Veel kleur op Spaans stembiljet
LINKS
CENTRUM
RECHTS
Burgerinitiatieven een nieuwe macht
In Bonn weet men er nog geen raad mee
4 ZATERDAG 2 APRIL
BUITENLAND
T rouw/Kwartet15
welke van deze partijen ook werkelijk poli
tiek wat te betekenen hebben.
Na de dood van Franco verenigde de demo
cratische oppositie zich in de zo geheten
democratische coördinatie. Dit was een ge-
melleerd gezelschap van liberalen, sociaal
democraten, christen-democraten, socialis
ten en communisten. Deze partijen werden
Over twee maanden gaat Spanje naar de
stembus. Doordat er elke twee dagen één
nieuwe partij bijkomt, zijn er nu al meer
dan vierhonderd. De verschillen tussen de
ze partijen zijn voor een buitenstaander
vaak moeilijk te ontdekken. Ze berusten
niet zelden op verschillen tussen personen.
Pas na de verkiezingen zal duidelijk worden
Aan de linker zijde van het politieke spectrum van Spanje wordt gewerkt
aan een verkiezingscoalitie. De grote inspirator van deze coaliteit is de
leider van de socialistische Volkspartij (PSP), Tierno Galvan. Samen
met Felipe Gonzalez van de Spaanse socialistische arbeiderspartij
(PSOE) en Jean Raventos van de federatie van socialistische partijen
(FSP) wil hij een linkse alliantie vormen, die zou mogen rekenen op
dertig procent van de stemmen.
door Herman Amelink
bijeengehouden door hun gemeenschappe
lijke strijd voor de afbraak van het oude
Franquistische stelsel.
De legalisatie van een groot aantal politieke
partijen, de komende verkiezingen en de
vrijheid om campagne te voeren hebben het
cement dat de oppositie bijeenhield, echter
week gemaakt. De partijen gaan steeds
meer hun eigen weg om zo goed mogelijk uit
de stembusstrijd van begin juni te
voorschijn te komen.
Geheel onoverzichtelijk is de situatie echter
niet. Ziet men af van het grote aantal poli
tieke splinters en de kleine regionale partij
en, dan beginnen zich drie politieke stro
mingen af te tekenen. De scheidslijnen
tussen deze drie zijn nog niet scherp. Naar
mate de verkiezingen dichterbij komen, zal
die belijning van het politieke spectrum wel
scherper worden.
Hieronder een poging dit Spaanse driestro-
menland in kaart te brengen.
De onderlinge verschillen tussen de drie
socialistische partijen zijn niet zo groot.
De PSOE geniet de steun van de socialis
tische internationale en haar leider, Feli
pe Gonzalez geniet een zekere populari
teit. De PSP is wat intellectualistischer
en heeft een wat minder Europese oriën
tatie dan de PSOE. Overigens verschillen
de partijen niet zoveel op het terrein van
het buitenlands beleid, gezien de onlangs
uitgegeven gemeenschappelijke verkla
ring over de voormalige Spaanse Sahara.
Zowel Gonzalez als Galvan vinden dat
het door Algerije gesteunde Frente Polis-
sario hier de dienst moet gaan uitmaken.
De socialistische partijen hebben zich
steeds ingezet voor de erkenning van de
Spaanse communisten (PCE). Deze die
nen zich bij de Spaanse kiezers aan als
een zeer gematigde club. De in 1921 opge
richte PCE keerde zich in 1960 van het
Kremlin af en volgde sedert die tijd een
zeer gematigde koers. De nationale ver
zoening en de naleving van de democra
tische spelregels staan hoog in het vaan
del van de Spaanse communisten. Tij
dens het recénte bezoek van de leiders
van de Franse en Italiaanse communis
ten, Marchais en Berlinguer. bleek weer
duidelijk, dat Santiago Carrillo, de leider
van de PCE, zijn uiterste best doet als
een gematigde leider en als echte demo
craat voor de dag te komen. Carrillo is er
zich terdege van bewust dat veertig jaar
Franco veel Spanjaarden allergisch heeft
gemaakt voor het communisme. Niet
zonder reden heeft Carrillo zich dan ook
positief uitgelaten over de politieke kwa
liteiten van de huidige premier Suarez
Volgens eigen opgave heeft de PCE mo
menteel 150.000 leden. De partij zou bij
de komende verkiezingen goed zijn voor
zo n zes tot zeven procent van het electo
raat. Daarmee blijft de PCE een kleine,
zij het zeer goed georganiseerde partij.
De koerswijziging van 1960 leidde wel tot
een afsplitsing van enkele Stalinistische
gekleurde groeperingen. In deze hoek
moet men onder meer de GRAPO zoe
ken, de illegale organisatie die ver
antwoordelijk wordt gesteld voor de ont
voering van staatsraad De Oriol, enkele
maanden geleden.
Verder treft men in de uiterst linker hoek
enkele maoïstische en trotskistische be
wegingen aan. Het kabaal dat zij maken
is omgekeerd evenredig aan de aanhang
die ze hebben. Zij vormen de voortzetting
van het Spaanse anarchisme, dat een
actief aandeel had in de burgeroorlog van
de Jaren dertig. Ze organiseren zich voor
al in de anarchistische vakbeweging
CNT. Hun doel is de omverwerping van
de staat.
Op de uiterst rechter vleugel van de
linkerkant van het politieke spectrum
bevindt zich de PSOE-h, ofwel de histo
rische PSOE. die onder leiding staat van
Manuel Murillo. De sterk anticommunis
tische PSOE-h is een uit 1972 daterende
afsplitsing van de gewone PSOE, die ook
wel „vernieuwde" PSOE genoemd wordt.
De partij bestaat voornamelijk uit vete
ranen uit de burgeroorlog. De PSOE van
Felipe Gonzalez vreest nogal wat concur
rentie van deze partij, omdat ze onder
bijna dezelfde naam opereert. Gonzalez
neemt het de Spaanse regering dan ook
zeer kwalijk dat de PSOE-h erkend is.
Het politieke centrum van Spanje is tamelijk breed. Liberalen sociaal
democraten, christen-democraten en de Volkspartij werken samen in het
democratisch centrum. De eerste drie hebben steeds tot de in de
democratische coördinatie verenigde oppositie behoord. De Volkspartij
(PP) heeft steeds een tussenpositie ingenomen.
Sommige leden van de PP hebben deel
uitgemaakt van de regering, andere le
den hebben ten tijde van Franco ln het
gevang gezeten. Jose Pedro Perez-Llorca,
perssecretaris van de PP, vertelde mij
aan het eind van de jaren veertig in
Valencia in de gevangenis te hebben ge
zeten. De twee voormannen van de partij,
Pio Cabanillas en Jose Maria de Areilza.
zijn beide minister geweest tijdens het
Franquistisch tijdperk»
De PP is erin geslaagd een brugfunctie te
vervullen. Rondom deze partij hebben
zich de christen-democratische bewegin
gen van Gil Robles en Ruiz Glmenez,
alsook de sociaal-democraten van Fer
nando Ordohez en de twee liberale groe
peringen ónder leiding van Joaquin Sas-
trustegui en Enrique Laroque, gegroe
peerd.
De samenwerking tussen deze partijen is
weliswaar niet meer dan een verkiezings
akkoord, maar alles wijst erop dat het
democratisch centrum mag rekenen op
eenjferoot deel van de stemmen. De toon
van gematigdheid van het centrum
spreekt veel Spanjaarden, bij wie de
angst voor een nieuwe burgeroorlog nog
hoog zit, aan.
Het aftreden van Areilza als vice-
voorzitter van de Partido Popular heeft
de geruchten versterkt dat de huidige
premier Adolfo Suarez van plan zou zijn
bij het democratisch centrum een poli
tiek onderkomen te zoeken. Momenteel
ontleent hij zijn mandaat als premier aan
het feit dat hij benoemd is door de ko
ning. Door zich aan het hoofd te stellen
van het democratisch centrum, zou Sua
rez zich een politieke basis kunnen ver
schaffen om na de verkiezingen verder te
regeren.
Ook de centrumpartijen zouden wel va
ren bij een voorman als Suarez. die een
grote populariteit geniet onder de Span
jaarden. Niet voor niets werd hij twee
maal achtereen tot de Spanjaard van het
jaar uitgeroepen. Ook koning Juan Car
los zou er voorstander van zijn dat Sua
rez meedoet aan de komende verkiezin
gen. Op die wijze zouden veel stemmen
kunnen worden weggetrokken van de
Alianza Popular van Fraga Iribarne. de
vroegere minister van binnenlandse
zaken.
Hugh Thomas, een van de bekendste
historici van de Spaanse burgeroorlog,
noemt als een oorzaak van het uitbreken
van de broederstrijd het ontbreken van
een middenklasse. Ten tijde van Franco
is de welvaart toegenomen en is er econo
misch beschouwd een middenklasse ont
staan. waardoor de tegenstelling tussen
extreem rijk en extreem arm wordt over
brugd. De partijen van het democratisch
centrum zullen mikken op die kiezers die
van oordeel zijn dat het hoog tijd is dat
8panje een democratie wordt, maar die
aan de andere kant niet zitten te wachten
op diep ingrijpende maatregelen van de
kant van de overheid ter hervorming van
het sociaal-economische leven.
Bij de partijen van het democratisch
centrum valt de nadruk ook sterk op de
wens om Spanje bij Europa aan te slui
ten. De christendemocratische voorman
Anton Canellas verklaarde er begrip voor
te hebben dat Spanje tot de Europese
Gemeenschap pas kan toetreden wan
neer het land democratisch is. Perez-
Llorca van de Partido Popular voegde
daaraan toe, dat. Europa zich bovendien
verantwoordelijk moet voelen voor Span
je, waarbij hij vraagt om minder verbale
en meer werkelijke solidariteit.
Aan de rechterzijde van het politieke spectrum kwam de eerste politieke
alliantie tot stand ln de Alianza Popular (AP), onder leiding van de
vroegere minister van binnenlandse zaken en oud-ambassadeur Fraga
Iribame. De sterk autoritaire Fraga is de meest linkse in dit gezelschap.
In de Alianza Popular, waarin behalve
Fraga vijf oud-ministers uit de periode
Franco de boventoon voeren, zitten die
mensen die eigenlijk de voortzetting wil
len van het oude systeem, maar dan op
fatsoenlijke wijze, zonder onderdruk
king. De aanhangers van de AP zijn men
sen, die het onder Franco tot een redelij
ke positie in de maatschappij hebben
gebracht en die huiverig zijn voor ingrij
pende veranderingen.
Fraga voert al actief campagne. Hij reist
het hele land door en verkondigt overal
dat de AP wil voorkomen dat „de grote
verworvenheden van de afgelopen veer
tig Jaar" vernietigd worden. 8panje is de
tiende industriële mogendheid in de we
reld geworden, het aantal studenten is
vertienvoudigd, het Inkomen van de
Spanjaard is vertienvoudigd, de kloof
tussen rijk en arm is gedicht en er is een
sluitend stelsel van sociale voorzienin
gen. Het welvarend deel van de Spaanse
natie laat zich deze uitspraken graag
aanleunen.
De grootste partij in de AP is de UDPE
(democratische volksunie in Spanje) van
Manuel Estruellas. Deze partij telt 95.000i
leden. Deze vroegere minister van onder
wijs is een voorstander van de vrlje-
markt economie en hij komt op voor de
traditionele waarden van de familie en is
een tegenstander van echtscheidingen.
Erkenning van de PCE wordt door Estru
ellas, maar ook door de meeste andere
partijen ln de AP afgewezen.
Vormt de UDPE de kern van de Alianza
Popular meer naar rechts zit de natio
nale Spaanse Unie (UNE) van de traditio
nele Carlist Fernandez de la Mora. Voorts
is de rooms-katholleke lekenorganisatie
Opus Dei ook actief in de AP. Vertegen
woordiger van deze beweging is Laurea-
no Lopez Rodo, een economisch deskun
dige, wiens naam nog steeds in verband
gebracht wordt met de opleving van de
Spaanse economie onder Franco in de
Jaren zestig.
Ook ln de AP zit de zich als christen
democraat beschouwende Silva Muhoz.
die al eens de twijfelachtige eer te beurt
gevallen is ontvangen te worden door
Franz Joseph Strauss van de Beierse
CSU. MuAoz behoorde tot de Democra
tisch Spaanse Unie (UDE) die op de grens
van het politieke centrum en de rechtse
alliantie zit.
De meeste leden van de Alianza Popular
zijn mensen als de vorige premier Arias
Navarro. Ze hebben een zekere nostalgie
naar het verleden, toen alles nog ordelijk
en overzichtelijk was. Ze beschouwen de
huidige regering als een stelletje goed
willende amateurs, dat geen kans ziet een
einde te maken aan de grote werkloos
heid. de hoge inflatie en het verval van de
moraal.
Op uiterst rechts is een klein aantal
politieke groeperingen actief die in feite
tegen elke verandering zijn. Het zijn aan
hangers van de caudillo. die nog Fran-
quistischer zijn dan Franco zelf. De be
kendste groepering is de Fuerza Nueva
van de Madrilaanse notaris Bias Pin ar
Zijn leuze komt neer op „liever dood dan
rood". Ook zitten ln deze hoek de strij
ders voor Christus koning, een rechtse
terreurorganisatie, waarvan Mariano
Sanchez Covlsa de voorman is. Zij zijn
bereid de bestaande situatie zo nodig
met geweld tegen veranderingen te ver
dedigen. De aanhang van deze extreem
rechtse groeperingen is minimaal geble
ken: bij het in december gehouden refe
rendum over de democratische hervor
mingen stemde niet meer dan twee pro
cent van de 8panjaarden tegen. Ze weten
dat ze met de rug tegen de muur staan en
dat de verandering niet meer tegen te
houden is. De verbetenheid waarmee ze
vechten, wordt daardoor alleen maar
groter.
door J. den Boef
De felle demonstraties tegen de bouw van kernenergie
centrales in West-Duitsland hebben de aandacht gevestigd op
de zgn "burgerinitiatieven", die in dat land als paddestoelen
uit de grond rijzen. Men vraagt zich in Bonn zelfs reeds af. of
deze bewegingen, die de burgerlijke ongehoorzaamheid predi
ken. bezig zijn het systeem van de parlementaire democratie te
ondermijnen.
Wat dit laatste betreft zijn er twee
mogelijkheden. De eerste is dat de
genen die geconfronteerd worden
met het door de burgerinitiatieven
veroorzaakte ongemak, wat licht
vaardig aan de noodrem gaan
hangen. Dat zou niet behoeven te
verbazen, want de verleiding is
voor hen groot. Voor de meeste
protestbewegingen (hun aantal
loopt in de tienduizenden) geldt
echter dat zij geen enkel gevaar
voor de bestuurbaarheid van stad
en land opleverden, ook al omdat
zij in het algemeen slechts een
kortstondig leven leidden.
Een andere mogelijkheid is dat de
zich uitbreidende activiteiten van
de burgerinitiatieven, die vaak hun
plaatselijke of regionale karakter
hebben prijsgegeven omdat sa
menwerking op nationaal niveau
meer succes belooft inderdaad een
sluipend gevaar in zich kunnen ber
gen Het antwoord op vragen in die
richting zal afhangen van de mate.
waarin degenen die geroepen zijn
om het systeem van de parlemen
taire democratie van de moderne
samenleving in een vroeg stadium
te onderkennen en te beheersen
Voor en tegen
Enkele maanden geleden heeft Wil
ly Brandt (de ex-kanselier, die
voorzitter van de sociaal
democratische partij is) naar aan
leiding van het verschijnsel burger-
initiaUeven gezegd dat hij voor
stander is van een ..levende demo
cratie". die zich niet beperkt tot het
proces van de parlementaire beslis
singen. „Maar", voegde Brandt er
aan toe: „ik ben er ernstig tegen
dat de verantwoordelijkheden wor
den vervaagd". De uiteindelijke be
slissing mag niet bij de burgers
liggen die de straat opgaan die
moet vallen in de gekozen parle
menten en gemeenteraden.
Dat Brandt waarschuwde tegen
vervaging van de verantwoorde
lijkheden, had een bijzondere re
den De partijvoorzitter heeft na
melijk als kanselier in het begin
van de Jaren zeventig met het lan
ceren van de sleutelwoorden „her
vormingen" en „meer democratie
wagen" in feite de stoot tot de
oprichting van de burgerinitiatie
ven gegeven uiteraard zonder te
beseffen, welk een vlucht deze zou
den nemen. Een tegenvaller is voor
Brandt geweest dat de bewegingen
zich niet alleen los van de politieke
partijen opstelden, maar zich tegen
de hele „gevestigde" orde keerden
Verder moesten de mensen die de
burgerinitiatieven steunden niet
gezocht worden onder sympathi
santen van de uit de studentenbe
weging voortgekomen, maar al ge
ruime tijd weggeëbde „buitenpar
lementaire oppositie" De radicale
studentenbewegingen hebben de
mogelijkheden die de burgerinitia
tieven voor het nastreven van hun
doeleinden bieden pas vorig jaar
ontdekt. En de RAF (Rote Armee
Fraktion. waartoe Ulrike Meinhof
en Andreas Baader behoorden)
heeft ze nooit serieus willen nemen.
Weinig arbeiders
Onderzoeken hebben volgens het
Westduitse linksliberale weekblad
Die Zeit uitgewezen, dat slechts
bepaalde sociale groepen aan de
burgerinitiatieven hebben meege
werkt. Er waren weinig arbeiders in
te vinden, maar zoveel te meer
ambtenaren, zelfstandigen en aca
demici. De protestbeweging was er
één van degenen die al privileges
bezaten en afkerig waren van radi
cale methoden, laat staan het ge
bruik van geweld. Omdat zij geen
compromissen wilden sluiten en de
autoriteiten gewend waren hun zin
door te zetten, werden botsingen
tussen demonstranten en politie
onvermijdelijk
Het feit dat de burgerinitiatieven
geen vertrouwen bleken te hebben
in de bestaande partijen, maar zelf
ook geen aanstalten maakten om
zich in politiek opzicht sterk te
maken hetgeen zeker op plaatse
lijk niveau had gekund werd als
bijzonder negatief ervaren. De oor
zaak hiervan moest voor een be
langrijk deel worden gezocht ln de
omstandigheid, dat de politieke
partijen zich door gemeentebestu
ren (die weer afhankelijk waren
van planologen en andere deskun
digen) voor voldongen feiten lieten
plaatsen, door niet in het al
lervroegste stadium mee te denken
en te beslissen.
In plaats van op te gaan in politie
ke organisaties mede om te voor
komen dat daardoor Interne on
enigheid zou ontstaan besloten
gelijkgezinde burgergroepen in
West-Duitsland zich aaneen te slui
ten. De beste mogelijkheden hier
toe hadden de milieu-beschermers,
die dan ook het BBU (Bundes ver
band Bürgerlnltiatlven Urn-
weltschutz) vormden, dat zijn zetel
in Karlsruhe heeft. Die Zeit werpt
hier de vraag op naar de politieke
„legitimiteit" van het BBU, naar de
wettigheid dus van zijn bestaan en
werkwijze Mag worden getolereerd
dat het oproept tot het negeren van
parlementaire en gerechtelijke be
slissingen?
Geen revolutie
Het antwoord op deze vraag lijkt
heel duidelijk bevestigend te moe
ten luiden. Zonder meer kan dat
echter niet gebeuren, omdat eerst
onderzocht dient te worden of men
niet bezig is de nare gevolgen van
bepaalde ontwikkelingen te be
strijden.- terwijl aan de oorzaken
weinig of niets wordt gedaan Blij
ken kan, dateen organisatie als het
BBU de wind uit de zeilen wordt
genomen, als de politici gaan besef
fen dat zij geen aanvechtbare be
sluiten meer kunnen doordrukken.
Met een verbod van burgerinitiatie
ven alleen maakt men geen eind
aan het burgerprotest
Dat wordt ook duidelijk als men
leest wat de voorzitter van het
BBU, Hans-Welmut Wilstenhagen.
voor ogen staat. Deze 54-jarige acti-
vist, die vrijwel in zijn ééntje als
manusje van alles het „apparaat"
van de organisatie beheert, wordt
als een boze wolf ln schaapskleren,
maar ook als een aartsconservatief
afgeschilderd. HIJ is geen van bei
de. hoewel hij zegt zich tegen het
bestaande systeem te keren, waar
in volgens hem de technocraten de
dienst uitmaken en niet de gekozen
volksvertegenwoordigers De
technocratie brengt volgens WQs-
tenhagen de democratie in gevaar
Voor partijvorming voelt hij niets.
HIJ geeft de voorkeur aan losse
bindingen tussen de talrijke groe
pen. Op die manier meent hij dat
zijn beweging zich beter aan de
greep van de staat kan onttrekken.
Het is volgens Wüstenhagen Juist
deze staat, die de burgers „radicali
seert". Zijn BBU doet dat niet.
want het is geen club van extremis
ten die er op uit is een revolutie uit
te lokken ook al vindt Wüstenha
gen het heel gewoon dat radicale
communisten, die zelfs door de offi
ciële Westduitse communistische
partij worden gemeden, er deel van
uitmaken.
Naar erkenning?
Het feit dat zijn organisatie in
conflict met de grondwet kan ko
men en daarmee de „representatie
ve democratie" kan ondermijnen,
houdt de BBU-voorzltter sterk be
zig. Hem staat een status voor ogen
die op „erkenning door de staat"
kan uitlopen, maar hij schrikt voor
stappen ln die richting terug, om
dat een straffe organisatie het
spontane karakter van de bewe
ging kan verstikken. Voorlopig be
perkt hij zich ertoe, toenadering te
zoeken tot organisaties, die
soortgelijke doeleinden nastreven
Er wordt al samengewerkt met
landbouworganisaties en met na
me met de Evangelische kerk
Wüstenhagen heeft ook toenade
ring gezocht tot de vakbeweging.
maar dat heeft weinig effect gesor
teerd. Niettemin ziet hij in de wor
dingsgeschiedenis van deze vakbe
weging een voorbeeld, waaraan het
BBU,zich mogelijk kan oriënteren.
Intussen is de BBU-activlst nog
steeds lid van de liberale FDP,
waarin hij onvermoeid blijft hame
ren op de gevaren van de kernener
gie, die hij een „catastrofe in ter
mijnen" noemt. Nog gevaarlijker
dan de kernenergie noemt hij de
technocraten, die weten hoe fataal
zij voor de samenleving kan zijn.
maar deze wetenschap op de koop
toenemen.
Het is echter de vraag, of de zaken
Wüstenhagen niet uit de hand gaan
lopen, nu radicale communistische
groeperingen van het optreden van
de burgerinitiatieven gebruik gaan
maken om de „staat omver te
werpen", zoals zij zelf zeggen. In
Brokdorf mislukte de opzet van
deze groepjes, omdat niet alleen de
burgerinitiatieven, maar ook de
communistische partij hun voorne
men veroordeelden om de
bouwplaats voor een kernenergie
centrale stormenderhand te vero
veren. Kort geleden slaagden zij
echter in Orohnde (Nedersaksen) er
in, hun plannen te verwezenlijken
De regering van Nedersaksen wil
stappen ondernemen om de be
langrijkste van deze groepen, de
(maoïstische) „Kommunlstischer
Bund Westdeutschland" (KBW) te
doen verbieden. Dit middel zou
evenwel erger zijn dan de kwaal De
KBW werkt toch al ondergronds en
een officieel verbod zou hem nog
moeilijker grijpbaar maken dan nu
al het geval is. Het BBU van Wüs
tenhagen kan zich echter niet ver
oorloven om te doen alsof de KBW
niet bestaat, wil het vermijden dat
de burgerinitiatieven gemakshalve
met maoïstische communisten
over één kam worden geschoren
Felipe Gonzalez v Santiago Carrillo Fraga Iribarne Adolfo Suarez Jose Maria Gil Robles