)s. A. S. Talma jevoelige plaat en de sneden brood Groene vingers kweken energie Wetenschap en techniek se amateurfotografen leggen gedetailleerd beeld vast -J1DAG 23 APRIL 1977 El BINNENLAND Trouw/Kwartet 'door Rob Foppema De blauwgroene algen hebben drie miljard Jaar gele den een oplossing gevonden voor de energiecrisis. Het wordt tijd dat we eens leren hoe dat moet. De Britse bioloog prof. David O. Hall wordt niet gekweld door overmatige twijfels, en evenmin door gebrek aan en thousiasme. „Biologie kan doen wat Je maar wilt Je hoeft alleen maar uit te leggen welk produkt Je wilt en er bestaat een organisme dat het voor je zal maken" David Hall sprak deze week op een bijeenkomst over energie bronnen voor de Derde Wereld, ter Informatie van een Interna tionaal gezelschap Journalis ten in Den Haag georganiseerd door het Britse milieu- persbureau Earthscan, in sa menwerking met TNO. (Earthscan wordt gefinancierd door de milieu-organisatie van de Verenigde Naties, UNEP.) Een eerste verhaal uit die bij eenkomst verscheen in Trouw van dinsdag. De oplossing van de energiecri sis door de blauwgroene algen, bestond uit de eerste bruikba re manier om zonlicht als ener giebron toe te passen bij het opbouwen van nuttige stoffen. Het systeem bleek biologisch een zo doorslaand succes dat de bescheiden algjes nog steeds onder ons zijn, in te genstelling tot bijvoorbeeld de boomvaren en de dinosaurus. Zonlicht is ontegenzeggelijk de omvangrijkste energiebron die we voorhanden hebben. (Hall: het totaal van alle bewe zen reserves aan fossiele ener giebronnen kolen, olie, gas komt overeen met 5.2 dagen zonneschijn, verzameld over het hele aardoppervlak.) De al gen kunnen dat zonlicht ge bruiken met een rendement van vijf tot zes procent 0aarge middelde), en dat kan zoden aan de dijk zetten. Zonlicht is bovendien een uitzondering voor energiebron nen erg gelijkmatig ver deeld. Het gemiddeld per vler kante meter Invallend vermo gen ligt In de orde van 100 watt in Noordwest Europa, 200 W in Spanje, Amerika en Australië, en als maximum 300 W in (toch weer) Saoedi-Arabië. De Derde Wereld vangt in het algemeen tussen 150 en 250 W per vler kante meter en zit dus zelfs in de goede hoek, met als bijko mend voordeel dat het verschil tussen zomer en winter niet erg groot is. Lyrisch Over het kweken van algen kan David Hall lyrisch worden. Wij houden miljoenen tonnen organisch afval over, en de bes te manier wordt in eerste in stantie door bacteriën afgebro ken (het stadium waarna onze waterzuiveringsinstallaties op houden; Jammer dat ze ooit ontwikkeld zijn, zegt Hall). De algen groeien op bacteriële af- valprodukten plus zonlicht. Het elndprodukt is schoon wa ter plus algen. De algen kun je verbranden om warmte op te wekken, vergisten om me thaan te krijgen (ongeveer het zelfde als aardgas) of opeten. „In Californlë zijn de afgelo pen twintig Jaar algenvijvers ontwikkeld als commercieel project. En dat gebeurt op het ogenblik in verscheidene we relddelen. Een vijver in Haifa levert een Jaarlijkse oogst van 140 ton per hectare. En dat is een veelvoud van wat een tar- weveldje presteert. Een brak- watermeer in Mexico produ ceert op twintig hectare vijf ton algen (droog gewicht) per dag. Een voortreffelijk voe dingsmiddel: de Aztecen eten het al eeuwen." Later blijkt aan dit deel van het verhaal iets loos te zijn, want het oogsten van algen op deze schaal vergt machines. Het elndprodukt wordt daar door zo duur dat de Mexicanen het niet meer zelf eten. Het wordt verscheept naar Japan, waar algen ook een plaats heb ben in het traditionele voe dingspatroon, maar waar bo vendien koopkrachtige vraag bestaat. Het is een bijzonder heid die tot enig relativeren noopt. Maar David Hall blijft gefasci neerd door de mogelijkheden, ook van hogere organismen. Van landbouwgewassen kan alles nuttig gebruikt worden in plaats van alleen de onderde len die ons traditioneel interes seren. Stro kan tot veevoer worden verwerkt in plaats van op het land verbrand te wor den zoals nog in zeer veel ge vallen gebeurt. Een stap verder en Je bent bij de doelbewust opgezette ener gie-plantage in de Verenigde Staten inmiddels al een gede poneerd merk, terwijl onder zocht wordt of het economisch zinvol en haalbaar is. De Ame rikanen mikken vooral op ge wassen die Je kunt verbranden om elektriciteit op te wekken, maar dat is niet de enige moge lijkheid. De Australiërs, die met hun experimenten op dit terrein vooroplopen, bereiden uit cas- save-zetmeel alkohol tegen concurrerende prijzen. Het voordeel van dit wortelgewas is dat je het niet eerst hoeft te vermalen voordat het verder microbiologisch kan worden omgezet. In dat malen gaat namelijk nogal wat energie zitten. En dan even weer zo'n relative rende opmerking. Ditmaal niet van Hall zelf maar, op adem komend in de koffiepauze, van collega Pascal Shlja van de Sunday News uit Tanzania: „WIJ hebben alle cassaves no dig om te eten." Een omstan digheid die kennelijk door al leen 250 W zonlicht per vler kante meter niet is verholpen. Chemie Toch nog één klein stapje ver der met David Hall. „Naast energie-gewassen zou Je ook chemische gewassen, planten die zo gemanipuleerd zijn dat ze maken wat JIJ hebben wilt. Chollet, van DuPont heeft daar boeiende dingen over ge publiceerd. En het is niet toe vallig dat de grootste con centratie van plantkundigen in de wereld bij dat chemische concern is samengebracht." En bij alle relativerende op merkingen waartoe het betoog van Hall uitnodigt het zijn er meer dan ik kan proberen te maken is dat een onmisken baar signaal uit de econo mische werkelijkheid. Het ein de van toegepaste biologische slimheid is kennelijk nog lang niet in zicht. En het is op zijn minst niet uitgesloten dat daar waardevolle bijdragen uit kun nen komen voor de problemen van de Derde Wereld. Intussen werkt David Hall ver der op het hoogste niveau van abstractie dat In deze tak van wetenschap te bereiken valt. Hij experimenteert zo onge veer midden in Londen met biologisch aandoende syste men die zonlicht direct in han teerbaarder energie omzetten (waterstofgas), zonder dat daar nog een complete plant aan te pas komt. David is het zal geen verwondering meer wek ken ook daarover zeer en thousiast. Dr J. G. A. Thijs 5 bericht van deze week over een dreigende broodoorlog (wat afschuwelijke vondst eigenlijk, dat woord) deed me denken Ieen verhaal uit de tijd dat brood ook in ons land lang*niet iedereen in haast onbeperkte mate voorhanden was. Het aaltje is verteld door ds. A. S. Talma, de midden in de eerste tldoorlog overleden anti-revolutionaire predikant-politicus. a was, toeri hij een slotwoord i op de tweede christelijke- le conferentie van 1905, Tweede erlid. Hii was nog geen minister est (dat zou hij van 1908 tot zijn in het kabinet-Heemskerk) had al wel ervaring als predi- Hii bekende nu niet alleen ijk" dat hij wel eens moeite had ekst te vinden maar hij vertelde tiet volgende: le&s een paar jaar dominee toen ne ervaring had die mij diep kte. Overal in mijne gemeente 't gewoonte dat de menschen ronde broden bakten. Op een op huisbezoek uit, kom ik bij vrouw die bezig was brood te ;en en zag dat zij haar baksel smaller toebereidde. Ik vroeg hoe zij daar zoo toe kwam. En 't roord was: Och dominee, ik geef kinderen altijd 's morgens en 's ds twee boterhammen, 's Zo- bak ik ook het gewone, breede d. Maar 's winters is er geen geld en dan bereid ik het langzamer- wat smaller om den kinderen maar hunne twee sneden brood wen. Voelt ge wat dat is. dat een der haren kinderen niet genoeg geven, dat ze hen bovendien ilijk bedriegt. Dat heeft mij ont- :nd aangegrepen. Mijn dag was bedorven. En, van de Universiteit gekomen met een heeleboel kennis, kreeg ik hier een kijkje in toestan den, die mij heel vreemd waren, waarvan ik het bestaan wel wist in theorie maar het verschrikkelijke nog nooit zo gevoeld had. En dat heb ik alleen gezien. Niet ondervonden, als zoo menige vader, als zoo vele moeders, die thuiskomende met moede en afgepijnigde hersens, met eene leege maag dikwijls, dat voelen moeten". Rechteloos Talma's verhaal, dat ik hier citeer uit het in 1940 verschenen boek „Onder eigen banier", waarin H. Amelink met zoveel oog voor aardige details de jaren kort vóór en né de oprich ting van het CNV (1909) beschreef, deed op de conferentie van 1905 ze ker terzake. De arbeiders waren in die jaren nog verregaand rechteloos en Talma had het nodig gevonden in een in 1902 verschenen brochure de stelling op te nemen „De getrouwe arbeider is niet een die een heer gehoorzaamt maar een die vrijwillig op zich genomen verplichting nauw gezet nakomt". Het gesprek op de conferentie ging voor een groot deel over de vorming van vakorganisa ties, vooral over de wenselijkheid Professor David O. Hall, King's College, Londen por Jan Sloothaak CENDAM De Ama- jr Fotografen Vereni- ig „Veendam" zet alle uggen in de provincie •oningen op de foto. iarvoor krijgt ze nog ld van de provincie óók: induizend gulden. Het at dan ook om méér alleen maar fotogra fen. Doel is vooral om in coat kader van dit „Gro- cianger bruggen registra- iproject" alles wat brug riclop de gevoelige plaat st te leggen. ït is een brug eigenlijk? „Dat n een loopplank zijn, een ;1 oude deuren of een (fhnisch hoog ontwikkelde ug," zegt de amateurfoto- aaf J. J. C. M. van Meeuwen, i amateurs fotograferen zon- r onderscheid te maken. El- verbinding tussen twee oe- rs is een brug. In een provin- als Groningen kom je dan een aantal van zo'n vijftien- nderd tweeduizend. Daar- n zijn er inmiddels ongeveer aalfhonderd geregistreerd, hl zijn echter veel méér foto's maakt, zeker zo'n vijfenveer- ;honderd. De registratie allepet namelijk tot in chnische) details gebeuren, it nageslacht moet zo'n brug ti de hand van een serie fo- s zo na kunnen bouwen. amateur-fotografen hebben medewerking moeten inroe- n van onder meer de wa- schappen, die veel van de oninger bruggen beheren. Aanvankelijk waren die daar niet zo happig op. „Ze zagen in ons een actiegroep die alles in het landschap zo wil laten als het is. Nu zien wij die bruggen ook inderdaad als waardevolle elementen in het landschap. We hebben ons vanaf het begin echter voorgenomen geen ac tiegroep te vormen. We beper ken ons strikt tot het registre ren van de bruggen," zegt Van Meeuwen. Het project is overigens niet een zaak van de amateurfoto grafen alleen gebleven. Allerlei instellingen op het gebied van monumentenzorg en cultuur historie zijn er bij betrokken geraakt. Het idee werd geboren in 1973 en in 1974 werd daadwerkelijk begonnen. De man die het op perde is de heer Anne Zondag, behalve lid van de amateurfo- tografenclub ook architect en in die kwaliteit betrokken bij- onder meer oude stadskernen. De heer Zondag maakte bij voorbeeld deel uit van een pro jectgroep Stadskern Zwolle. In 1973 zocht de fotoclub naar een nieuw project en de Veen- dammer architect opperde toen de mogelijkheid om brug gen die karakteristiek zijn voor de streek als onderwerp te nemen. Een werkgroep van een man of vier werkte dit idee verder uit en allengs heeft een dertigtal van de in totaal meer dan vijftig leden van de ama teurclub eraan meegewerkt. Groot karwei Al bij de eerste studies over het onderwerp bleek dat het karwei nogal omvangrijk was. Een grondige aanpak vereiste specialistische begeleiding. Zo kwam het dat uiteindelijk het Rijksarchief, het archief van de stad Groningen, de Bond Heemschut, de Stichting Gro ninger Landschap, de Vereni ging Stad en Lande, diverse waterschappen en het Kunsthistorisch Instituut van de Universiteit in Groningen erbij werden betrokken. De tienduizend gulden subsidie van de provincie wordt ge bruikt om de extra kosten te betalen, omdat het project door zijn opzet aanzienlijk meer kost dan het werk dat een fotoamateurclub door gaans doet. Het project omvat eigenlijk veel meer dan fotografie. We liswaar staat het vastleggen op de gevoelige plaat centraal, maar de amateurfotografen moeten veel meer doen. Naast een serie foto's per brug, moe ten ze ook voor schriftelijke documentatie zorgen. Bij elke brug wordt een kaart aange legd met gegevens over de ou derdom (veel bruggen stam men uit de vorige eeuw), de lokatle, het type, de kleur, staat van onderhoud, lengte en breedte, ontwerper en bouwer, eigenaar, werktekeningen, lite ratuur, lengte en breedte en dergelijke. Op die manier krijgt men tot in finesses een beeld van alle Groninger brug gen. De provinciale subsidie is verstrekt onder voorwaarde dat de negatieven en de gege vens aan het Rijksarchief wor den afgestaan. De provincie zelf krijgt de foto's. Historische waarde „Hoewel de fotoclub zich ver der niet als actiegroep opstelt, zijn we toch wel gemotiveerd wat de historische waarde van Een oeververbinding van oude planken en houten deuren is ook een brug. Het bordje „Gevaarlijke brug. Gebruik eigen risico", lijkt niet overbodig. de bruggen als monument in het landschap betreft. Onder deel van het project ls ook dat de foto's onder meer de plaats van de brug in dat landschap vastleggen." zegt Van Meeu wen. Vooral dichtbij huis dat wil dus zeggen in de buurt van Veendam treft de foto club dankbaar materiaal aan. Veel veenkoloniale bruggen in Oost-Groningen en het aan grenzende Drente (deze pro vincie blijft er overigens bul ten) zijn nogal karakteristiek voor die streek. Daar treft men een bepaald type draaibrug aan. Voor Oost-Groningen is een speciale wet voor herinrichting in de maak. „Het zit er in dat het landschap daardoor totaal verandert", aldus Van Meeu wen. Het huidige landschapsbeeld is in de afge lopen eeuwen gevormd door turfafgravingen en het graven van kanalen om de turf af te voeren. De afgraving ls voorbij en veel kanalen hebben hun betekenis verloren. Ze worden gedempt. De bruggen ver dwijnen. Door deze historisch gegroeide structuur van het landschap ls het karakteristieke beeld ont staan van de „lintbebouwing" langs de kanalen met heel vaak voor elk huis en elke boerderij een eigen brug getje). Er zijn trouwens nog andere karakteristieke delen in de provincie. Zo is van de bruggen in de stad Groningen apart project gemaakt. Maar ook in de rest van de provincie treft men diverse bruggen aan, van gammele houten oeververbin dingen tot zeer moderne zee sluizen in Delfzijl. Tentoonstelling Wordt al dat foto- en documen tatiemateriaal nu straks in het «rijksarchief opgeborgen zon der dat er verder nog iets mee gebeurt? „Nee, het is de bedoe ling dat we een selectie maken voor een reizende tentoonstel ling. We denken nu dat die tentoonstelling in september gereed komt, een Jaar later dan de bedoeling was", aldus van Meeuwen. Bovendien komt er een boek. Daarover zijn al vergevorderde contacten met de uitgeverij Schuur te Veendam. Dit boek kan wellicht half 1978 worden uitgegeven. De fotoclub en de betrokken Instanties hopen dat ook in de toekomst nog materiaal be schikbaar komt, met name uit overleveringen. Als het een beetje meezit zal de reizende tentoonstelling ook nog aange vuld kunnen worden met ver halen, anecdotes, maquettes en foto's uit „grootmoeders boek". „Gedurende ons werk hebben we gemerkt dat er al heel wat verdwenen is. We pro beren nu uit privé verzamelin gen en archieven nog een aan vulling te krijgen op het beeld van hoe het vroeger was", zegt van Meeuwen. Ds. W. H. Gispen die de in 1905 nog levende predikant ds. W. H. Gispen, na het eerste chris telijk sociaal congres in 1891 geuit had. Ds. Gispen die op die eerste conferentie (vooral bekend gewor den door Kuypers rede) een wij dingswoord sprak verzuchtte kort na 1891: „Want waarlijk, de perzik smaakt naar meer". Hij vond het congres getuigen van de „meester hand die dat alles in elkaar zette". En wat hij verder nog signaleert (ik citeer dit uit het in 1933 verschenen boek van dr. J. C. Rullman over hem) wil ik u niet onthouden: „Voor het eerst in mijn leven heb ik nu ook vrouwen in het openbaar zien spre ken. Het maakt een zonderlingen in druk, een vrouw, in het midden der mannen gezeten, te zien opstaan met een „mijnheer de voorzitter" op de lippen. Maar dat zal zeker ook komen van het voor ons ongewone. De vrouwen kunnen voortreffelijk in het openbaar spreken, althans die ik hoorde, zeer gekuist, sober, parle mentair, veel meer bij de zaak be trokken blijvend dan in de huiselij ke Improvisaties waaraan wij meer gewoon zijn". En dan te bedenken dat dit geschreven werd ruim 25 jaar, voordat het vrouwenkiesrecht in onze grondwet kwam. Monument Om nog even naar Talma terug te keren: in 1918 werd op zijn graf naast het hervormde kerkje te Ben- nebroek een monument onthuld. In het christelijk weekblad Timotheus van september van dat jaar noemde P. Br.(ouwer) dat monument niet alleen zinrijk maar ook „eenvou dig". Dat laatste lijkt, althans bijna zestig Jaar later, nogal overdreven: het graf ziet er echt monumentaal uit; met zijn twee knielende arbei ders, van wie de oudste de blik ter aarde geslagen heeft, de Jongste kijkt (volgens de Timotheus- scrlbent uit 1918: „hoopvol") in de hoogte. En wat het brood uit het begin van dit stukje betreft: we maken nu een verkiezingsstrijd mee waarin het brood in zuiver letterlijke zin (althans in ons land) haast geen rol •meer speelt, hoogstens het „beleg". En voor het peil van die verkiezings strijd kunnen we alleen maar hopen dat het complimentje dat vorenge noemde ds. Gispen na de conferen tie van 1891 de politici gaf, ook voor hun opvolgers van 1977 kan gelden. Het trof hem namelijk dat „de theo logische sprekers in het algemeen veel woordenrijker zijn dan de parle mentaire sprekers, maar deze laatsten winnen het weer in het alge meen in soberheid en preciesheid, in Juistheid van uitdrukking der ge dachte en omschrijving, of bepaling der begrppen". Ds. A. 8. Talma van speciaal christelijke organisa ties. De Amsterdamse gereformeer de predikant ds. J. C. Sikkel had daarover nogal afwijkende gedach ten: in zijn stellingen zei hij onder meer dat de nu ontstane organisa ties van werklieden, het „organisme van het bedrijf" miskennen en 'te snooder en gevaarlijker worden wan neer ze onder den naam van christe lijke vakbeweging zouden kunnen optreden". Op de conferentie zelf kwam Sikkel tot wat andere uitspra ken: Roodstanden" (zoals het .ont breken van een behoorlijke rechtsconstltutie van de arbeidsge meenschap' en de invloed van een .onchristelijke geest' in de werklie denbeweging) konden christelijke vakverenigingen toch gewenst ma ken. En Sikkel schaarde zich achter de uitspraak van het congres dat de .christelijke vakorganisatie moet dienen om de arbeider hulp en be scherming te geven." Met het houden van de conferentie was een wens in vervulling gegaan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 13