Toni Boltini: 'Ik zal laten zien dat ik er nog ben' CE M 0 D E Sprookjes kleren van Puck&Hai PROBLEEM 00K HET ONZE Kleine Salomo 'Het was altijd vechten met de rug tegen de muur' K C ir MAANDAG 21 MAART 1977 VARIA Trouw/Kwartet door Fred Lammers VUGT „Ik ben het sterkst op momenten dat ik het zwakst ben. Dan begint het vuur in mij te vlammen. Door de gebeurtenissen van de afgelopen weken, vooral door de verkoop van het circus, is de oude strijdlust in mij losgebroken. Ik werk nu met nog groter inzet dan voor heen. Ik zal de mensen laten zien dat ik er nog ben. We hadden een eerste klas programma voor het nieuwe seizoen maar we komen nu tijdens de première op 7 april in Utrecht met een voorstelling die nog honderdduizend keer beter is." TONI BOLTINI sociaal onrecht (foto: George Burggraaff) Toni Boltini (57) zegt dat niet zo maar. Hij is van 's morgens vroeg tot laat in de avond in de weer om ervoor te zorgen dat. ondanks de vele tegenslagen in de laatste tijd. de naam Boltini geen lachertje wordt. Want Toni Boltini mag dan het grootste Nederlandse circus zijn. de recente geschiedenis bewijst dat er maar weinig voor nodig is een circus te laten verdwijnen. Boltini is het enige van de zeventien Nederlandse circussen die er net na de oorlog waren, dat er in is geslaagd het hoofd zij het moeizaam boven water te houden. Toni Boltini heeft de afgelopen maand morele opkikkers gehad, vooral van studentenoragnisaties zo als van de Utrechtse studentenver eniging Veritas, die tijdens de ge rechtelijke verkoop van het circus een deel van het materieel kocht om dit Toni voor de duur van vijftig Jaar tegen de symbolische huur van een gulden per Jaar weer ter beschikking te stellen, maar ook de brieven en telefoontjes van hem wildvreemde mensen, de bijdragen in natura, met name grote blikken verf om circus- materieel te schilderen. Die opkik kers hebben Toni gesterkt om niet bij de pakken te gaan neerzitten. Velen zouden dat wel doen als ze een belastingschuld van anderhalf mil joen gulden hadden en bij een be drijfsvereniging voor 130.000 gulden in het krijt stonden. Angst Tijdens ons gesprek gaat regelmatig de telefoon. De eerste keer is het de belastinginspecteur. Even later moet Toni dochter Antoinette moed inspreken en tussen de bedrijven door stapt er nog een plaatselijke politieagent binnen voor zakelijke informatie. ..We weten niet wat ons het volgende ogenblik boven het hoofd hangt. Onze circusgemeenschap leeft in de voortdurende angst. Als er een poli tieagent of een deurwaarder het ter rein op komt, denk Je: wat gaan ze nu weer tegen ons ondernemen? Het is een psychische moord. Je kunt iemand beter een kogel geven. Dan is hij meteen uit zijn lijden. Ik leef onder een geweldig grote spanning. De hele dag slik ik valium. De slaap nauwelijks, want de zorgen neem je mee naar bed Er gaat te veel door je heen. Vandaar dat ik 's morgens om drie uur al opsta en dan maar naar mijn kantoortje ga. Daar ligt werk voor tien jaar," bekent Toni. terwijl hij uit het keukentje van het huis op wielen een banaan haalt om zijn honger te stillen. Het is 's morgens tien uur en Toni heeft er al een dag op zitten. Hoewel hij af en toe probeert te lachen, ziet hij er gespannen uit. „Ik heb de regering voorgesteld 300.000 kaartjes 3,50 van mij te kopen en die aan bejaarden en gehandicapten ter beschikking te stellen. Dan zou ik mijn schulden kunnen betalen, maar ze zijn er niet op Ingegaan, zoals ze nooit ergens op ingaan," zegt Toni, terwijl hij heen en weer loopt door het vertrek, een omgebouwde oude autobus. Beschamend Toni's pad is nooit over rozen ge gaan. „Ik heb het nu erg moeilijk, maar vroeger was het ook niet ge makkelijk. Het was altijd vechten met de rug tegen de muur, VToeger tegen de vermakelijkheidsbelasting, nu tegen de hoge gemeentelijke en sociale lasten die ons worden opge legd. De regering hoeft mij geen mil joenen subsidie te geven. De meest voor de hand liggende oplossing is dat ze circus Toni Boltini met rust laten en ons tegemoet komen in de hoge sociale lasten, die zo veel geld opslokken. Het is beschamend dat de regring heeft toegestaan dat mijn circus werd verkocht terwijl alle mi nisters, op de heer Van Doorn na, herhaaldelijk bij ons over de vloer zijn geweest. Ze hebben bij ons kof fie gedronken en gezegd dat ze vóór het circus zijn, maar ze hebben nu het er op aankwam geen hand uitge stoken om mij te helpen. Vlak voor de verkoping heb ik de hulp van de minister-president Ingeroepen. De dag na de veiling kreeg ik een brief van de heer Den Uyl, waarin stond dat hij het zou doorgeven. Maar hij heeft niet belet dat de president van de Amsterdamse rechtbank zich heeft laten gebruiken om onrecht te plegen. Die rechtbankpresident heeft bezittingen van mijn kinderen laten verkopen. Ik klaag hem daar voor in het openbaar aan. Ze zijn nog niet van me af!" Toni Boltini is heel blij met de brief die hij onlangs van het ministerie van CRM kreeg, waarin staat dat een circus een cultureel theatergebeuren is. „Ik denk dat ze dat per ongeluk hebben geschreven, maar ze hebben het in elk geval gedaan en dat wilde ik nu juist uit Den Haag horen, want het circus is een cultuurgoed. Soms denk ik: waren we maar zigeuners. Die krijgen gesubsidieerde woonwa genkampen. gesubsidieerde wagens, lopen voor 99 procent bij sociale zaken, wegenbelasting wordt door de gemeentelijke sociale diensten voor hen betaald en zo worden ze nog op 1001 andere manieren geholpen. Bui tenlandse circussen krijgen hier een voorkeursbehandeling. Om ons ma ken ze zich niet druk. Dat vind ik een sociaal onrecht. De kwestie Boltini lost zich vanzelf op, hebben ze on langs binnenskamers bij CRM ge zegd, en ze doelden op de drie hartin farcten die ik heb gehad." Klein circusje Velen zouden er onder deze omstan digheden maar mee stoppen. Heeft Toni nooit die neiging gehad ermee te kappen en het circus maar het circus te laten? Toni ijsbeert op nieuw de kamer rond en zegt dan: Ja. vorig jaar met die geweldige hitte, toen er wekenlang nauwelijks bezoe kers kwamen, heb ik erover gedacht inplaats van dit circus een klein cir cusje te beginnen. Maar al gauw dacht ik: dat nooit! Heb je daar al die tientallen jaren zo hard voor ge werkt, een groot deel van je leven gevochten om een groot Nederlands circus te stand te brengen? Vroeger dacht ik: als ik vijftig ben stop ik ermee, nu zeg ik: ik schei er pas mee uit als ik sterf. Dan laat ik een groot Nederlands ciscus na en wat er dan mee gebeurt moet de regering maar weten." Toni weet zich gesteund door zijn gezin. „Dicky en de kinderen ver trouwen op mij. Papa weet het wel, papa maakt wel alles in orde", zeg gen mijn dochters. Als kinderen zoiets van je zeggen, doet dat je wel wat. Ze hebben ook alles voor het circus over. Toen Antoinette on langs in Monaco met hogeschoolrij den een prijs won, heeft ze het geld dat ze daarmee verdiende gebruikt om er kostuums voor het circus te kopen. Het zijn echte circuskin deren." Dat neemt niet weg dat Toni ervoor heeft gezorgd dat ze een goede op voeding hebben gekregen. „Ik heb alleen lagere school. Dat heb ik al tijd als een groot tekort aangevoeld. Ik wilde dat bij mijn dochters voor komen. Vanaf dat ze naar de kleu terschool gingen tot het einde van de lagere school heb ik elke ochtend beschuitjes voor ze klaargemaakt en ze daarna naar school gebracht in elke plaats waar we waren. Ze na men zelf hun boeken mee en op de meeste scholen was men wel bereid een beetje extra aandacht aan hen te besteden en hen verder te helpen." Zo werd het circus ook hun leven. „Als je eenmaal een paar schoenzo len bij het circus hebt versleten blijf je er bij," zegt Toni. Het is hem ook met de paplepel ingegoten. Zijn Duitse grootvader begon een rei zend goocheltheater, dat later door vader Hannes werd voortgezet. In 1946 startte Toni met zijn circus, zoals ook zijn zes broers en zusters een levensdoel kozen waarin het cir cus en het theater een rol speelde." Ik heb een harde opvoeding gehad. Ik geloof dat niemand in Vught in zijn jeugd zoveel slaag heeft gehad als ik. Het was ook heel hard werken en pas 's avonds laat naar bed. Dan werden de schotten van het toneel om de wagen van mijn ouders gezet, stro op de grond gelegd en daarop sliepen wij," herinnert Toni zich. De vele bijvalsbetuigingen aan het adres van Toni Boltini hebben er ook toe geleid dat er een stichting tot steun aan de Nederlandse circus sen naast Boltini zijn er nog een stuk of vijf kleinere circussen zal worden opgericht. Als ik Toni vraag of hij daar blij mee is, antwoordt hij: „Ik heb al zoveel teleurstellingen in mijn leven gehad door dingen waar ik veel van verwachtte, dat ik nu niets meer verwacht. Dan kan het alleen nog maar meevallen." Toni weet ook dat er veel mensen zijn die zo'n circus met gedresseerde dieren maar niets vinden." Ik wil niet zeggen dat ik daarvoor geen begrip kan opbrengen. We zijn in wezen allemaal verschrikkelijke mensen. We laten andere mensen voor ons moorden, laten varkens vetmesten omdat we lekkere karbo naden willen hebben, terwijl dat toch ook beesten zijn met broertjes en zusjes. De eitjes die we eten ko men van kippen die in heel kleine hokjes zitten, waarin zij zich niet kunnen omdraaien. Ze kunnen al leen hun behoefte doen en eitjes leggen. Er zijn miljarden van die kippen! Tegen mensen die het heb ben over „die arme dieren in het circus zeg ik daarom: gelijk hebben jullie allemaal, maar ben ik degene die het voorbeeld moet geven als bijna iedereen eraan mee doet? Ik heb eerbied voor het leven en met dat uitgangspunt ga ik met mijn dieren om. In circus Boltini mag iedereen te allen tijde komen kijken als we aan het oefenen zijn zonder je komst van tevoren aan te kon digen." door Mink van Rijsdijk De boerderij waar ik kwam, was nog een echte, zonder modieuze strapatsen. Men had geen met rundlederen kussens gesierde zitkuil op de deel aan gebracht hoe zou dat ook kunnen? er was gewoon een degelijke trekker gestationneerd. Er brandde geen rustiek blokkenvuur, wel bivakkeerden in een hoek een paar hoogzwangere schapen, wach tend op hun uur. Want er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, wist Prediker al. Er was veel gebaard op de hoeve, diverse schapen hadden al mooi hun best gedaan, de herdershond zat rijkelijk in het nakroost en aan jonge poezen was ook geen gebrek. De boer en boerin zijn jong en enthousiast. Ze houden van hun schapen en zijn in hun schik met iedere worp van een stel lammeren. Niet alleen omdat het hun broodwinning is, maar ook om de vreugde van nieuw leven. Ik vond het heerlijk te ontdekken dat zij hun beesten kenden. Een schaap was volgens de boerin een echt lieveke, een ander een eigenwijze stinkerd. De gevlekte bleek schuw als een wezel en een grijze werd als mooi van wol, maar stom van kop getypeerd. De meeste vachten gaan niet naar de wolfederatie, maar blijven op de boerderij, waar de vrouw des huizes ér dan mee achter het spinnewiel kruipt. Trots liet ze me haar voorraad zien. Mijn hand woelde door de knotten; zij verspreidden de juiste melange van mest en groene zeep, een geur die vele dure flacons ver te boven gaat voor de echte „wolgek" wel te verstaan. „Rijk is dat hè zoveel eigen wol en de lucht is prima," opperde ik. ,,U snapt het," waardeerde ze. Daarna hadden we een invoelbaar gesprek over het voordeel van houten breipennen boven stalen, over patronen en al die belangrijke kleinigheden de wolmaniak zo eigen. We bleven veel te lang aan de praat en toen de vrouw het erf afspurtte om hun kind uit school te halen, had ik nog het vetplantstekje niet, waar ik voor gekomen was. Ik ging met de boer mee naar de warme woonkeuken, waar we ineens wat schutterig uitge praat leken. De vensterbank puilde uit van grote, bossige siernetels en weelderige begonia's. „Wol en planten," vertrouwde de man me toe, „daar krijgen de vrouw en ik nooit genoeg van, 't is onze lust en ons leven." „Maar vetplanten zie ik niet," stelde ik nuchter vast. „Die staan in het kasje, tja en daar gniffelde de man geheimzinnig. Hij troon de me mee naar een vreemde puist, die aan het huis was gebouwd en die een kruising leek tussen een uil zijn krachten gegroeide serre en een broeikasje. Er stonden agaven te overwinteren en oleanders, gerani ums en wat al niet, afgezien van bakken vol cactussen en vetplanten. Mijn gastheer werd ineens spraakza mer, olijk biechtte hij op dat hij en zijn vrouw uitgerekend hier in dit kleine paradijs de laatste tijd nogal eens woorden hadden. Of me niets opviel? Nou, groen en knoppen en een niet aanwijsbare toewijding voor alles. Verder niets? Nee echt niet, hee Wat vliegt daar nou? De man lachte en verweet me dat ik een slechte huisvrouw was. Zag ik dan niet overal vogelpoep? Hij had de afgelopen winter zo nu en dan een raampje op het zuiden open gezet, wat zaad gestrooid om hongerige musjes naar binnen te lokken. En het was gelukt. Er vloog nu regelmatig een paartje in en uit. „Dat wordt hier straks nestelen. Prachtig, niet? Maar Bep vindt het troeperig. Zij doet steeds het raam dicht, veegt het zaad weg, nou en dan doe ik het weer open en leg nieuw voer neer. Tja Later bij de koffie zei de boerin: „Je hebt het mevrouw zeker wel verteld? Jij zoekt met je gladde praatjes overal gelijk. Maar ik vind dat vogels buiten horen. Er is werk zat in het kasje zonder al die vuiligheid." Beiden keken naar mij en ik wenste de wijsheid van Salomo te hebben. Een broedend vogel paar in huis leek me het einde, maar de rommel was natuurlijk wel hinderlijk. Toen zei hun zevenjarig zoontje: „Als pa zo graag vogels binnen heeft, moet pa ook zelf hun poep opruimen, dat is nogal glad, maar pa vindt vloeren boenen vrouwenwerk en dus heeft moe gelijk." Eigenlijk hoeft zo'n kind geen verbazing te wekken als je een kleine Salomo bent, zie je de dingen erg helder. door Annemarie Lückei doi 'AM Me; ver con Dit dat liet Con <jooi leest iuss leen lanc *tie-e Tuil .het New Van Zoa ook ken .wer ;voo «bel. 'ticu do Ato Vo eer 'cii bel VRAGEN uitsluitend In envelop sturen naar postbus 507, Voorburg. Per vraag een gulden In postzegels het liefst in waarden van 55 en 45 ets bijvoegen, en beslist niet aan de buitenkant opplakken Geheimhouding verzekerd Briefkaarten worden terzijde gelegd. VRAAG: In het prachtige boek: Amsterdamse Emigranten, onder redactie van dr J. Stellingwerf, ko men een paar brieven voor, ontleend aan het Wormserarchief, geschreven door Koenraad Adriaan de Jongh en zijn broer Hendrik, beiden af komstig uit Ameide of Tienhoven (Z.H.), aan de familie Wormser. ZIJ zullen ook naar andere vrienden brieven geschreven hebben. Zou het mogelijk zijn, van deze correspon dentie iets terug te vinden en ook contact te krijgen met nakomelin gen van deze De Jonghs in Amerika? ANTWOORD: Slechts zeer zelden vindt men ergens verzamelingen brieven terug, zoals de in het boven genoemde boek voorkomende. Dit is een goede gelegenheid onze lezers aan te sporen bundentjes oude brie ven en paperassen eens nader te onderzoeken Wie weet, wat er nog uit komt Wat het tweede gedeelte van de vraag betreft: Ongetwijfeld zullen In Pella (Iowa) hog nakome lingen van deze De Jonghs op te sporen zijn. De samensteller van het boek zal u wellicht aan het adres van een kerkelijk bureau of iets der gelijks te Pella kunnen helpen. In het wilde weg schrijven naar een kerk in een Amerikaanse stad heeft geen zin. VRAAG: Waar kan men vakantie houden in een Christelijke sfeer. Dat mag toch in een Christelijk blad wel eens vermeld worden ANTWOORD: En gelukkig gebeurt dat ook Met Dick Ringlever (de man die ailes van reizen en vakantie afweet bij Trouw) hebben we uw vraag ernstig besproken Zonder zelf te zoeken vonden we tal van moge lijkheden van reisverenlglngen en gezelschappen, reizen, onder leiding van een predikant, oecumenische reizen, advertenties van hotels, waa ruit duidelijk bleek, dat een „Trouw- lezer" zich daar thuis kan voelen. Vakantieoorden van verschillende kerkgenootschappen: dat alles en nog veel meer is te vinden in de advertenties van ons blad. Vraag: Waar kunnen we de witte zeehondjes kopen, die verkocht wor den door een stichting tot redding van deze diertjes? ANTWOORD: Enige tijd geleden heeft een foto van de Zwitserse mil jonair Franz Weber, met zijn nylon zeehondjes in ons blad gestaan. Met het geld dat uit subsidies, giften en de verkoop van deze dingen binnen komt, wil Franz Weber de pachtsom die de jagers aan de Canadese rege ring moeten betalen, afkopen en zo mogelijk de jagers vergoeding aan bieden voor gederfde inkomsten. Een voortdurend politietoezicht zal dan wel nodig zijn. Wie belangstel ling voor het werk van deze stich ting heeft, of een van de afdelingen in Nederland wil organiseren, kan zonder meer schrijven aan Franz Weber. Montreux. VRAAG: Waar ergens in Groningen is de kerk waarin zich het volgende grafschrift bevindt: „Wat is toch 's waerelts valsbedrijf, lek bracht 'taan het zesde wijf en meende 't waer gewonnen. Nu ben ick koud en stijf. Hieronder lijt myn lijf, als van den doot verslonden." ANTWOORD: Dit is het grafschrift van ds Hermannus Sebastiani in de Hervormde Kerk van Garmerswol- de, waar deze predikant van 1615- 1663 heeft gestaan en tot zijn dood in 1672 bleef wonen. Daarvoor stond hij 2 jaren in Siddeburen, na zijn bevestiging. Van zijn 95 levensjaren was hij 60 jaar predikant. Het is inderdaad een merkwaardig graf schrift in een mooie, oude kerk. Wie hier eens wil komen kijken, moet dat wel even bespreken. Droeviger en wijzer geworden na diefstal en vernielingen door vroegere bezoe kers. laat men liever geen onbeken den meer rondwandelen. VRAAG: Wie is de uitgever van het boek over de Eenzaamheid van prins Hendrik. Geen enkele boek handel kan mij helpen? ANTWOORD: Op 17 april 1976 stond in Trouw (pag. 9 of 11) een artikel van Fred Lammers over prins Hendrik: De man die niet wilde schitteren en op 2 oktober 1976 was er een boekbespreking, eveneens van Fred Lammers: Prins Hendrik ging eenzame weg. Dit artikel is geschreven naai aanleiding van zijn boek: Drie prinsen naast de troon, uitgave Hollandia te Baarn 198 blz., veel foto's, 17,90. Deze prinsen zijn prins Hendrik, prins Bernhard en prins Claus. VRAAG: Er is iets vreselijks ge beurd: Mijn wasmachine voor de bontewas, met allerlei spulletjes van ons kleintje, sokken en overhemden enz., enz., heb ik per vergissing op de hoogste temperatuur en het langste programma laten draaien. Nu is al les doorgelopen en gevlekt, gekrom pen en vervilt. Wat is er nog aan te doen? ANTWOORD: Niet veel, vrees ik. Betreft het effen en niet-gekrompen zaken dan zou u bij de drogist kun nen vragen naar „Ontkleurder". Laat hem dan ook eens zien waar voor u dit zou willen gebruiken en vraag hem of hij de mogelijkheid nog wel ziet zitten. Wat vervilt en zwaar gekrompen is, is nergens meer voor te gebruiken. Eén troost: Iets dergelijks overkomt alle huisvrou wen maar één keer! VRAAG: Een merkwaardige munt met opschrift: Ludovicus Moro, enz., enz.. Wat is de oorsprong en het jaartal? ANTWOORD: Deze munt zou men als tegenhanger kunnen beschou wen van de zgn. Agrippamunt. die we een poosje geleden bespraken. Ook een fantasiemunt, die men ca deau krijgt bij (Italiaanse?) scheer mesjes. Het is een onzuivere naboot sing van een Italiaanse teston uit Milaan van omstreeks 1500. Tot uw troost worde vermeld, dat wij al heel wat vragen over deze scheermesjes goudstukken hebben binnengekre gen en dat ieder ook had gedacht dat het iets heel bijzonders was. VRAAG: Ditmaal over een penning, voorstellende de beeltenis van de jonge koningin Wilhelmina. Aan de keerzijde: Te Amsterdam ingehul digd 6 september 1898. Deze pen ning was uitgereikt aan de beste leerling van elke klas: „Volgens mijn vader, die ook vertelde dat deze pen ningen werden geslagen van het ko per van de kanonnen van Lombok. Wilt u een en ander nog eens na gaan. Zijn er veel van deze pen ningen? ANTWOORD: Het is inderdaad een zgn. beloningspenning, die publiek te koop werd aangeboden en waar van er in Amsterdam alleen al 76.000 werden uitgereikt. Veel waarde heb ben ze niet maar het is een aardig bezit om te bewaren en er iets verder over te vertellen. Vermoedelijk was het schoolbestuur een beetje kort bij kas en vond het een goede gele genheid om het knapste jongetje van een klas te belonen. Wie ooit een dergelijke beloning ontving, herin nert zich ook wel de bittere nas maak van zo'n glorieus moment, want de minder begenadigde kinde ren namen zoiets natuurlijk niet en het feestvarken kwam dan ook wel met een verfomfaaide witte jurk of een bebloed matrozenpakje thuis). Wij vonden in alle ons ten dienste staande werken niets over de kanon nen van Lombok in verband met deze penningen. Waarschijnlijk is de verwarring veroorzaakt door het Lombokkruis, dat geslagen werd uit het koper dat inderdaad van de in 1894 op Lombok veroverde kanon nen afkomstig was. Wie wel eens heeft rondgekeken in een van de winkels van Puck Hans, in Amsterdam, Den Haag ofl Rotterdam, weet dat het niet om gewone „daagse" kleren gaat, maai over prachtige feestelijke jurken en pakken die weinig met doorsnee mode te maken hebben. En vrouw l een jurk van Puck <fc Hans valt op, moet dan ook een beetje durf hebben en behoorlijk veel allure. Daarom allemaal was het erg leuk om nu eens al die mooie, vrolijke en exotische kleren bij elkaar te zienii een fantastisch georganisaeerde show in de Koningszaal van Artis, waar meisjes op de muziek van een steelband onafgebroken op het podium dansten. Het ant am I voc arn I riet [•het igee por dat Het toe geil dat de nat tior den zelf in e de VRAAG: Kunt u mij iets vertellen over deze zilveren munt. Heeft hij nog waarde en uit welke tijd stamt dit geldstuk? ANTWOORD: Het is prettig nu ook eens iets positiefs te kunnen mede delen over een munt (dit wordt de laatste keer). De afbeelding is zeer onduidelijk en de munt is ook niet zo rond en mooi meer als op de dag van de slag nl. ongeveer 1550. Het is een Karei V zilveren Grosso, gesla gen te Milaan, in Holland gebruikt en daarom van een Hollands stem pel voorzien (u heeft bij de afbeel ding zelf al een pijltje getekend dat is inderdaad de Hollandse Klop). Taxeren doen wij niet, maar het bezit van zo'n munt die meer dan 400 jaar oud is, kunnen we wel interessant noemen. REACTIES: van lezers: Van ver schillende kanten kregen we adres sen van lezers die de oude etsplaat wel af-wilden en konden drukken. Wij gaven de adressen door aan de vragensteller. Hartelijk dank. Behalve felgekleurde gebreide bikini's, broeken, truien jurken en groen-rood-zwarte lurex pakken vai de „Parijse" Japanner Kansai Yamamoto, is het merendeel in dew colletie van Puck Hans Kemmink zelf. Ze werken veel met soepelvallende zijden jersey in wit, pastel en in felle tinten voor strapless topjes, asymmetrische gedrapeerde en gerimpelde boothalzen voor blouses en jurken. Veel korte gedrapeerde tunieken met accent op de heup hebben vleermuismouwen, ze worden mini gedragen of met voetloze strakke maillots. Ook van zijden jersey zijn een groot aantal gevarieerde zouav» pakken. Met het woord zouave won! de Arabische dracht bedoeld van hele wijde rokken die pas bij de enkels gebonden of geknoopt zijn. De avondkleren komen regelrecht uit de sprookjes van duizend en een nacht. Handbedrukte, met gouddraad en pailletten geborduurde zijde, felgekleurde chiffon plissé laagjesrokken en transparante volle blouses, pastel kleurige gebloemde chiffon avondjurken, bezaaid met ruchesd* aan losvallende panelen zitten en witte jurken waarin antiek kant is verwerkt. Eii Het bez dc DE ver dot Fo de He Het aan yoe wer wer ties van terl Gre Psa ziek Mes bezi spa: dan tati Het keu Khj Det de i op i ven doo Koe ork< val gehi dan Yvo spe< cha: van een Ma\ vier no. De teks terp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 6