orgen over Unilever-
edrijven in Nederland
deamrobank
in antwerpen
HAL had wind mee
„Te weinig aandacht voor afzet produkten"
in der Brink: reactie
lisenberg bewijst
iste visie bankiers
Selectieve groei beperkt
vrijheid van handelen
Geringe rol aandeel leidt
tot afname investeringen
Afi
-fclemen in vleessector spelen belangrijke rol
^rouwen in '77
Grondstoffen in stijgende lijn
ristelijke
skers
igen gezonde
nimum-
Dodprijs
Chr. rijwielhandel:
over 20 jaar geen
fietsenmakers meer
Schadelijke gevolgen werkgelegenheid
Transport wil
hogere tarieven
Woningbouw steeg
met zes procent
Consumenten
onderzoek
is hoogst urgent
Gesprek over evenwicht overheid, bedrijfsleven en werknemers
FINANCIËN EN ECONOMIE
Trouw/Kwartet P 19 RHS 21
ten onzer verslaggevers
fERDAM Het gunstige beeld dat Unilever als geheel in 1976 toonde het afgelopen jaar
torden gekenmerkt als een periode van herstel, waarin niet alleen de resultaten verbeterden,
-«het bedrijf ook een sterke groei doormaakte geldt niet voor Nederland. Wel lieten de
eve resultaten bij Unilever Nederland een bescheiden verbetering zien ten opzichte van 1975,
^lijven zij achter bij die van de rest van Europa
niet de enige factor, spelen
,e.«tüijkheden in de vleessector
stjfeen belangrijke rol. Met be-
nftg tot deze sector wees de heer
BnVIogendorff, vooreitter directie
Unilever Bedrijven, er
Biöagen tijdens een toelichting
jaarverslag van het concern
men zich dient voor te berei-
D» ingrijpende maatregelen,
imi
>t$en vertrouwelijke analyse ge
nu van de vleessector in ons
onzer verslaggevers
lvjJERDAM Ondanks proble-
Qnils inflatie en grondstoffenprij-
Unilever het lopende jaar
aa^ertrouwen tegemoet. Gehoopt
orl dat enkele minder gunstige
jetydtelingen in 1977 zullen kun-
orden opgevangen.
r°°het eerste kwartaal valt thans
st€^iets te zeggen, wèl dient te
r{jfi bedacht dat straks het resul-
vjeBn dit kwartaal met dat van een
bi^oed eerste kwartaal 1976 zal
Ejn worden vergeleken. Dit is
jse', volgens de heer Van den Ho-
waarschuwing voor een la-
[ensultaat. De omzet zal, naar het
|arpu laat aanzien, dit jaar met
|Injeer 3 a 4 procent groeien.
mm waarin ongeveer 4500 man
die nu bij de onderne-
raad en de vakbonden ter be
ring ligt. Aan de hand van de
Ikken over deze analyse zullen
de plannen worden opgesteld, die tot
een oplossing zullen moeten leiden
voor de bestaande verliesgevende si
tuatie.
In geen geval is het de bedoeling, dat
Unilever zich uit de vleeswarensec-
tor in Nederland zal terugtrekken.
..We blijven er hard voor werken om
de toekomst van het grote vleesbe
drijf veilig te stellen". Hoe lang het
nog zal duren, alvorens orde op za
ken zal kunnen worden gesteld, zal
van de onderhandelingen van Unile
ver met de gesprekspartners afhan
gen. Een aantal maanden zal zeker
nog wel heengaan.
Maar niet alleen in de vleessector in
ons land zijn verbeteringen nodig, zo
zei de heer H. F. van den Hoven,
voorzitter van de raad van bestuur.
„De situatie van onze bedrijven hier
is nog altijd niet om over te juichen.
Met name die bedrijven, waar de
export van belang is, ondervinden
een stevige concurrentie als gevolg
van de sterke gulden. Daarbij speelt
ook de prijscontrole een rol. Gezien
een en ander zit een uitbreiding van
het personeel vorig jaar vermin
derde dit in Nederland met 600 man
er niet in. Eerder moet worden
gedacht aan een trend tot achteruit
gang. Wat het personeel in de gehele
wereld betreft verwachtte de heer
Van den Hoven een „normaal ver
loop". Grote verschuivingen zijn niet
waarschijnlijk.(in 1976 was sprake
van een teruggang met 5000 man).
Wat de volumegroei en de betere
resultaten van het concern in 1976
aangaat wees de heer Van den Ho
ven erop, dat deze over alle produk-
tiegroepen gespreid waren. Terwijl
in 1975 de terugval in de resultaten
vooral een Europees probleem was.
verdubbelde vorig jaar de netto
winst in dit gebied. Ondanks een
aantal maatregelen op het gebied
van de rationalisatie en kostenbe
sparing blijven de marges in Europa
echter toch nog onbevredigend.
United Africa
Een zeer belangrijke bijdrage tot de
hogere winst leverde United Africa
Company International (UACI). Met
betrekking tot de samenwerking
tussen Unilever en de ontwikke
lingslanden maakte de heer Van den
Hoven gewag van een toenemende
participatie van lokale beleggers in
het kapitaal van Unilever-belangen.
In dit verband wees hij op het feit,
dat in Nigeria bij één van de maat
schappijen UAC Nigeria nog dit jaar
Stro, dat in vele landen nog steeds als afval op de akkers wordt verbrand, wordt
door Unilever gebruikt om er veevoeder van te maken. Met behulp van een
nieuwe installatie worden in Engeland korrels vervaardigd uit het stro, die aan
het veevoeder worden toegevoegd.
het aandeel van Unilever zal worden
verminderd van 60 tot 40 procent
door plaatsing van 20 procent van
het aandelenkapitaal op de Nigeri-
aanse markt. Een andere maat
schappij Lever Brothers zal in
1978 volgen. Een en ander zal de
resultaten van Unilever over 1977
beïnvloeden. Als deze situatie al vo
rig jaar had bestaan zou de netto-
Van een onzer verslaggevers
ROTTERDAM De grondstof-
fenprijzen blijven stijgen. Zo zijn
sedert het begin van dit jaar de
prijzen voor de belangrijkste marga-
rinestoffen met 40 procent omhoog
gegaan. Door de sterk toegenomen
vraag naar thee (als gevolg van de
duurdere koffie) zijn de theeprijzen
de laatste zes maanden meer dan
verdubbeld.
Volgens Unilever moet het mogelijk
zijn bij een geleidelijke ontwikke
ling van de prijzen op de grondstof-
fenmarkten de prijzen van de
produkten aan te passen. Ook bij
een normaal prijscontrolesysteem
zal dit zij het met vertraging
het geval zijn.
De eigen grondstoffenvoorziening
van Unilever is minimaal. De plan
tages, die het concern heeft, verko
pen hun produkten op de we
reldmarkt. Unilever ondergaat het
feit van het niet beschikken over
eigen grondstoffen niet als een
kwetsbare positie.
ADVERTENTIE
TERDAM Rond de kre-
erlening is een, uit oog
van inflatiebestrijding,
sond klimaat aan het
en, mede door toedoen
ie overheid.
erhaalt dr J. R. M. van den
de scheidend voorzitter van
derlandse Bankiersvereniging
i reactie op het felle verweer
linister Duisenberg van finan-
egen eerder door de heer Van
Brink gedane uitlatingen. Dj
ij gaf hij overheidsinstellingen
de schuld van de huidige on-
p de financiële markt.
(is de heer Van den Brink doet
gebruikelijk felle reactie van de
ier op de ernstig gemeende kri-
ermoeden dat er wel wat in de
fan de bankiers zit. Overigens
hij van mening, dat de oorza-
an het onstaan van de onrust
n markt moeilijk te bepalen
nog moeilijker zijn te meten.
is dat bij de explosisieve ont-
ling van de woninghypotheken
daarmee gepaard gaande dien-
mkomstige stijging van de wo-
rijzen, het gewijzigde subsidie-
rantiebeleid van de centrale en
overheid ook een belangrijke,
hien wel de belangrijkste rol
in gespeeid. Het lijkt hem ver-
Ig de verdere ontwikkeling van
maar eens rustig, zonder ver-
(kissebis. af te wachten en voor-
zolang de op stapel staande
CERK De Bond van Christe-
Ondernemers in het Bak-
tedrijf vraagt van het ministe-
'an Economische Zaken steun
ineerlijke concurrentie tegen te
door middel van een gezonde
mum-broodprijs.
oproep deed de scheidende
itter van de bond, de heer S. W.
iga, in zijn jaarrede. Hij zei.
iet bakkersbedrijf thans wordt
ftfronteerd met berichten, dat
ïer sprake is van een verminde-
van het broodgebruik. Dat zou
h tot een vermindering van de
Uktiviteit en tot de noodzaak
doorberekening van alle kosten
t broodprijs
(ADVERTENTIE)
kredietrestrictie duurt, in ieder geval
geen reclame meer te maken voor
kredietverlening.
APELDOORN Als de toestand zo
blijft zoals die nu is, zal er over 20
jaar geen enkele fietsenmaker in ons
land meer over zijn. Al jaren loopt
namelijk het fietsenmakersbestand
gemiddeld één fietsenmaker per dag
terug. Dat wil zeggen, dat de laatste
fietsenmaker over 5.000 werkdagen
is afgevoerd en dat is dan over onge
veer 20 jaar.
De voorzitter van de Nederlandse
Christelijke Bond van Rijwiel- en
Motorhandelaren, de heer A. van
Drie. heeft dit verklaard op de le
denvergadering van zijn bond. Het
totale beeld van de branche vervult
hem met zorg, zo zei hij. De winst bij
verkoop van een fiets is gering en de
verkoop van bromfietsen, die in 1967
320.000 stuks bedroeg, is in 1974
teruggelopen tot 80.000
De voorzitter nam verder de fiets als
vervoermiddel onder de loep om op
te merken, dat de fiets is uitgerust
met een verlichtingssysteem, waar
van de storingsmogelijkheden legio
zijn. De Westerterp-reflector noch
reflecterende pedalen of banden
veranderen daar iets aan. Hij vroeg
zich af of in deze eeuw van de
techniek de verlichting niet zou
kunnen worden verbeterd. Verder
worden er goéde zadels gemaakt,
maar weinig op de te verkopen fiet
sen gemonteerd, zo zei hij nog.
Klopt.Dank zij de AMRO Bank voor Belgie N V vooral
gespecialiseerd in diamantzaken
Adres: 74, Vestingstraat
Voor nadere informatie Amro kantoren
of telefoon: 020-284250.
ROTTERDAM Bij Holland Amerika Lijn (HAL) is de opgaan
de lijn in 1976 hervat. De nettowinst bedroeg 8 miljoen gulden
tegenover een verlies van 3,4 miljoen in 1975.
Daarnaast werd er een boekwinst
behaald van 26 miljoen (1975: nihil)
op de verkoop van de belangen van
Smit Lloyd, Smit Internationale en
Radio Holland. Het dividend is be
paald op 8 per aandeel van 100.
De laatste uitkering vond plaats in
1972. In 1977 wordt een verdere, zij
het bescheiden, verbetering van de
resultaten verwacht.
CINDU-KEY en KRAMER tbouw.
chemie): nettowinst ruim 3,5 (4,4)
miljoen. Het dividend is bepaald op
onveranderd 4 per aandeel van
ƒ25.
HAGEMEYER (handel en indus
trie) heeft een winst behaald van 17,5
(10,2) miljoen gulden. Er zal een divi
dend worden uitgekeerd van 6 (5)
in contanten per aandeel van 20 en
bovendien 1(1) in aandelen uit de
agioreserve.
KAPPA en KNP zijn akkoord over
de voorgenomen fusie Bonden en
ondernemingsraden hebben geen be
zwaren. Zoals bekend is het bod:
185 in contanten per aandeel Kap
pa. Met het bod is ongeveer 27 mil
joen gulden gemoeid.
VRG (papier) heeft een nettowinst
behaald van 6,8 (6,5) miljoen gulden.
Het dividend komt op 3,30 (3) per
aandeel van 10.
DRENTSCH-OVERIJSSELSCHE
Directeur Wessanen in jaarvergadering:
AMSTERDAM De uitvoering van de overheidsnota „Selectie
ve Groei" betekent volgens Wessanen dat de particuliere onder
neming in haar vrijheid van handelen wordt beperkt.
De tot nu toe door de overheid ge-
hanteerde instrumenten dragen een
objectief karakter, bijvoorbeeld de
huidige regelingen met betrekking
tot vervroegde afschrijvingen en in
vesteringsaftrek. maar de voorge
stelde regelingen zijn subjectiever
van aard, aldus de heer G. H. van
Driel, voorzitter van de raad van
bestuur, in de jaarvergadering
Met de nieuwe regelingen stelt de
overheid zich volgens de heer Van
Driel niet langer op als een boven de
partijen staand instituut, maar als
een direct geïnteresseerde partij.
Door het meer of minder zwaar laten
wegen van de overheidsnormen
wordt de overheid voor het be
drijfsleven een niet meer geheel
voorspelbare factor met eigen en ge
vestigde belangen in het keuzepro
ces van investeringen.
Deze ontwikkeling behoeft niet per
se negatief te zijn. zo merkte de heer
Van Driel op. De selectieprocessen
van overheid en bedrijfsleven verto
nen nu eenmaal overeenkomsten en
de wisselwerking tussen deze beide
maatschappelijke instituten zal
daarom zeker toenemen. In deze wis
selwerking zal altijd een spannings
veld blijven bestaan, zo meende de
heer Van Driel.
In het algemeen zal het uitzonderlijk
zijn dat de overheid en een onderne
ming in complete harmonie kunnen
optrekken. Zeker is dat binnen de
marges die het Nederlandse bestel
kent, de onderneming zich beslist zo
onafhankelijk mogelijk zal blijven
opstellen en zal blijven zoeken naar
expansiemogelijkheden binnen de
ruimte die haar gelaten wordt, met
als doel continuïteit
winst 4 procent lager zijn geweest.
Elk jaar zo. constateerde de heer
Van den Hoven, zijn er wel één of
twee landen waar de lokale deelne
ming toeneemt. Vaak worden de
hierdoor vrijkomende middelen ech
ter weer in de desbetreffende landen
geïnvesteerd.
Voor het lopende jaar verwacht het
concern een groot aantal investe
ringsprojecten in ontwikkelingslan
den uit te voeren uit hoofde van de
sterke groei van het bedrijf aldaar
de laatste jaren. In Amerika wordt
voor de investeringen een belangrijk
hoger peil verwacht. De stabiele
Amerikaanse economie is hieraan
niet vreemd.
Er zijn geen problemen om de aan
zienlijk grotere investeringen, die
voor 1977 op het programma staan
(in 1976 beliepen de investeringen
1.1 miljard) te financieren. Inves
teringsprojecten, waartoe vorig jaar
werd besloten, vragen een investe
ring van 1.5 miljard
Van een onzer verslaggevers
DEN HAAG Ondernemingen trekken steeds minder geld aan
door uitgifte van nieuwe aandelen. Deze minder belangrijke rol
van het aandeel als financieringsinstrument heeft volgens dr. A
Jiskoot van Pierson, Heldring en Pierson moeten leiden tot het
verhoudingsgewijs verminderen van de investeringen. Inder
daad dalen de investeringen sinds 1970 als we het totaalbedrag
zien als percentage van het nationaal inkomen.
HOUT: nettowinst kwam op 1,15 (0,7)
miljoen gulden. Het dividend wordt
verhoogd van 20 naar 25 procent.
Tot en met 10 mei kunnen aan
deelhouders van Woning-
Maatschappij hun stukken aanmel
den ter overneming door Ahog-BOB
in Den Haag. Deze biedt 700 procent
voor de stukken.
ENNIA (verzekeringen): gang van
zaken zeer gunstig. De omzet steeg
tot 1.52 (1,48) miljard. De nettowinst
35,8 (31,2) miljoen. Voorgesteld
wordt een dividend van 6.50 per
aandeel van 20. In oktober jl. werd
reeds een interimdividend betaald
van 2,25. De mogelijkheid> wordt
geboden het slotdividend te vervan
gen door 0,50 in contanten plus
0,75 nominaal in aandelen uit de
agioreserve.
Dat die teruglopende investeringen
uiteindelijk onherroepelijk tot een
verminderde werkgelegenheid zou
den moeten leiden, weten wij thans
maar al te goed. zei dr. Jiskoot. De
voorzitter van de raad van bestuur
van Pierson sprak tijdens een bijeen
komst van de Vereniging Effecten
bescherming.
Dr. Jiskoot stelde vast dat het be
drijfsleven in Nederland tussen 1948
en 1976 totaal voor 231 miljard gul
den aan vaste activa (gebouwen, ma
chines etc.) heeft geïnvesteerd. Via
openbare kapitaaluitgiften op de Ne
derlandse kapitaalmarkt is in die
zelfde periode echter slechts 5,4
miljard aangetrokken, dat is 2,3 pro
cent van het investeringsbedrag.
Daarbij lag het percentage in de
jaren 1961 tot en met 1976 zelfs niet
hoger dan 1.3. in de eerste naoorlogse
periode was het nog 8 procent ge
weest. De zeer geringe financiering
door aandelen is overigens geen spe
cifiek Nederlands verschijnsel. Van
zeer grote betekenis is zij vrijwel
nergens al ligt Duitsland met 4 pro
cent wat hoger dan onze 2,3 procent.
Dr. Jiskoot meende te moeten stel
len dat als wij de werkgelegenheid
willen verbeteren wij de Investerin
gen moeten verhogen. En om die
investeringen te verhogen moet het
aandeel als middel om de bedrijven
geld te verstrekken weer belangrij
ker worden.
De bankier toonde zich evenwel niet
pessimistisch over de toekomst van
het aandeel. „Het besef breekt meer
en meer door, dat wij aan een kruis
punt van wegen zijn aangekomen.
Het realiseren van een redelijke
winstgevendheid wordt ln brede
kringen niet langer als een obscure
aangelegenheid van kapitalisten ge
zien. maar eerder als een absolute
noodzaak voor de instandhouding
van de zo moeizaam verworven wel
vaart".
RIJSWIJK De Nationale Organi
satie voor het Beroepsgoederenver-
voer (NOB) te Rijswijk wil op korte
termijn een gesprek met de
staatssecretaris van verkeer en wa
terstaat en de minister van econo
mische zaken over de door de NOB
noodzakelijk geachte tariefsverho
ging in het binnenlands vervoer over
de weg.
De Pierson-topman beperkte zich in
zijn rede niet tot- een grotere rol van
het aandeel. Ook het eigen vermo
gen. dus het geld dat niet door lenin
gen en kredieten in de onderneming
zit. moet weer belangrijker worden
Maar voorwaarde daartoe is een be
tere winstgevendheid van de bedrij
ven, zei dr. Jiskoot. Alleen dan zal I
een klimaat ontstaan waarbij uitgif- 1
te van aandelen mogelijk wordt.
DEN HAAG De woningbouw in
Nederland is in 1976 gestegen met
zes procent. Dat heeft het Centraal
Bureau voor de Statistiek opge
maakt uit het aantal opdrachten
dat vorig jaar geboekt is door archi
tectenbureaus De orders vertegen
woordigen een bouwactiviteit van
16 miljard gulden, tegen 14,4 miljard
in 1975.
Volgens het CBS betekent dat een
groei van twee procent in alle bouw
sectoren. Tegenover een groei van
zes procent in de woningbouw staat
volgens het bureau een daling van 1
procent in de sector overige ge
bouwen.
DEN HAAG Minister Lubbers
van economische zaken vindt het
noodzakelijk en hoogst urgent, dat
systematisch consumentenonder
zoek ter hand wordt genomen. Dit
blijkt uit het gisteren gegeven
antwoord op schriftelijke vragen
van het Tweede Kamerlid Kolthoff
(PvdA). Uit het antwoord blijkt, dat
de ministerraad enige tijd geleden
sprak over een advies van een inter
departementale commissie over het
oprichten van een aparte stichting
voor consumentenonderzoek. De
raad kwam tot de conclusie, dat
nader overleg met de consumente
norganisaties nodig is voordat een
definitief standpunt bepaald zou
kunnen worden.
Het nadere overleg vond dezer da
gen plaats. Als de ministerraad be
sluit de oprichting van een Stichting
voor Consumentenonderzoek te be
vorderen zal minister Lubbers er
voor zorgen, dat de stichting zal
kunnen beschikken over de noodza
kelijke kwantitatieve en kwalitatie
ve bezetting
léér op de machines
etMöller
möler&co
iedereen die munt
slaan uit met
ipanende
thmes
Handeirraaticnap.'ii MoH«' Co b v
Oude Bo«><los»«»fl 31. Hengelo lOl
)S«00 59 33* Postbus 10. Ttii». 44318
Van een onzer verslaggevers
UTRECHT Volgens de heer H. Wie-
renga, PvdA-Kamerlid en econo
misch specialist van zijn fractie lig
gen de economische problemen waar
mee wij op het ogenblik kampen,
voor een belangrijk deel aan de „af-
zetkant". Dat wil zeggen dat het be
drijfsleven grote moeite heeft zijn
produkten aan de man te brengen. De
vraagzijde (van de consument, red),
de afzetmarkten, zijn onderbelicht
gebleven in het beleid van dit kabi
net, meende Wierenga.
Vraag naar goederen en diensten moet zijns
inziens gecreëerd worden, met name via het
samenhangende complex van ruimtelijke
ordening, verbetering van woonomgeving,
stadsvernieuwing, vervoer, transport etc
Aan dit soort zaken is het naar de mening
van Wierenga beter een deel van de investe
ringsrekening te besteden. Meer onderne
mers en meer werknemers profiteren
daarvan
De visie van het PvdA-Kamerlid werd weer
sproken door dr. A. Pais, hoogleraar in de
economie en lid van de WD, die vond dat
Wierenga te weinig rekening hield met het
internationale karakter van de economie
Laten we niet vergeten dat de Nederlandse
markt van geringe omvang is. Verbetering
van de afzet, waar Pais op zich zelf voorstan
der van was, zou niet door loonsverhogingen
kunnen want dan zou Nederland zich uit de
markt prijzen.
Wierenga en Pais deden hun uitspraken
tijdens de jaarbijeenkomst van het Neder
lands Centrum van directeuren in Utrecht
Naast hen trad de demissionaire minister
van economische zaken Lubbers als derde
spreker op. Het gesprek tussen de drie he
ren, die werden ondervraagd door enkele
ondernemers onder wie oud-minister Nelis-
sen cirkelde om twee vragen In de eerste
plaats moesten de politici zich buigen over
de kwestie of de verdeling van de econo
mische groei over de collectieve sector, par
ticuliere inkomen en bedrijfswinsten wel
evenwichtig is. Zo niet. ziet u dan een betere
verdeling werd aan Lubbers. Pais en Wieren
ga gevraagd
Lubbers constateerde in dat verband dat de
overheid veel minder van ons „afpakt" als
soms wel eens gedacht wordt. Er is een grote
portie overgedragen inkomens. Via sociale
premies (WAO, AOW) wordt een deel van
ons salaris ingehouden dat bij andere men
sen terechtkomt. En die mensen gebruiken
dat geld voor hun gewone dagelijkse uit
gaven.
Lubbers verdedigde verder het CDA-
standpunt dat het beslag van de overheid op
wat we samen verdienen per jaar hooguit 0.7
procent groter mag worden uitgaande van
de verwachting dat de economie een groei
zal vertonen van 3,5 procent per jaar „Bij
deze uitgangspunten zal grote terughou
dendheid geboden zijn, zowel in de collectie
ve sector als bij de particuliere inkomens,
vond Lubbers. Hij wees erop dat dit in het
belang is van ondermeer de werkgelegen
heid, de inflatiebestrijding.
Het belang van die zelfde punten vergt
echter bij de visie van prof. Pais (en de WD)
dat de collectieve sector en het nationale
inkomen gelijk op groeien, met andere woor
den. dat het beslag van de overheid op wat
we verdienen niet toeneemt.
Daar stelde Wierenga weer tegenover dat
het niet nodig en ongewenst Is de loontrek
kers of de collectieve sector op de nullijn te
zetten. „Dan onderschat men de onvrede
met de inkomensverdeling, men overschat
de machtspositie van werkgevers en over
heid en men onderschat het belang van een
zekere groei van de particuliere consumptie
voor de werkgelegenheid, zo zei Wierenga. In
dat verband vroeg hij aandacht voor de
zijns inziens verwaarloosde afzet door be
drijven
Evenwicht
Bij de vraag of er voldoende evenwicht is bij
de invloed van overheid en ondernemingen
antwoordde Wierenga dat het markt- en
prijsmechanisme een op zichzelf te beperkte
manier is om met schaarse middelen (scho
ne lucht, ruimte etc om te gaan Hij achtte
kreten als rechtsonzekerheid (voor de Inves
terende ondernemer, red.) en lokettenecono-
mie onjuist. Het machtsevenwicht tussen
overheid en bedrijfsleven Is nog niet bereikt.
merkte Wierenga op. De overheidsinvloed
op het ondernemen zal binnen bepaalde
wettelijke spelregels nog toenemen en dat
zelfde geldt voor de factor arbeid
Lubbers en Pais meenden dat de belangen
van de verschillende partners in onze econo
mie tot op grote hoogte gelijkgericht zijn.
Ook Lubbers meende echter dat het markt
en prijsmechanisme niet altijd de maat
schappelijk gewenste oplossingen ten gevol
ge heeft. Hij noemde het wetsontwerp op de
investeringsrekening een goed voorbeeld
hoe het voor de overheid mogelijk is invloed
uit te oefenen op het Investeringspatroon
om te bewerkstelligen wat maatschappelijk
gewenst is. Aan de andere kant kan de
ondernemer dan wel zelf precies vaststellen
waar hij aan toe ls zodat hij zijn eigen
verantwoordelijkheid voor zijn investerin
gen kan waarmaken.
Lubbers beklemtoonde verder dat veel te-
genstellingen op korte termijn dat op lange
re termijn niet blijken te zijn