Het is stil rond de lintje i" De tekening van een lezer 'ommentaar Budieverkorting Vandaag nog onderscheidingen volgens beproefd recept Twee orden Steriel aprilweer ■ook nu iets doen voor vogels 'reünie gele kaart hoogvlieger wenskaarten troost -L JDAG 29 APRIL 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet5 ï'3 academische raad is gisteren de van de burgerlijke ongehoor- mheid ingeslagen. De raad gaat recht in tegen de strekking van door de volksvertegenwoordi- aanvaarde wetsontwerp, waar- Ie verkorting van de universitaire lie is vastgelegd, j/jrer de uitleg van de wet kan geen iverstand bestaan. De studiepro- imma's zou4en maximaal vier eW mogen duren en alleen in uit- Jnderlijke gevallen zou daar (ten ■"ipgste) een jaar bovenop mogen, at doet nu de academische raad? Jze adviseert de minister van on- rwijs voor de grote meerderheid n studierichtingen een vijfjarige rsusduur toe te staan. Een vierja- |e cursusduur zou slechts in twee vallen mogelijk zijn. is geen denken aan dat de minis- r van onderwijs de nu aangeboden iidieprogramma's zinvol kan toet- n op de wijze die de wet hem Hriorschrijft. Het enige wat hij kan >en is opnieuw het parlement pdplegen en vragen wat hem te ^en staat. Moet de wet veranderd irden, of moeten de universitei- met harde hand in het gareel irden gedwongen? de wet veranderd, dat wil zeg- verruimd wordt, moet er dan op lli Udere wijze bezuinigd worden studentenstops)? Of stelt het trlement meer geld ter beschik king? Als men besluit tot een harde <>3nfrontatie, welke prijs aan uni- ^rsitaire onrust zijn wij bereid te ^talen. böB kwestie van de studieverkorting nu tien jaar. De universitei- n hebben in het verleden 5 "jimschoots gelegenheid gehad hun jjJgumenten voor een langere cur-: jntjsduur naar voren te brengen, luifenslotte heeft het parlement ande- overwegingen de doorslag laten ^|ven. Daarbij speelden de uit de gerezen kosten van het univer- leijaire onderwijs een belangrijke gr$l. Maar ook is bijvoorbeeld gelet j ep het belang van al die studenten blpor wie de universitaire studie nu gebed zonder end is. (eertig procent van de eerstejaars aalt nooit de eindstreep en van ïgenen die het doctoraal wel halen ben velen zeven jaar of nog langer er hun studie. Deze groep (bij elkaar opgeteld de meerderheid van de studenten) heeft alle belang bij een kortere, overzichtelijker opge zette studie. Omdat het doctoraal examen niet het eind betekent van het studeren (het postdoctorale onderwijs zal steeds belangrijker worden), hoeft men daar niet zo rouwig om te zijn. En doordat de wet een ruime uit loop bood (over een vierjarig pro gramma mag je zes jaar doen), was er geen sprake van onredelijkheid tegenover de wat langzamer wer kende student. Wij blijven erbij dat het besluit van de volksvertegenwoordiging juist is geweest. Daarbij gaan we niet zover dat we bij alle opstellers van nieuwe studieprogramma's kwade trouw willen veronderstellen. Hier en daar is eerlijk geprobeerd de wat al te ver uitgedijde programma's tot re delijke proporties terug te brengen. Als dan niet ieder öp vier jaar is uitgekomen, is dat nog geen bewijs van onwil. Toch is in veel gevallen sprake van een subtiel soort burgerlijke onge hoorzaamheid. Dat geldt om te be ginnen van die studentengroepen die van meetaf gezegd hebben de studieverkorting te willen boycot ten. Voorzover zij het uiteindelijke besluit van de academische raad beïnvloed hebben, kunnen zij tevre den zijn. Het geldt ook van die docenten die niet vermogen in te zien dat de als maar langer gewor den studieprogramma's hoognodig moesten worden herzien. Onge merkt zijn de eisen verzwaard. Er kwam een nieuw vak bij, een nieu we docent, een nieuw tentamen. En te weinig ging er een (verouderd) onderdeel af, misschien ook omdat dit voor de betrokken docent pijn lijk zou zijn. Hoe we uit de nu ontstane impasse kunnen geraken, is moeilijk te zeg gen. Misschien is de beste remedie, dat het parlement per student en per studie bepaalde bedragen ter beschikking stelt en dat de facultei ten dan zelf uitmaken hoe ze van dat bedrag rond komen. Langere onderwijsprogramma's zijn dan mo gelijk, al gaat dit dan ten koste van andere posten op de begroting. De universiteiten zijn dan verantwoor delijk voor hun eigen beslissingen. door J. G. A. Thijs De herziening van het decoratiestelsel behoorde niet tot de „hervormende" voorstellen die het kabinet Den Uyl er zo graag door had willen krijgen. Evenmin behoort zij tot de politiek weinig omstreden kwesties die het demissionaire kabinet voor de verkiezingen nog meent te kunnen afhandelen. Voor dat laatste zou er trouwens een afgerond wetsontwerp moeten zijn en dat is er niet Nog steeds niet. Vandaag, op een paar maanden vijf tien jaar nadat minister Toxopeus (in 1962) in de Tweede Kamer zei dat er „ernstige bezwaren en moeilijkhe den" kleven aan het bestaande stel sel van ridderorden en medailles, staat ons weer een „lintjesregen" te wachten volgens het oude patroon- .„Hogere" rangen en standen zullen weer commandeur officier of ridder worden, de „lagere" zullen medailles krijgen en zelfs daarin wordt nog onderscheid gemaakt op grond van de status of het beroep: zo'n medail le kan van goud, van zilver of van brons zijn. Een wonderlijke toestand eigenlijk: vrijwel iedereen ziet al jarenlang de bezwaren van de bestaande toestand in, op Haagse departementen wordt al jarenlang gewerkt aan een een voudiger en meer bij deze tijd pas send systeem van onderscheidingen maar toch zit er absoluut geen schot in. Bijna acht jaar nadat mr.H.K.J. Beernink, toen minister van binnen landse zaken in het kabinet De Jong, de Kamer liet weten dat „een voor stel tot wijziging in een vergevorderd stadium van voorbereiding" verkeer de, krijgen we op het ministerie van binnenlandse zaken te horen dat de lintjeskwestie nog steeds regelirtatig als „nog te behandelen punt" op de agenda van de ministerraad ge noemd wordt, maar daar blijft het bij. Er gebeurt verder niets. De twee- tot drieduizend onder scheidingen die vandaag zullen worden toegekend, zullen vrij wel zeker weer verdeeld zijn over twee orden: de in 1815 inge stelde orde van de Nederlandse Leeuw (met als rangen Groot kruis, Commandeur en Ridder) en de in 1892 ingestelde orde van Oranje Nassau (met vijf klassen: Grootkruisen, Grootof ficier, Commandeur, Officieren Ridder, waaronder dan nog de medailles in goud, zilver of brons komen). De gebruikelijke toevoeging „koninklijk" bij de onderscheidingen kan misver stand wekken: over de toeken ning ervan wordt uiteindelijk op de departementen beslist. Voor die toekenning moet een voor dracht ingediend worden (in veel gevallen gebeurt dat door werkgevers of door verenigin gen) bij de burgemeester, die het verzoek doorstuurt naar de provincie, vanwaar het naar Den Haag gaat. Koninklijke on derscheidingen worden het ge hele jaar door toegekend bij ju bilea en dergelijke, maar het is traditie dat ter gelegenheid van de verjaardag van de Koningin een grote hoeveelheid tegelijk wordt uitgereikt. Die gebeurte nis heeft de naam „lintjesre gen" gekregen. het vuur van zijn betoog een vers van Vondel begon te citeren en daarbij raakte Schaepman, aldus Brom, „zo in vuur dat hij zijn rechtervuist let terlijk aan 't bloeden sloeg. Den vol genden avonden bezocht ik hem. Zij ne hand was met een linnen doek omwikkeld. Hij vertelde de oor zaak en liet mij het deeltje van Von del zien waar de betreffende pagina nog met bloedvlekken was bespat". Dichtbij het vuur Maar terug naar de lintjes: er hebben dan wel geen politici hun vuisten op deze kwestie stukgeslagen, er zijn er wel die duidelijk hun mening gezegd hebben. In 1965 drong J.H. Scheps (PvdA) in de Tweede Kamer aan op instelling van een „orde van de ar beid" en hij zei over het bestaande systeem: „Het is wellicht wat boos aardig gedacht maar als men de groepen van mensen nagaat die een onderscheiding ontvangen rijst wel eens de gedachte: wie het dichtst bij het vuur zit warmt zich het best". En de huidige Kamervoorzitter Vonde ling haalde in 1970 de kranten met de vraag of het de bedoeling is dat Jan met de pet de medailles en Piet met de hoed de linten krijgt, waarop de laconieke mededeling van pre mier de Jong volgde dat de aard van het hoofddeksel geen criterium pleegt te vormen voor een onder scheiding. Zelfs zij die blootshoofds plegen te gaan komen voor een on- De orde van de Nederlandse Leeuw Vastgelopen Kort nadat minister Beernink zijn nogal optimistische mededeling ge daan had, bleek uit uitlatingen van premier De Jong dat de zaak vastge lopen was. Een rapport van een com missie onder voorzitterschap van oud-commissaris van de Koningin in Limburg, mr F. J. M. A. H. Houben, werd door het kabinet niet overgeno men. Nieuwe voorstellen werden ont worpen, opnieuw werden optimis tische voorspellingen gehoord: mi nister Geertsema zei in 1972 dat het „hete hangijzer' wat afgekoeld was en dat de zaak nu aangepakt kon worden. Maar in de jaren daarna beperkten de Haagse woordvoerders zich weer tot mededelingen dat de zaak in behandeling was. Totdat er vorig jaar plotseling een bericht ver scheen, waarin stond dat de „uitge breide herziening" niet zou door gaan, omdat die niet haalbaar was en dat er nu een eenvoudiger rege ling in voorbereiding was. Omstreeks dezelfde tijd kwam mi nister De Gaay Fortman voor de televisie vertellen dat de zaak „niet voor een hoge prioriteit in aanmer king komt". In het kabinet was er volgens de minister wel „grote eenstemmigheid over het feit dat rangen en standen uit de onderschei dingen verdwijnen moeten", maar de bereidheid van de Kamerleden om wezenlijke veranderingen aan te brengen was volgens de minister toch niet groot. Dat is dus de situatie na vijftien jaar overwegen en praten: iedereen meent dat er wat verande ren moet, het is bekend dat alle plannen die opgesteld zijn erop neer komen dat de medailles (ook wel oneerbiedig „blikjes" genoemd) ver dwijnen moeten, maar het is stil aan het front, er gebeurt niets. Geen betogingen Of beter gezegd: er is helemaal geen front. Want wie zou menen dat deze zaak, zoals bij andere kwesties waar bij grote groepen van de bevolking vinden dat de regering de zaak laat sloffen aanleiding is voor massale betogingen en demonstraties, ver gist zich. We kunnen ons geen de monstraties tegen de „lintjes" herin neren, geen enkele partij schuift de zaak als een urgent punt naar voren en we hebben politici er de laatste tijd geen vurige redevoeringen over horen houden. Nu winden politieke redenaars, is mijn indruk, zich aan zienlijk minder op dan vroeger. Van de rooms-katholieke leider Schaep man (tijdgenoot van Kuyper) gaat het verhaal dat hij tijdens zijn toe spraken met zijn „beukende vuist" katheders stuksloeg. Dr. G. Brom schreef kort na het overlijden van Schaepman (1902) dat deze eens in De orde van Oranje-Nassau derscheiding in aanmerking, aldus De Jong. Een behoefte Nu hebben degenen die beweren dat een regering in een tijd dat grondspeculatie en bedrijfsdemocra- tisering de aandacht vragen be langrijker dingen te doen heeft dan een systeem van koninklijke onder scheidingen op de helling zetten, na tuurlijk gelijk. In zijn televisiege sprek van vorig jaar zei minister De Gaay Fortman ook dat het verlenen van onderscheidingen in het alge meen in een behoefte voorziet: „Al behoort het tot de uiterlijkheden van het leven, toch vinden de men sen het erg leuk". Die uitspraak lijkt wel juist: aan een beetje erkenning, een schouderklopje, heeft nu een maal iedereen die iets doet wel eens behoefte. Zoals we een arbeider, die klaagde over gebrek aan belangstel ling van de kant van zijn werkgever, eens hoorden zeggen: „Het werk wil z'n baas zien". Vandaag dus en indien er geen wonderen gebeuren: ook volgend jaar nog een lintjesregen volgens beproefd recept. Als minister De Gaay Fortman vorig jaar de zaak goed taxeerde, zullen er van de twee tot drieduizend onderscheidingen zo'n vijf of zes geweigerd worden. Als dat juist is zou je daaruit af kunnen leiden, dat de Nederlandse bevol king als geheel niet zwaar aan de lintjes-kwestie met z'n rangen en standen tilt. De Gaay Fortman ver telde vorig jaar ook dat hij heel wat onderscheidingen heeft opgespeld en dat de mensen dan vaak erg geë motioneerd raken. Ook wordt het opspelden van een medaille van goud, zilver of brons volgens de mi nister niet als denigrerend ervaren Misschien ligt hier een mooie taak voor de opinieonderzoekers: als ze met hun verkiezingsenquetes klaar zijn eens nagaan hoe ons volk nu écht over die zaak denkt. Want ook dingen die niet van wereldschok kend belang zijn kunnen erg interes sant zijn. Tekeningen, bij voorkeur in liggend formaat, sturen aanr Trouw, iury politieke prent. Postbus 859, Amsterdam. en adres aan de achterzijde vermelden. Voor geplaatste prenten is er een boekenbon. K HET WEER door Hans de Jong Weerrapporten Leve het golfje, dat zich gisteren in een koufront boven Engeland vormde, alleen jammer dat het geen permanentwave is gewor den. Het betere weer dat hei gisteren deed toekomen door de koudere lucht nog even op af stand te houden, zou dan april uit hebben geduurd. Het weer van gisteren was de hele dag verrassend goed. De zon scheen van laat in de middag tot in de voor avond, de wind werd steeds luier en dc temperatuur overschreed de oorspronkelijke KNMI- schatting van circa tien graden met een graad of vier/vijf. Roo sendaal meldde zich met vijftien graden Celsius na een vooraf gaande nacht met grondvorst. Bij die temperaturen van veer tien of vijftien graden zat er 's middags wel werking in de lucht en die deed een beetje denken aan de mogelijkheid van on weer. Om vier uur 's middags gaf echter geen enkel KNMI-station het codecijfer acht voor de mid delbare bewolking door. Er wer den wel zevens gemeld: alto- cummulus (schaapjes) in twee of meer lagen, zich niet uitbrei dend, of altocummulus ondoor zichtig of altocummulus met al- tostratus of/en nimbostratus. Voor u misschien een puzzle, voor de weeramateurs een weet. De bewolking was in elk geval wel min of meer typerend voor de komst van een trog van lage druk. Op de weerkaart van 's middags een uur lag het lage druksysteem. Er was een duide lijke golf in de scheidingslijn tussen betrekkelijk zachte lucht ervoor (zuidoost-Engeland elf graden)en koudere lucht erach ter (zuidwest-Engeland zeven graden), waaruit zich een afzon derlijke lage drukkern vormde. (1002 millibaar) die langzaam naar het oosten trok. Om een uur 's middags was de wind in Bournemouth aan de Kanaal- kust nog zuidzuidwest, om vier uur was de wind daar noordelijk geworden zij het vrij zwak. Bir mingham gaf toen nog wel een zuidelijke wind> Op dat moment regende het ste vig in Zuidoost-Engeland terwijl verscheidene andere Engelse stations buien meldden. Die hin gen samen met een afkoeling in de bovenlucht: vóór de trog mi nus 28 graden op vijfduizend meter boven de Engelse Zuid oostkust, achter de trog minus dertig graden boven Zuidwest- Engeland, minus tweeëndertig boven de Ierse zee, minus vie rendertig boven de Hebriden een toestand rijp voor hagel buien en in de wat hogere bergs treken mogelijk sneeuw. Wat opviel was verder dat er zich in Ierland alweer nieuwe drukdalingen voordeden. Die wezen erop dat ons ook na de passage van de trog in de loop van vandaag, nog wel van tijd tot tijd een bui boven het hoofd blijft hangen. Een jas zal op Koninginnedag zeker nodig zijn en dat niet alleen vanwege de regen of hagel die u en mij kun nen treffen, maar ook vanwege de te zuinige temperatuur. Het uiteinde van april en ook 1 mei zullen te koud blijven met geen hogere temperaturen dan tien tot twaalf graden, plaatselijk misschien dertien, vooral nu de stromingen in de hogere niveaus boven het oostelijk deel van de Oceaan zeer consequent en dui delijk noordwestelijk zijn ge worden. Het hogedrukgebiedje ten noorden van IJsland geeft koude winden uit Noord tot oost in de noordelijke gebieden. Het was daar gistermiddag opge houden. zodat de uitbarsting van de vulkaan „Leirhnuk" be ter waargenomen zal kunnen zijn. De temperatuur op Noord- IJsland was gistermiddag minus ëën graad. Amsterdam zwaar bew 13 De Bilt zwaar bew 14 Eelde zwaar bew 14 Eindhoven zwaar bew 16 Den Helder regenbui 12 Rotterdam regen 14 Twente zwaar bew 14 Viisslngen geheel bew 12 Zd Limburg zwaar bew 15 Aberdeen zwaar bew 9 Athene licht bew 20 Barcelona zwaar bew 16 Berlijn licht bew 15 Bordeaux zwaar bew 15 Brussel zwaar bew 15 Franklort zwaar bew 17 Geneve regenbui 13 Helsinki hall bewolkt 8 Innsbruck zwaar bew 17 Klagenlurt zwaar bew 14 Kopenhagen licht bew 12 Lissabon zwaar bew 16 Locamo regen 11 Londen regen 8 Luxemburg licht bew 16 Madrid hall bewolkt 26 Malaga zwaar bew 24 Mallorca hall bewolkt 19 München hall bewolkt 16 Oslo zwaar bew 14 Parijs regen 15 Rome onbewolkt 21 Split licht bew 21 Stockholm half bewolkt 13 Wenen half bewolkt 15 Zünch regenbul 15 Casablanca zwaar bew 19 Istanboei zwaar bew 12 Tunis licht bew 27 een voorlopige balans opge maakt. Als er geen onverwachte warmtegolf komt en wie ver- Gorredijk met een etmaalge- koud als die van 1973 en 1970. Teruggaande is pas in 1956 een koudere grasmaand te vinden met 5.2 graad Celsius gemid deld. Friesland beleefde een van de koudste aprils van de laatste der 5 3318,01. Hariingen 810-20,20, veertig jaar. Delfzijl 10.09-2219 t Ml -|d Wie van plan is de vogels in zijn buurt een veilige broedplaats te bezorgen zou een nestkastje van 9 bij 12 bij 22 centimeter en met een vliegopening van 26 millimeter van vurenhout kunnen timmeren. Dat is een zgn. „pimpelmeeskast", waarin behalve deze mees veel an dere kleine vogeltjes inclusief mus sen graag nestelen. Koolmezen, spreeuwen en nog een paar soorten maken liever gebruik van de wat groter „roodstaartkast", maar to renvalk, bos- of ransuil zullen daar nooit proberen binnen te komen. Die hebben weer de veel ruimere „bosuilenkast" nodig. Die wijsheid putten we uit „Nestkasten en vogelbosjes", de nieuwe brochure van de Neder landse vereniging tot bescherming van vogels, waarin voorbeelden van veertien verschillende nestkas ten. compleet met werktekeninge- tjes, zijn opgenomen. Alle vogels die zich daarin thuisvoelen, zijn in kleur afgebeeld, zodat voor de op lettende vogelvriend vergissingen uitgesloten zijn. Een praktisch boekje, dat ook aangeeft waarom veel vogels een handje geholpen moeten worden: er zijn voor die vogeltjes steeds minder rustige, na tuurlijke broedplaatsen te vinden, maar we willen ze toch graag hou den. Zo'n nestkast moet goed be veiligd worden. Op een plaats die voor katten makkelijk bereikbaar is, zullen de vogels nog sneller ver dwenen zijn dan wanneer je ze zelf hun gang laat gaan en daarom is er een apart hoofdstukje aan tegen maatregelen gewijd. Het advies bij voorbeeld om de kat de bel aan te binden, moet letterlijk worden op-, gevat; door een klingelend belletje worden de vogels bijtijds ge waarschuwd. Vogels kunnen zelf hun medevogels ook nogal eens be lagen: de groten stelen eieren of jongen van de kleinen om die op te eten, of er wordt fel om het bezit van een nestkast gevochten. Tegen zulke belagers valt weinig te doen, maar we mogen daarbij niet uit het oog verliezen, aldus de brochure, dat de dieren een functie in de natuur vervullen. De verschillende typen en formaten nestkastjes dra gen er in elk geval toe bij, dat niet elke „holenbroeder" van elke kast gebruik kan maken. Het boekje verkrijgbaar voor ie der die 4,50 op postgiro 1882523 van Vogelbescherming, Drie- bergseweg 16 B in Zeist overmaakt noemt ook nog wat andere moge lijkheden voor nestelende vogels: nestbuidels, vogeltuinen, vogelbos jes, kunstnesten, vlotjes, bloem potten zonder bodem en nog meer. Wie aan de hand van dit instructie ve boekje iets voor broedende vo gels wil doen, heeft er niet alleen zelf veel plezier van. maar helpt tegelijk mee de vogelstand op peil te houden. En de vogels hebben onze hulp hard nodig, zegt de bro chure: „Wij protesteren als Neder landers terecht tegen de door ons zo verafschuwde vogelmoord in zuidelijker landen. De gevaren in ons eigen land zijn echter voor de vogels bepaald niet gering. Men denke maar eens aan de massale vogelsterfte door landbouwvergif ten, watervervuiling, wegverkeer en hoogspanningsleidingen". Op koninginnedag is de (lagere) Marnixschool in Zwolle jarig. De school wordt met haar 75 jaar al behoorlijk oud en zoiets laat je natuurlijk niet zomaar voorbij gaan. Daarom wordt deze verjaar dag gevierd, al is het dan ook een Weekje later: op zaterdag 7 mei is er een reünie in de school voor oud- leerlingen en oud-leerkrachten. Wèl even van tevoren een telefoontje naar mevrouw G. T. Prlnsen-Paul, 05200-19947. Deze man, ene Clyde Goehring uit dc Californische stad Carlsbad, is een echte hoogvlieger. Met dit zelfgebouwde toestel wil hij de lucht in. Van voren lijkt het op een fiets, van achteren op een weefgetouw, van boven op een helicopter, maar het systeem heeft weer het meeste weg van een rijwiel: Goehring moet zijn 'vliegmachine' zelf omhoogtrap- pen, reden waarom er gewone, maar stevige pedalen aan zitten. Hij waagt zich niet alleen maar om de eer in de lucht: een Britse industrieel heeft een half miljoen gulden uitgeloofd voor degenen die kans ziet met een zelfgebouwd toestel minstens op drie meter hoogte anderhalve kilo meter ver te vliegen en daar hoopt deze hoogvlieger natuurlijk op. „Geachte bestuurder uw auto staat nu in een woonerf. Parkeren mag in een woonerf alleen in par keervakken die van een P voorzien zijn. Of op eigen erf, zoals garage of car-port. Uw auto staat dus nu fout geparkeerd. Met zo'n nieuwe ver keersregel is het voor u misschien een beetje wennen. Daarom nu een waarschuwing. Een volgende keer is een proces-verhaal onvermijde lijk". Onaardig? Nee. juist erg aardig. Want zeker wie op een woonerf woont, hoort op de hoogte te zijn van de verkeersregels voor zijn deur. En als er grote letters P op straat staan of zelfs blauwe borden met een P zul je toch allicht als automobilist uit jezelf wel begrij pen dat je d4ér moet parkeren. Niettemin heeft de politie van Lei derdorp. die de naleving van de voorschriften op de nieuwe wooner ven in die plaats wil controleren, besloten waarschuwingen uit te rei ken voordat er echt bekeurd gaat worden. Wie dus daar op een woon erf woont en er nog nooit voor fout parkeren bekeurd is, hoeft niet te schrikken van een papier tussen de ruitenwissers: dat is nog geen echte bekeuring, maar eert best aardige, bleek-gele kaart. (Herplaatsing wegens misstelling). Van de ruim anderhalf miljard kin- dern tot vijftien jaar het totale aantal op de hele wereld in die leeftijd krijgen er 865 miljoen in 102 landen hulp van Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Na ties. Een van de activiteiten waar mee Unicef geld voor dat werk inza melt, is de verkoop van wenskaar ten. Vorig jaar bracht dat ruim 25" miljoen gulden op, waarvan Euro pa het leeuwendeel leverde. Die wenskaarten waren tot nu toe be stemd voor kerst en nieuwjaar, maar deze week is Unicef- Nederland begonnen met de ver koop van nieuwe series voor alle mogelijke gelegenheden, waar mensen maar mee gefeliciteerd kunnen worden. Ook ditmaal heb ben kunstenaars van overal uit Denemarken, India, China, Enge land en Peru bijvoorbeeld belan geloos voor ontwerpen en illustra ties gezorgd. De meeste wenskaar ten zijn dubbel en worden per tien stuks in doos verkocht voor een tientje. Er zijn ook dubbele mini- kaartjes, die een tientje per 25»kos- ten, en prentbriefkaarten die, voor hetzelfde geld. in een mapje van twintig stuks worden geleverd. Unl- cef-geboortekaartjes kosten 40 cent per stuk (alleen in veelvouden van tien te bestellen) en kunnen desgewenst in een drukkerij naar keuze bedrukt worden. Wie er meer over wil weten kan terecht bij Unicef, postbus 1857. Den Haag, tel. 070-552000 Wie di rect al iets wil bestellen, kan dat op hetzelfde adres doen, maar moet dan bij elke besteling ongeveer tien procent extra aan portokosten re kenen. Wie een Unicef- medewerk(st)er in de buurt kent, kan daar uiteraard rechtstreeks naar toe. Sinds de kolossale Saras- kraanvogel van Ouwehand een paar jaar geleden de benen nam, zit zijn treurend vrouwtje alleen. Wel iswaar is de vogel herhaaldelijk ge signaleerd in de buurt van de dierentuin, maar ook in West- Vlaanderen en op het eiland Ame land maar teruggekomen is hij nooit. De laatste maanden is er geen enkele melding meer binnen gekomen, en in de dierentuin ver moed men dat de vogel nu dood is Zijn treurende weduwe krijgt als troost een nieuwe echtgenoot: een Sarasman die vanuit de dierentuin van Antwerpen naar Rhenen is overgevlogen maar dan niet al leen zoals die eerste.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 5