Onderwijs wordt duurder Leerplicht minstens van 5 tot 17 Gevolg van de Contourennota: Amsterdamse Joffers in Deurne KUNST 'Pseudo' Vermeer in Delft Geen wolven, maar ook geen makke schapen basisschool 4 tot 12 iaar vreemde taal verplicht een Voornaamste wijziging in plannen: Zeker honderdduizend mensen praatten mee Gecopieerd werk van Engelse schilder Oscars uitgereikt in Hollywood Raad voor de kunst voelt zich gepasseerd NSC NSDAG 30 MAART 1977 Trouw/Kwartet PS 11 - RH 13 Van onze onderwijsredactie DEN HAAG De uitgaven voor het onderwijs zullen in de jaren tot 2000 nog belang rijk stijgen. Als'de plannen van de bewindslieden van on derwijs, die in de contouren nota staan, worden uitge voerd, zullen de uitgaven sneller stijgen, dan wanneer het beleid niet veranderd zou worden. Dit concluderen de bewindslieden van onderwijs, overigens met heel veel slagen om de arm, in de giste ren gepresenteerde tweede versie van de contourennota. In veel com mentaren die op de eerste contou rennota zijn binnen gekomen, werd om zo'n kostenraming gevraagd. Van Kemenade is met veel tegen zin onder die druk bezweken en heeft zijn ambtenaren aan het re kenen gezet. Het financiële hoofdstuk in de tweede contourennota begint met een uitvoerig betoog, waarom Je eigenlijk geen voorspellingen kunt doen over de kosten van het onder wijs ln het jaar 2000. Zo zijn de beleidsvoornemens, die in de nota staan nog maar zeer globaal en weinig uitgewerkt. Pas als de ver- Staatssecretaris Klein schillende experimenten zijn afge sloten is er wat meer over de kosten te zeggen. Hoewel de kosten dus zullen stij gen, zal in verhouding tot het natio naal inkomen (datgene wat we met z'n allen verdienen) in het Jaar 2000 minder worden uitgegeven aan on derwijs, dan nu het geval is. Minister Van Kemenade Van Kemenade geeft in het finan ciële hoofdstuk van de contouren nota een aantal mogelijkheden aan. In de goedkoopste variant wordt uitgegaan van een leerplicht tot en met zestien Jaar, een ge- lijkblijven van de gemiddelde groepsgrootte en van het gemid deld bedrag per leerling en van een Staatssecretaris De Jong verlaging van de gemiddelde kos ten per student. In dit geval zou het onderwijs in het Jaar 2000 drie en een half miljard gulden meer kos ten dan als het beleid niet gewij zigd zou worden, maar bijna acht miljard gulden minder dan wan neer ten opzichte van het nationaal Inkomen evenveel zou worden uit gegeven aan onderwijs als nu het geval is. In de duurste variant gaat Van Kemenade uit van een leerplicht tot en met zeventien Jaar, een ver laging van de gemiddelde groepsgrootte, een verhoging van het gemiddeld bedrag per leerling en geen verlaging van het gemid deld bedrag per student In dat geval zou ln het jaar 2000 bijna acht en een half miljard meer wor den uitgegeven dan bij ongewijzigd beleid het geval zou zijn, maar toch altijd nog bijna drie miljard minder dan wanneer het bedrag ten op zichte van het nationaal Inkomen gelijk zou blijven. De ontwikkeling van de kosten is ln sterke mate afhankelijk van de be volkingsgroei. Die bevolkingsgroei heeft echter weer een sterke in vloed op andere overheidsuitga ven, zoals bijvoorbeeld bejaarden zorg. Wanneer namelijk naar ver houding het aantal jongeren zal dalen, moet er relatief meer worden uitgegeven aan onder meer AOW- uitkeringen. Het is daarom van groot belang, aldus Van Kemena de, dat er in de toekomst een afwe ging komt van de beleidsvoorne mens op het gebied van onderwijs tegen bijvoorbeeld de andere over heidsuitgaven. Bijdragen van Piet Hagen Henri Kruithof. Uit: 't Zal Je zorg maar wezen van Fred Marcus. Opvoeding tot mondigheid en weerbaarheid mag niet ontaar den in pure zelfhandhaving. Voor zover dat misverstand ia de contourennota is gewekt, moet het nu gecorrigeerd worden. De school moet de leerlingen ook dienstbaarheid leren, mits men dat niet verstaat als slaafsheid. „Niet de wolf, maar bepaald ook niet het makke schaap hebben ons voor ogen gestaan". Minister Van Kemenade houdt in grote lijnen vast aan de plannen die hij vorig jaar in zijn contourennota ontvouwd heeft. Op een aantal punten blijkt hij van mening veranderd. De belangrijkste veranderingen geven we hier kort weer. 1. De leerplicht begint niet bij 4, maar bij 5 jaar (is nu 6 Jaar). Evenals nu het geval is zullen kinderen vanaf vier jaar (in sommige gevallen vanaf 3 jaar en 9 maanden) toelaatbaar zijn. In een later stadium moet beke ken worden of een leerplicht voor vierjarigen gewenst en nodig is. 2. De leerplicht kan mogelijk eindi gen na het zestiende Jaar (nu eindigt de leerplicht na het vijftiende jaar). De beslissing over de duur van de leerplicht wordt afhankelijk gesteld van de ervaringen met de mid- enschool. Als deze driejarig wordt en de minimale beroepsopleiding vervolgens twee Jaar duurt, kan volstaan worden met vijf Jaar voort gezet onderwijs. Dat betekent dan leerplicht tot en met zestien in plaats van tot en met zeventien (zo als de minister aanvankelijk wilde). 3. Er komt een mogelijkheid om gemeenschappen te stichten van ba sisschool én middenschool, waar kin deren van hun vierde tot hun zes tiende kunnen blijven. 4. Op lange termijn moet er een andere indeling komen van het spe ciaal (buitengewoon) onderwijs. Er wordt niet meer gezegd hoe die inde ling eruit zal zien. Het enige waaro ver de nota zich nu uitspreekt is dat de indeling op „orthopedagogische" maatstaven gemaakt moet worden. Dat wil zeggen: minder op „me dische" gronden dan nu het geval is. 5. Zowel voor het basis- als voortge zet onderwijs wordt beklemtoond dat er soepele overstapmogelijkhe den moeten zijn tussen speciaal en gewoon onderwijs. De gewone school moet meer ruimte bieden aan kinde ren met bepaalde moeilijkheden, al is de vervolgnota op dit punt minder optimistisch dan de contourennota. Per regio moet er een vorm van over leg komen tussen belde soorten on derwijs. 6. De middenschool zal drie vier jaar duren. De minister denkt daar bij aan twee mogelijkheden: er komt een driejarige cursus waar je een jaar langer over kunt doen, of er komt een vierjarige cursus die je ook in drie jaar kunt afmaken. 7. Het is niet de bedoeling van middenscholen massale fabrieken te maken. In theorie is een mid denschool van honderd tweehon derd leerlingen niet ondenkbaar. In de praktijk zullen de meeste mid denscholen ongeveer even groot zijn als de bestaande scholen voor voort gezet onderwijs. 8. De minister blijft erbij dat éls er een middenschool komt dit het enige schooltype moet zijn voor deze leef tijdsgroep (12-15/16). Hij verwerpt het idee van een middenschool van 11-14 jaar. 9. De bovenschool zal twee vier jaar duren (was maximaal drie) en leerlingen krijgen zonodig één jaar extra. Voor hen die na de mid- denschopl nog niet precies weten wat ze willen komt er een oriëntatie- jaar. De indeling in drie stromen is verdwenen. De tientallen mogelijke studierichtingen worden nu gegroe peerd naar maatschappelijke sec toren. 10. Od korte termijn moet er een commissie komen die de opzet van de bovenschool verder uitwerkt. De toekomstige bovenscholen zullen re gionaal moeten samenwerken. In re gionale dienstencentra kunnen ge meenschappelijke voorzieningen worden ondergebracht die per school te duur worden. N 11. De eigen identiteit van de school komt tot uitdrukking in het schoolwerkplan. Hoewel de leerplan- stichting bij het maken van school werkplannen behulpzaam is. blijft elke school vrij naar eigen inzichten te werken. Een schoolwerkplan be hoeft wel instemming van de inspec tie, maar deze toetst het alleen aan de bestaande wetten. 12. De wet op de ondernemingsra den die nu formeel van toepassing is op (grote) scholen voor bijzonder on derwijs moet vertaald worden in een meer op het onderwijs afgestemde regeling, waarin de democratie op school wordt vastgelegd. 13. Voorlopig wordt niet gestreefd naar één opleiding voor alle onder wijsgevenden. Samenvoeging van de opleidingen van kleuterleidsters en onderwijzers is het eerste doel. Aan een verdere fusie met lerarenoplei dingen wordt nog niet gedacht. Minister Van Kemenade wil eens in de vijf jaar een contourennota het licht doen zien. Hij vindt dat duidelijk is aangetoond dat een dergelijk alles omvattend onderwijsplan in een grote be hoefte voorziet. Zo'n plan stimuleert volgens hem een brede belangstelling voor het onderwijs en bovendien helpt het om de talrijke ontwikke lingen en verschijnselen in het onderwijs in onderling verband te zien. De eerste versie, die in juni 1975 is verschenen, heeft in elk geval aan dit doel voldaan. Er werden bijna 37.000 exemplaren van aan de man ge bracht. Van de populaire samenvatting van de nota „Meer mensen mondig maken", zijn boven dien ook nog ruim 86.000 stuks verspreid. Van Kemenade concludeert hieruit dat er ten minste honderdduizend mensen aan de discussie over de toekomst van ons onderwijs hebben deelge- Al die discussies zijn uitgemond in 338 schrifte lijke commentaren. Deze zijn onder meer af komstig van scholen, schoolbesturen, ouderver enigingen en gemeenten. Ook zijn er vier com mentaren van leerlingen bij het ministerie bin nengekomen. Van de nu verschenen tweede versie van de contourennota van minister Jos van Kemenade, heeft de onderwijsjournalist Jos Ahlers inmid dels ook een populaire samenvatting gemaakt. Zowel de nota als de samenvatting van de firma Jos en Jos zijn verkrijgbaar bij de staatsuitgeve rij in Den Haag. Met dit beeld verduidelijken minis ter Van Kemenade en de staatsse cretarissen Klein en De Jong hun bedoelingen met de Contourenno ta. De kritiek op de begrippen mon digheid en sociale weerbaarheid kwam vooral vanuit het bijzonder onderwijs. In de nu verschenen ver volgnota erkennen de bewindslie den dat deze kritiek hout snijdt. En zij nemen van hun critici het begrip dienstbaarheid over. Dit voorbeeld is overigens weinig illustratief voor de redeneertrant van de 120 pagina's dikke ver volgnota. De excellente auteurs hebben zich op allerlei punten wel iets van de kritiek aangetrokken, maar de toon die overheerst is toch die van: de contourennota had toch gelijk. De kritiek heeft wel het effect ge had dat al te stellige zekerheden iets zijn afgezwakt. Er is nu weer enige ruimte voor fantasie omtrent de preciese contouren van ons on derwijsbestel in het Jaar 2000. Zo wordt open gelaten of de mid denschool drie- of vierjarig moet zijn, of de leerplicht tot 17 of tftt 18 Jaar zal duren en hoe het buitenge woon onderwijs er uiteindelijk uit zal zien. Behalve aan de critici is die grotere soepelheid misschien' ook te danken aan de derde onder tekenaar: staatssecretaris K. de Jong Ozn (die in deze kwaliteit Veerman opvolgde). Op tal van punten laat de gisteren verschenen nota de critici behoor lijk ln de kou staan. Een paar voor beelden ter illustratie zijn voldoen de. Als sommigen de vraag stellen of de kleuter straks niet te vroeg in een leersituatie geplaatst zal wor den. luidt het antwoord kort en goed: dat hoeft niet te gebeuren als men de zaak aanpakt zoals wij be doelen. Zo wordt de vraag of men zeventienjarigen mag dwingen naar school te gaan vlot afgedaan met de opmerking dat de school van de toekomst zo aantrekkelijk zal zijn dat niemand eraf wil. De door velen gedane suggestie om de middenschool bij elf Jaar te laten beginnen wordt met met een paar zinnen van tafel geveegd. De voor naamste tegenargumenten zijn dat Je dan de opzet van de basisschool ln de war stuurt en dat zo het moment van selectie vervroegd wordt naar 14 Jaar. Dat zal wel. maar dat wilden die critici nou Juist. Op sommige punten gaan Van Ke menade, Klein en De Jong iets die per in. Zo verweren zij zich uitvoe rig (maar toch nog met te weinig feitenmateriaal) tegen de beschul diging dat zij de rol van de school overschatten bij het gelijker ma ken van de kansen. De school heeft toch heel wat bereikt bij het verhef fen van de massa, zeggen de be windslieden. Denk alleen maar aan de opheffing van het analfabetis me. De critici zullen dat wel toege ven. Maar hun vraag was in hoever re je een onderwijshervorming kunt rechtvaardigen door het gelij- ke-kansen-ldeaal. Dan mist het ver weerschrift soms de diepgang van de geleverde kritiek. DEURNE De tentoonstelling van werken van „de Amsterdamse Jof fers", eerst in het Singermuseum te Laren en daarna in „De Librije" te Zwolle, heeft daar bijzonder veel be langstelling getrokken. Nu wordt ook bet publiek in het zui den de gelegenheid geboden kennis te ';en of de kennis te hernieuwen met het werk van deze schilderende •uwen: vanaf 2 april tot 16 mei is het Ie zien in het Gemeentemuseum De Wieger te Deurne. Albert Plasschaert, de kunstcriticus, was het die een jaar of zeventig gele den voor het eerst sprak van de Amsterdamse Joffers om een groepje Khilderende dames aan te duiden, die elkaar kenden van de Rijksacademie. Het waren Lizzy Ansingh, Coba Rit- sema, Jo Bauer Stumpf, Ans van den Berg, N. Bodenheim, M. van Begie ren Altena, Coba Surie en E. Westen dorp Osiek. „Uit elk doek, uit elke tekening," achreef Emile Meijer kortgeleden, „spreekt een overdosis aan creatief plezier. Het plezier dat in de huidige „ideënkunst" verloren schijnt te gaan. De Joffers hebben geleefd in de tijd van Fauvisme, Expressionisme, Cubisme, Tachisme, Pop-art, Cobra etc. Zij dronken thee en lieten het aan bun blanke schilderdoek voorbijgaan. Voor hen bleven portret, figuur, stille ven en stadsgezicht de onuitputtelijke kijkdoos, waar uit ze de eindeloze variaties konden putten op het thema doek, verf en penseel." Coba Ritsema: HOLLYWOOD Maandagavond zijn in Hollywood voor de 49ste keer de Oscar-filmonderscheidingen uit gereikt. Tot de beste film van 1976 is uitgeroepen Rocky", een sentimen tele boksfilm met Sylvester Stallone in de hoofdrol. Toen Sylvester Stal lone die het scenario schreef en ook als acteur in de film optreedt de Oscar aan Beatrice Straight over handigde zorgde bokser Mohammed Ali voor een incident met het schreeuwen van „Je hebt mijn script gestolen." In de film Rocky komt een zwarte zwaargewichtkampioen voor waarin men Mohammed Ali kan herkennen, die zelf aan een autobiografische film bezig is. Van de eindeloze reeks bekroningen voor acteursprestaties, montage, filmmuziek, kostuums en vele ande re onderdelen zijn nog te noemen die voor de 54-Jarige Jason Robards als Ben Bradlee in „All the presi dent's men" over het Watergate af- luisterschandaal. Deze film werd ook onderschelden voor de beste artistieke regie van George Jenkins en George Gaines. DEN HAAG Het dagelijks be stuur van de Raad voor de kunst heeft minister Van Doorn laten we ten het weinig zinvol te achten de commissie buitenlandse betrekkin gen te laten voortbestaan als haar functie door het uitblijven van reac ties van het ministerie van CRM wordt ondermijnd. Een gesprek met minister Van Doom op 12 april zal beslissend zijn voor de vraag of de commissie moet worden opgeheven. De Raad voor de kunst is namelijk weer eens genegeerd. In de rege ringsnota over de internationale cul turele betrekkingen worden noch de raad noch de adviezen over dit on derwerp genoemd. In de nota Kunst en Kunstbeleid wordt met geen woord gerept over beleidsvoorne mens voor de culturele internationa le betrekkingen. De raad vraagt zich af of het kunstbeleid zich tot Neder land beperkt, en of kunst geen on derdeel vormt van de culturele be trekkingen met het buitenland. Het voorstel een aantal functionele com missies op te richten die adviseren over de uitvoering van culturele ver dragen, lijkt de raad een stap in de goede richting. Maar het had voor de hand gelegen hiervoor de com missie buitenlandse betrekkingen van de raad aan te wijzen, zo meent men. De raad voor de kunst vindt dat de minister van buitenlandse zaken niet verantwoordelijk dient te zijn voor internationale culturele be trekkingen als onderdeel van alge meen buitenlands beleid. De ver antwoordelijkheid hiervoor zou ge dragen moeten worden door de mi nister van CRM, waarbij de raad voor de kunst betrokken moet wor den bij het samenstellen van com missies voor de uitvoering van de verdragen. Van een onzer verslaggevers DELFT De Engelse kunstschilder Barrington Bramley kan met recht de tweede „Van Meegeren" wor den genoemd. Met één verschil; van de schilderijen van Bram ley is bekend dat het kopieën zijn van werken van Johannes Vermeer, terwijl Han van Mee geren een tijdlang heeft doen voorkomen, dat zijn copie van de Emmaüsgangers een echt werk was van Vermeer. Was vorig Jaar al een deel van de gecopleerde werken van Bramleu te zien ln Delft, nu zijn alle 35 werken te bezichtigen in het Johannes Ver meermuseum aan de Molslaan in Delft. Dit museum wordt vandaag officieel geopend door de Britse zaakgelastigde mr. John A. Sankey. Bramley heeft vijf jaar gewerkt aan het opnieuw schilderen van het vol ledige werk van Johannes Vermeer. De expositie van vorig Jaar was de aanleiding voor het oprichten van het Comité Vrienden van Vermeer. Dit comité zette zich er voor in de collectie Bramley ln Delft te houden. De gemeente voelde daar niet zoveel voor, zag meer in fotografische kopi eën, waarvoor echter het geld ont brak. Het comitélld Koreneef dacht er echter anders over en kocht alle 35 schilderijen van Bramley. In een duur ingericht musuem zijn deze werken nu te bezichtigen. Het opval lende aan de werken van Bramley zijn de felle kleuren, die hij gebruikt heeft. Het enige grappige van dit hele museum is eigenlijk dat hier het hele (pseudo) oeuvre van Vermeer te zien is. Met de echte werken is het moeilijk een soort gelijke expositie ln te richten, aangezien de werken van Vermeer over de hele wereld verspreid zijn. Om van een perma nente tentoonstelling maar te zwijgen. Op de verdieping boven het museum is een kunsthandel ingericht, terwijl naast het museum gegeten kan wor den ln het restaurant „Het Straatje van Vermeer". Om dit restaurant te bereiken moet men echter eerst door een (opnieuw ingericht) oud-Delfts straatje lopen. Het museum is dage lijks (behalve op maandag) geopend van 11-12 uur. Toegangsprijs 2,50, terwijl ook een catalogus Informatie geeft over het leven en werk van Vermeer. Heel belangrijk bij het sa menstellen van het boekje was, dui delijk uit te laten komen wat men ziet Geen echter Vermeers dus, maar werk van de Engelsman Bram ley, die net als vroeger de leerling het werk van de meester kopieerde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 13