Eenheid groeit aan de grens Haarlemmermeer wil twee stations Kolen: zwart, smerig, nodig Eems Dollard Regio een kasplantje, maar toch optimisme Desnoods actie tegen verdere bouw Schiphollijn Wetenschap en techniek ZATERDAG 2 APRIL BINNENLAND Trouw/Kwartet 17 Sinds kort vormen een stieh- ting in Groningen en een „Verein" in het Duitse Oost- Friesland samen één organi satie. Omdat de Europese wet geving nog geen grensover schrijdende rechtspersoon kent, moesten aan weerszij den van de grens aparte orga nisaties worden gevormd. In de praktijk vormen die echter één samenwerkingsverband met op elkaar afgestemde statuten en één bestuur on der de naam Eems Dollard Re gio. Kamers van Koophandel (Veendam, Groningen en Em- den), een tiental gemeenten en „Kreise", alsmede enkele organisaties nemen eraan deel. De oprichters hadden graag een grotere deelname gezien, maar ze hebben hoop op groei in de toekomst. Ver wacht wordt dat ook Drentse kandidaten en aansluitend het gebied in Duitsland straks van de partij zullen zijn. In noordelijke richting kan er ook nog meer bij. Zo doen noch Delfzijl noch de stad Em- den mee, maar beide zeggen „geïnteresseerd" te zijn. Bei de steden hebben ge meenschappelijke belangen maar zijn ook eikaars concur renten. Er spelen nogal wat kwesties. Zo bereidt Duits land een nieuwe Dollardha- ven voor, terwijl Nederland van de Dollard een natuurge bied wil maken. Het nog steeds ontbreken van een defi nitieve grens in het Eems- Dollardgebied maakt het ge compliceerder. De nieuwe Eems Dollard Regio hoopt een bijdrage te kunnen leveren aan het oplossen van allerlei grensperikelen. De oprichters van nu hopen dat hun initia tief zo zal aanslaan en aan betekenis zal winnen dat de deelname langs het gehele grensgebied algemeen zal wor den. De deelnemers betalen een contributie van vijfhoo- derd tot duizend gulden. Men hoopt Europese zowel als nati onale subsidies te krijgen. door Jan Sloothaak VEENDAM/LEER Groningen en aan grenzend Oost-Friesland hebben een Europese regio (Euregio) Ingesteld. Dat heeft dan wel lang geduurd, want elders bestaan zulke grens-overschrijdende sa menwerkingsverbanden al lang. De nieuwe Eems-Dollard Regio (in de prak tijk één organisatie) is echter wel me téén de meest vergaande geworden. Te gelijk kan men er evenwel niet omheen te constateren dat de deelname (nog?) niet zo algemeen is. Een aantal lieden heeft de knoop willen door hakken. „Het moet nu maar eens uit zijn met de losse vrijerij", zegt de heer H. Rubingh, vice- voorzitter van de regio en secretaris van de Oost-groningse Kamer van Koophandel te Veendam. Hoe optimistisch men is over een groeiende deelname blijkt uit het feit dat twee Nederlandse zowel als twee Duitse bestuursze tels onbezet zijn gebleven. Ze staan klaar voor nieuwe gegadigden. Een teer kasplantje, dat zo menen de oprich ters met de nodige voorzichtigheid moet worden omringd. Dat neemt niet weg dat men naast de eerste doelstelling behartiging van gemeenschappelijke belangen eventuele te genstellingen niet uit de weg zal gaan. Twist Een recent voorbeeld dat zulke tegenstellin gen, vaak op het politieke vlak, de emoties kunnen opzwepen, is de twist tussen de zus tersteden Alkmaar en Darmstadt over de be ruchte „Berufsverbote", het weren van mensen uit Duitse overheidsdienst op zuiver politieke gronden. Die emoties kunnen wellicht gemak kelijk nog sterker aan de dag treden als het gaat om bevolkingsgroepen die slechts geschei den zijn door een grens. Van Duitse zijde zal men een dergelijke „in menging in binnenlandse zaken" niet uit de weg gaan. De heer Peter Elster. Oberkrelsdi- rektor van de Landkreis Leer (142.000 inwo ners), de nieuwe voorzitter van de Eems Dol lard Regio: „We moeten er zeker open over kunnen praten. Als Je het niet eens wordt, welnu dan moet het ook mogelijk zijn dat ieder op. Je kunt bijvoorbeeld geen milieumaatrege len nemen als dat aan de andere kant van de grens worden nagelaten". Spoorlijn Rubingh: het dringt zich op. zijn eigen mening houdt. Je kunt echter op zijn minst proberen begrip voor eikaars standpunt op te brengen. Je komt dan voor de vraag te staan hoe ver Je kunt gaan met je tolerantie, maar als twee vrienden het zakelijk oneens zijn, dan moet dat niet tot vijandschap leiden, maar in vriendschap uitgepraat worden". Onder de mensen zelf Een slogan die wel eens als onderbouw van de Euregio's wordt gehanteerd is: „Een verenigd Europa bouw je niet op de hoofdsteden en Brussel, maar moet worden gevormd aan de grenzen". De onderlinge gedachte is dat Euro pa onder de mensen zelf moet gaan leven en waar zou je daar beter mee kunnen beginnen dan aan de landsgrenzen. Je moet dan wel Inhaken op wat er aan weerszijden van die grenzen leeft. Een voorbeeld daarvan is het verzet in Oost-Groningen zowel als Oost- Friesland tegen de dumping van atoomafval in Peter Elster: erover praten en samen verder werken. zoutlagen. „Als dat nodig blijkt moet de Eure gio zich er zeker mee gaan bezig houden. Be langrijk is het in zo'n geval om veel Informatie te verzamelen en er openlijk over te praten. Veel is er vaak onbekend en dat kan de emoties opjagen. Door er samen over te praten kun je proberen tot resultaten te komen om daar dan weer samen mee verder te werken", zegt de heer Elster. De heer Rubingh: „Maar je moet ook voorzich tig zijn en een zo jonge organisatie niet meteen confronteren met polariserende kwesties. Toch kun Je om een aantal zaken niet heen. Het nieuwe bestuur moet zich daar bewust van zijn en die kwesties met beleid benaderen". De heer Rubingh ziet in het ontstaan van dit soort grensoverschrijdende acties net als in de oprichting van de Euregio zelf aanwijzin gen van een toenemend Europees denken, ook al gaat het aan de Europese top moeizaam. „Je ziet een zeker enthousiasme. Het dringt zich Vanouds bestond aan de grens al de behoefte om met allerlei zaken beter op elkaar in te spelen. De regeringen van de landen werkten soms enorm langs elkaar heen. Bijna legenda risch is een verhaal over de spoorlijn naar Nieuweschans. Terwijl aan Duitse zijde plan nen werden ontwikkeld voor modernisering en elektrificering, kwam Nederland plotseling met plannen om de hele spoorlijn (samen met een serie andere) voor wat het Nederlandse deel betreft maar op te heffen, althans wat het personenvervoer aangaat. Zo zijn er legio voorbeelden we noemen het niet op elkaar aansluiten van wegenplannen en dergelijke dat men langs elkaar heen werkte. Duitsland en Nederland stelden samen een commissie voor ruimtelijke ordening samen, met een aparte sub-commissie voor het noorde lijke grensgebied. Op een onlangs in Coevor- den gehouden congres gaf Alfred Mozer, inder tijd kabinetschef van ex-Europees commissa ris Sicco Mansholt, deze commissie een veeg uit de pan. Hij zei letterlijk dat ze niets voor stelt en dat er geen resultaten uit kwamen. „Als u iets wilt, zult u het zelf moeten doen", aldus de heer Mozer. De heren Elster zowel als Rubingh houden zich wat op de vlakte in het uitspreken van een oordeel, maar beiden ont kennen de commissie te willen beconcurreren. De Euregio stelt zich ook tot taak en dat is in deze tijd van werkloosheid, zeker in een gebied als noord-Nederland, niet onbelangrijk de arbeidsmarkten op elkaar af te stemmen. Voorzitter Peter Elster wil zich er vooral ook sterk voor maken dat in Oost-Friesland meer aandacht besteed wordt aan de Nederlandse taal. Hij denkt er onder meer aan om aan de landsregering van Nedersaksen voorstellen te doen om de scholen enigszins de vrije hand te laten voor het geven van lessen Nederlands. Dat die lessen schoolUjd vergen, vindt hij niet erg. „Er wordt ook aan allerlei andere dingen veel tijd besteed. Bij ons bestaat een groot gebrek aan kennis van Nederland, dat uit onze geschiedenisboeken is verdwenen met het zelfstandig worden van Nederland. Dat is be schamend. Als je een gemeenschappelijke opdracht hebt, is vertrouwen nodig en dan moet je beginnen met elkaar te leren kennen". door Haro Hielkema HOOFDDORP De aanleg van de Schiphollijn, de nieuwste spoorlijn in ons land, blijkt lang geen onverdeeld ge noegen te zijn. Niet alleen mi lieuvrienden kwamen in het ge weer tegen wat al te 'grootse' onderdelen in de plannen, nog krachtiger actie dreigt nu van de kant van de gemeente Haar lemmermeer. Actie, die er des noods op gericht is de voortang van de bouw te verhinderen. Strijdpunt vormt het feit dat de woonkernen Hoofddorp en Nieuw- Vennep in de Haarlemmermeer in de laatste tien jaar stevig uitgedijd de Schiphollijn wel vlak langs de bebouwing zullen zien lopen, maar van minister Westerterp en de Ne derlandse spoorwegen geen halte plaatsen zullen krijgen. En dat wen sen gemeenteraad noch dagelijks be stuur van de Haarlemmermeer te accepteren. Dat zij de toekomstige intercity tussen Amsterdam en Den Haag voorbij moeten laten dende ren. is tot daar aan toe. „Maar daar mag dan toch wel iets tegenover staan. Mogen wij er ook een klein beetje profijt van trekken!" zegt wet houder J. M. Hoffmann (WD) scherp. Dreigende taal klinkt vooral uit de gemeenteraad van de Haarlemmer meer. Op 1 mei 1975 nam hij het besluit akkoord te gaan met de plan nen van minister Westerterp en de NS om de Schiphollijn in de polder langs de Kagertocht te laten lopen. Dat tracé snijdt dwars door de wljd- se polder en levert derhalve nogal wat bezwaren van landschappelijke aard. De gemeenteraad van de Haar lemmermeer kon daar niettemin met moeite over heen stappen (aantrek kelijker uit milieu-overwegingen ge- .zien was een tracé langs rijksweg i) op uitdrukkeUJke voorwaardè dat in Hoofddorp en Nieuw-Vennep halte plaatsen gesticht zouden worden. Wanneer niet aan die voorwaarde zou worden voldaan, zou de Schip hollijn langs rijksweg 4 moeten ko men. Er werd een commissie in het leven geroepen om zich nog eens in de halteplaatsen te verdiepen, Haar lemmermeer mocht daarvoor een vertegenwoordiger afvaardigen en intussen werden alvast vrolijk gron- gen aangekocht voor de verdere aan leg van de Schiphollijn. Tracé De werkzaamheden aan de spoorlijn zUn nu zó ver gevorderd, dat over het tracé door de Haarlemmermeer ein delijk zekerheid moet komen. De lijn komt bij de kop van de Zwanen- burgbaan van de luchthaven Schip hol boven de grond en zal dan of langs de Kagertocht of langs Rijksweg 4 naar het zuiden geleid moeten worden. De gemeente Haar lemmermeer heeft echter geconsta teerd dat er nog steeds geen garantie bestaat dat er inderdaad ook stati ons in Hoofddorp en Nieuw-Vennep komen. Sterker nog: langzamerhand is in Hoofddorp het sterke vermoe den gerezen dat de stichting van de halteplaatsen op z'n minst uitge steld wordt todat de lijn in Amster dam van het zuidelijk gelegen stati on Minervalaan is doorgetrokken naar het Museumplein: een tracé, waarover overigens ook nog altijd geen beslissing is genomen. Een gretige Haarlemmermeerse raad sprong hier onlangs bovenop en sprak uit eerst dan zijn goedkeuring aan het te zijner tijd te behandelen bestemmingsplan Schiphollijn (langs de Kagertocht) te geven, als zekerheid is verkregen over de stich ting en het tijdstip (van Inge bruikstelling van stations in Hoofd dorp en Nieuw-Vennep. B. en W. mo gen pas dén de aannemer de aanleg door de Meer laten voortzetten, wan neer minister Westerterp met zijn halteplaatsen over de brug is gekomen. Dit raadsbesluit was het gemeente bestuur beslist niet onwelgevallig. Het geeft het college een goede rug gesteun om in Den Haag nog eens een stevig robbertje te vechten. Wet houder Hoffmann, die de ruimtelij ke ordening behartigt, is blij met de opdracht van de raad, die b. en w. oplegt alle vergunningen, die te ma ken hebben met het doortrekken van de spoorlijn in de richting van de Kagertocht. op te schorten. Eerst haring of kuit „We willen nu wel eens eerst haring of kuit," zegt Hoffmann dan ook. „Dat besluit is in 1975 niet zomaar genomen. Laat de overheid nu eln- dellng maar eens zeggen wat ze in onze gemeente van plan is. Die 'commissie halteplaatsen' is in okto ber vorig Jaar voor het laatst bijeen geweest Als je dan in februari in de krant moet lezen dat er waarschijn lijk wel geen halteplaatsen zullen komen, dan zeggen wij: terug naar 1 mei 1975! Dan werken we niet mee!" In de Haarlemmermeer weten ze ge noeg redenen te bedenken om aan spraak op twee stations op de Schip hollijn te maken. De gemeente ziet tal van voordelen in de railverbin ding met de hoofdstad en naar de andere kant met Leiden. Den Haag en Rotterdam. In de beide kernen, Hoofddorp en Nieuw-Vennep, wo nen heel wat mensen, die in Amster dam werken of daar op school gaan. Met name wanneer de spoorlijn via de westelijke tuinsteden van de hoofdstad een verbinding met het Centraal 8tation zou krijgen, zou de lijn voor de Meer een uitkomst zijn. Wethouder J. M. Hoffmann (foto Erwin Verheijen) Wethouder Hoffmann wil het belang van de halteplaatsen (eind april) graag nog eens in Den Haag laten bepleiten. Een zware delegatie (de burgemeester, twee leden van het provinciaal bestuur, de voorzitter van de Haarlemse Kamer van Koop handel en de wethouder zelf) zou daar kunnen wijzen op het belang voor de economie, wanneer het ge bied met een spoorlijn zou worden ontsloten, meent wethouder Hoff mann: „Er ligt nog grond, die ge schikt Is voor bedrijfsvestiging. Ook gezien het woon-werkverkeer tussen Schiphol en de woonkernen is een spoorlijn met haltes belangrijk." Bovendien wordtin de Haarlemmer meer gewezen op de stelling in de Verstedelljkingsnota dat spoorlij nen in de buurt van woonkernen moeten lopen. Heft In handen Het provinciaal bestuur van Hoord- Holland gaf de gemeente onlangs nog een stevig heft in handen door het gebied tussen Hoofddorp en Heemstede aan te wijzen als bouwplaats. 15.000 woningen voor 35.000 mensen zou de Haarlemmer meer erbij moeten krijgen. .Als die bouw zou doorgaan," zegt Hof fmann. „dan zal Je een spoorlijn met halteplaatsen hard nodig hebben." Het ministerie van verkeer en wa terstaat en de Nederlandse Spoor wegen hebben halteplaatsen in de Haarlemmermeer altijd aangevoch ten, omdat zij onvoldoende reizigers voor een ritje naar Amsterdam ver wachtten. Onderzoeken van het So ciografisch Bureau De Meerlanden hebben gewezen op veel meer be langstelling bij de huidige en toe komstige bevolking voor een station In Hoofddorp en Nieuw-Vennep, vooral omdat het karakter van de Haarlemmermeer in de laatste Jaren gewijzigd is. In 1930 bleek het spoor tje tussen de Haarlemmermeer en het zogenaamde Haarlemmer meerstation In Amsterdam niet te renderen, geeft wethouder Hoff mann toe, en een spoorlijn naar het eveneens in zuid gelegen station Mi nervalaan zal evenmin voldoende reizigers aantrekken, maar een ver binding met het Centraal Station is best aanlokkelijk. Hoe hard kan de gemeente Haar lemmermeer zich maken tegen de dadendrang van de Nederlandse 8poorwegen en de aannemer, die ten westen van 8chiphol al zonder vergunning bezig is met de aanleg? Wethouder Hoffmann beseft dat een overheidsinstantie als de Spoorwe gen ook tegen de wil van Haarlem mermeer in te werk kan gaan. „Maar dat zou weinig gebruikelijk zijn. In mei 1975 hebben we voorwaarden gesteld; me dunkt dat er in maart 1977 dan toch wel eens wat over gezegd kan worden. Laat ons ook eens genieten." doof Rob Foppema Het lijkt niet waarschijnlijk dat het in de toekomst nog aanvaardbaar zal zijn om brokken steenkool te ver branden op het rooster van de kachel, of in kleine fabrieken. Met die opmerking prikte dr. ir. H. Hoog het thema vast van een conferentie die vorige week in Eindhoven werd gehouden over brandstoffen uit steen kool. Andere brandstoffen dan steenkool zelf, waarvan een van de andere sprekers terecht opmerkte dat het de reputatie heeft, zwart en smerig te zijn. Maar we kunnen ons niet ver oorloven, het daarom een on aantrekkelijke delfstof te vin den. Want van dat zwarte sme rige spul zullen we het in toe nemende mate moeten heb ben, sinds duidelijk is gewor den dat olie en aardgas binnen berekenbare tijd op kunnen raken. Dat die duidelijkheid pas goed doorwerkte toen in de oliecrisis bleek dat aan de leve rantie ook poliUeke kanten za ten. duidt nog op een extra probleem. Sinds die tijd is, on der andere in de Energienota van minister Lubbers, als be leidsdoel opgekomen dat Je en ergievoorziening beter van een aantal verschillende kanten kan komen. Wie voor één gat te vangen is, is kwetsbaar, en we waren wel heel erg aan de olie geraakt. In energieplannen voor de ver dere toekomst spelen kolen dus weer een groeiende rol, na dat de wereldproduktle sinds de Jaren zestig was gestag neerd omdat olie goedkoper en handiger bleek. Olie is niet zo goedkoop meer, en handig is maar betrekkelijk. Dat kolen zwart en vies zijn, valt niet te ontkennen, maar dezelfde op merking kan met recht over veel ruwe aardolie worden ge maakt. Daar worden in raffina derijen bruikbare en hebbelij ke produkten van gemaakt hoewel over de hebbelijkheid van 2ware stookolie onder omstandigheden valt te twisten. Zo moeten ook van kolen heb belijke produkten kunnen worden gemaakt, en daarover ging die conferentie in Eindho ven, georganiseerd door de Ko ninklijke Nederlandse che mische vereniging en het Energie-onderzoekcentrum Nederland (ECN). De grote zaal van de technische ho geschool zat afgepakt vol, een verschijnsel dat de laatste tijd weer elke „grote" technische "bijeenkomst over energlekwes- Ues kenmerkt. Het idee is ken nelijk toch aangeslagen dat jfouten die we nü maken, over tien of twintig Jaar gevolgen kunnen hebben die niet een beetje vervelend maar heel erg vervelend zijn, en ook niet bin nen vijf Jaar op te lappen. In zulke termijnen moet gedacht worden wanneer het over de energievoorziening van een sa menleving gaat. Steenkool is een grondstof om in de gaten te houden. De win bare voorraden zijn op we reldschaal een keer of Uen zo omvangrijk als die van olie of aardgas, zodat uitputtingspro- blemen echt ver weg liggen. (Beïnvloeding van het kli maat door het verbrandings- produkt kooldioxide zal eerder een beperkende factor vor men). En de spreiding van die voorraden is minder oneven- wlchUg. zodat de aanvoer niet zo sterk door politieke risico's wordt beïnvloed. De technische mogelijkheden om het probleemveld „zwart en smerig" te vermijden, had den in Nederland tot nog toe niet erg in de belangstelling gestaan. Het bezit van een (kleurloze, schone) aardgasbel van internaUonaal formaat heeft daar misschien iets mee te maken. En sinds de Staatsmijnen op gas en olie draalen en zich als het che misch concern D8M presente ren, liggen koten helemaal ver van ons bed. We weten dat het chemisch mogelijk is om uit kolen een brandbaar gas te maken. (Vroeger kookten we daarop, weet u nog wel?) We weten dat het zelfs moge lijk is om er iets als benzine uit te maken, maar dat dat be hoorlijk duur schijnt te zijn. (De Duitsers deden dat in de oorlog, maar toen hadden ze ook niets anders. De Zuidafri kanen doen het nop, maar die weten ook niet hoelang ze nog bij wie olie kunnen kopen). We weten dat, vooral in Amerika, een aantal clubs werkt aan nieuwe technieken om uit ko len een vervanglngsprodukt voor aardgas te maken. Maar dat is nog in prille ontwikke ling. Je hoort wel eens dat het niet eenvoudig maar wel duur lijkt te zijn. Oezlen deze wat afstandelijke benadering, was het heilzaam om in Eindhoven eens de men sen uit de (buitenlandse) prak tijk te laten praten. Verhelde rend was bijvoorbeeld het ver haal van dr P. Rudolph uit WestrDuitsland, die de beteke nis van de spectaculaire Ame rikaanse onderzoekprojecten met brede halen naar de marge terugverwees. We weten ai sinds Jaar en dag hoe Je op industriële schaal gas uit kolen maakt, zei Rudolph. Onze eerste commerciële fabriek werd in 1936 gebouwd en sindsdien is het proces voort durend verbeterd en verfijnd. (Rudolph werkt bij Lurgl Ml- neralöltechnlk.) Je kan we. proberen om het heel anders en veel slimmer te doen. maar daar schiet Je toch weinig mee op. Want de eigenlijke kolenver- gasslng, aldus Rudolph, is maar een vrij bescheiden deel van de fabriek die Je moet neerzetten, goed voor zo'n twintig procent van de totale investering. De rest zijn dingen waar Je met geen slimmigheid omheen komt, zoals stoom voorziening, waterzuivering kolenaanvoer en -opslag, een zuurstoffabriek. 8tel nou dat de slimme onderzoekers die kolenvergasslng twee keer zo goedkoop weten te maken (een veronderstelling die Rudolph tot de technische wonderen re kende). Dan scheelt je dat he lemaal tlen procent in Je inves teringskosten en (in het mee gebrachte rekenvoorbeeld) uit eindelijk vijf procent in de kostprijs van Je gas. Het mag waar wezen dat de heer Rudolph wat erg over tuigd was van de kwaliteiten van het eigen Lurgl-proces zijn voorbeeld toont toch aan dat er in betrekkelijk smalle marges wordt gewerkt. Het probleem was volgens hem niet de techniek maar de eco nomie. De produkten van ko lenvergasslng zijn op het ogenblik (nog) duurder dan die van de olie-industrie, en daar om niet erg in trek. Maar Je kunt zulke fabrieken beter nu al beginnen te bouwen, want anders moet je ze straks bou wen in een tempo dat econo misch en maatschappelijk niet bij te benen is. Om de huidige aardgasconsumptie van de .Verenigde Staten door kolen-» gas te vervangen, moet er 270 miljard dollar worden geïnves teerd. Dat soort sommetjes is natuur lijk vooral geschikt om Indruk te maken, want zo'n overgang kan alleen maar geleidelijk gaan dus dit soort bedragen zullen er nooit over tafel rollen. Maar het geeft wel een indruk van de onvoorstelbare omvang van de zaken waar het over gaat, en van de ingrijpende ge volgen van verandering. Daarover had ook ECN-voor- zltter dr Hoog nog een paar boeiende cijfers. Wanneer ko len Internationaal een be langrijke rol gaan spelen in de energievoorziening en dat gaan ze volgens bijna iedereen dan zullen we een transportsysteem moeten op bouwen waar we het begin nog niet van gezien hebben. Tot dusver zijn kolen hoofdzake lijk gebruikt zo dicht mogelijk bij de plek waar ze uit de grond gehaald werden. Juist omdat gesleep ermee duur en weinig aantrekkelijk is. Van de we reldproduktle van een dikke twee miljard ton per Jaar. werd in 1973 maar 170 miljoen ton (acht procent) InternaUonaal verhandeld, waarvan 100 mil joen ton over zee werd ver voerd. In een wereld die niet meer zo op olie drijft, zal zeer veel meer met kolen gesleept worden. Maar technisch kan het alle maal wel, was de boodschap in Eindhoven. En het is niet eens zo duur als Jullie denken, meldde dr M. E. Dry uit Zuid- Afrika, waar de 8ASOL al twintig jaar benzine uit kolen maakt. „WIJ maken commerci eel winst, dat is echt geen poli tieke mantpulaUe." Hij vertel de erbij dat twee factoren wel erg hielpen om die winstgeven de poslUe te bereiken. De fa briek ontloopt nogal wat transportkosten („Onze markt is Johannesburg, zeshonderd kilometer van zee af'). En de verwerkte steenkool kost nog geen acht gulden per ton („Tien keer zo goedkoop als Jullie kolen"). Waarom de ko len in Zuid-Afrikazo goedkoop zijn, bleef bulten bespreking. Maar daar ging het ook niet over. Energiebeleid is al moei lijk genoeg. Wie bijvoorbeeld dacht dat we het na dJe hoopvolle berichten over kolen verder wel zonder kernenergie kunnen klaren, heeft ook maar half gelijk. Zelfs volgens energie plannen waarin de bomen niet tot de hemel groeien, lukt dat alleen wanneer winning en gebruik van steenkool sneller worden opgevoerd dan de opstellers voor geloofwaardig houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 39