Het apostolaat van Den Uyl Uit interviews met Den Uyl J^DAG 23 APRIL 1977 VERKIEZINGEN Trouw/Kwartet 23 i rs door P. L. van Enk het januari-nummer van het Hollands jandblad staat in een stuk van dr. W. pes sr. een anecdote over de toestand van PvdA onmiddellijk na haar fameuze hgres van maart '69 en over de opstelling h Den Uyl in die dagen, die het waard is. ir te worden naverteld. »n zal zich het congres herinneren het is lange tijd bepalend voor de politieke ^houdingen. Het kabinet De Jong had ee jaar geregeerd. De KVP die het kabi- t Cals ten val had gebracht en een jaar er haar radicalen had afgestoten, bereik- onder Schmelzer als grootste regerings- Zinde partij de gaafste vorm van confor- pme die je je kon voorstellen. it was de schone tijd dat AR-leider Bies- pvel en de christelijk-historischen nog de pe uitmaakten van ieder die zich progres- |f achtte, want de PvdA-fractie liet onder ding van Den Uyl niet af, de fracties van feP en CHU uit de coalitie los te weken I binnen het eigen kamp te halen. tussen broeide binnen Den Uyls eigen rtij het verzet tegen de „oude politiek": p groep jonge socialisten beraamde, ver- |gd in Nieuw Links, een overval op het frigres van maart '69 die ondanks aanmer- |ijke schoonheidsfouten duidelijk iorsloeg. was daar niemand die durfde tegenstem- in tegen de motie die „de huidige KVP" ^sloot van regeringssamenwerking. Nieuw fiks haalde elf zetels in het nieuwgekozen jrtijbestuur. En Den Uyl en zijn fractie egen een motie van de sindsdien beroemd /^worden afdeling Dorüawerstal aan de ^Lek waarin stond dat zij voortaan harder ^^jesten opponeren dat zij, met andere lorden, hun werk beter moesten doen. jt congres had op de partijleiding het van een kopstoot: men wist even niet wat er gebeurd was en wat er te doen ond. De rechtervleugel van de partij be- "In zich te roeren: van die zijde werd een fitengewoon congres geëist om Nieuw pks alsnog mores te leren omdat het zijn k oerwinning had behaald „dank zij zeer ^^zuivere middelen", zoals de oude Drees ^>g altijd niet kan verkroppen. Het idee in het buitengewone congres vond aan- inkelijk serieuze bijval, vooral ook omdat rees die de partij immers nog niet had irlaten er zich publiekelijk achter had 'schaard. Irees" onthullinkje in het Hollands taandblad is nu dat ook Den Uyl zo'n Uitengewoon congres „dringend noodza- èlijk" achtte. Den Uyl belde Drees op om em dat mee te delen en verder om te Sggen zo herinnert Drees zich dat een pldoend aantal afdelingen bereid zou wor- en gevonden om het congres aan te vra- tn. Den Uyl ging zover dat hij Drees ver acht. voor sympathiebetuigingen te zorgen - „vooral ook van jongeren". •rees antwoordde dat hij dat wel kon rege- }n. Zijn verhaal gaat dan verder: „Mijn rouw vroeg mij na het telefoongesprek raarom ik daarvoor niet dadelijk moeite Ing doen. Ik antwoordde dat ik nog even du afwachten hoe het verder liep. Deze oorzichtigheid bleek gerechtvaardigd". In- f'rdaad want het buitengewoon congres ng niet door. Het partijbestuur liet enstemmig weten dat het niet nodig was enstemmig, dat wil dus zeggen: met in- temming van Den Uyl. Die had intussen iegrepen uit welke hoek de wind was gaan raaien en had zich aangepast. „Ik zou het fel op prijs hebben gesteld als Den Uyl toen lad medegedeeld dat hij het buitengewoon ongres had gewild, maar op zijn mening ras teruggekomen", schrijft Drees wat lijfjes. taar ^poerii ^loorv 'aarom die oude geschiedenis hier zo uit- g verhaald? Het lijkt een onbeduidend r|oorval. maar het markeert wel een cruciaal loment in de geschiedenis van de PvdA en |an de binnenlandse politiek. En vooral: [et is illustratief voor het vermogen van pen Uyl om nieuwe situaties, ook als zij zich Ïiverhoeds voordoen en desnoods wanneer J onbehaaglijk zijn, te aanvaarden, erin te n leven en ermee te leren werken. Het jt ook zien dat Den Uyl vervolgens enigs- ns slordig en gehaast omgaat met wat op ke momenten voor hem verleden tijd orden is. )h 1969 heeft binnen de PvdA het proces Ach een baan geforceerd dat we met de •aaie woorden „vernieuwing" en „democra- isering" moeten aanduiden: de overne- ing van de macht door de jongeren, het carteren zonder aanzien des persoons van udere partijgenoten, de radicalisering en erversing van standpunten, de radeloos nakende stroom van modieuze domheden lie de natie heeft moeten verduren. Den Uyl itfii leeft er vaak over geknarsetand, maar dat »r. Den Uyl, Johannes Marten, nummer 1 van lijst 2 PvdA, geboren 9 augustus 1919 te Hil versum. Chr. Lyceum Hilversum. 1942 doctoraal economie Gemeente lijke Universiteit Amsterdam. 1942-'44 Ambtenaar prijsvorming aan het Rijksbureau Chemische Producten van het Ministerie van Economische Zaken. Juni tot november 1945 sociaal re dacteur Het Parool. Tot december '48 redacteur Vrij Ne derland. Van 1949 tot '62 directeur VViardi Beckmanstichting. Van 1953 tot '65 lid gemeenteraad Amsterdam. Van '56 tot '62 voorzitter PvdA- fractie. Van '62 af wethouder Publieke Werken, Economische Zaken en Handelsinrichtingen. Van 1956 tot '63 lid Tweede Kamer. 1965 en '66 minister van Econo mische Zaken. 1967-'73 fractievoorzitter PvdA- fractie Tweede Kamer. Van 1973 af minister-president. was naar buiten toe zelden of nooit hoor baar. Hij schejen alles te kunnen dulden. Wanneer het werkelijk eens te gek werd zoals op het beruchte congres over het progressieve akkoord '71 dan liet hij D'66 de kastanjes uit het vuur halen. Waarom heeft Den Uyl zelf zijn stem al die jaren niet verheven? Omdat hij kennelijk in overdreven mate beducht is voor verlies van de basis waarop hij in de politiek moet opereren, en. naar het schijnt, ook voor vervreemding van de trendgevoelige lin kervleugel van zijn partij. Zolang het niet dringend nodig is risico's te nemen, blijft hij buiten schot. Het moment om zich in het schootsveld te begeven brak pas najaar '76 aan: toen oor deelde Den Uyl de tijd rijp, zijn positie onaantastbaar, de linkervleugel koest ge noeg om zijn partij naar het gareel te leiden. Maar dat moest dan ook wel, want de partij leiding had door het. op een onbewaakt moment, publiceren van de bekende kami kaze-resolutie zijn toekomst als premier op het spel gezet. Misschien heeft het Den Uyl zelf verrast hoezeer hij, naar toen bleek, zijn club in de hand heeft. Zijn gematigde versie van de resolutie heeft geen noemenswaardig verzet ontmoet, evenmin als de nieuwe uitleg die hij eraan hechtte. De PvdA is soepeitjes terecht gekomen in een nieu we. verzakelijkte houding tegenover het CDA. Den Uyl spreekt tegenwoordig on bewimpeld uit dat voor een voortgezette progressieve politiek het CDA niet kan worden gemist. Men zal zeggen: ja dat ligt nogal voor de hand voor wie zeteltjes kan tellen, maar werkelijkheidszin is een tijdlang impopulair geweest binnen de PvdA Zelfs de val van het kabinet over de grondpolitiek heeft niet geleid tot herleving van de oorlogstoestand tussen PvdA en KVP Voordat het daartoe komen kon. had Den Uyl op een spreekbeurt in Oss de strategie van de „spijkerharde afspraken" al geproclameerd en daarmee de lijn van de nieuwe zakelijkheid gered. De partij raadsvergadering die daarna werd gehou den, volgde gedwee. Wie dat allemaal ziet. kan zich afvragen waarom het zo lang heeft moeten duren voordat Den Uyl tevoorschijn kwam. Tege nover Alice Oppenheim die onlangs in Elseviers Magazine een goed gelijkend portretje van hem tekende heeft Den Uyl laten merken dat verwijten op dit punt hem raken: „Kijk, die slimme Joop. Het idee van: hij scharrelt, hij kiest niet, hij kijkt hoe de wijzer uitslaatdat is toch wel een gevoeligheid van me., voor deze dingen vertoon Ik een dunne huid". Hef fatale van wat vaak als links- socialistische politiek wordt aange prezen is dat men meent door revolutio nair gedram iets te kunnen bereiken, terwijl je de mensen er juist door af schrikt en in feite rechts versterkt. De Nieuwe Linie, januari '71 Over Van Agt: Ik zie in hem iemand met een oprecht progressieve gezindheid. Een zeer sympathieke man. juli 72 Je kunt veel veranderen, de maatschap pij organiseren, maar het is geen garan tie dat de mensen beter worden. Het blijkt telkens weer dat mensen in heel verschillende maatschappelijke situa ties elkaar sarren, treiteren en naar het leven staan. Ik denk dus dat je als rege ring als, groot woord, leiders van de samenleving vooral de plicht hebt om inspirerend te werken, om te laten zien dat het grootste plezier verkregen kan worden als mensen zich ten behoeve van anderen nuttig maken. De Volkskrant 20 september '75 Alleen dat gezeur over exameneisen irri teert me. Die plaat is teveel afgedraaid en waarom zoveel misbaar over sfeer en toonAls CD A-voormannen zich bedie nen van de superieure toon van het har monieuze, knusse, fijne, hogere en lief lijke fal staat men elkaar naar het leven ter onderscheiding van het drammerige en materialistische dat andere stromin gen wordt toegedacht, dan val ik daar ook niet over. Dagboeknotitie NRC-Handelsblad april '77 De nederlaag van de revolutie in Shanghai in 1927 bracht alleen misluk kingen met zich, maar tegelijk een groei van en een ontwikkeling naar meer besef van keuzen die mensen bewust kunnen doen in hun maatschappelijke strijd, in het bepalen van hun eigen levenssitua tie. Dat ts naar mijn oordeel doelmerk, taak en opdracht van politiek. Het is geen geluksgarantie, maar het kan wel bijdragen tot, laten wij zeggen, menselij ke waardigheid. Algemene beschouwingen Eerste Kamer november '76 Ik zal zeker twee of drie keer per week 's ochtends een uur telefonisch bereik baar zijn. Meer nog dan door brieven hoor je dan hoe het in feite toegaat in de concrete levensomstandigheden van de gewone mensen. Trouw, november 72 Het gezin staat hier in aanzien. En dat gevoegd bij de extra grote betekenis die de godsdienst heeft en daarin de kerke lijke opvoeding, dat verklaart, meen ik, de geioeldige betekenis die het jeugdcon- flict, het volwassen worden en de daar mee samenhangende spanningsconflic ten hebben voor onze literatuur. Sterker dan in de ons omringende landen, zowel bij protestanten als bij katholieken, is de religie een dominante factor. De gedichten die ik heb gemaakt, vind ik zelf, en dat is niet verborgen hoogmoed, van een uiterst bescheiden kwaliteit. Ik geloof niet dat ik het echt goed kan, al is niet alles even veel mislukt. Maar ik heb de literatuur nooit als een roeping ge zien. Wel als een uitdaging, omdat ze ergens een ontmoetingsplaats is van ideeën en nog veel meer van mensen Uit een gesprek met de auteur A. Morriën, Haagse Post januari 74 Het marxisme heeft het geloof aan de aanvaardbaarheid van terreur gewekt. Het heeft de democratie herhaaldelijk in doodsnood gebracht en in enkele landen doen ondergaan. Uit een rede voor Ned. Sociologenvereniging '64 Die kwetsbaarheid is niet zonder feitelij ke aanleiding. Wat Den Uyl in partijpoli tiek opzicht heeft gedaan en nagelaten het was niet altijd even mooi om te zien. De oude Drees moet er niets van hebben. Maar om het mooie is het in de politiek niet begonnen. Je kunt gelijk hebben en het niet krijgen. Misschien is dit het hele verschil tussen Drees en Den Uyl: de ene let op de regels, de ander op de feiten. Het eindeloze geduld waarmee Den Uyl tergend lang keuzesituaties kan vermijden, ontwijken en uitstellen, heeft menigmaal zijn kabinet gered: zonder dat zou het veel eerder in elkaar zijn gezakt. De zeeën van tijd die hij zichzelf aldus verschafte, placht Den Uyl intensief te gebruiken: namelijk door onophoudelijk in te praten op ambt en coalitiegenoten die hij van mening moest doen veranderen om zijn zin te krijgen. De overweldigende, alles platmakende en meezuigende stroom van woorden, argu menten. halfverholen dreigementen en pa thetische smeekbeden is vaak genoeg be schreven. Pogingen om tegen dit natuurver schijnsel een dam op te werpen, zijn meest al vruchteloos geweest De enige manier om de uitwerking ervan te ontgaan bleek vaak het op een lopen zetten Eenzelfde zielemassage heeft Den Uyl trou wens ook op de samenleving toegepast Geen premier vóór hem is zo vaak op pad geweest om zijn beleid uit te leggen als Den Uyl. Daarbij zocht hij niet alleenzijn partij genoten op. maar ook en zelfs bij voorkeur die maatschappelijke organisaties waar hij tegenstand tegen het kabinetsbeleid kon verwachten: ondernemers, middenstanders en ook de linkervleugel van de vakbewe ging: de Industriebond NW en de NVV- jongeren Den Uyl heeft van zijn minister- presidentschap een apostolaat gemaakt, zijn boodschap is de hele kabinetsperiode niet veranderd sinds hij zijn eerste, toen nog opzienbarende, spreekbeurt hield. Dat was 1 oktober 1974 voor het Ned. Chr. Werkgeversverbond. In het 7.500 woorden tellende verhaal dat Den Uyl toen hield staat in essentie alles wat hij sindsdien heeft geprobeerd erin te hameren: milieuvervuiling en schaarste aan ener gie en grondstoffen vergen een nieuwe normering en vermaatschappelijking van het ondernemen; het westen legt een onevenredig beslag op natuurlijke hulpbronnen en moet zich ten gunste van de derde wereld beperken; de toenemende concentratie van onder nemingsbeslissingen vergt meer publieke controle en democratisering; loonmatiging kan en mag alleen van werknemers worden gevraagd wanneer daar tegenover staan meer medezeg genschap, vermenselijking van de arbeid, deling in vermogensaanwas en verkleining van inkomensverschillen. Typerend voor zulke verhalen is dat Den Uyl zijn aanbevelingen bezwerend, overre dend. presenteert als niet te ontwijken con sequenties van maatschappelijke ontwik kelingen en gegevens. Het zijn niet politieke programma's waaruit hij zijn conclusies trekt, het is de maatschappelijke werkelijk heid die hij telkens weer tot zijn getuige roept: „Niet ik vind het uit, maar het is een conclusie die zich onvermijdelijk opdringt" Den Uyl kan zich een enkele keer wel eens boos maken over „het woedende, virulente, soms zelfs gemene verzet tegen de maat schappelijke hervormingen van dit kabi net", maar veel vaker vindt hij het onbegrij pelijk en ont-zag-ge-lljk dom dat onderne mers. middenstanders en ook veel werkne mers niet zien wat hij ziet: namelijk dat die maatschappelijke hervormingen nodig zijn om het beest in bedwang te houden dat in de samenleving verscholen zit. „Al die mensen die maar niet ophouden te roepen dat de VAD buitenlandse onderne mingen wegdrijft, dat de VAD het onderne mlngsklimaat bederft zij zien niet, zij begrijpen niet dat hier en elders geen maat^ schappelijke ontwikkeling mogelijk is waa rin niet de massa van de werknemers mede verantwoordelijkheid draagt, mee kan stu ren; ook dat de mensen zich niet als slaven laten behandelen, als afh ankelij ken" rir Nog niet zo lang geleden heeft Den Uyl voor de VARA-microfoon aangeduid wie hem motiveren: het zijn diegenen die van een sociale uitkering of van het modale inko men moeten leven zo'n vijf miljoen men sen. De rest redt zich wel. Op verloochening of verraad van die keuze zul Je Den Uyl nooit kunnen betrappen het is de enige die hij definitief heeft gemaakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 23