Japai vliegen
van iet tarief
kan voor
Economiscb groei maakt van Japan derde wereldmacht
i"i v d ffl. .ift >t hsi m m p ioi m iki -ifi ini is in. i»i m a iift m m >t m. m m n' r<»i m w ,v, js «ie kh isü
ZATERAG 2 APRIL 1977 I fc M W D EH PI PA iff |(l? Ill l"l I"l te lift H ,lft ft M M HI P l»l N N TROUW/KWARTET 41 f
Taar Japan leiden
'ele wegen. Je kunt
3r door de lucht via
de pool komen, via
I Moskou over Siberië
en om de zuid via
Bangkok.
Dat is bekend. Veel min
der, dat er behalve die
vele wegen ook een veel
voud aan tarieven wordt
geboden. Je kunt voor
het officiële tarief van
5322 gulden naar Tokio,
maar ook voor 2100 gul
den met een niet officieel
ticket). Of wel voor min
der dan de helft. En bin
nen die grenzen ligt het
hele scala van tussenmo-
gelijkheden.
Hoe kin dat? Kortweg ge
zegd in de eerste plaats door
dat de luchtvaartmaatschap
pijen op de Verre OostenliJ-
nen met nogal wat overcapa
citeit te kampen hebben,
maar ook doordat er in deze
gebieden nog een min of
meer vrije marktsituatie
geldt. Dit ondanks de bepa
lingen van de IATA, het over
koepelend en tariefsbepa-
lend orgaan van de
luchtvaartmaatschappijen
en de prijsafspraken, die de
landen onderling hebben ge
maakt. Op de Verre Oosten-
lijnen blijken die afspraken
nog steeds vrij gemakkelijk
en zonder sancties te riskeren
te ontduiken.
Natuurlijk timmeren
luchtvaartmaatschapp!
daarmee niet aan deeg.
Evenmin trouwens" ade
reisbureaus (IATA-afcen),
die de tickets óók verlen.
De vérkoop van een rettje
Tokio voor 5300 guldemu
eenmaal lucratiever vceo-
wel maatschappij als mt
(provisie!) dan van eerOO
gulden-ticket Maar wiik-
wijls maar even) harditig
blijft doorvragen mei al
gauw, dat er veelal w£ in
de wijn gegoten kan wen.
Kortingen
Lang niet altijd hoeft de
gen de afspraken te zl£o
zijn er zogenoemde é-
tarieven (voor zgn. inclve
tours, dat wil zeggen vliés
plus logies ter plaatselar
weinig meer dan 3000 g*n
(nadeel is dan wél, dafcn
slechts op bepaalde datin
reizen en dan ook de reiur
begrensd is). Daamaasjn
er speciale tarieven or
groepen. Wie voor zes 15
man tegelijk boekt .igt
eveneens aanzienlijke Un-
gen op de prijs. Weliar
wordt men dan officieer
plicht daar ook hotxer-
nachtlngen bij te ben,
maar in de praktijk bitfat
bij de meeste bureaus nig
aandringen gemakkeliver
het hoofd te worden len.
En dat betekent, dat teen
groep van vijf 2816 met
een groep van vijftieelfs
maar 2007 gulden pPer*
soon hoeft te worden laid.
Al die arrangementheb
ben één ding gemeent er
voorwaarden worden gesteld.
Maar wie daaraan niet kan of
wil voldoen heeft in de
luchtvaartwereld ook andere
mogelijkheden. Sluikwegen,
gebaand door zowel de
luchtvaartmaatschappijen
zelf (ook door de bij de LATA
aangesloten maatschappij
en) als door de zgn. discount-
reisbureaus. die de mazen
kennen en weten met welke
maatschappijen wél en met
welke niet over tarieven valt
te praten als ze de afname
van meer dan één stoel
(meestal zijn dat er tientallen
tegelijk) weten te garan
deren.
In het verleden zijn sommige
van deze bureaus in nogal
ongunstige zin in het nieuws
geraakt. Het schandaal met
DITO, dat niet aan zien fi
nanciële verplichtingen
bleek te kunnen voldoen en
velen dupeerde (tientallen,
die hun reissom al hadden
gestort en daar niets van te
rugkregen toen het bureau
failliet ging, zal het nog vers
in het geheugen liggen), is er
één voorbeeld van.
Maar sindsdien is er in het
wereldje van deze bureaus
veel veranderd. Blijk daar
van is de recente oprichting
van DATA (Dutch Air Travel
Association), een vereniging
van vier van deze organisa
ties (meerdere zullen
waarschijnlijk toetreden), die
ter voorkoming van nieuwe
schandalen regels heeft opge
steld.
Leden van de club zullen bij
voorbeeld bij reservering van
een vliegtulgstoel niet meer
dan tien procent van de prijs
mogen laten betalen (de rest
wordt pas bij uitgifte van het
ticket betaald) en worden
verplicht 15000 gulden te
storten in een garantiefonds,
dat bij het eventueel niet na
komen van verplichtingen
ten gunste van de passagier
wordt aangesproken.
Hoe groot zijn de kortingen,
die langs deze weg kunnen
worden bewerkstelligd? Dat
hangt af van de gestelde ei
sen. Wie niet zwaar tilt aan
overstappen onderweg (en
het soms lange wachten op
luchthavens) ls altijd het
voordeligst uit Zo zijn er al
boemelvluchten voor 2100
gulden (tweemaal overstap
pen). Tussen de 2300 en 2600
gulden liggen de tarieven
voor vluchten, waarop een
maal moet worden overge
stapt. En dan zijn er nog de
vluchten, die in het buiten
land beginnen, zodat men
eerst naar Londen, Frankort
of Parijs moet reizen. Veelal
gaat dat over de korte pool-
route, soms ook via de nog
kortere route via Moskou en
Siberië (15 uur).
Dat zijn dan de in feite illega
le mogelijkheden (al is dat
aan het ticket niet te zien:
daarop staat het officiële, ho
gere. bedrag vermeld). Maar
zelfs wanneer men geheel le
gaal voordeliger weg wil kan
dat ook: via Londen. Gebruik
makend van de voor ons
voordelige pond-koers kan
men met elke IATA-
maatschappij en op de dag
naar keuze al voor 4172 gul
den via de pool naar Tokio.
Een retourtje Amsterdam-
Londen wordt voor 215 gul
den bijgeleverd. Ook op die
manier is men dan altijd nog
een kleine duizend gulden
goedkoper uit dan met het
officiële ticket, dat in
Amsterdam wordt verkocht
Toegegeven: het lijkt alle
maal wat onoverzichtelijk.
De voordeligste reismogelijk
heid te vinden zal soms wat
studie vragen. Maar wie dat
er voor over heeft (en dat
blijkt in toenemende mate
óók de zakenman) zal zich
duizenden guldens kunnen
besparen.
Eg
Bijna dagelijks rijden
wij in Japanse auto's, fo
tograferen met Japanse
camera's, kijken naar Ja
panse televisies en be
luisteren Japanse stereo
apparatuur, om over het
gebruik van de kleine
vestzak
rekenmachientjes nog
maar te zwijgen. De Ja
panse produkten hebben
een belangrijk deel van
de wereldmarkt ver
overd en doen ook onze
eigen industrie in toene
mende mate zware con
currentie aan. Toch is
hier en daar nog steeds
iets van te merken dat
men de bevolking van
dat verre Aziatische land
niet helemaal serieus
neemt. Ten onrechte,
want de tijd dat de pro
dukten met „made in Ja
pan" erop door westerse
ondernemers met een ge
ringschattend schouder
ophalen konden worden
afgedaan, ligt ver achter
ons.
Japan is momenteel na de
Verenigde Staten en de Sow-
Jet-Unie de derde econo
mische macht ter wereld en
volgens de voorspellingen
van het Japanse planbureau
zal het land rond 1985 de
tweede plaats van de Sowjet-
Unle hebben overgenomen.
Om het begrip „derde econo
mische macht" wat meer in
houd te geven nog enkele ge
gevens. Japan ls sinds 1956
de grootste scheepsbouwna-
tie en neemt sinds 1974 meer
dan de helft van de we-
reldproduktie aan schepen
(in tonnage) voor zijn reke
ning. Japan produceert meer
radio- en televisietoestellen
dan enig ander land. meer
vrachtauto's dan welk land
ook en staat tweede op de
wereldranglijst wat betreft
de produktie van personen-
en bestelwagens. Verder is
Japan het derde land in de
produktie van staal en ijzer
en de raffinage van ruwe olie.
Sterk in opkomst is de petro
chemische industrie en de fa
bricage van computers.
Oedurende de eerste Jaren na
liseerde landen, sinds
1970 is het bruto ionaal
produkt volgens Jpse cij
fers al weer ruim vabbeld.
De Japanse expoprtoont
hetzelfde beeld. Dropen
15 Jaar is deze geiid met
ruim 16 procent niddeld
met een piek v?uim 20
procent vorig Jaa£t is on
geveer twee maa! gemid
delde groei vade we
reldhandel en v degelijk
iets voor de geïnttfaliseer-
de wereld om rieus te
nemen.
Over de oorzaken verkla
ring van het Ja.se econo
mische wonde dat het
Westduitse no? de scha
duw stelt, zijn tfdelen ver
schenen. Het inmogelijk
één ooizakeUJ verklaring
voor de snelleonomische
expansie aan geven, veel
eerder ls het e^mplex van
factoren, waai» er een aan
tal op een rijzet kunnen
worden. (Zon(te pretende
ren volledig <Jn).
Arbeidsveoudingen
Een graagor afgunstige
westerse ondemers aange
haalde facte het lage loon
peil en de V ondernemers
gunstige fïldsverhoudin-
gen in Jap ..De Japanse
werknemer*ft een goede
scholing, plichtsgetrouw,
werkt harn lang, en dat
voor een *6 loon en een
minimum-n sociale voor-
zleningen'n liefje wat wil
Je als ondemer nog meer.
Geen wo-'r dat er niet te
concurepvalt." Met name
de Japa overheid verzet
zich hef tegen deze bewe
ring, dlék nu bij de moel-
lijkhedc»ver de handelsba
lans mee Verenigde Staten
en de B^eer veelvuldig ge
spuid fdt. Zij voert aan
dat deien en salarissen op
ongevi hetzelfde niveau
liggenls in WestrEuropa.
Ten hebben beiden ge
lijk. ronen en salarissen en
de gte van de sociale
voor^ingen hangen nauw
sam» met de grootte van
het drijf. Bij de grote con-
een waar ongeveer 30 pro-
een van de werknemers
weit. zijn de lonen veel ho-
gejdan bij het midden en
klli bedrijf. Een staalarbei-
de hij bijvoorbeeld Mitsoe-
bii kan wel twee maal zo-
vél verdienen als een arbel-
voor Japan rampzalige gevo'
gen had, verliep het econ»
misch herstel nogal traa
Pas in 1954 werd het vooro<
logs produktiepeil weer -
haald. Maar tijdens de Kc
aanse oorlog (1950-'53) kwi
daar verandering in. Jan
kreeg sterke Amertka?e
steun en de industrie k*n
er bovenop door Arneriim-
se orders. Tussen '54
e®0
groeide de jaarlijkse prJk-
tie met gemiddeld 9 pr*ht.
Tussen '60 en '70 wr het
groeipercentage ruim Pr°-
cent. 2 tot 3 maal zo Hfc als
in de rest van de geln^^a-
de Tweede Wereldoorlog, dl» cfr die bij een klein staalbe-
<rijf hetzelfde werk doet Zo
ilt een kantoorman op bij
voorbeeld een Mitsoel-bank
veel beter dan iemand op een
kleiner kantoor. Niet voor
niets wil de Japanse werkne
mer het liefst bij een groot
concern werken, waarbij na
men als Mitsoel, Mitsoebisji
en Soemltomo enorm in trek
zijn. Dit zijn de namen van
belangrijke Zalbatsoe. de
vroegere oude families, en nu
de industriële groeperingen
die een heel conglomeraat
van bedrijven, banken en
verzekeringsmaatschappijen
onder controle hebben. De
zes grootste zaibatsoe be
heersen momenteel zo onge
veer twee derde van de Ja
panse zware Industrie. De
grote bedrijven romen de
best gekwalificeerde krach
ten van de arbeidsmarkt af
en halen hun mensen van de
beste scholen en unlversltei-
tea Werknemers bij de grote
bedrijven hebben ook veel
meer aanzien dan die bij de
kleine. De vaste werknemers
blijven dan ook meestal hun
hele leven bij een en het
zelfde bedrijf werken. Ze wor
den opgenomen in een soort
„bedrijfsfamille" waartegen
over ze een grote plichtsge
trouwheid en loyaliteit aan
de dag leggen. Ze worden,
ook bij een recessie, vrijwel
nooit ontslagen. De Japanse
werknemer voelt zich veel
meer verbonden met de men
sen uit zijn eigen bedrijf, on
geacht hun functies, dan met
collegawerknemers die bij
andere bedrijven hetzelfde
werk doea Deze groepssoli-
dariteit betekent een grot*
stimulans voor de p rod uk tl-
vlteit. De Japanse werkne
mer stelt er een persoonlijke
eer in dat „zijn" bedrijf groeit
en een goed produkt aflevert
en kan concurreren met an
dere bedrijvea
Deze bedrijfsgerichte solida
riteit van de. werknemers
maakt het functioneren van
de Japanse vakbonden in on
ze westerse betekenis vrijwel
onmogelijk. Nationale solida
riteit onder arbeiders ls een
farce. De bonden zijn dan
ook niet, als bij ons, horizon
taal en bedrijfstaksgewljs ge
organiseerd, maar langs de
lijnen van de afzonderlijke
ondememlngea Wel bestaan
er overkoepelende vakt
den als Sohlo en Dor
maar deze kunnen wet
meer doen dan het bepalen
van de leuzen waarmee de
arbeiders het lente-offensief
ingaan, en aandringen op
verhoging van algemene za
ken als het barre minimum
loon, dat uitzonderlijk laag
ls, en de sociale voorzienin
gen. De harde onderhande
lingen vinden plaats binnen
de afzonderlijke bedrijven.
De bonden zijn vaak even
patriarchaal georganiseerd
als de bedrijven zelf. Ook te
genover zijn bond handhaaft
de arbeider zijn loyaliteit,
hetgeen hem in een persoon
lijk conflict kan brengen, als
diezelfde bond hem oproept
mee te doen aan een staking
in het bedrijf waaraan hij ook
zijn hart verpand heeft. Voor
ons onmogelijke situaties
kunnen zich voordoen. Arbei
ders die vol overgave mee
doen aan harde demonstra
ties en prikactles en die, na
dat er een compromis met de
directie gevonden ls, buigend
hun verontschuldigingen
aanbieden en de verloren sta
kingsdagen kosteloos gaan
inhalen door overwerk.
Midden- en
kleinbedrijf
Het Japanse midden- en
kleinbedrijf, vaak op familie
basis georganiseerd, moet
niet onderschat worden. Nog
steeds levert het ongeveer 40
procent van de nationale pro
duktie. Him positie ls echter
bijzonder moeilijk en er kan
gezegd worden dat ze uitge
buit worden door de grote
ondernemingen. De midden-
en kleine bedrijven zijn vaak
met handen en voeten gebon
den aan de grote onderne
mingen voor wie ze functio
neren als toeleveringsbedrij
ven. In tijden van recessie (of
om welke redenen dan ook)
worden de orders verminderd
of gewoon stopgezet, waar
door er vele onherroepelijk
failliet gaan en hun werkne
mers moeten ontslaan. Dat
verklaart gedeeltelijk waa
rom de groten hun werkne
mers in dienst kunnen hou-'
den. De klappen worden op
gevangen door de kleinere
bedrijven. De lonen en aller
lei voorzieningen zijn een
stuk minder dan bij de grote
bedrijven, al worden ze de
laatste Jaren opgetrokken,
zodat er evenzeer sprake is
van uitbuiting onder arbei
ders. Over arbeiderssolidari-
telt gesproken.
Imftatietalent'
Een andere factor die wel
wordt aangehaald om de
snelle economische expansie
te verklaren ls het imitatieta
lent van de Japanse indus
trie. Japanners zijn meesters
in het namaken en vooral het
verbeteren van produkten.
Vorig Jaar landde er onver
wachts een geheime Rus
sische Mlg-25 in Japan, die
nadat hij uit elkaar geplozen
was. teruggestuurd werd. In
Tokio zegt men dat de Rus
sen blij toe mogen zijn omdat
ze hem waarschijnlijk beter
teruggekregen hebben dan
toen hij in Japan aankwam.
Japan heeft vooral voor de
oorlog veel patenten aange
kocht en nieuwe technieken
uit de industriële wereld na
bootst en aangepast aan
Ie eigen omstandigheden. Zo
zijn de transistorradio's
waarmee Japan de wereld
veroverde „overgenomen"
van een Amerikaans model
dat sterk verbeterd en goed
koper gemaakt werd. Japan
doet nu veel meer aan eigen
research en ontwikkeling en
verkoopt tegenwoordig ook
zelf patenten naar het bui
tenland. Nog steeds echter is
het aantal aangekochte
technische vondsten bedui
dend hoger dan het aantal
dat verkocht wordt.
de
Sparen en Investeren
Japan ls een zuinige en so
ber levende natie, hoewel de
Jeugd meer en meer het wes
terse consumptiepatroon
overneemt. Nog steeds echter
behoort de Japanse spaar
quote tot de hoogste ter we
reld. Vaak een bittere nood
zaak overigens omdat de so
ciale voorzieningen en de
pensioenen te laag zijn en
men wel verplicht wordt tot
„een appeltje voor de dorst."
Ook de overheid beperkt de
uitgaven voor collectieve
voorzieningen zoveel moge
lijk en investeeert het vla de
belastingen verkregen geld
door middel van speciale
banken in de particuliere in
dustrie. Waardoor de moei
zaam bijeen geschraapte
spaargelden van de Japanse
bevolking eerder de uitbrei
ding van de industrie ten
goede komen dan de verbete
ring van de collectieve sector.
Geen duur leger
Volgens artikel 9 van de
Japanse grondwet mag het
land geen sterke militaire
macht opbouwen. Japan
heeft een zogenaamde
zelfverdedigingsmacht met
een relatief lichte bewape
ning, die minder kost dan 1
procent van het bruto natio
naal produkt. Ter vergelij
king: in de VS was dat in 1974
6 procent, in de SowjeHJnie
10, in Engeland 5,2 en in Ne
derland 3,4 procent. Sinds
1946 heeft het land dus geen
geldverslindend leger op de
been hoeven te houden en
ook dat heeft veel geld be
spaard dat voor de opbouw
van de economie aangewend
kon worden. Japan heeft wel
economisch geprofiteerd van
oorlogen die door anderen
werden uitgevochten. De Ko-
rea-oorlog is al genoemd en
ook de oorlogen in Indo-
Chlna hebben de Japanners
geen windeieren gelegd.
Technologische
vernieuwing
Het grootste deel van de
Japanse industrie lag kort na
de oorlog in puin. Op grote
schaal werd de nieuwe
technologie ingevoerd en ook
nadat de fabrieken en instal
laties weer opgebouwd waren
ging men door met het in snel
tempo vervangen van alles
wat maar oud leek door het
meest geavanceerde materi
aal. Tegenwoordig hebben
arbeidsbesparende technie
ken en automatische produk-
tieprocessen een hoge vlucht
genomen.
De rot van de overheid
Al van het begin van de in
dustrialisering en modernise
ring heeft de Japanse over
heid een actieve rol gespeeld
en een grote Invloed gehad
op het economisch gebeuren.
Het is de overheid geweest
die al in een vroeg stadium de
noodzakelijke infrastruc
tuur, als spoorlijnen en we
gen. havens, communicatie
middelen en banken heeft
opgezet. Ook werd al zeer
vroeg de leerplicht inge
voerd, zodat de schollngs-
raad in Japan tot de hoogste
ter wereld behoort. Terwijl
voor de oorlog de overheid
vooral de zware Industrie sti
muleerde (met het oog op de
militaire expansie) heeft zij
na de oorlog de hele econo
mie onder haar hoede geno
men en beschouwt zij dit nog
steeds als haar belangrijkste
taak. Diplomatie voor Japan
ls zaken doen. In buiten
landse relaties staan termen
als „grondstoffen" (waarvan
Japan vrijwel niets in huis
heeft) en „afzetmarkten"
centraal. In tegenstelling tot
veel andere landen bestaat er
tussen de overheid en be
drijfsleven een hechte sa
menwerking. De huidige re
geringspartij. de liberaal-
democraten. die sinds de
laatste verkiezingen vorig
Jaar haar absolute meerder
heid in de Diet (2de kamer)
kwijt is. is financieel vrijwel
volledig afhankelijk van
schenkingen uit het be
drijfsleven. Zo heeft MITI
(het machtige ministerie voor
internationale handel en in
dustrie) Jarenlang maatrege
len gehandhaafd om de eigen
industrie te beschermen te
gen Invoer van buitenlandse
produkten. (Volgens Europe
se en Amerikaanse onderne
mers gebeurt dat nog) en een
zeer aggressieve exportpoli-
tlek gevoerd. Terwijl er bin
nenslands nog eens een nati
onalistische campagne om
toch vooral „Japans te ko
pen" werd opgezet.
Maar het ls niet allemaal
goud wat er blinkt. Japan,
dat als geen ander land af
hankelijk ls van grondstoffen
en grote afzetmarkten in het
buitenland, heeft het zwaar
te verduren onder de huidige
wereldrecessie. Grondstoffen
worden over de hele lijn ge
nomen duurder, en de be
langrijkste afzetmarkten, de
Verenigde 8taten en Europa
hebben laten weten de econo
mische banzai" van Japan
niet langer te tolereren. Ver
der is er toch wel een groei
end besef dat de ongebreidel
de economische groei one
venwichtig geweest ls (te wei
nig spreiding van de indus
trie, achterblijven van de
landbouw, textiel en het mid
den en klein bedrijf) en ook
zijn keerzijden heeft (overbe
volking in de industriële gor
dels. verkeerscongestle. mi
lieuverontreiniging en groei
ende sociale spanningen) De
Japanse overheid heeft dan
ook aangekondigd af te zien
van een verdere snelle expan
sie en te streven naar een
langzamere, meer stabiele
groei van de nationale econo
mie. Critici vragen zich af of
Japan op korte termijn het
aanpassingsvermogen dat
daarvoor vereist ls, kan
opbrengen. jtH