Toni Boltini:
'Ik zal laten
zien dat ik er
nog ben'
CE
M
0
D
E
Sprookjes
kleren van
Puck&Hai
PROBLEEM 00K HET ONZE
Kleine Salomo
'Het was altijd vechten met
de rug tegen de muur'
K
C
ir
MAANDAG 21 MAART 1977
VARIA
Trouw/Kwartet
door Fred Lammers
VUGT „Ik ben het sterkst op momenten dat ik het
zwakst ben. Dan begint het vuur in mij te vlammen. Door
de gebeurtenissen van de afgelopen weken, vooral door
de verkoop van het circus, is de oude strijdlust in mij
losgebroken. Ik werk nu met nog groter inzet dan voor
heen. Ik zal de mensen laten zien dat ik er nog ben. We
hadden een eerste klas programma voor het nieuwe
seizoen maar we komen nu tijdens de première op 7 april
in Utrecht met een voorstelling die nog honderdduizend
keer beter is."
TONI BOLTINI sociaal onrecht (foto: George Burggraaff)
Toni Boltini (57) zegt dat niet zo
maar. Hij is van 's morgens vroeg tot
laat in de avond in de weer om
ervoor te zorgen dat. ondanks de vele
tegenslagen in de laatste tijd. de
naam Boltini geen lachertje wordt.
Want Toni Boltini mag dan het
grootste Nederlandse circus zijn. de
recente geschiedenis bewijst dat er
maar weinig voor nodig is een circus
te laten verdwijnen. Boltini is het
enige van de zeventien Nederlandse
circussen die er net na de oorlog
waren, dat er in is geslaagd het hoofd
zij het moeizaam boven water
te houden.
Toni Boltini heeft de afgelopen
maand morele opkikkers gehad,
vooral van studentenoragnisaties zo
als van de Utrechtse studentenver
eniging Veritas, die tijdens de ge
rechtelijke verkoop van het circus
een deel van het materieel kocht om
dit Toni voor de duur van vijftig Jaar
tegen de symbolische huur van een
gulden per Jaar weer ter beschikking
te stellen, maar ook de brieven en
telefoontjes van hem wildvreemde
mensen, de bijdragen in natura, met
name grote blikken verf om circus-
materieel te schilderen. Die opkik
kers hebben Toni gesterkt om niet
bij de pakken te gaan neerzitten.
Velen zouden dat wel doen als ze een
belastingschuld van anderhalf mil
joen gulden hadden en bij een be
drijfsvereniging voor 130.000 gulden
in het krijt stonden.
Angst
Tijdens ons gesprek gaat regelmatig
de telefoon. De eerste keer is het de
belastinginspecteur. Even later
moet Toni dochter Antoinette moed
inspreken en tussen de bedrijven
door stapt er nog een plaatselijke
politieagent binnen voor zakelijke
informatie.
..We weten niet wat ons het volgende
ogenblik boven het hoofd hangt.
Onze circusgemeenschap leeft in de
voortdurende angst. Als er een poli
tieagent of een deurwaarder het ter
rein op komt, denk Je: wat gaan ze
nu weer tegen ons ondernemen? Het
is een psychische moord. Je kunt
iemand beter een kogel geven. Dan
is hij meteen uit zijn lijden. Ik leef
onder een geweldig grote spanning.
De hele dag slik ik valium. De slaap
nauwelijks, want de zorgen neem je
mee naar bed Er gaat te veel door je
heen. Vandaar dat ik 's morgens om
drie uur al opsta en dan maar naar
mijn kantoortje ga. Daar ligt werk
voor tien jaar," bekent Toni. terwijl
hij uit het keukentje van het huis op
wielen een banaan haalt om zijn
honger te stillen. Het is 's morgens
tien uur en Toni heeft er al een dag
op zitten.
Hoewel hij af en toe probeert te
lachen, ziet hij er gespannen uit. „Ik
heb de regering voorgesteld 300.000
kaartjes 3,50 van mij te kopen en
die aan bejaarden en gehandicapten
ter beschikking te stellen. Dan zou ik
mijn schulden kunnen betalen, maar
ze zijn er niet op Ingegaan, zoals ze
nooit ergens op ingaan," zegt Toni,
terwijl hij heen en weer loopt door
het vertrek, een omgebouwde oude
autobus.
Beschamend
Toni's pad is nooit over rozen ge
gaan. „Ik heb het nu erg moeilijk,
maar vroeger was het ook niet ge
makkelijk. Het was altijd vechten
met de rug tegen de muur, VToeger
tegen de vermakelijkheidsbelasting,
nu tegen de hoge gemeentelijke en
sociale lasten die ons worden opge
legd. De regering hoeft mij geen mil
joenen subsidie te geven. De meest
voor de hand liggende oplossing is
dat ze circus Toni Boltini met rust
laten en ons tegemoet komen in de
hoge sociale lasten, die zo veel geld
opslokken. Het is beschamend dat
de regring heeft toegestaan dat mijn
circus werd verkocht terwijl alle mi
nisters, op de heer Van Doorn na,
herhaaldelijk bij ons over de vloer
zijn geweest. Ze hebben bij ons kof
fie gedronken en gezegd dat ze vóór
het circus zijn, maar ze hebben nu
het er op aankwam geen hand uitge
stoken om mij te helpen. Vlak voor
de verkoping heb ik de hulp van de
minister-president Ingeroepen. De
dag na de veiling kreeg ik een brief
van de heer Den Uyl, waarin stond
dat hij het zou doorgeven. Maar hij
heeft niet belet dat de president van
de Amsterdamse rechtbank zich
heeft laten gebruiken om onrecht te
plegen. Die rechtbankpresident
heeft bezittingen van mijn kinderen
laten verkopen. Ik klaag hem daar
voor in het openbaar aan. Ze zijn nog
niet van me af!"
Toni Boltini is heel blij met de brief
die hij onlangs van het ministerie
van CRM kreeg, waarin staat dat een
circus een cultureel theatergebeuren
is. „Ik denk dat ze dat per ongeluk
hebben geschreven, maar ze hebben
het in elk geval gedaan en dat wilde
ik nu juist uit Den Haag horen, want
het circus is een cultuurgoed. Soms
denk ik: waren we maar zigeuners.
Die krijgen gesubsidieerde woonwa
genkampen. gesubsidieerde wagens,
lopen voor 99 procent bij sociale
zaken, wegenbelasting wordt door de
gemeentelijke sociale diensten voor
hen betaald en zo worden ze nog op
1001 andere manieren geholpen. Bui
tenlandse circussen krijgen hier een
voorkeursbehandeling. Om ons ma
ken ze zich niet druk. Dat vind ik een
sociaal onrecht. De kwestie Boltini
lost zich vanzelf op, hebben ze on
langs binnenskamers bij CRM ge
zegd, en ze doelden op de drie hartin
farcten die ik heb gehad."
Klein circusje
Velen zouden er onder deze omstan
digheden maar mee stoppen. Heeft
Toni nooit die neiging gehad ermee
te kappen en het circus maar het
circus te laten? Toni ijsbeert op
nieuw de kamer rond en zegt dan: Ja.
vorig jaar met die geweldige hitte,
toen er wekenlang nauwelijks bezoe
kers kwamen, heb ik erover gedacht
inplaats van dit circus een klein cir
cusje te beginnen. Maar al gauw
dacht ik: dat nooit! Heb je daar al
die tientallen jaren zo hard voor ge
werkt, een groot deel van je leven
gevochten om een groot Nederlands
circus te stand te brengen? Vroeger
dacht ik: als ik vijftig ben stop ik
ermee, nu zeg ik: ik schei er pas mee
uit als ik sterf. Dan laat ik een groot
Nederlands ciscus na en wat er dan
mee gebeurt moet de regering maar
weten."
Toni weet zich gesteund door zijn
gezin. „Dicky en de kinderen ver
trouwen op mij. Papa weet het wel,
papa maakt wel alles in orde", zeg
gen mijn dochters. Als kinderen
zoiets van je zeggen, doet dat je wel
wat. Ze hebben ook alles voor het
circus over. Toen Antoinette on
langs in Monaco met hogeschoolrij
den een prijs won, heeft ze het geld
dat ze daarmee verdiende gebruikt
om er kostuums voor het circus te
kopen. Het zijn echte circuskin
deren."
Dat neemt niet weg dat Toni ervoor
heeft gezorgd dat ze een goede op
voeding hebben gekregen. „Ik heb
alleen lagere school. Dat heb ik al
tijd als een groot tekort aangevoeld.
Ik wilde dat bij mijn dochters voor
komen. Vanaf dat ze naar de kleu
terschool gingen tot het einde van
de lagere school heb ik elke ochtend
beschuitjes voor ze klaargemaakt
en ze daarna naar school gebracht in
elke plaats waar we waren. Ze na
men zelf hun boeken mee en op de
meeste scholen was men wel bereid
een beetje extra aandacht aan hen
te besteden en hen verder te
helpen."
Zo werd het circus ook hun leven.
„Als je eenmaal een paar schoenzo
len bij het circus hebt versleten blijf
je er bij," zegt Toni. Het is hem ook
met de paplepel ingegoten. Zijn
Duitse grootvader begon een rei
zend goocheltheater, dat later door
vader Hannes werd voortgezet. In
1946 startte Toni met zijn circus,
zoals ook zijn zes broers en zusters
een levensdoel kozen waarin het cir
cus en het theater een rol speelde."
Ik heb een harde opvoeding gehad.
Ik geloof dat niemand in Vught in
zijn jeugd zoveel slaag heeft gehad
als ik. Het was ook heel hard werken
en pas 's avonds laat naar bed. Dan
werden de schotten van het toneel
om de wagen van mijn ouders gezet,
stro op de grond gelegd en daarop
sliepen wij," herinnert Toni zich.
De vele bijvalsbetuigingen aan het
adres van Toni Boltini hebben er
ook toe geleid dat er een stichting
tot steun aan de Nederlandse circus
sen naast Boltini zijn er nog een
stuk of vijf kleinere circussen zal
worden opgericht. Als ik Toni vraag
of hij daar blij mee is, antwoordt hij:
„Ik heb al zoveel teleurstellingen in
mijn leven gehad door dingen waar
ik veel van verwachtte, dat ik nu
niets meer verwacht. Dan kan het
alleen nog maar meevallen."
Toni weet ook dat er veel mensen
zijn die zo'n circus met gedresseerde
dieren maar niets vinden." Ik wil
niet zeggen dat ik daarvoor geen
begrip kan opbrengen. We zijn in
wezen allemaal verschrikkelijke
mensen. We laten andere mensen
voor ons moorden, laten varkens
vetmesten omdat we lekkere karbo
naden willen hebben, terwijl dat
toch ook beesten zijn met broertjes
en zusjes. De eitjes die we eten ko
men van kippen die in heel kleine
hokjes zitten, waarin zij zich niet
kunnen omdraaien. Ze kunnen al
leen hun behoefte doen en eitjes
leggen. Er zijn miljarden van die
kippen! Tegen mensen die het heb
ben over „die arme dieren in het
circus zeg ik daarom: gelijk hebben
jullie allemaal, maar ben ik degene
die het voorbeeld moet geven als
bijna iedereen eraan mee doet? Ik
heb eerbied voor het leven en met
dat uitgangspunt ga ik met mijn
dieren om. In circus Boltini mag
iedereen te allen tijde komen kijken
als we aan het oefenen zijn zonder je
komst van tevoren aan te kon
digen."
door Mink van Rijsdijk
De boerderij waar ik kwam, was nog een echte,
zonder modieuze strapatsen. Men had geen met
rundlederen kussens gesierde zitkuil op de deel aan
gebracht hoe zou dat ook kunnen? er was
gewoon een degelijke trekker gestationneerd. Er
brandde geen rustiek blokkenvuur, wel bivakkeerden
in een hoek een paar hoogzwangere schapen, wach
tend op hun uur. Want er is een tijd om te baren en
een tijd om te sterven, wist Prediker al. Er was veel
gebaard op de hoeve, diverse schapen hadden al mooi
hun best gedaan, de herdershond zat rijkelijk in het
nakroost en aan jonge poezen was ook geen gebrek.
De boer en boerin zijn jong en enthousiast. Ze
houden van hun schapen en zijn in hun schik met
iedere worp van een stel lammeren. Niet alleen omdat
het hun broodwinning is, maar ook om de vreugde
van nieuw leven. Ik vond het heerlijk te ontdekken
dat zij hun beesten kenden. Een schaap was volgens
de boerin een echt lieveke, een ander een eigenwijze
stinkerd. De gevlekte bleek schuw als een wezel en
een grijze werd als mooi van wol, maar stom van kop
getypeerd. De meeste vachten gaan niet naar de
wolfederatie, maar blijven op de boerderij, waar de
vrouw des huizes ér dan mee achter het spinnewiel
kruipt. Trots liet ze me haar voorraad zien. Mijn hand
woelde door de knotten; zij verspreidden de juiste
melange van mest en groene zeep, een geur die vele
dure flacons ver te boven gaat voor de echte
„wolgek" wel te verstaan. „Rijk is dat hè zoveel
eigen wol en de lucht is prima," opperde ik.
,,U snapt het," waardeerde ze. Daarna hadden we
een invoelbaar gesprek over het voordeel van houten
breipennen boven stalen, over patronen en al die
belangrijke kleinigheden de wolmaniak zo eigen. We
bleven veel te lang aan de praat en toen de vrouw het
erf afspurtte om hun kind uit school te halen, had ik
nog het vetplantstekje niet, waar ik voor gekomen
was. Ik ging met de boer mee naar de warme
woonkeuken, waar we ineens wat schutterig uitge
praat leken. De vensterbank puilde uit van grote,
bossige siernetels en weelderige begonia's. „Wol en
planten," vertrouwde de man me toe, „daar krijgen
de vrouw en ik nooit genoeg van, 't is onze lust en ons
leven." „Maar vetplanten zie ik niet," stelde ik
nuchter vast. „Die staan in het kasje, tja en
daar gniffelde de man geheimzinnig. Hij troon
de me mee naar een vreemde puist, die aan het huis
was gebouwd en die een kruising leek tussen een uil
zijn krachten gegroeide serre en een broeikasje. Er
stonden agaven te overwinteren en oleanders, gerani
ums en wat al niet, afgezien van bakken vol cactussen
en vetplanten. Mijn gastheer werd ineens spraakza
mer, olijk biechtte hij op dat hij en zijn vrouw
uitgerekend hier in dit kleine paradijs de laatste tijd
nogal eens woorden hadden. Of me niets opviel?
Nou, groen en knoppen en een niet aanwijsbare
toewijding voor alles. Verder niets? Nee echt niet,
hee Wat vliegt daar nou? De man lachte en verweet
me dat ik een slechte huisvrouw was. Zag ik dan niet
overal vogelpoep? Hij had de afgelopen winter zo nu
en dan een raampje op het zuiden open gezet, wat
zaad gestrooid om hongerige musjes naar binnen te
lokken. En het was gelukt. Er vloog nu regelmatig
een paartje in en uit. „Dat wordt hier straks nestelen.
Prachtig, niet? Maar Bep vindt het troeperig. Zij doet
steeds het raam dicht, veegt het zaad weg, nou en dan
doe ik het weer open en leg nieuw voer neer.
Tja Later bij de koffie zei de boerin: „Je hebt
het mevrouw zeker wel verteld? Jij zoekt met je
gladde praatjes overal gelijk. Maar ik vind dat vogels
buiten horen. Er is werk zat in het kasje zonder al die
vuiligheid." Beiden keken naar mij en ik wenste de
wijsheid van Salomo te hebben. Een broedend vogel
paar in huis leek me het einde, maar de rommel was
natuurlijk wel hinderlijk. Toen zei hun zevenjarig
zoontje: „Als pa zo graag vogels binnen heeft, moet
pa ook zelf hun poep opruimen, dat is nogal glad,
maar pa vindt vloeren boenen vrouwenwerk en dus
heeft moe gelijk." Eigenlijk hoeft zo'n kind geen
verbazing te wekken als je een kleine Salomo bent,
zie je de dingen erg helder.
door Annemarie Lückei
doi
'AM
Me;
ver
con
Dit
dat
liet
Con
<jooi
leest
iuss
leen
lanc
*tie-e
Tuil
.het
New
Van
Zoa
ook
ken
.wer
;voo
«bel.
'ticu
do
Ato
Vo
eer
'cii
bel
VRAGEN uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507, Voorburg.
Per vraag een gulden In postzegels het liefst in waarden van 55 en
45 ets bijvoegen, en beslist niet aan de buitenkant opplakken
Geheimhouding verzekerd Briefkaarten worden terzijde gelegd.
VRAAG: In het prachtige boek:
Amsterdamse Emigranten, onder
redactie van dr J. Stellingwerf, ko
men een paar brieven voor, ontleend
aan het Wormserarchief, geschreven
door Koenraad Adriaan de Jongh en
zijn broer Hendrik, beiden af
komstig uit Ameide of Tienhoven
(Z.H.), aan de familie Wormser. ZIJ
zullen ook naar andere vrienden
brieven geschreven hebben. Zou het
mogelijk zijn, van deze correspon
dentie iets terug te vinden en ook
contact te krijgen met nakomelin
gen van deze De Jonghs in
Amerika?
ANTWOORD: Slechts zeer zelden
vindt men ergens verzamelingen
brieven terug, zoals de in het boven
genoemde boek voorkomende. Dit is
een goede gelegenheid onze lezers
aan te sporen bundentjes oude brie
ven en paperassen eens nader te
onderzoeken Wie weet, wat er nog
uit komt Wat het tweede gedeelte
van de vraag betreft: Ongetwijfeld
zullen In Pella (Iowa) hog nakome
lingen van deze De Jonghs op te
sporen zijn. De samensteller van het
boek zal u wellicht aan het adres
van een kerkelijk bureau of iets der
gelijks te Pella kunnen helpen. In
het wilde weg schrijven naar een
kerk in een Amerikaanse stad heeft
geen zin.
VRAAG: Waar kan men vakantie
houden in een Christelijke sfeer. Dat
mag toch in een Christelijk blad wel
eens vermeld worden
ANTWOORD: En gelukkig gebeurt
dat ook Met Dick Ringlever (de
man die ailes van reizen en vakantie
afweet bij Trouw) hebben we uw
vraag ernstig besproken Zonder zelf
te zoeken vonden we tal van moge
lijkheden van reisverenlglngen en
gezelschappen, reizen, onder leiding
van een predikant, oecumenische
reizen, advertenties van hotels, waa
ruit duidelijk bleek, dat een „Trouw-
lezer" zich daar thuis kan voelen.
Vakantieoorden van verschillende
kerkgenootschappen: dat alles en
nog veel meer is te vinden in de
advertenties van ons blad.
Vraag: Waar kunnen we de witte
zeehondjes kopen, die verkocht wor
den door een stichting tot redding
van deze diertjes?
ANTWOORD: Enige tijd geleden
heeft een foto van de Zwitserse mil
jonair Franz Weber, met zijn nylon
zeehondjes in ons blad gestaan. Met
het geld dat uit subsidies, giften en
de verkoop van deze dingen binnen
komt, wil Franz Weber de pachtsom
die de jagers aan de Canadese rege
ring moeten betalen, afkopen en zo
mogelijk de jagers vergoeding aan
bieden voor gederfde inkomsten.
Een voortdurend politietoezicht zal
dan wel nodig zijn. Wie belangstel
ling voor het werk van deze stich
ting heeft, of een van de afdelingen
in Nederland wil organiseren, kan
zonder meer schrijven aan Franz
Weber. Montreux.
VRAAG: Waar ergens in Groningen
is de kerk waarin zich het volgende
grafschrift bevindt: „Wat is toch 's
waerelts valsbedrijf, lek bracht
'taan het zesde wijf en meende 't
waer gewonnen. Nu ben ick koud en
stijf. Hieronder lijt myn lijf, als van
den doot verslonden."
ANTWOORD: Dit is het grafschrift
van ds Hermannus Sebastiani in de
Hervormde Kerk van Garmerswol-
de, waar deze predikant van 1615-
1663 heeft gestaan en tot zijn dood
in 1672 bleef wonen. Daarvoor stond
hij 2 jaren in Siddeburen, na zijn
bevestiging. Van zijn 95 levensjaren
was hij 60 jaar predikant. Het is
inderdaad een merkwaardig graf
schrift in een mooie, oude kerk. Wie
hier eens wil komen kijken, moet
dat wel even bespreken. Droeviger
en wijzer geworden na diefstal en
vernielingen door vroegere bezoe
kers. laat men liever geen onbeken
den meer rondwandelen.
VRAAG: Wie is de uitgever van het
boek over de Eenzaamheid van
prins Hendrik. Geen enkele boek
handel kan mij helpen?
ANTWOORD: Op 17 april 1976 stond
in Trouw (pag. 9 of 11) een artikel
van Fred Lammers over prins
Hendrik: De man die niet wilde
schitteren en op 2 oktober 1976 was
er een boekbespreking, eveneens
van Fred Lammers: Prins Hendrik
ging eenzame weg. Dit artikel is
geschreven naai aanleiding van zijn
boek: Drie prinsen naast de troon,
uitgave Hollandia te Baarn 198
blz., veel foto's, 17,90. Deze prinsen
zijn prins Hendrik, prins Bernhard
en prins Claus.
VRAAG: Er is iets vreselijks ge
beurd: Mijn wasmachine voor de
bontewas, met allerlei spulletjes van
ons kleintje, sokken en overhemden
enz., enz., heb ik per vergissing op de
hoogste temperatuur en het langste
programma laten draaien. Nu is al
les doorgelopen en gevlekt, gekrom
pen en vervilt. Wat is er nog aan te
doen?
ANTWOORD: Niet veel, vrees ik.
Betreft het effen en niet-gekrompen
zaken dan zou u bij de drogist kun
nen vragen naar „Ontkleurder".
Laat hem dan ook eens zien waar
voor u dit zou willen gebruiken en
vraag hem of hij de mogelijkheid
nog wel ziet zitten. Wat vervilt en
zwaar gekrompen is, is nergens meer
voor te gebruiken. Eén troost: Iets
dergelijks overkomt alle huisvrou
wen maar één keer!
VRAAG: Een merkwaardige munt
met opschrift: Ludovicus Moro, enz.,
enz.. Wat is de oorsprong en het
jaartal?
ANTWOORD: Deze munt zou men
als tegenhanger kunnen beschou
wen van de zgn. Agrippamunt. die
we een poosje geleden bespraken.
Ook een fantasiemunt, die men ca
deau krijgt bij (Italiaanse?) scheer
mesjes. Het is een onzuivere naboot
sing van een Italiaanse teston uit
Milaan van omstreeks 1500. Tot uw
troost worde vermeld, dat wij al heel
wat vragen over deze scheermesjes
goudstukken hebben binnengekre
gen en dat ieder ook had gedacht
dat het iets heel bijzonders was.
VRAAG: Ditmaal over een penning,
voorstellende de beeltenis van de
jonge koningin Wilhelmina. Aan de
keerzijde: Te Amsterdam ingehul
digd 6 september 1898. Deze pen
ning was uitgereikt aan de beste
leerling van elke klas: „Volgens mijn
vader, die ook vertelde dat deze pen
ningen werden geslagen van het ko
per van de kanonnen van Lombok.
Wilt u een en ander nog eens na
gaan. Zijn er veel van deze pen
ningen?
ANTWOORD: Het is inderdaad een
zgn. beloningspenning, die publiek
te koop werd aangeboden en waar
van er in Amsterdam alleen al 76.000
werden uitgereikt. Veel waarde heb
ben ze niet maar het is een aardig
bezit om te bewaren en er iets verder
over te vertellen. Vermoedelijk was
het schoolbestuur een beetje kort
bij kas en vond het een goede gele
genheid om het knapste jongetje
van een klas te belonen. Wie ooit een
dergelijke beloning ontving, herin
nert zich ook wel de bittere nas
maak van zo'n glorieus moment,
want de minder begenadigde kinde
ren namen zoiets natuurlijk niet en
het feestvarken kwam dan ook wel
met een verfomfaaide witte jurk of
een bebloed matrozenpakje thuis).
Wij vonden in alle ons ten dienste
staande werken niets over de kanon
nen van Lombok in verband met
deze penningen. Waarschijnlijk is de
verwarring veroorzaakt door het
Lombokkruis, dat geslagen werd uit
het koper dat inderdaad van de in
1894 op Lombok veroverde kanon
nen afkomstig was.
Wie wel eens heeft rondgekeken in
een van de winkels van Puck
Hans, in Amsterdam, Den Haag ofl
Rotterdam, weet dat het niet om
gewone „daagse" kleren gaat, maai
over prachtige feestelijke jurken en
pakken die weinig met doorsnee
mode te maken hebben. En vrouw l
een jurk van Puck <fc Hans valt op,
moet dan ook een beetje durf
hebben en behoorlijk veel allure.
Daarom allemaal was het erg leuk
om nu eens al die mooie, vrolijke en
exotische kleren bij elkaar te zienii
een fantastisch georganisaeerde
show in de Koningszaal van Artis,
waar meisjes op de muziek van een
steelband onafgebroken op het
podium dansten.
Het
ant
am
I voc
arn
I riet
[•het
igee
por
dat
Het
toe
geil
dat
de
nat
tior
den
zelf
in e
de
VRAAG: Kunt u mij iets vertellen
over deze zilveren munt. Heeft hij
nog waarde en uit welke tijd stamt
dit geldstuk?
ANTWOORD: Het is prettig nu ook
eens iets positiefs te kunnen mede
delen over een munt (dit wordt de
laatste keer). De afbeelding is zeer
onduidelijk en de munt is ook niet
zo rond en mooi meer als op de dag
van de slag nl. ongeveer 1550. Het is
een Karei V zilveren Grosso, gesla
gen te Milaan, in Holland gebruikt
en daarom van een Hollands stem
pel voorzien (u heeft bij de afbeel
ding zelf al een pijltje getekend
dat is inderdaad de Hollandse
Klop). Taxeren doen wij niet, maar
het bezit van zo'n munt die meer
dan 400 jaar oud is, kunnen we wel
interessant noemen.
REACTIES: van lezers: Van ver
schillende kanten kregen we adres
sen van lezers die de oude etsplaat
wel af-wilden en konden drukken.
Wij gaven de adressen door aan de
vragensteller. Hartelijk dank.
Behalve felgekleurde gebreide
bikini's, broeken, truien jurken en
groen-rood-zwarte lurex pakken vai
de „Parijse" Japanner Kansai
Yamamoto, is het merendeel in dew
colletie van Puck Hans Kemmink
zelf. Ze werken veel met
soepelvallende zijden jersey in wit,
pastel en in felle tinten voor
strapless topjes, asymmetrische
gedrapeerde en gerimpelde
boothalzen voor blouses en jurken.
Veel korte gedrapeerde tunieken
met accent op de heup hebben
vleermuismouwen, ze worden mini
gedragen of met voetloze strakke
maillots. Ook van zijden jersey zijn
een groot aantal gevarieerde zouav»
pakken. Met het woord zouave won!
de Arabische dracht bedoeld van
hele wijde rokken die pas bij de
enkels gebonden of geknoopt zijn.
De avondkleren komen regelrecht
uit de sprookjes van duizend en een
nacht. Handbedrukte, met
gouddraad en pailletten
geborduurde zijde, felgekleurde
chiffon plissé laagjesrokken en
transparante volle blouses, pastel
kleurige gebloemde chiffon
avondjurken, bezaaid met ruchesd*
aan losvallende panelen zitten en
witte jurken waarin antiek kant is
verwerkt.
Eii
Het
bez
dc
DE
ver
dot
Fo
de
He
Het
aan
yoe
wer
wer
ties
van
terl
Gre
Psa
ziek
Mes
bezi
spa:
dan
tati
Het
keu
Khj
Det
de i
op i
ven
doo
Koe
ork<
val
gehi
dan
Yvo
spe<
cha:
van
een
Ma\
vier
no.
De
teks
terp