Toen Ronald (haar tweede man) en ik het ziekenhuis verlieten om naar huis te gaan. was ik stomverbaasd, dat buiten alles hetzelfde was' gebleven. Er was niets veran derd en dat vond ik' heel wreed. De dagen daarna leef de ik in 'n roes. Er gebeurden zulke gekke dingen, zoals de begrafenisondernemer die opbelt en vraagt: „wat voor kist had u zich gedacht. Het was tenslotte toch uw kind". Of voor de crematie terugbelt en zegt: „Een tussendoortje kan nog. Verstrooiing van as en koffie toe". Je valt van de ene verbazing in de andere, yet heeft niets meer met le ven te maken, maar ook niet met de dood. In feite moet je lachen en huilen tegelijk. Zo gemeen is het". Annemieke vertelt over de crematie. „Iedereen huilde en ik dacht: ik moet ook huilen, maar ik voelde niets. Ik was helemaal leeg van binnen. Vanaf het moment dat Daan tje op sterven lag, vroeg ik mezelf al af, hoe ik me zou moeten gedragen. Je weet niet hoe je dat moet doen, omdat {iet je nooit is geleerd. Dus ga je je gedragen naar de verwachting van anderen, althans naar wat je denkt dat anderen verwachten. Daar door verval je in dingen die helemaal niet echt zijn. Dat alles heeft er mede toe bijge dragen. dat ik Daantjes dood niet kon accepteren. Omdat ik niets voelde, dacht ik ook dat ik hooit werkelijk van hem had .gehouden. Andere mensen hadden wel veel ver driet en ik als moeder voelde niets. ,Ik maakte mezelf grote verwijten en ging verband leggen met mijn schelding en de tijd daarvoor. Dat het al misging, toen ik van Daantje in verwachting was. Ik kwam tot de'conclusie dat hij een afschuwelijk leven bij me had gehad". „Ik kreeg zo'n schuldgévoel, dat ik er behoorlijk van in de •war ben geraakt. Ik deed zelfmoordpogingen door pil len te slikken en ging mezelf lichamelijk pijn doen. Ik wil de zo graag voelen en dacht: als het niet geestelijk kan dan maar lichamelijk. Als ik doodging was ik bij Daantje, zo redeneerde ik. Ik was erg ongerust en wilde weten, dat het goed met hem ging. Daar voor had ik mijn leven willen geven. Ik werd heel agressief en kon ook geen liefde meer •opbrengen voor Ronald en Pepijn, mijn oudste kind. Het zei me allemaal niets meer". Ronald, die het toch anders heeft beleefd, omdat Daantje niet van hem was, vult aan: „Je voelt'je ontzettend mach teloos, omdat het zo'n onbe kend terrein voor Je is. Ze moet eigenlijk voortdurend in haar gevoelens worden be vestigd, maar dat doe Je niet omdat je weet dat Je weer verder moet. In plaats van haar dat echte verdriet te la ten voelen en daarin mee te helpen, loop je als een drukke baas overal voor te zorgen. Je doet wel Je best, maar niet op de" goeie manier, waardoor Je haar toch de mist ziet ingaan en er naar andere mogelijk heden gezocht moet worden". Annemieke: „Ik ben ver scheidene keren opgenomen geweest, maar ook daar kon men mij niet helpen. Relatief gezien voelde ik me thuis be ter dan in een psychiatrische kliniek. In totaal heb ik er wel twee Jaar over gedaan, voordat ik er weer bovenop was. Het was me nooit ge lukt, als ik niet via mijn huis arts in contact was gebracht met de psycholoog R. W. Ramsay, die zich bezighoudt met rouwverwerking. Hoewel Ramsay weinig tijd had, mocht ik omdat mijn situ atie zo acuut was (ik had he vige angstaanvallen) bij uitzondering direct komen". Tien ochtenden is Annemie ke bij deze gedragspsycho loog in behandeling geweest en de therapie die ze kreeg was niet bepaald zachtzinnig. „Eerder keihard. Ik moest steeds die dingen zeggen, waarover ik eigenlijk niet kon praten. Soms ook^prak hij ze uit en als ik het alle maal kon aanhoren zonder in paniek te raken, gingen we op iets anders over. Het meest wezenlijke was wel. dat ik moest zeggen. Daan tje, nu moet je weggaan. Weg uit mij, want bij alles wat ik deed was hij het, die dat be paalde. Het afscheldnemen van Daantje, wat ik bij zijn dood niet heb kunnen doen, heb ik toen in therapie moe ten doen En vanaf dat mo ment voelde ik me weer echt helemaal goed. Totaal be vrijd". Ronald: „Dat is ook eigenlijk heel logisch. Je doet in korte tijd dat wat Je nor maal tijdens het rouwproces zelf hoort te doen. maar niet kunt. Het is je ook nooit bij gebracht. Sterven is een kli nisch proces, dat ergens an ders gebeurt. Ver van Je bed, in een ziekenhuis of zo". Annemieke: „Na mijn bevrij ding kon ik ook weer Intens van alle dingen genieten. Ik had er weer oog voor en stond mezelf eindelijk toe om weer te leven. Of dat zo blijft weet ik niet, maar ik geniet nog steeds van elke dag en ben enorm blij ook met Pepijn en Floor, die daarna is geboren. In een tijd waarin ik ontzet tend graag wilde dat alles weer goed zou gaan en mij wat minder depressief voel de, ben Ik in verwachting ge raakt. Het was een soort hou vast aan het „gezonde", maar het werd nog moeilijker, toen ik besefte dat ik nog steeds met Daantje bezig was. Ik voelde me zo mogelijk nog schuldiger". Ronald: „Je kunt het hele rouwen zien als een periode waarin allerlei emoties een rol gaan spelen, waarvan sommige ogenschijnlijk niets met het gemis te maken hebben. Je kunt Je Ineens heel erg opgelucht voelen en denken dat Je er bent. In die fase nog voor de therapie is Floor verwekt. Het is erg belangrijk te beseffen dat wat Je verliest niet te vervan gen is. Ook niet door een an der kind. Je moet ontzettend goed weten dat het voorbij Is en als dat niet het geval is, kom Je er niet uit. Zeker niet door een nieuw kind te ver wekken". Annemieke: „Er wordt wel gesteld dat zwelgen in Je ei gen verdriet niet goed is en daar ben ik het best mee eens, maar als Je een zwaar verlies lijdt is het de eerste tijd toch wel erg goed, geloof ik. om iemand in zijn verdriet te laten zwelgen. Anderen moeten toestaan, dat Je ver driet hebt en Je dat niet pro beren af te nemen. Ik geloof, dat als ik in het begin niet zo de drang had gehad om flink te willen zijn, het veel minder mis met mij was gegaan. Het Is heel belangrijk om Jezelf te mogen laten gaan en dat je omgeving dat ook toelaat. Ik heb één vrouw ontmoet, die alles accepteerde wat ik deed en daarover niet ging discus siëren, maar af en toe een bloemetje voor me neerzette. Dat was fantastisch en daar kon ik me aan vasthouden. Je voelt Je in een dergelijke situatie ontzettend twee slachtig. Aan de ene kant wil Je erg veel liefde, maar Je kunt die absoluut niet hante ren. Wordt die liefde echter niet gegeven, laten de men sen zich afschrikken wat heel reëel is dan kom Je in een diep dal terecht. Het is zo belangrijk dat Je omgeving er zich van bewust is. dat ze in feite niets terugkrijgt, terwijl ze zich toch voor Je inzet. Maar al geeft iemand maar de plantjes water of doet hij iets anders wat heel simpel lijkt, achteraf zijn dat de din gen die enorm waardevol ble ken te zijn". En tot slot: „ik wil met na druk stellen, dat elk rouwpro ces een Individueel gebeuren is. dat leder mens op zijn ei gen manier verwerkt". „Ik heb het allemaal koel en zakelijk afgehandeld: de scheiding, de verhui zing, het verdelen van de spullen en dat soort din gen. Ik had een miezerig kamertje gevonden, waar ik op ben getrok ken met een paar meu bels. Alles gebeurde fei telijk in een roes. ik was er niet bij met m'n hoofd, het ging langs me heen. Maar toen ik daar opeens vol strekt alleen op dat kamertje zat, kwam de klap. De grote stilte viel over me heen; toen had ik tijd om na te denken, maar dat kon ik nog niet aan. Ik vluchtte weg van die ka- mer. dook in mijn werk, maar kon geen letter op papier krijgen, hing in kroegen om en was vaak dronken. Wan neer ik nuchter was en een beetje tot mezelf kwam, voel de ik me afschuwelijk; een zaam, vol zelfbeklag, opstan dig, verbitterd en intens ver drietig omdat ik van mijn I zoontje gescheiden was. Die eerste tijd was werkelijk één doffe ellende. Ik moet er maar niet teveel aan terug denken. Op een gegeven mo ment dacht ik: „Waar ben ik mee bezig? Als ik zo doorga, ga ik onherroepelijk de ver nieling in". Langzaam ben ik toen omhoog gekropen uit de verloedering. Ik moest me zelf, uit elkaar gevallen als ik was, gewoon weer in elkaar passen als een puzzel. Maar ik weet niet of ik dat gevecht om mezelf steeds weer een duwtje omhoog te geven, had aangekund als mijn vrienden er niet geweest waren. Die hebben me enorm geholpen. Dat waren echt vrienden, die je in de nood pas goed leerde kennen en waarderen." Het is nu twee jaar geleden, dat Willem is gescheiden. Hij was toen vier en een half jaar getrouwd geweest met een even oude vrouw. Zij trouw den Jong: op 21-jarige leeftijd nadat ze al vanaf hun zestien de jaar met elkaar waren om gegaan. Beiden waren af komstig uit een beschermd milieu, waar het alleen maar normaal en goed werd gevon den. wanneer een Jongen en een meisje, die elkaar vanuit de Jeugdvereniging kenden, op den duur met elkaar trouwden. „Zij was mijn eerste vriendin en ik haar eerste vriend. We hadden nooit iemand anders gehad en nooit naar een an der omgekeken. Later heb ik ervaren hoe gevaarlijk dat is, maar toen gingen we heel vanzelfsprekend trouwen. We beantwoordden aan het ver wachtingspatroon: elkaar een tijdlang kennen, officieel verloven, nog een tijd sparen en dan de bruiloft. Onze ou ders waren ook ingenomen met het feit, dat we zo keurig met iemand uit de eigen kring trouwden en dat het allemaal zo soepel verliep. Vlak voor het huwelijk heeft mijn vrouw wel wat last van twijfels gehad: ze vroeg zich af of ze het wel een heel leven met mij zou kunnen uithou den, maar ik wuifde die ge dachten luchtig weg. Soms had ik zelf wel eens een beet je spijt, dat ik nooit andere liefdeservaringen had gehad, maar dat drukte ik gewoon weg; het was nu eenmaal zo gelopen en dat was goed. En toen waren we getrouwd en stonden aan het begin van een ontzettend lange weg, tenminste dat dacht je toen. Die weg is later niet zo lang gebleken. In het begin waren we erg gelukkig: het gevoel iemand te hebben, geborgen te zijn, los te zijn van je ou derlijk huis en je toch wel bekrompen omgeving, gaf je rust en tevredenheid. Ik moest nog in dienst. Na een half jaar kwam ik daar weer uit en ging de Journalistiek in. We zijn toen ook ernstig gaan praten over het krijgen van een kind. Dat was voor ons een belangrijke zaak, die we bewust gewild hebben. Dat kind kwam niet zo van zelfsprekend als ons huwe lijk. Vlak na zijn geboorte overviel mij een enorme angst: ik voelde me voor al tijd gebonden, nu kon ik nooit meer terug, we waren een gesetteld paar Dat ik zulke gevoelens bleek te heb ben, maakte me ook weer angstig. Mijn vrouw en ik praatten erover We kwamen tot de overtuiging, dat we. ook al waren we nu zo'n e$ht gezinnetje, toch zouden pro beren niet te vjerstarren, niet een stijf burgergezin te wor den maar open te blijven staan voor al onze vrienden, kennissen en onverwachte zaken. Toch heb ik die angst gehouden, af en toe had ik er zelfs erge last van. Je moet begrijpen, dat ik Juist in die tijd door mijn beroep in zo'n andere wereld kwam dan ik van vroeger kende: minder besloten, met minder zeker heden,'Juist veel cynischer, ook mondainer. Ik kwam met zoveel mensen in aanraking die anders dachten dan ik. Ik kwam ook andere vroüwen tegen dan ik tot nu toe ge kend had, veel wereldwijzer, met meer ervaring in het le ven. Ik ging meer om me heen kijken en werd herhaal delijk verliefd. Ik geloof dat het veel te vroe ge huwelijk zich toen gewro ken heeft. In wezen was ik getrouwd met de eerste de beste, die ik tegenkwam om maar binnen te zijn. Mijn vrouw was emotioneel erg met het kind bezig in die tijd en had geen last van twijfels. Wat mij toen van echte zij sprongen afhield, was mijn Intense liefde voor het kind, waar ik helemaal gek van was. eigenlijk veel meer dan van mijn vrouw. Ik hield er in die tijd wel vriendinnen op na, maar ik voelde dat toch allemaal als een tijdelijke escapade: een kind dat nog wat bulten speelt voor het naar binnen moet. Want de gedachte aan een scheiding kwam nooit bij me op, mijn vrouw stond toch bij alles wat ik deed op de achtergrond, ik voelde dat ik toch weer bij haar terug zou komen. In die tijd heeft ze over mijn houding en de moeilijkheden die daarmee samenhingen gepraat met een wederzijdse vriend. Zij konden goed met elkaar opschieten, hij was even oud als wij. Er is tussen hen toen een band ontstaan, waarvan ik niets heb geweten. Ik liep gewoon met gesloten ogen rond. Mijn vrouw heeft met mij nooit over die band ge sproken en lk vond het niet vreemd, dat die Jongen zo vaak bij ons over de vloer kwam, hij was tenslotte een vriend. Vandaar dat de mede deling van haar, dat ze niet wist of ze wel altijd bij mij zou blijven en dat ze eigenlijk wilde schelden, een donder slag bij heldere hemel voor mij betekende. Ik had ner gens iets van gemerkt. ZIJ was In die tijd erg depressief, naar lk later begreep, omdat zij allang van die Jongen hield. Ik probeerde de zaak nog te redden door de ernst ervan te ontkennen, lk riep maar zoiets van „Ach Joh, doe niet zo gek, het loopt allemaal niet zo'n vaart, ledereen maakt in z'n huwe lijk wel eens zoiets mee". Zij was werkelijk ernstig en niet zomaar met een vluchtig avontuurtje bezig. Zij heeft tenslotte de knoop doorge hakt, zij eiste een schelding. We hebben nog even gepro beerd om bij een bureau voor levens- en gezinsmoeilijkhe den Wat hulp te krijgen, maar onze uitgangspunten om daar naar toe te gaan, bleken wel erg ver uit elkaar te lig gen. zij wilde eigenlijk een bevestiging van de beslis sing, die ze al genomen had (om te schelden) terwijl lk wilde proberen nog te redden wat er te redden viel. Uitein delijk heb lk toegestemd in de schelding, omdat ik wel zag dat er niets anders meer overbleef. Nadat lk drie maanden op dat rottige ka mertje had gezeten, waar voor lk ook nog 225 gulden moest betalen, heb ik wat be ters gevonden: een mooie grote kamer in een oud he renhuls, waar lk erg tevreden mee ben. Die kamer kost 250 gulden en met de 550 gulden alimentatie, die lk betaal voor m'n vrouw en ons kind, zit ik financieel wel krap. Ik kan me niet veel veroorloven. Mijn vrouw woont samen met haar vriend, die nog niet afgestudeerd is. vandaar ook mijn alimentatie voor haar. Als ik zou moeten zeggen, hoe lk over de problemen van de scheiding ben heengeko- men (voorzover dat nu na twee Jaar het geval is) moet ik zeggen, dat het vooral m'n vrienden geweest zijn, die me erover heen geholpen heb ben. Ik kon steeds bij hen terecht en wat heel belang rijk Is ik kon met hen over de scheiding praten Ik praat nogal makkelijk, ook over in tieme dingen, maar je moet van de mensen in Je omge- 'ing de gelegenheid krijgen om te mogen praten. Mensen moeten niet bang zijn in ge sprekken met gescheiden mensen of met mensen, die door de dood iemand verlo ren hebben, om over schel ding en dood te praten. Ze moeten die onderwerpen niet angstvallig omzeilen en er schichtig overheen praten. Mensen die een verlies heb ben geleden, willen daar Juist over praten, dat is ook de enige manier om het te ver werken. Aan de andere kant moeten de gescheiden men sen dan ook durven zeggen „Ik voel me eenzaam, ik weet niet waar lk vanavond of dit weekeinde heen moet". Je moet niet bang zijn om je kwetsbaar op te stellen. Uit eigen ervaring weet ik nu. dat er altijd wel iemand is die ingaat op een dergelijke vraag om hulp en medeleven. Verder heb Uc een tijd na mijn schelding een heel goe de en fijne verhouding gehad met een oudere vrouw. Ik ontmoette deze vrouw, die een stuk over de veertig was en werd stapelverliefd op haar. Onze relatie heeft ne gen maanden geduurd, toen heeft zij er een eind aan ge maakt. omdat ze het leef tijdsverschil tussen ons een .onoverkomelijk bezwaar vond. ZIJ heeft me eigenlijk de laatste duw gegeven, om over mijn scheiding heen te komen. Natuurlijk was ik daarna opnieuw eenzaam, maar Ik ben haar nog dankbaar voor die heerlijke tijd, waarin ik tenslotte weer .mezelf ben geworden. En, hoewel ik niet meer erg kerks ben. moet ik zeggen, dat mijn geloof, de religieuze gevoe lens die lk heb. me ook gehol pen hebben bij de verwerking van mijn scheiding Ik weet niet precies hoe ik dat moet uitleggen, maar het feit dat zoveel vrienden me te hulp kwamen, zag ik niet als toe val. maar als een ondersteu ning van Godswege Natuurlijk ken ik nog steeds vlagen van enorme eenzaam heid; Je mist de koestering, de warmte en de aandachten liefde, die je krijgt van een echte vriendin, met wie je in tieme relaties onderhoudt. Maar die vlagen van een zaamheid verkies ik toch bo ven een vast samenzijn met een en dezelfde partner. Ik heb nu een definitief standpunt wat betreft trou wen en kinderen krijgen: bei de wil ik niet meer. Ook geen kinderen meer. want ik heb toch schuldgevoelens ten op zichte van m'n zoon. dat wil ik niet nog eens moeten mee maken. Vooral de weekends en de feestdagen zijn moei lijk om alleÉji door te komen, maar tot nu 'toe ben ik nog bereid deze prijs van een zaamheid te betalen voor de grote vrijheid die ik nu weer heb. Alles heeft immers zijn prijs in deze wereld. Ik zou best nog weer eens een relatie willen met een vrouw, maar niet meer tot elke prijs Ik zou nooit meer dat stuk vrij heid. dat stuk bewuste leven, dat ik na mijn scheiding heb leren kennen, weer willen op geven".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 13