op zoek naar stropdas Barbaar grote maatschappijen hebben net hun beambten (salary-mannen) los gelaten. In drommen verdwijnen de tienduizenden onder de grond, stellen zich in rijen op voor de kaartjesautomaten, schuiven langs de kaartjesknippers, snellen over de perrons en wringen zich ln de gereedstaande treinen. Het station is één deinende massa. In een mum van tijd zitten de treinen overvol en staan de mensen met witte neuzen tegen de ruiten geplakt. Professionele duwers stouwen er nog enkele passagiers bij, de deuren sluiten zich onverbiddelijk en de trein vertrekt. Inmiddels hebben nieuwe passagiers zich al ln rijen opgesteld bij de gele strepen op de perrons waar de deuren van de volgende treinen precies voor komen te staan. Ze lezen kranten, tijdschriften en grote stripboeken vol geweld, die ze haastig opbergen als de volgende trein eraan komt. Binnen een minuut zit hij vol en rijdt hij weg. Nieuwe passagiers hebben zich al opgesteld. Ik sta versteld over de aantallen mensen die hlerdagelijks vervoerd worden, over de discipline die er heerst en over de snelheid waarmee het gebeurt. Er zijn stations die dagelijks meer dan twee miljoen mensen verwerken. Spoorweglieden ln Nederland zouden er hun vingers bij aflikken en ln den Haag zou men visioenen krijgen over een rendabel openbaar vervoer. Maar hoe reizen oude mensen en invaliden ln Tokio eigenlijk? stropdas en, in de winter, een T K waag mij niet in de massa, waar- metteloze overjas. De vrouwen en verantwoordelijkheid v9or de voorspelling en de te nemen maatregelen op zich te nemen en maken elkaar verwijten. Wel zijn er in de grote warenhuizen aardbevingspakketten te koop, compleet met kinderspeelgoed. De Japanse zakenlui zouden geen zakenlui zijn als ze ook hier niet iets aan zouden weten te verdienen. Wat gebeurt er ln zo'n ondergronds station tijdens het spitsuur als de grond gaat trillen? Ook hier wordt gezegd dat de nieuwste metrolijnen en stations „aardbevingsvrij" zlja BIJ Toklo-tower, de Japanse Elfeltoren, die natuurlijk net even iets hoger is dan de Parljse, krijg Je een folder waarin staat dat de toren de zwaarste aardbeving kan trotseren. Aan de top mag hij dan wel een meter heen en weer zwiepen. T"\E Japanners gaan uitstekend gekleed. De salary-man, de kantoorman, het nieuwe Japanse burgerdom, dat het gigantische bureaucratische en administratieve apparaat van de overheid en de zakenwereld draaiende houdt, loopt in een driedelig kostuum, wit overhemd, x in ieder blijkbaar precies weet waar hij heen moet, en blijf veilig aan de goede kant van de pilaar. Benauwd krijg ik het als ik denk aan de aardbeving die volgens de Japanners op komst is. De laatste grote aardbeving in Tokio deed zich voor in 1923. Het epicentrum lag in de baal van Sagami op honderd kilometer van Tokio. De bodem bewoog slechts enkele centimeters. Naar schatting vonden meer dan 150.000 mensen de dood door instortende gebouwen, maar vooral door de grote brand die drie dagen woedde in de van hout opgetrokken stad. Tokio heeft een voortreffelijke uitgeruste en zeer uitgebreide brandweer. Het is nu ruim vijftig Jaar geleden dat deze ramp zich voltrok en er is een nieuwe zware aardbeving op komst. HIJ kan vandaag komen, morgen of volgend Jaar. Maar dat hij op niet al te lange termijn komt staat volgens de Japanners vast. De verschillende ministeries en het stads betuur van Tokio durven geen van allen de nelsjes zien eruit alsof ze zo uit de etalages van de modehuizen komen. Natuurlijk wil de Jeugd er wel eens losser gekleed bij lopen, maar zodra ze een baan heeft is dat afgelopen en trekt ze het vereiste uniform aan. Zonder stropdas kom Je niet ver ln Japan. Eén van de eerste dingen die ik kocht in Tokio was een stropdas. Op aanraden van buitenlanders. „Als Je met officiële functionarissen wilt praten zul Je op zijn minst een net pak met een stropdas aan moeten. Wij buitenlanders, zijn eigenlijk toch al barbaren, al zal een Japanner Je dat nauwelijks laten merken." In het warenhuis waar ik mijn stropdas koop bloost het meisje tot achter haar oren als ik in het Engels naar stropdassen vraag. Ze heeft waarschijnlijk gedurende vijf Jaar een aantal uren per week Engels gehad, maar waagt het niet daar iets van te laten merken. Ze snelt weg, klampt een man aan, haar afdelingschef? en wijst met een klein vingertje ln mijn richting. Deze zet een gezicht van „Natuurlijk moet dat mij overkomen, natuurlijk moet die .gaijin' (buitenlanders) net ln onze winkel zijn terwijl Tokio vol staat met dndere winkels" en komt schoorvoetend mijn kant uit. Hij heeft waarschijnlijk enkele Jaren op een universiteit gezeten. Tal van Japanners spreken geen Engels ook als ze het ettelijke Jaren op school gehad hebben. Bij gesprekken met hoge ambtenaren, die bijna zonder uitzondering een universitaire opleiding hebben, moest er meestal een tolk aan te pas komen. Toegegeven, van mijn Engels zouden de Britten pijn ln hun oren krijgen, maar ik zag aan de reactie van veel Japanners dat ze mij wel degelijk verstonden. Toch durfden ze zelf hun mond niet open te doen. Overigens had ik geen enkel bezwaar tegen het inschakelen van tolken. Het waren mee tal uiterst lieftallige jongedames, met wie Je in Japan verder moeilijk in aanraking komt Tijdens de gesprekken verbaasde ik mij over de grote aantallen mensen die de kantoren van de ministeries bevolken. Ook de hoge ambtenaren hebben vaak geen eigen kamers, maar een bureau met enkele fauteuils op de grote kantoortuin. De gesprekken vonden plaats ln groot geroezemoes van stemmen, heen en weer lopende mensen en rinkelende telefoons. TTTTERST vriendelijk en beleefd u is men bij zulke gelegenheden. Men maakt diepe buigingen en onvermijdelijk komt het visitekaartje voor de dag. Uitwisselen van visitekaartjes is de Japanse manier van kennismaken. Er wordt wat afgebogen. Op de ijsbaan ln het pretpark aan de voet van de berg Foedji zag ik twee Japanners vrij onzacht met elkaar in botsing komen. Ze krabbelden overeind en bleven zolang bulgen dat de hele stroom schaatsers er door verstoord werd. Of de een in zijn hart hoopt dat de ander onmiddellijk door het ijs zakt of een ernstige ziekte krijgt, is in ieder geval aan de gezichten niet te zien. Ook tegenover „galjln" neemt men deze beleefdheid ln acht. Op een dag hing ik aan de lus van een ondergrondse trein die plotseling sterk afremde. Een Japanner verloor zijn evenwicht en viel tegen mij aan. HIJ putte zich uit ln verontschuldigingen (althans dat neem Ik aan) en maakte enkele diepe bulgingen. Daarna ging hij op enkele meters van mij af tussen een aantal andere passagiers staan. Maar elke keer als ik ln zijn richting keek en hij mijn blik nemen, want wat er niet op staat zijn de gigantische industriële complexen met hun rokende schoorstenen, die tussen de spoorlijn en de bérg liggen. De berg is nauwelijks te zien, en dat niet vanwege de bewolking, maar vanwege de luchtverontreiniging. Verschillende passagiers zitten met film-camera's en fototoestellen klaar om deze heilige berg, de held onder de bergen, de godin onder de bergen en de machtige krijger, op de plaat te zetten. Ze schudden mismoedig het hoofd. Het gaat hen zo te zien aan het hart dat „hun" Foedji aan het oog onttrokken wordt door een vieze giftige rookwolk. Ja. we hebben geen kamers vrij", aldus een Japanse receptioniste van één van de grote hotels op mijn telefonische vraag of ze misschien nog een éénpersoons-kamer voor me had. Na zo'n dertig uur rondhangen op vliegvelden met daar tussendoor wat vliegen ben je er niet zo zeker van of je het Japanse Engels wel goed verstaan hebt. dus herhaal Je de vraag. „Hebt U een éénpersoons-kamer voor mij?" „Ja meneer, er is geen enkele kamer vrij, ik dank u voor de moeite." Het Japanse woord voor „ja" is „hai". Maar „hai" betekent veel meer, het duidt ook aan dat men Je gehoord heeft. „Hai" vertaald ln het Engels wordt gewoon yes en dat schept t verwarring. Daar komt nog bij dat de Japanners erg moeilijk „nee' kunnen zeggen. Maar dat alles weet je niet als je midden in de nacht op het Hanedavllegveld bij Tokio aankomt, waar het dan nog steeds een drukte van belang is, en waar je tot je vreugde tussen alle vreemde lettertekens ook nog eens „Information" in eigen vertrouwde schrift ziet staan. De man achter „Information" in het eigen vertrouwde schrift ziet staan. De man achter „information" zag mijn vertwijfeling na het bellen. Bij zo ongeveer het tiende hadden we succes. De hotels ln Tokio zaten vol door conferenties en congressen en niet te vergeten de toelatingsexamens voor de verschillende scholen en universiteiten. Veel kandidaten legden in een „rustige" hotelkamer de laatste hand aan de voorbereiding voor hun toelatingsexamens, hetgeen elk jaar in Japan een slopende afval-race is. Niet alleen de hotels in Tokio zijn vol, heel Tokio is vol. Twaalf tot dertien miljoen Japanners in de provincie Utrecht. (En lk heb het gevoel dat lk ze allemaal gezien heb.) Buitenlanders zeggen dat het aLleen kan omdat er drie tot vier miljoen constant in de honderden boven- en ondergrondse treinen zitten. opving, maakte t\ij nog even een buiging. Zelfs de vier rechtse nationalisten die enige weken terug ln het Keidanrengebouw (Japanse federatie van economische organisaties) een aantal mensen ln gijzeling hielden, bogen bij hun overgave voor de politie en maakten hun verontschuldigingen voor de last die ze bezorgd hadden. JAPAN bestaat niet alleen uit Tokio, al is de hoofdstad meer het centrum waar alles plaats vindt en waar de andere steden zich op richten als bijvoorbeeld Amsterdam, Londen of Parijs. Japanners kunnen lyrisch worden over de schoonheid van hun land en daarom besloot ik ln ieder geval de terugreis van de zuidelijke havenstad Nagasaki per trein te doen om althans iets van het landschap te zien. Verder behoor je toch wel even in het paradepaardje van de Japanse spoorwegen, de supersnelle expres-trein gezeten te hebben die met snelheden van rond de 210 kilometer per uur door het land raast. Het zien van het landschap viel tegen, omdat de trein van Nagasaki naar Hakate meer onder de grond dan er boven zit. In Hakate begint dan de nieuwe Tokaido-Shlnkansen-spoorllJn, die zich met flauwe bochten door het Japanse land slingert en zich door niets laat stuiten. De trein is comfortabeler dan vliegtuigen en de snelheidsmeter ln de restauratiewagen geeft inderdaad 210 kilometer per uur aan. En als er gezegd wordt dat deze trein om 20 minuten over zes op het centraal station in Tokio aankomt, dan is hij er ook precies om 20 minuten over zes. Stiptheid is de trots der Japanse spoorwegen. Vroeger pleegden machinisten soms zelfmoord als ze de dienstregeling niet haalden. Maar ook deze trein zit in het begin meer onder dan boven de grond. De spoorlijn verbindt de belangrijkste steden van de Industriële gordel en Je krijgt een indruk hoe overbevolkt dit gebied van Japan is. Het taeen onafzienbare aaneenschakeling van kleine en grote steden die honderden dorpen hebben opgeslokt. Vergeleken hiermee is de randstad een oase van groen. Terwijl we langs de berg Foedji rijden merk ik hoe misleidend ansichtkaarten kunnen zijn. Van de berg en de trein bestaan prachtige platen, de Imposante vulkaan als traditioneel symbool op de achtergrond met de nieuwe Tokaido superexpress als symbool van het moderne Japan op de voorgrond. Ik vraag me af waar en hoe ze die foto's hebben kunnen HET laatste stuk naar Tokio rijden we onafgebroken tussen kris en kras door elkaar gebouwde fabrieken, woonwijken en hier en daar een stukje armetierig groen. De keerzijde van de economische expansie. De andere kant van het verhaal over het economisch wonder dat Japan heet. Dan vraag Je Je af waar ze het allemaal voor doen. Waar werken die miljoenen arbeiders, salary-mannen. managers, kleine middenstanders enzovoort voor, en waarom werken ze zo hard en zo lang. Een vraag die Je natuurlijk in elk welvaartsland kunt stellen, maar in Japan lijkt èlles opgeofferd te worden aan de economie. In Japan lijkt het verschil tussen welvaart en welzijn buiten alle proporties gegroeid te zijn. Waar dienen die enorme wolkenkrabbers en luxe hotels toe als de doorsnee werknemer ln een huis moet wonen dat naar onze begrippen de naam tuinhuis nauwelijks verdient. Dat in de winter moeilijk te verwarmen is en ln de zomer een broeikas mag heten. Wat heb Je aan een grote stereo-installatie als Je die van de buren door de dunne houten wandjes letterlijk kunt volgen. In een land waar voor elk technisch probleem op zeer voortvarende wijze een oplossing wordt gevonden moeten de vrouwen, ook ln de winter, buiten de was doen ln een machine die alleen maar met koud water werkt. Waarom zit in een land waar de kleurentelevisies soms op straat worden gezet omdat er een nieuw type uit is, het kooktoestel ln de keuken zo krakkemikkig in elkaar dat het in elk westers land bij de wet verboden zou worden. Wat heb je aan een autoproduktle, die tot de grootste ter wereld behoort als je steden dermate vol worden dat Je er bij wijze van spreken alleen nog maar mee ln een file kunt staan Wat houdt economische groei in voor mensen die uren moeten reizen in overvolle treinen en bussen om buiten een stad te komen en van de zo hoog geprezen vrije natuur te genieten. Hoe komt het dat de Japanse werknemer bereid is zo lang te werken terwijl hij daarvoor ln welzijn zo weinig terug krijgt? /""\VER sociale voorzieningen in het algemeen valt moeilijk iets te zeggen omdat deze sterk samenhangen met de bedrijfstak en vooral de grootte van het bedrijf. Wel vallen ze gemiddeld lager uit dan in de ancfere hoog geïndustrialiseerde landen Weliswaar krijgt de Japanse werknemer met 55 Jaar zijn pensioen, maar dat is zo laag dat hij daarnaast nog een baantje moet zoeken. Ook over de hoogte van de lonen valt ln het algemeen weinig te zeggen, ook dat varieert vooral naar gelang Je bij een klein, midden of zeer groot bedrijf werkt Gezien de kosten van het levensonderhoud in Japan moeten er grote groepen mensen bestaan die slechts met moeite rond kunnen komen. Maar de bittere armoede op grote schaal, die Je ln de rest van Azië tegemoet komt, heb lk ln Japan niet gezien. Japan is een welvaartsland met zo op het oog een overdreven op westerse leest geschoeide consumptie. Natuurlijk bestaan er binnen de zeer homogene Japanse bevolking de minderheidsgroepen die het moeilijk hebben. De ongeveer een half miljoen Koreanen, die met de nek aangekeken worden en die een grote mate van misdadigheid wordt verweten „Inderdaad", zo vertelt een Zuldkoreaan, „is de misdaad onder Koreanen in Japan hoger dan die onder de Japanse bevolking, maar wat wil Je, wij worden niet voor vol aangezien en gediscrimineerd op de arbeidsmarkt" Ook zijn er de Eta's, de nakomelingen van de vroegere paria's, de uitgestotenen, de laagste kaste uit het feodale Tokoegawa-tljdperk (Het tijdperk van rond 1600 tot 1868 waarin Japan hermetisch van de buitenwereld werd afgesloten. Vervolg op pagina 39 SLECHTS ongeveer een zesde van de berg- en vulkaan-aphtige Japanse eilanden (ruim elf maal Nederland) is geschikt als woonoord voor de huidige 120 miljoen Inwoners. Op dit beperkte gebied moeten ook nog eens alle industriële en commerciële activiteiten plaats vonden. Ruim drievijfde van de bevolking is samengepakt in een smalle industriële gordel van 1100 kilometer lengte die van de Kanto-vlakte (midden-westen van het grote eiland Honsjoe) naar Kltakloesjoe (noorden van het zuidelijk eiland Kioesjoe) loopt via de beide oevers van de Binnenzee. Achtereenvolgens liggen hier de miljoenensteden Tokio, Jokobama, Nagoja, Kioto, Osaka, Kobe en Kitakioesjoe. De strook tussen Osaka, Nagoja en Tokio, de zogenaamde „Tokai Megalopolis" en de economische ruggegraat van het land herbergt momenteel ruim vijftig miljoen inwoners op niet meer dan ongeveer één procent van de totale Japanse oppervlakte. Bevolkingsdichtheden van meer dan 2000 per vierkante kilometer zijn ln deze concentraties niet vreemd en plaatsen het feit dat Japan gemiddeld minder dicht bevolkt is dan Nederland en België wel even ln een ander daglicht. Volgens biologen gaan ratten elkaar te lijf als er te veel samengepakt worden op een te kleine ruimte. En er zijn mensen die de lijn doortrekken naar de menselijke soort. Niet te veel mensen op een beperkt territoir, want ze worden aggresslef. Tokio en de andere Japanse miljoenensteden logenstraffen deze bewering. De in de westerse grote steden vrijwel onvermijdelijke toename van misdadigheid en vandalisme speelt hier nauwelijks een rol. De public-relation-man van de Japanse politie in Tokio haalt vergelijkende cijfers voor Japan, West-Duitsland en de Verenigde Staten voor de dag. Waaruit geconcludeerd kan worden dat bijvoorbeeld het aantal geregistreerde roofovervallen in de Bondsrepubliek ruim 15 maal zo groot is als ln Japan. En ln de Verenigde Staten ruim honderd maal zo groot. Tokio is een veilige stad. Tot laat op de avond zie Je meisjes alleen ln de straten en in de metrostations. Ook vandalisme is tot een minimum beperkt. De openbare telefoons, kleine vlerkante kastjes, staan in rijen, open en bloot langs de straten. Je zou ze zo mee kunnen nemen. TVTET een mengsel van iVi bewondering en verbijstering heb ik door Tokio gewandeld. Bewondering voor het technisch kunnen van de mens die een stad als deze toegankelijk maakt en hem laat functioneren. Bewondering voor de miljoenen die elkaar met een zodanige discipline verdragen, zodat het allemaal net geen chaos wordt. Verbijstering over de mate waarin de mens in staat en bereid is zijn eigen leefmilieu op te offeren aan het verkeer en de vrijwel alles bepalende economische groei. De luchtvervuiling behoort tot de ergste ter wereld, al treft de Japanse overheid tal van maatregelen om het tegen te gaan. De steden zijn doorploegd met spoorlijnen en autowegen, soms drie lagen boven elkaar, die vaak op enkele meters langs de toch al gehorige woningen lopen. In de straten schetteren de lüidsprekers onophoudelijk hun reclameboodschappen en rijden brallende geluidswagens van de rechts-nationalistische groeperingen. Het gezicht van Tokio verandert van Jaar tot Jaar. Vrijwel overal in de stad wordt gebouwd, afgebroken en opnieuw gebouwd. Lopend tussen de warenhuizen, kantoorkolossen en banken, waarvan de lelijkheid door een warboel van aan- en ultfloepende reclames versluierd wordt, kun Je Je nauwelijks voorstellen dat men pas in het begin van de Jaren zestig is begonnen met hoogbouw. Dit in verband met het gevaar van aardbevingen, waarvan er ongeveer 150 per jaar in Tokio merkbaar zijn. Nog niet zo lang geleden heeft men constructiemethoden ontwikkeld, waardoor de wolkenkrabbers ook bij de hevigste aardbevingen overeind blijven. Zegt men. In de buitenwijken wordt in de laagbouw nog steeds met hout gewerkt. Onafzienbare wijken kleine houten hulzen van twee verdiepingen, die enigzins flexibel zijn en geringe aardschokken kunnen opvangen. BIJ een zwaardere aardbeving gaan ze tegen de grond maar kunnen daarna weer snel opgebouwd worden. Ze zien eruit als tuinhuisjes, maar dan zonder tuin. Wat er nog aan groen en open ruimte is, wordt in snel tempo volgebouwd. T EUNEND tegen een pilaar van ■LJ het Hybla-station, één van de drukste knooppunten van de ondergrondse ln het centrum van Tokio, krijg ik het plotseling benauwd. Het is vijf uur geweest en de banken en kantoren van de 'föu jifê M iltó M ïfó Ml P PRODUKTIE: DICK RINGLEVER VORMGEVING: HENNY TURPIJN 'J£ Jï& M |l| J |fi|'|$ |k| nags

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 13