Coen Flink is uitgekeken op toneelspelen Een oude boom (2) Cen A met leuke praktische kleren! UW PROBLEEM OOK HET OHZE Van het opgeprikte wereldje distantiëren we ons zoveel mogelijk rrrni MAANDAG 28 MAART 1977 VARIA Trouw/Kwartet MAN! LAREN: „Het Is onzin din gen door te zetten op artistiek vlak voor Je boterham. Ik vind het toneel als uiting voor me zelf niet meer zo noodzakelijk, vandaar dat ik probeer het hoe langer hoe minder te doen, en er uiteindelijk helemaal mee op wil houden." De nu 44-jarige acteur Coen Flink maakt er geen geheim van dat hij is uit gekeken op het vak dat hij ruim een kwarteeuw geleden koos, na eerst een poos op het conservatorium te zijn geweest omdat hij zo graag pianist wil de worden. ..Dat bleek het toch niet te zijn en toen kwam het toneel. Dat lag eigen lijk voor de hand. Ik ben opgevoed In het toneelbedrijf Mijn ouders en ik weet niet wie allemaal ln onze fami lie. en dat ls al generaues lang. waren bij het toneel Zodoende had Ik als kind reeds alle mogelijke mensen om me heen die zich in dat rare wereldje bewogen. Het leek me wel leuk. want ledert-en was meestal vrolijk. Het ls bij mij zo'n beetje gegaan als vroeger bij een bakkersfamilie. Als de vader bakker was. kwam de zoon ook in de zaak. Toch heeft mijn vader mijn keuze voor het toneel niet aange moedigd. Ik geloof dat hij dat toneel op den duur ook met meer zo leuk vond. maar hij zag geen kans meer iets anders te gaan doen Daarom is hij tot aan zijn dood bij het toneel gebleven. Het laatste deel van zijn leven was hij echter meer regisseur dan acteur. Pas later heb ik begre pen dat Je wanneer Je op een manier zoals ik bij het toneel terechtkomt, met een heel ander uitgangspunt be gint dan Iemand die er bewust voor kiest." Mooie rollen Het ging Coen voor de wind. Een maal van de toneelschool kwamen de mooie rollen ln snel tempo op hem af. eerst bij de Haagse Comedle, later bij het Nieuw Rotterdams To neel en Ensemble. Nu zegt Coen daarover: „Na een Jaar of twaalf brokkelden het enthousiasme en de vreugde die ik eerst had ln dit vak af. Ik merkte dat de werkelijke overtui gingskracht me ontbrak. In die twaalf Jaar had lk alles gedaan waar Je als acteur een heel leven over moet doen. Wat nu nog. vroeg lk me af. Is dat toneel wel de moeite waard? Ik kwam tot de conclusie dat ik er geen zin meer in had en ben toen met mijn gezin naar Ierland gegaan en later, na een poosje terug te zijn geweest, ln Nederland, naar Frankrijk." In Ierland woonden de Flinks ruim anderhalf jaar bij Ban try ln de bergen. Het werd een periode die diepe indruk op Coen Flink maakte. „Ierland laat me niet meer los. Ik ben geraakt door Ierland. Waar dat precies in zit kan lk niet onder woor den brengen. Het ls alles bij elkaar denk lk: de kleuren, de atmosfeer en de ontzaglijk aardige mensen die er wonen. Je krijgt ln Ierland het ge voel dat Je een eeuw geleden leeft. De Ieren hebben tijd om te leven en ze geven anderen tijd op te leven en zich kenbaar te maken. Ze willen en hoeven niet over zichzelf te praten, zoals de mensen hier doen. De Ieren vinden het niet nodig om aardig te lijken of interessant te doen. zich beter voor te doen of rijker, terwijl bij ons iedereen tracht elkaar af te troeven." Hoge ladder door Fred Lammers Coen Flink geraakt door Ierland (foto: Henk Tukker) Coen Flink doet daar niet aan mee. Hij woont ln Laren ln een heel ge woon huis. met een brigadier van politie en iemand die bij de plantsoendienst werkt als buren. Binnen ontbreekt ook elke vorm van luxe. Ellen, de vrouw van Coen. heeft de open haard gemetseld ln het huls waarin ze sinds enige maanden wonen. „We doen zoveel mogelijk alles zelf. Zo heb lk het huis geschilderd Het was eerst wel griezelig op die hoge ladder te moeten staan. Ik ben wel twintig keer halverwege terugge gaan voordat ik heb doorgezet. Nu heb lk de voldoening vijfduizend gril den te hebben uitgespaard. Het mag dan wat minder mooi zijn dan wan neer lk het echte schilders had laten doen. maar wij zijn er tevreden mee." Dat de Flinks echte doe-het-zelvers zijn blijkt ook als lk aankom en Coen in een oude broek en een vest in de tuin druk bezig ls palen te beitsen waar hij een hek van gaat maken. Als ik erover begin dat hij zich wat levensentourage betreft nogal on derscheidt van veel van zijn collega's die het zoeken in mooie bungalows en rustieke boerderijtjes, zegt Coen: ..Ik moet er niet aan denken in een bungalow te zitten van twee miljoen waarvoor lk de verantwoordelijkheid heb. Op het moment dat je op een dergelijke manier gaat Investeren, maak je je zelf vreselijk afhankelijk. Ik wil bij wijze van spreken morgen kunnen zeggen: ik verkoop de boel en we gaan weg. Dat lukt je niet als Je op waanzinnige lasten zit in een prachtige bungalow en in een slee van een auto rondrijdt. We proberen gewoon te doen. Van het opgeprikte wereldje distantiëren we ons zoveel mogelijk. Het zegt me niets. Mensen die zo graag Interessant willen doen, daar moet ik altijd een beetje om lachen. Ik vraag me vaak af wat voor gezicht ze trekken als ze 's avonds het licht uitdoen en met hun pyjama aan in bed stappen, want je kunt toch niet eeuwig door blijven gaan met Interessant te doen. Het lijkt me vreselijk je de hele dag als een aap te moeten aanstellen voor de mensen met wie Je te maken krijgt." Coen Flink heeft ln Ierland en Frankrijk geleerd minder aan bezit te hechten. „We hebben ons leven wat eenvoudiger ingesteld. Het is heerlijk geld te hebben vanwege de dingen die je ermee kunt doen. en dat zie je tegenwoordig vaak. Er zijn tal van mensen die aan niets anders meer kunnen denken, voor wie het enige waar ze voor leven ls te zeggen dat er veel geld binnenkomt." Vervallen troep In het buitenland leefden de Flinks ver van het toneel. „Waar we van hebben bestaan? We verbouwden zoveel mogelijk zelf onze groenten. Dat scheelde al een stuk. In Frank rijk zaten we ln een gehucht in een oude gehuurde pastorie, een echte vervallen troep, die we zo goed mo gelijk hebben opgeknapt, We had den toen we kwamen 7500 gulden bij ons en daarvan hebben we een paar Jaar uitgehouden. Ik verdiende er wat bij door verhaaltjes te schrijven over belevenissen in Frankrijk. Die nam ik op bandje op en stuurde ze dan voor een zaterdagochtendpro gramma op de radio naar Neder land. Op een dag, we hadden geloof ik nog veertig centimes, kwam er een meneer uit Arbonne. die een aquarel van Ellen kocht. Toen had den we weer voor twee maanden geld om te leven. „Zo ging het steeds. Je houdt er wel wat aan over als je een tijd met alleen maar het allernoodzake lijkste moet zien rond te komen. Ik denk sindsdien dikwijls: mensen waar winden Jullie Je toch zo ver schrikkelijk over op. want alles is immers zo betrekkelijk. „Maar het ls fijn nu weer hier te zijn, omdat Nederland toch een geweldig mooi land ls. Dat zie Je pas goed als Je een poos bent weggeweest. De mensen zijn hier ook anders dan in Frankrijk. Daar lacht ledereen. Ze heffen het glas als je op bezoek komt. maar als je zegt er te willen blijven wonen ben je Ineens een ver velende indringer." De laatste jaren doet Coen Flink alleen nog t.v.-werk. „Dat is een prettige tussenoplossing. Het ls vre selijk iedere middag om vijf uur een hap naar binnen te moeten proppen in Ijltempo om dan snel weg te moe ten rijden om ergens een vertoning weg te geven, waar ik voor mezelf het nut niet van Inzie. Als je zo'n t.v.-opname hebt gehad, ben je er echter van af en heb Je er weinig meer mee te maken. Ik probeer zo veel mogelijk tijd voor mijzelf te vinden, voor andere dingen die lk belangrijk vind er mijn tijd aan te geven. Dat kan op het ene moment zijn het beitsen van balken, maar ook het schrijven, wat ik met steeds groter frequentie tracht te doen en misschien krijg ik er morgen of vol gende week wel behoefte aan schil derijen te gaan maken. Ik heb vreo- ger ook geschilderd. Die mogelijk heid wil ik openhouden." Gevoelens Als ik Coen vraag wat hij schildert en waarover hij schrijft zegt hij: „Ik probeer gedachten en gevoelens weer te geven. Die krijgen bij het schilderen soms de vorm van een landschap en bij het serhijven vaak die van een gedicht." Er is nog niets van gepubliceerd. Daar aarzel lk nee. Mijn werk ls daar nog niet rijp voor. De reden dat ik er nog mee wacht is ook dat je er iets van Jezelf mee prijs geeft." Coen ls daar huiverig voor. Dat hij stopte met het avond aan avond toneelspelen is voor een groot deel ook daaraan toe te schrijven. „Je kunt Jezelf niet verschuilen op het moment dat Je op het toneel staat. In ieder mens zitten een aantal fa cetten, waarvan Je zelf niet weet dat ze er zijn, maar die er door omstan digheden uitkonen. Als je toneel speelt, put Je uit dar reservoir. Er zijn dingen die je uit Jezelf haalt. De mensen die naar een toneelstuk ko men kijken, willen dat juist van Je zien. Ze hebben betaald om jouw gevoel te herkennen als hun eigen gevoel en dan mee te huilen of te lachen. Dat viel me steeds moeilij ker, totdat er een moment kwam waarop ik dacht: Jullie moeten van me af blijven, ik wil ook nog iets voor n ezlf houden." Op het ogenblik ls COEN Flink elke maandagavond op de televisie te zien in de Seniorenshow. Hij heeft daar wel aardigheid ion omdat hij het „een nuttig programn a" vindt, niet alleen voor ouderen waar het over gaat, n aar ook voor Jongeren. De bedoeling van dit porgramma is de mensen een spiegel voor te hou den., ook wel hen te irriteren, maar uit irritatie kan heel veel positiefs komen. Een van de zaken die wij erin nastreven is dat de Jongeren de problemen van de oudere mensen niet onderschatten, bijvoorbeeld de eenzaamheid van veel oude mensen. Je kunt zeggen: wij gaan toch elke veertien dagen naar het bejaarden huis toe. Maar ik weet niet of Je de eenzaamheid van een vader of moe der opheft door eens per veertien dagen een paar uur ongeïnteres seerd bij hen te gaan zitten." door Mink van Rijsdijk Iedereen die naar aanleiding van een cursief de pen ter hand neemt om mij op instemming of afkeuring te tracteren, schreef ik tot nu toe altijd persoonlijk terug. Alleen enkele anonieme brieven bleven onbe antwoord, maar dat zal dan ook wel de bedoeling zijn geweest. Het verhaaltje over de oude man in het bejaardenhuis, die van de directrice verkassen moet (14 maart j.l), leverde echter zoveel reacties op dat het onmogelijk is daar stuk voor stuk op in te gaan. De redactie suggereerde dat ik in mijn vaste hoekje maar een algemeen woord zou schrijven. Eerlijk gezegd houd ik niet zo van deze methode, maar in dit geval is het toch wel de boste oplossing. Wat mij vooral tegen staat is dat ik een soort onthulling moet plegen. Maar allez hop. daar gaat ie. Een cursief-schrijver of -schrijfster is geen gewo ne journalist(e) die nieuws of achtergrond informatie daarover brengt. De waarheid van een cursief zit niet altijd in echt gebeurde voorvallen, maar in verhalen die wel levensecht zijn. Uw geurige kopje koffie is gezet van een melange van diverse soorten. De smaak is verder ook afhan kelijk van de manier van branden. In ieder pak koffie zit een geheim, dat door mengen en branden ontstaat (een verschil met het cursief: die koffie is veel te duur). Zo heeft ook ieder cursief een geheim. Een paar boontjes uit de plantage van het echte leven worden gemengd met bonen die groeiden in de fantasie. Die melange van Wahrheit und Dichtung moei als ..echt" herkenbaar blijven, waarbij het merkwaardige zich voordoet dat de waarheid soms gekker en ongeloofwaardiger is dan de fantasie. De percentages van uit de duim gezogen en letterlijke waarheden verschillen iedere week, ze kunnen va riëren van nul tot honderd. Dat is mijn geheim. Alleen voor deze ene keer geef ik het geheim prijs: Die oude man in het bejaardenhuis was een ver sluierd echt verhaal, waarbij een enkel detail uit de duim kwam. Onder meer dat van de koude afwas singen Wat koopt u voor deze onthulling? Nie'ts, want details zijn nooit zo essentieel. Eigenlijk schrijf ik nooit „zomaar" een stukje. Meestal zit cr iets bij in, een paar boontjes „naden ken", een dikke boon „spiegel". Dat u die niet altijd opmerkt, is natuurlijk vooral mijn fout. dan is d« dubbele bodem te verstopt weggeschreven. Overigens weten we allemaal dat zelfs de beste koffie verprutst kan worden door cr nonchalant een pot bruin vocht van te brouwen. Zo kan iede verhaal - zelfs al is het goed - slecht gelezen worden waar ik me dan wel onprettig, maar niet schuldig bij voel. Zo schreef iemand dat het asociaal van me was dat de oude man zuchtte: „Ach misschien zou dat noj het beste zijn gewoon doodgaan." Zoiets meende men hoort niet in een christelijk dagbl, thuis. Weet u. als de oude man iets mooi-vrooms had gezegd, wilde die directrice hem even zo vrolijk slijten hoor. Dat maakte hem juist zo wanhopig. We zullen David nu maar niet citeren, maar hoe heeft hij niet gekermd? looi Een ander adviseerde me acuut naar de ombudsman te draven. Een lieve dame meende dat ik de directrice moest bekeren. Eerlijk gezegd hoopte ik dat mijn cursief dat zou bewerken. Een al wat oudere vrouw bood aan met een timmerman ter plekke de zo nodige handgreep voor de oude heer weer te monteren. Een mens naar mijn hart. zo praktisch en spontaan. Uit verschillende brieven klonk twijfel over de waarheid van het verhaal. Enfin, men kent die nu. Ook kwam er een klacht dat nieuwsmedia altijd een negatief beeld geven van bejaardenhuizen. Welaan, ik geloof naar positieve verhalen te speuren. Bijna iedereen was boos op de directrice en terecht, maar had niemand tussen de regels door gelezen dat de oude heer niet zonder meer een lieve, krasse grijsaard is? Maakt u zich verder geen zorgen, er wordt aan de situatie gesleuteld en ik heb goede hoop dat alles met een sisser afloopt. A propos wat doen we, wat doet u voor en met bejaarden? Of vindt u soms dat zo'n moralistisch vraagje niet thuis hoort in een christelijk dagblad? Nou dan weet ik het ook niet meer. Tenslotte: oprechte dank voor de vele aardige en zelfs voor de minder aardige brieven, die me hoe dan ook toch bemoedigen door te gaan. U blijft welkom, zowel met gram als met sympathie. NIJïv eerst (1562 De Vei het gi Filips maar 1 period gon er aan ht efficiëi ten tiji cipe' (1 schrij\ gel: he enige 1 voor z noodzi In het niet te ops tax zich t gezag, recte man, ürann delt, 2 gen er toeëig der a ter, ni door Annemarie Lücker Het moet ieder seizoen een behoorlijke klus zijn om een op een groot publiek gerichte veelzijdige collectie samen te stellen. Dat is C en A prima gelukt, zo bleek vorige week tijdens een flitsende presentatie waar iedere groep ruimschoots aan de beurt kwam. C en A ziet de grove blauwe katoen met een smal wit streepje als de opvolger van de klassieke blauwe denim. Kinderen kunnen kiezen uit een hele reeks broeken, jacks, rokken, bermuda's, rokbroeken en tuinbroe ken van dit katoen, dat samen met het populaire kaki een ijzersterke basis vormt in hun klerenkast (20 t/m 50 gulden). Er is veel wit voor de kleintjes; het staat enig, al zal. het iedere dag gewassen moeten worden. Ook in de „volwassen sector" is het kaki en wit, dat C en A heel flatteus en onverwacht combineert met pastel bleu en roze. Witte voetbalbroekjes en satijnen shorts zijn er voor vijtien gulden; ze worden gedragen door mannen en vrouwen, samen met satijn jacks, katoenen bloussons en zeiljacks. Vrolijke nylon zeilpakken kosten slechts veertig gulden en in het kader van de ultra- sportieve mode door beide seksen op nog heel wat meer plaatsen te dragen dan in de zeilboot. Voor een tientje brengt C en A strapless plastronnetjes die natuurlijk ge dragen worden op wijde strokenrokken (vanaf 35 gulden) of op bedrukte plissé rok ken. Van India katoen zijn er romantische jurken met borduursel, kwasten en kant, vooral in wit, maar ook in zwart. Zwart zullen we deze zomer veel tegenkomen, ge combineerd met rood, wit of écru. Êcru is de laatste tijd een heel eigen leven gaan leiden, C en A heeft erg mooie bloezende écru truien van molton, dweil of wafeltjeskatoen. Jurken nieuwe stijl, afgekeken van onderjurken oude stijl, in pastelkleuren en wit, vanaf 59,-. VRAGEN uitsluitend In envelop sturen nssr postbus 507. Voorburg Per vraag een gulden In postzegels, het liefst in «vssrden vsn 55 er 45 ets. bijvoegen, en beslist niet ssn de buitenkant opplakken Geheimhouding verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gelegd i i niet rr Khaaj Terry, bril jar nent i Ook dat is interessant. Wat de md*'at d ten betreft: Een Hollandse duit v moge- 1766 en een oortje waarop de naa docen van Jean Louis van Eldert de sor bisschop van Luik (1688-1694) vo< mi-per komt. Vaak hebben we in deze t zodra briek deze kleine muntjes (te verf was d lijken met onze cent, maar in die VRAAG: Mijn berk wordt binnen kort bijgesnoeid. Er vloeit dan sap uit. dat ik graag zou willen conserve- ren. Weet u daar iets op? ANTWOORD: Behalve het sap. le vert de berk nog knoppen, bladeren en schors, waarvan thee getrokken kan worden, hand- en voetbaden georganiseerd, lotion, cleanslngmilk enfin, heel veel goede dingen. Het sap van de berk is een uitnemend middel, tegen roos en haaruitval en chronische uitslag WIJ zochten con tact met Hem Petersen, te Harfsen. (Paree» de hoogbejaarde krul- denspecialist, die het artikel, dat Fred Lammers verleden Jaar over hem schreef, op een ereplaats Inzljn werkkamer heeft geprikt. Dat ber- kensap n oet n en niet zomaar in een flesje wegzetten, want dat is erg jamner. Vernengen net pure alco hol en desgewenst als het om een heel droge hoofdhuid gaat. wat gly cerine (8** i toevoegen. Als u moeite heeft met dit recept, kimt u de heer Petersen altijd om raad vragen. Hij is een zeer bijzondere n an. die niet bang ls voor concurrentie. VRAAG: Kunt u me iets vertellen over de Ginsengwortel, waarover men zoveel hoort, tegenwoordig. ANTWOORD: In het Julinummer van de Consun entengids 1975 blz. 252, kunt u op de bladzijde: Handel in illusies over dit „moderne" won dermiddel een artikeltje lezen en zelf uw conclusie trekken Onder de naam Alruin en Mandragora is deze plant uit de familie der Nachtschaden ook wel bekend als het heksenkruid en de wortel als het heksen- of tovermannetje, dat een belangrijk bestanddeel was van al lerlei toverdranken, die de consu ment zowel „Hypnos (de slaap o.a. bedwelming) en Thanathos (de dood)" konden verschaffen. De lief de had met deze drankjes ook wel wat te Ti aken. De mythe gaat. dat deze planten vooral onder de galgen groeien en dat de nerkwaardig ge vormde wortels de meeste kracht hebben als ze s nachts op slag van 12 worden gerooid. Het boek van H. H. Ewers: Alraun. n aakte, als grie zelboek, een jaar of vijftig geleden een grote opgang. VRAAG: Wat is dit voor een merkwaardig muntje? Of is het een penning? ANTWOORD: Het een noch het an der. Jamner dat we een afbeelding niet kunnen plaatsen van dit n erkwaardige voorwerpje: Zo groot en zo dik als een ouderwets vierkant stuivertje. Aan de voorzijde een hoorn, aan de keerzijde een zgn. han erkruls Onder de hoorn de let ters I. D. Dit ls een muntgewichtje. dat omstreeks het Jaar 1650 vervaar digd werd door de Rotterdamse muntgewichtn aker Isa&c Deelen. Het voorwerp geeft het gewicht aan van een gouden pistool (Spaanse munt). Deze gewichtjes horen in een doosje, waarin een uiternate pre cies metend goudweegschaaltje past. Elke handelsman had zijn ei gen gewichtsdoosje bij zich en dat was ook wel nodig, want van gouden en zilveren munten werd wel eens iets afgeknipt van het waardevolle metaal. Een stevige tik op de munt plette het goud of het zilver wel weer uit tot het oorspronkelijke model (snoeien) en geen haan zou er naar kraaien (dacht men). Om dit ge knoei te kunnen voor kon en werd na 1750 de kartelrand ingevoerd en ook het randschrift, zoals we dat op onze gulden nog steeds kennen was moei lijk te imiteren of te herstellen. Ons randschrift had de hele wapen spreuk van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden moeten zijn, n aar dat kon er niet alle-n aal op, zodat men de nog tegenwoordig ge bruikte san envatting: God n et ons. inplaats daarvan liet slaan. Over muntgewichtjes en al wat daarbij te pas komt, zou nog wel meer interes sants te vertellen zijn. ANONIEME brieven: Wij vinden het Jamner. sonmige brieven niet te kunnen beantwoorden, omdat adres en naam van de schrijver ontbreekt. Uiteraard is het onmogelijk alle vra gen en antwoorden ln de rubriek op te nemen (ongeveer vijf procent en dat is sons nog te veel voor de ruimte) en dan gaat zo'n aardige reactie of goede tip zonder n eer de mist in. VRAAG: Bij werkzaamheden in het Westland (ik ben grondwerker en draineerden vond ik heel oude drai- neerbuizen. mooi om te zien en met de hand vervaardigd. Waar zou men mij iets meer over deze dingen kun nen vertellen? ANTWOORD: U zit er niet zo ver vandaan: ik zou u aanraden eens contact op te nemen met de archiva ris van het Hoogheemraadschap Delfland en te vertellen, waar u pre cies die buizen vond. Men weet al licht daar meer over oude drainage methoden en de middelen die daar bij gebruikt werden om de verwijde ring en de opvang Van het water te bespoedigen. Mijn petje af voor een man, die oog had voor iets bijzon ders en niet zonder meer met zijn dragline de heleboel in elkaar stampte. Wil willen er gwag nog eens iets over horen. VRAAG: Rente van spaargelden (waar ik tenslotte vroeger al belas ting over betaalde) geldt die als In komsten? ANTWOORD: U moet die rente bij uw andere inkomsten vermelden. VRAAG: over munten: Als wij in onze groententuin werken, kon t er wel eens iets te voorschijn. Wat zijn dit voor munten? heel wat n eer waard) besproken. Alle e ANTWOORD: De Jongste munt is gedateerd 1766, dus als deze munten bij elkaar zouden horen, zouden de andere ook ongeveer uit die tijd moeten stammen. Dat is niet zo, n aar u n oet toch eens nagaan op de oude kaarten van uw gemeente, of er vroeger een herberg geweest is op de plaats waar uw groentetuintje nu is. dan wel een wisselplaats van paarden of een afweg naar het veer. Zilveren Philipsdaalder uit 15( ?en^ n et het randschrift: Dominus m Adjutor (De Heer is mij tot hulp) n et de in ons land zo gehate Phill v1 II, compleet met het baardje, dat .r1 vooruitstekende Habsburgkin ni keert, is wel iets bijzonders. met s VRAGEN: betreffende gedichl o.a. van Hanna Lam en Michel v. Plas. Helaas hebben wij definit een streep moeten zetten achter I >Vond speurwerk naar de vindplaats v grote en kleine versjes, van beket of reeds lang vergeten dichters, i het versjes betreft, die in ons eifl register genoteerd zijn, kunnen zonder meer antwoord geven, ml don expres daarvoor grote stapels i Basje. dichtenbundels in huis halen ol |41jn bibliotheken uit de kasten slep kaïn.] kost (e veel tijd. Wij verzoeken oi tat vragenstellers, als het eigentij( dichters betreft, hun vragen aan( voore- ze dichters zelf te richten en datf ]er pT te doen via de uitgever van I Terrv-, laatste boek of de laatste bunde y

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 6