I Als schrijfkoorts Herman de Man te pakken had sloot hij zich op Stoomfanater pronken met Rosalie Assistent boekhouder Enkile persoonlijke herinneringen Kromhoutmuseum blaast oide boten weer leven in Hudig-Langeveldt Groep bv LERARES N XX (circa 29 It. per wk) AMANUENSIS <clr« 28 P wk) produktiechef dor E. J. A. M. Hoffman Mij oudste herinneringen aan Herman de Man gaan terug nar de jaren twintig. Ik studeerde toen in Utrecht maar ik wonde in Gouda waar mijn vader A. C. A. Hoffman arts was. Ik was verslaggever van alle drie de Goudse dagbladen en Hrman de Man, die ouder was dan ik, was veibonden aan gotere landelijke bladen. !b versloeg hij ook de vergaderin gen van de staten van Zuid Hol land. Nu werd mijn vader lid van dat college voor de R.K. Staatspar tij en zo kon het gebeuren dat hij en de Man samen heen en weer reisden tussen Den Haag en Gou da. Onderweg werd dan zeker ein deloos geboomd want De Man kwam dan nog wel eens bij ons aan de Bleekersingel binnen waar in de spreekkamer nog lang werd gede batteerd. Zeker was De Man toen een „rooie" maar eens zei mijn va der tegen mij toen de bezoeker ein delijk vertrokken was: „Dat is een héél merkwaardige man, misschien wordt-ie nog wel ooit katholiek". Nog zie ik De Man langs de Goudse singels wandelen, 'n kleine joodse figuur, heel stemmig gekleed met 'n grote zwarte breedgerande ar- tiestenhoed op, een „flambard" heette die toen, en in de hand een dun wandelstokje. Zijn ouders woonden toen in de Molenwerf op een hoek naast het Oudemannen huis. Vader Hamburger, want zo was de eigenlijke naam, dreef han del in tweedehands artikelen, „uitdrager" noemde men zo ie mand toen. In die tijd was Gouda nogal een rumoerig stadje. Op het gebied van kunst en politiek had-Je er een soort van „avant-garde". Een domi nee J. Börger deed veel van zich spreken, een hervormde predikant die het evangelie trachtte te combi neren met Hegeliaanse opvattin gen. Hij is later door de kerkeraad van zijn ambt ontheven. Zij aan hangers telde hij onder allerlei soort lieden. Herman de Man behoorde er ook toe. Andere namen duiken daarbij op. Ik zie Van Tijn daarbij en Ben van IJsselsteijn, delater zo beken de auteur. Herman de Man fc toen een tijd lang redacteur geweest van He£ Dagblad van Gouia. Later was ik dat zelf ook een p»ar maanden, in de grote vakantie. Maar de artike len die De Man indat plaatselijke blaadje schreef dachten het al gauw aan de randvan een faillisse ment Eerste boet Ik geloof dat De Han in die tijd zijn eerste boek gesclreven heeft, nogal een romantisch verhaal. „Aarde banden" was de titel. Ik herinner me alleen één loofdstuk daaruit, genaamd „De tlcedspiegel", waa rin een geval vai „voorschouw" wordt beschreien, een para psychologisch gegeven dat De Man, voorzoverik weet, nooit meer behandeld heft. Zijn schrij- verspseudonien voerde hij toen al in plaats van sjn eigenlijke joodse naam: Salomci Herman Hambur ger. Niet dat B Man deze afkomst wilde verdoezlen: Hij sprak daar eenvoudig noit over; alle mensen waren voor hm gelijk. Het ls pas eid 1953 geweest toen ik, na vele omzwervingen, mij als huisarts gevetigd had in het Bra bantse Berlicim, in de Meierij van Den Bosch, at ik daar het gezin van de „Holindse schrijver" aan trof. Een taljk gezin! Ze woonden in een oud^root, wit buitenhuis met een rooie half-verwilderde tuin. „Vreeendaal" was de naam. De Man ws intussen uitgegroeid tot een vo^assen figuur, natuur lijk nog vrikort van postuur maar breder, voral in de schouders. Hij stond toerop het toppunt van zijn kunnen. En zijn vrouw Eva Kalker: een hartelijke huismoeder. En de grote kinderschaar, zeven in getal. Toch wel het voorbeeld van een mooi joods gezin, want zo zag ik het, en zo zag het hele dorp het Katholiek De Man was onderwijl katholiek geworden, eerst hij en later Eva. En ze waren met opzet in Brabant gaan wonen; de kinderen zouden dan in een typisch katholieke om geving kunnen opgroeien. Er was in die tijd een soort van triomfante lijk rooms-katholiclsme, er waren bekeringen geweest als van Jan Toorop en Frederik van Eden. Maar het gezin Man is niet ostenta tief overgegaan, daarvoor waren zij te bescheiden, ze vonden dat een volkomen persoonlijke kwestie. Zoals bekend was het de schrijver Pieter van de Meer-de Walcheren, die later monnik zou worden, die bij de doop zijn peter is geweest. Die heb ik op 'Vreedendaal' dan 'ook wel ontmoet. Je ontmoette daar trouwens allerlei interressan- te figuren, zoals Stijn Streuvels, dr. P. H. Ritter, Jr. en ook een bekende Zweedse journalist die aan het middagmaal in smoking placht te verschijnen. Het verblijf van de laatste hing samen met de belang stelling die De Man had voor de Nobelprijs. Hechte band Het was een mooi gezin. Er was een hechte band tussen ouders en kin deren. Ook wel een geslotenheid naar buiten want tegenover het dorp bleven zij toch altijd vreemd, enkele contacten uitgezonderd. In het dorp had men er geen begrip van wat voor een uitzonderlijk kunstenaar er woonde. Het is waar, de verhalen die De Man schreef speelden alle in een typisch calvi nistische omgeving. Het leven in de Hollandse polders is ook wel totaal anders dan dat in Brabant. Maar zeker was één der redenen voor die afwijzing (die nóg bestaat!) de eigenaardige opvattingen van de schrijver over kwestie van finan ciën. Herman de Man was namelijk van mening dat een kunstenaar die zijn gaven had waargemaakt, door de gemeenschap diende te worden on derhouden. Zó gebeurde het dan ook dat de dagelijkse leveranciers, de bakker, de slager, de kruidenier enz. op z'n zachtst gezegd nogal onregelmatig werden betaald, een gewoonte waarvoor deze lieden weinig waardering konden opbren gen. Schuldeisers uit de stad wer den bijzonder hoffelijk ontvangen. Nooit werd hun de hoop op beta ling ontnomen en inderdaad, ik ge loof, dat er tenslotte ook werklijk wel betaald werd. Voor De Man was dat in feite een soort van spel. Ja, De Mtin en de financiën! Eigen lijk ging hij zeer nonchalant met geld om (Eva niet!). Toen zijn boe ken zeer goed gingen, verstrekten zijn uitgevers (hij had verschillen de en hij kon ze heel goed tegen elkaar uitspelen) hem wel een voor schot. Éénmaal gebeurde dat zelfs dubbel voor één boek. Maar daaro ver maakte de schrijver zich geen zorgen, hij zou dan wel snel twee romans achter elkaar schrijven. Kwam dat geld binnen, dan kon het niet op. De Man sprong dan op de motor, hij was een hartstochte lijk coureur. Eva in het zijspan en daar ging het dan naar.Parijs of zo. Zonder bagage desnoods. De kinderen bleven onder de hoede van een vertrouwde diestbode, een getrouwde vrouw die bijzonder goed voor hen heeft gezorgd. Schrijfkoorts Maar wanneer de schrijfkoorts de Man te pakken had, kon hij zich in zijn kamer opsluiten en dan mocht niemand hem storen. Al zijn ro mans schreef hij op papierblaadjes uit ter grootte van een doktersre cept met een kroontjespen en in zo'n kriebelig kleinschrift dat je wel van 'micrografie'moet spreken. En Eva moest dat dan alles uitty pen, al die honderden blaadjes. Ik zelf bezit het manuscript van 'De Koets', een pakje papier, vijf centi- Zaterdag zal in het centrum van Oudewater het monument worden onthuld ter herinnering aan het werk van de schrijver Herman de Man (Salomon Herman Hamburger), auteur van o.m. Het wassende water, Een kleine wereld en Zonen van de paardekop. De onthulling van het monument dat in opdracht van de Stichting „Herman de Man" door de beeldend kunstenares Ineke van Dijk uit Stolwijk vervaardigd is zal door de Commissaris der Koningin van Utrecht, mr P. J. Verdam geschieden. Ter gelegenheid daarvan plaatsen wij hier een artikel dat een aantal herinneringen bevat aan het tragische leven van de grote volksverteller Herman de Man. Het is van de hand van de heer E. J. A. M. Hoffman, arts te 's- Hertogenbosch. meter dik, dat kregen we, mijn vrouw en ik, bij ons huwelijk ca deau. En zo bleef het dan ook niet uit, of Eva kreeg er een oogontste king van. Wat die nauwkeurige manier van werken betreft, meermalen heb ik De Man mogen adviseren over me dische onderwerpen die in zijn ro mans voorkomen. Zo bijvoorbeeld het tetanus-geval in „De zonen van de Paardekop" waarvoor ik hem, hij vertoefde toen al in Frankrijk, schriftelijk een thema moest opstu ren. Dat was in 1939 toen De Man was uitgeweken naar Ougiers- Venosc in de Isère. Hij schreef des tijds tegelijk aan het genoemde boek en aan „Heilig Pietje de Booij". Ja toen was de gruwel van de jodenvervolging in Duitsland al begonnen. En de sto'rm stak op die tiende mei 1940. Het gezin-De Man was defini tief gespleten. De schrijver is via een ware wereldreis terecht geko men in Curacao, waar hij later bij de radiouitzendingen een grote rol heeft gespeeld. Maar Eva en de zeven kinderen bleven in Berlicum. Eva heeft nog enkele jaren kunnen denken dat zij als katholieke joden wel gespaard zouden blijven al moesten ze alleen de gele ster op de borst dragen. Maar waarschuwin gen van allerlei zijden om toch on der te duiken werden door Eva in de wind geslagen. Op die tweede augustus 1942, een zondagmorgen, rinkelde mijn tele foon. De angstige, hevig ontstelde stem die daar riep deed iets heel ergs vrezen. Ik ging ijlings te voet de geringe afstand tussen onze hulzen. Meteen bleek dat het huis omringd was door zwarthemden. Een van hen. die zich bij het tuinhek had opge steld. wilde mij de toegang belet ten. maar als huisarts mocht ik passeren. In het huis heerste grote wanorde. Eva was boterhammen aan het smeren. de kinderen hepen schreiend door elkaar. Eva zei snik kend „We worden naar Vught ge bracht". Er was een buurman, een boer. Die kwam met paard en platte hooiwa gen, daar moesten ze op gaan lig gen. Ik heb ervoor gezorgd dat er tenminste een tuinbank op werd gezet, ze konden dan beter zitten. Wat een afschuwelijke uittocht, zo als ze daar toen zijn weggereden, begeleid door een politieman in Ne derlands uniform! Hoe ellendig vonden wij het idee dat Eva met haar vier kindertjes daar in dat Vughtse kamp moest zitten. Eva die toen 37 jaar was, de kinderen Anneke 15. Jochie 12, Magdalena 10 en de kleine Pieter- tje pas negen. Hoe ongelofelijk het ook mag klinken van 't verschrik kelijke lot dat hun wachtte hadden wij toen, in 1942, nog géén weet. Kinderen Twee kinderen zijn er overgeble ven van dat mooie gezin. Jan, de oudste, was toen zwervende; die is later in Frankrijk gefusilleerd. Maar Marietje, die bij zusters in Orthen logeerde en die in het Caro- lus-ziekenhuis in Den Bosch was opgenomen onder een valse naam. ontsprong het gevaar. Ik heb haar toen nog bezocht. Later is zij ge trouwd, in Denemarken. En Joost, die op een kostschool was, is in de Peel ondergedoken bij een gezin dat schitterend voor hem heeft gezorgd. HIJ is thans priester in Brazilië, Aalmoezenier van de Arbeid. Herman de Man is na de oorlog nog één dag in Berlicum geweest, met name op het raadhuis. In 1946 kwam hij bij een ongeval op Schip hol om het leven. door Wim Jansen AMSTERDAM De enkele pleziervprder op het winderige Veluwemeer kijkt verbaasd op als de Rosalie" passeert. Bijna geruisloos vaart daai een antieke stooischuit, met uit de hoge schoorsteen een dunne rookpluim. D rust wordt echter ruw verstoord als een schrille schreeuw ui de stoomfluit het bootje in een witte wolk hult. De negentiend eeuw keert even terug op de vroegere Zuiderzee. De Rosalie, een sleepboot uit 1889 vaart weer. Vier stoomfanaten heb ben elke minuut van hun vrije tijd besteed aan het weer in orde bren gen van de oude stoommachine. Ze doen dit alleen voor hun plezier, de eigenaar heeft de boot als een soort adoptiekind aan hen gegeven. Het viertal heeft het bootje van de schroothoop gered en op de werf van Verschure in de technische staat ge bracht zoals het een halve eeuw of meer geleden ook moet zijn geweest, in samenwerking met de museum- werf Het Kromhout in Amsterdam. Voor dit museum slepen de vier. To- Fransen. Sybrand Schrale. Tet» Hofstra en Willem Dierssen, nu en oude tjalk van Elburg naar Amstf- dam, waar enthousiastelingen <e tjalk gaan restaureren. Na eig speurwerk is het de vier stoomtaa- ten gelukt, de heer Steenbeek'én van -de voregere eigenaren, o; te sporen. Samen met zijn vier znen stapt hij in Spakenburg achte het roer. om dat niet meer los te aten voordat ze in Amsterdam zijr In 1927 kocht Steenbeek. dirnu 78 jaar is, de stoomboot om r voor eigen rekening sleepdienstermee te verrichten. Nu, vijftig jaar laër is hij zichtbaar aangedaan dat dcRosalie weer in de vaart is. Hoog aliter het roer, onder de blote hemel, tuurt hij het schip het haventje vanSpaken- burg uit met in zijn kielzogie tjalk. Stoomfluit Vier zoons, waarvan er t\*e op de boot zijn geboren, zorgen tal de ke tel flink wordt opgestookt Drie zo- var nog geen tien vierkante meter gejefd. Als moeder Steenbeek kook te deed ze dat in de open lucht, been op het dek. Nu kunnen de Sïenbeeks zich nog nauwelijks vorstellen dat ze in zo'n kleine rimte hebben gespeeld, gegeten en ^slapen. ,Het is er zo klein dat je er alleen maar plat kunt praten en schol kunt eten", zegt Ton Fransen, die als initi atiefnemer van de adoptie zo trots als een pauw over het slepertje heen en weer loopt. Zodra er ergens een andere boot te bekennen is, trekt hij zachtjes aan het touw van de stoomfluit. De schreeuw die uit de fraaie koperen fluit komt is zo schril, dat zelfs vader Steenbeek z'n oren dicht moet stoppen om niet doof te worden. Vroeger moet hij duizenden malen zelf aan die fluit getrokken hebben. Een van de zonen is in een overal geschoten en staat in de machineka mer de ketel bij te vullen met brandhout. Normaal zorgen kolen voor het op temperatuur brengen van de ketel, maar het hout is voor de Rosalie gratis en het geeft boven dien minder rook. De machinist heeft tot taak te zorgen dat het vuur blijft branden en de stoomdruk in de ketd op peil blijft. Die stoom brengt twee enorme drijfstangen in bewe- Vlakbij de Amsterdamse Schellingwouder Brug worden een fpaar stoten op de stoomfluit gegeven, nen Stëenbêëk hebben samen met om de sluiswachter van de Oranjes hun ouders in het kleine vooronder luizen te waarschuwen (onder). ging, die onder een hoek van negen tig graden tegen de scheepswand liggen. Alles beweegt in een laag tempo, met alleen maar wat mecha nische geluiden. Er varen tegenwoor dig nog maar weinig schepen die de mogelijkheid hebben een gesprek in de machinekamer te voeren. Sleephulp Vlak voor Pampus is een enorm zandschip net buiten de vaargeul vastgelopen. Uit de verte is al te zien dat het schip verwoede pogingen doet om op eigen kracht los te ko men, zonder resultaat. De vier stoomfanaten kijken eikaar aan. Zouden ze hulp aanbieden? Gewoon doorvaren, beslissen ze, we doen het alleen als de schipper ons vraagt. Die staat met z'n verrekijker al naar de Rosalie te turen en besluit blijkbaar op het allerlaatste moment de hulp van de stomer in te roepen. Het bootje draait onmiddellijk om en de tjalk komt zolang naast het Zwitserse zandschip te liggen. Ter wijl de dekknecht de kabel van de Rosalie vastmaakt, gooit de machi nist wat extra hout op het vuur on der de ketel om de druk op te voeren. Lantaarn, heel langzaam komt de minstens zevenhonderd ton meten de boot los. Vader Steenbeek staat zelf achter het roer te manouvreren. Ton Fransen kan z'n opwinding nau welijks beheersen en springt af en toe naast de roerganger. Drie kwar tier later kan het zware zandschip weer verder, nadat Tette Hostra snel tweehonderd gulden voor de bewe zen diensten heeft losgeklopt. Dat is bestemd voor de verfraaiing van de Rosalie. Als het schip met veel gegil uit de stoomfluit later bij het Kromhout museum aan de Hoogte Kadijk heeft aangelegd, is hét gesprek natuurlijk het vlottrekken van de zandschuit. De heren Steenman en de vier stoomdeskundigen zijn zo blij als kinderen dat het oude stomertje het toch maar voor elkaar kreeg. In het Kromhout, waar vaklieden bezig zijn antieke schepen op te knappen voor het museum, vindt het verhaal gre tig aftrek. „Het zou toch zonde zijn als zo'n machine op de schroothoop terecht was gekomen?'", vinden ze. Hudig-Langeveldt Groep B. V. met vestigingen in Rotterdam en Amsterdam, een aantal buitenlandse kantoren, circa 1500 medewerkers en uniek in Europa wat betreft dienstverlening op verzekeringsgebied, zoekt voor haar holdingadministratie een Naast de dagelijkse voorkomende administratieve werkzaamheden zal zijn werk bestaan uit het zelfstandig maken van eenvoudige financiële overzichten en het assisteren bij het samenstellen van uitgebreide periodieke informatie die nodig is voor de bedrijfsvoering. Belangstellenden dienen in het bezit te zijn van het Praktijkdiploma Boekhouden en het MBA-diploma of daarvoor studerend. Leeftijd tot 25 jaar. Wanneer u geïnteresserd bent in deze funktie of wanneer u nadere informatie wenst, kunt u kontakt opnemen met de Personeelafdeling van Hudig-Langeveldt Groep B.V., Wijnhaven 61, Rotterdam 3001, telefoon (010) 146122, toestel 189. Hudig-Langeveldt Groep B.V., Wijnhaven 61, Rotterdam 3001, telefoon (010) 146122. VERENIGING VOOR CHR. BEROEPSONDERWIJS VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN LEIDEN Voor de CHR. SCHOOL VOOR LAGER EN MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS „BOSHUIZEN" te Leiden, Toussaintkade 51, telefoon 071-130841 wordt gevraagd per 1 AUGUSTUS 1977: uLuoia (|n bet bell' 4lpl. LTO) De werkzaamheden van de amanuensis zijn ten behoeve van de lessen natuur- en scheikunde aan de Vooropleiding Hoger Beroepsonderwijs en zullen omvatten: a. voorbereiding van praktikum proeven b. assisteren van de docenten bij prak tikum lessen c. vervaardigen van eenvoudige leermid delen d. onderhoud van inventaris e. verrichten van kleine reparaties f. eenv. adm. werkzaamheden (voorra den bijhouden etc Positief chr. levensovertuiging Sollicitaties kunnen gericht worden aan net bestuur van de school. Toussaintkade 51 te Leiden. Inlichtingen kunnen gevraagd worden bi| de wnd. directrice mevr. E. Paats of de ad| -dir. Mevr M M. Ruiter. FABRIEK VAN BAKKERIJGRONDSTOFFEN B V. INDUSTRIEWEG 14 VLAARDINGEN TEL. 010-350S22 Ons bedrijf is toeleverancier van diverse produkten die in brood- en banketbakkerijen (zowel in industriële als ambachtelijke be drijven) worden gebruikt als grondstof voor brood en banket. Voor onze fabriek van diverse spijssoorten zoeken wij een Deze functionaris krijgt de leiding over een aantal produktielijnen in deze fabriek. Naast de dagelijkse leiding van het produk- tiegebeuren krijgt hij tot taak de voorlieden te coachen. Een belangrijk aspect van deze functie is het verder ontwikkelen van produktiemethoden, de organisatie en het uitvoeren van het per- soneelsbeleidsplan voor ;ijn afdeling Deze functionaris ressorteert onder de alge meen bedrijfsleider. Gezocht wordt naar iemand van middelbaar technisch niveau met een ruime ervaring in een vergelijkbare functie in de levensmid delenindustrie. Heeft u belangstelling voor deze functie, dan gelieve u te schrijven naar bovengenoemd adres, afdeling Personeelszaken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 41