Jonge violist wint het
Oscar Back concours
Verbijsterend staal van
absurdistisch theater
Volkscongres kreeg regering 'op knieën'
KUNST
Penderecki gebruikt
vreemde instrumenten
-Buddy Rich laat
I niets aan toeval over
Weinig interessant zonder deelname van Krebbers-school
d Onafgebroken swing in Congresgebouw
Jozef Szajana's „Witkacy"
Orkest brengt
hommage aan
Manuel de Falla
Baandag i maart 1977
door R. N. Degens
AMSTERDAM Met een prins (Claus), een minister (Van Doom) en een burgemeester (Samkal-
den, in ambtsketen) op het podium, werd het zaterdagavond nog een spectaculaire prijsuitreiking
tot slot van het Oscar Back Vioolconcours dat was gewonnen door de zestien-jarige Jaap van
Zweden.
Op dat podium, van de kleine Con
certgebouwzaal, zaten bij die cere
monie ook nog drie deelnemers, de
voltallige jury en het bestuur van de
Oscar Backstichting, die bij dit zes
de tweejaarlijkse nationale concours
extra publiciteit had gekregen door
het terugtrekken van Krebbers en
Olof, en door het verbod van Kreb
bers aan zijn leerlingen om dit jaar
mee te doen. Waardoor de openbare
finale zaterdagmiddag met de drie
enige deelnemers muzikaal tamelijk
oninteressant werd.
Wat weer werd vergoed door de bijna
cabareteske prijsuitreiking, waarbij
stichtingsvoorzitter Everard van
Royen als eerste feestredenaar o.a.
opmerkte dat er ondanks het zo rijk-
gestoffeerde podium toch nog meer
mensen in de za&l zaten; wat bij
concerten vaak andersom is. Hij was
verder zo goed op dreef dat hij het
oratorische gras volkomen voor de
voeten van juryvoorzitter André Jur
res wegmaaide. Die in zo'n geval
extra vindingrijk pleegt te worden,
en nu enorm succes had met zijn
opmerking, dat, toen hij minister
Van Doom had zien binnenkomen,
hij nog eens goed in het programma
had gekeken of er vandaag soms iets
moest worden opgeheven.
En Van Doom zei bij het uitreiken
(ook al aan Jaap van Zweden) van de
speciale prijs voor de beste vertol
king van het verplichte Nederlandse
werk dat het hem bijzonder genoe
gen deed dat dit een werk was van
componist Lex van Delden, die als
journalist zo kritisch over Van
Doorns cultuurbeleid pleegt te
schrijven. Hij hoopte dat Van Del
den in het vervolg vooral veel mu
ziek zou blijven schrijven. Die hij
kennelijk meer waardeerde.
Kortom de sprekers waren goed op
dreef, tot stichting en vermaak van
door R.N. Degens
ROTTERDAM Het enige nieuwe, en daardoor interessante in
Penderecki's laatst voltooide orkestwerk „Jacobs droom" is het
gebruik van een dozijn ocarina's. Een ocarina hoort niet bij het
normale orkestinstrumentarium. Het is een kleine soort
i „vaatfluit", meestal gemaakt van porselein, met een eivormig
"llichaam van ongeveer twinig centimeter lengte.
Aan het begin en eind van dit onge-
I veer tien minuten durende werk,
vorden de ocarina's door de houtbla-
jers bespeeld. Dat wil zeggen, zij
blazen een onderling miniem ver
schillende lage toon, waardoor een
merkwaardige ruisklank ontstaat.
Penderecki ontdekte (in een ander
werk) bij toeval het merkwaardige
klankeffect van de ocarina en ge
bruikte dat met goed gevolg in dit
stuk dat oorspronkelijk de Franse
titel „Le songe de Jacob" draagt. Het
is blijkbaar een „tussendoortje" van
de overbezette, wereldberoemde
Penderecki, ter gelegenheid van het
25-jarige regeringsjubileum van
prins Rainier III van Monaco.
Alle bekende effecten komen er weer
in voor, en hoewel misschien het
tegendeel waar is, krijg ik niet de
indruk dat Penderecki, behalve het
opschrijfwerk wat zoiets altijd kost,
er erg veel moeite mee gehad heeft.
En wat de muziek te maken heeft
r e met Genesis 28 vers 16 waarnaar in
0 de partituur uitdrukkelijk verwezen
P wordt, is moeilijk te horen. Tenzij
het regelmatig herhaalde lage ge
ronk in de kopersectie aan het begin
toch als een gestyleerd snurken be-
j doeld is... Maar die ocarina's zijn wel
een vondst.
en
71Jacobs droom stond vrijdagavond
op het programma bij het Rotter-
nli
u*
oj
dams Philharmonisch Orkest o.l.v.
de Amerikaanse gastdirigent Ri
chard Dufallo. Als opening van een
programma dat met de complete,
opwindende, muziek van Bartóks
ballet-pantomime „De wonderbaar
lijke Mandarijn" werd besloten, en
waarop als tweede werk de Tweede
Symfonie van Rudolf Escher stond.
Eschers symfonie is bepaald niet in
een vloek en een zucht geschreven.
Het stuk dateert uit 1958 en was op
de capaciteiten van een goed ama
teur-orkest berekend. Het Neder
lands Studenten Orkest voerde het
een paar maal uit. In 1964 herschreef
Escher het werk voor beroeps
symfonieorkest. Hij deed het, nu niet
gehinderd door uitvoerihgsbeperkin-
gen, zo rigoureus dat er een heel
nieuwe symfonie ontstond, waaraan
later nog verder werd gesleuteld.
Een indrukwekkend werkstuk dat.
zoals vaak bij Escher. onbedoeld
meer tot het verstand dan tot het
hart spreekt, en waarin men van
maat tot maat de door constructief
muzikaal denken in toom gehouden
klankfantasie kan bewonderen. De
goede uitvoering lokte bij het weini
ge publiek dat de zaal devolkte veel
applaus uit, dat lang genoeg duurde
om de componist gelegenheid te ge
ven op het podium dirigent en orkest
te gaan bedanken.
de volhardende massa vrienden, ver
wanten en vakgenoten, die de hele
middag in de propvolle zaal decent
maar onmiskenbaar hadden zitten
transpireren. Ook de meer zakelijke
opmerkingen vielen goed. Zoals die
van Jurres, die het verplichte pro
gramma van deze finale (voor iedere
kandidaat bijna vijf kwartier spelen)
veel te lang vond.
Zijn suggestie dat eigenlijk de
zwakste kandidaat de eerste prijs
zou moeten krijgen, omdat het hier
om een studiebeurs gaat (16.000 gul
den), was dan wel weer een grapje,
maar toch ook méér dan dat alleen.
En in feite ontliepen de speelkwali-
teiten en de mogelijkheden tot ver
dere ontplooiing van de drie deelne
mers elkaar niet veel. Ze konden in
elk geval alle drie een studiebeurs
best gebruiken.
Hoe de jury daar precies over geoor
deeld had, bleef in het duister; de
eindbeslissing werd niet verder ge
motiveerd dan dat die „unaniem"
genomen was. Zij het dan in twee
van de drie gevallen met uitzonde
ring van jurylid Davina van Wely, die
over haar twee deelnemende leerlin
gen niet mee mocht beslissen.
Hoofdprijswinnaar Jaap van Zwe-
den (die ook duidelijk bij het publiek
favoriet was) was er een van. De
andere was de 24-jarige Joan Wijzen-
beek-Mooney. Die ook niet met lege
handen naar huis ging; zij kreeg de
prijs van de stad Amsterdam en de
speciale prijs van het Oscar Back
fonds.
Een tweede studiebeurs, de Elisa
beth Back-prijs, groot 8.000 gulden
(dit jaar voor het eerst beschikbaar)
ging naar Lodewijk da Silva Rosen
(22).
Zware eisen
Zo omstreeks zeven uur kregen de
daartoe genodigden gelegenheid in
de Franse foyer van het gebouw met
de deelnemers, de jury en de aanwe
zige hoogwaardigheidsbekleders van
gedachte^ te wisselen over de moei
lijke taak van de jury, die ditmaal
werd gevormd ^dgoisEtjenette Alva-
res Correa, Willem Nosje, Jaap
Schröder en Davina van Wely o-ider
voorzitterschap van André Jurres.
En over de zware eisen van. het pro
gramma waarop verplicht stonden:
Adagio en fuga uit de solo-sonate nr.
3 van Bach, de Sonate op. 82 van Van
Delden, een Ballade van Ysaye, vier
stukken van Anton Webern, en delen
uit de vioolconcerten van Men
delssohn en Glazounof. En over de
wenselijkheid dat de volgende keer
de leerlingen uit de Krebbers-school
toch maar weer mee mogen dóen.
Een suggestie die overigens door
voorzitter Everard van Royen even
daarvoor bij de prijsuitrell (ng al na
drukkelijk aan de openbaarheid was
prijsgegeven. Terecht, want zo is er
ook weinig aan, en geroddeld wordt,
er toch.
door Rud Niemans
I DEN HAAG Vele jaren geleden stond Coltrane's slagwerker
Elvin Jones tijdens een Newport Festival in bewondering te
staren naar de verrichtingen van zijn blanke vakbroerder Buddy
Rich. De nu zestig jarige New Yorker gold toen en nu nog onder
I collega's als een „fenomeen", als „de beste". Kretologie natuur-
lijk, onzin, aant de sterk op het individu afgestemde jazz valt in
v zoveel kaders en daarvoor passende normen uiteen, dat het
opspelden van zulke gouden medailles onbegonnen werk is.
Webb, Sid Catlett, Clarks, Roach,
Philly Joe, Higgins, noem ze maar
k. op. de sector ritmiek kent geen gave
j stylisten genoeg. Maar goed, Rich is,
puur technisch beschouwd, inder-
iai daad zo'n gave, griezelig volmaakte
arcj swingmachine, naar wie vrijdagvond
0p in het Haagse Congrescentrum de
mj meeste aandacht uitging. Drums.
orthodox en energiek bespeeld als
leÜ door de zowat op een vaudevillepodi-
ijjj urn geboren Rich, tonen zo dwin-
gend hun presence, dat de gebiolo-
uw geerde zaal snel knockout was.
1 i
oc| Vergeleken bij het optreden van zijn
band in de Doelen, in 1970, was er
alleen in bezetting en repertoire iets
veranderd. Weer was de gemiddelde
leeftijd van de zestien virtuoze, niets
aan enig toeval overlatende boys, 27
jaar, weer kon al na drie razende
tempostukken worden vastgesteld,
dat geen technische zee deze kna-
pjj penfanfare te hoog ging, en ook hoe
- gewillig ze zich schikten in de door
hun baas en hun muziek opgelegde
ijzeren discipline. Het deed allemaal
w?t anachronistisch aan.
Rich' huidige orkest speelde in Den
Haag het derde van 26 Europese
concerten, waarbij voornamelijk
Duitsland en Scandinavié worden
aangedaan. „The Killer Force", al
dus het programma, een slogan die
op de krachtdadige hardgekookte
muziek slaat, die ze op bevel van de
pedante drummer uitspuwen.
Jazzmuziek zwart op wit waaruit de
grijzen zijn weggeretoucheerd, als
het script van een Western. Buddy
Rich is de John Wayne van de jazz. er
moet onverbiddelijk en onafgebro
ken worden geswingd en daarmee
uit. A-one .a-two a-three en
wég zijn ze. Sommigen hebben am
per de tijd om een stuk bladmuziek
om te slaan.
Tevreden klanten
In zulk een ambiance gaan veel ano
niem blijvende stukken en soli op
elkaar lijken. Voor de pauze was 'n
fraaie cadens van eerste tenor Steve
Marcus in Monk's „Round Mid
night" overigens typerend voor
Rich veel te extrovert gearrangeerd
een lichtpuntje tussen alle obliga
tie solo-exercitie. Na de pauze kwam
er wat meer variatie, meer lucht voor
solisten en overigens nogal gelikte
kwartetmuziekjes van de ritmesec
tie. Maar het moet gezegd worden,
dat niet iedereen de hem toegemeten
solomaten als een robot invulde. Te
nor Marcus mocht plotseling even
losbarsten in wat scheurwerk en ba-
ritonist Mauro Turso nam tijd, ruim-
Trouw/Kwartet
Prins Claus met de winnaar van het concours, Jaap van Zweden, rechts, en zijn tienjarig zusje
Therese, die zelf vanaf haar derde jaar viool speelt.
Buddy Rich
te en rust voor een intelligent opge
bouwde blues. Uiterst geschikt voor
Rich' opvattingen waren „So What"
en „Milestones" uit het Miles Davis-
boek van twintig jaar geleden en het
laatstgenoemde stuk sloot zowaar
niet af met koperforti en tympanie,
maar stierf weg in gestopte trom-
petchorussen van David Stahl. een
blazer in de lijn James-Candoli-
Ferguson.
Om tenslotte bij Rich zelf terug te
keren: hij leverde de voorspelbare,
prachtige staaltjes sticks- en brush-
estechniek. Er waren flitsende,
messcherpe accenten, rolls en
breaks waaraan de blazers zich als
aan weerhaken optrokken. Niet de
drummer luistert naar zijn orkest,
maar andersom. Maar het is te vries-
koud, te clean, er dampt te weinig
menselijkheid vanaf, er wordt niet
bij gelachen. Bovenal mis ik wat
contrasterende persoonlijkheden,
die zoals met Hampton, Tatum en in
de JATP vroeger, spanningen kun
nen oproepen en de figuur Rich pas
echt reliëf kunnen geven Maar som
mige bezoekers kijken je wat ver
baasd aan. wanneer je aldus hun
enthousiasme wat tempert. Rich een
machine? Kom nou. Nee hoor, hij is
de beste, want waar hij werkt, zijn
tevreden klanten. Daartoe behoort
waarschijnlijk ook de NCRV, die het
concert heeft opgenomen.
door André Rutten
AMSTERDAM. Het theater De Brakke Grond was zaterdagavond meer dan vol voor de
première van „Witkacy", gemaakt door de befaamde Poolse regisseur Jozef Szajna (vooral bekend
als filmregisseur, ook schilder, decor-ontwerper, toneelmaker) met een groep Nederlandse
spelers.
De voorstelling begon om half negen,
maar de zaal ging om even acht uur
open en stroomde vrijwel onmiddel
lijk ongeveer vol. De toneelvloer, om
geven met juten wanden, was vol
met kussens en peluws. Toen het
werkelijk begon kropen daar achter
eenvolgens enkele figuren uit in een
traag tempo, eerst heer Blasius van
Fladderak, modern kunstverzame
laar en theoretikus, (Frederik de
Groot), wat later ook Galma Delicio-
sa, aktrice en Blasius' vriendin (Lies-
beth Struppert). Beiden in een mail
lot, die tot hun midden reikte.
Ook verscheen er een in wit pak
gestoken zeer slonsige en zeer dron
ken figuur, Sajettan, schoenmaker
en concierge (Ger Smit), die ver
klaarde een toespraak te willen hou
den, wat hij later ook enkele keren
doet. Vervolgens een wat vreemd on
smakelijk gemaakte Marianna, cui-
sinière en concierge (Cocki Boon
stra), wier blootheid met kussens
was bedekt. Zo nu en dan was ook,
eveneens in een soort kussens gewik
keld, Galma's kamermeisje Fietje
(Kika Mol) zichtbaar.
ver (zelf ook schilder) met het toneel
wilde.
Droom
Daar geeft het programmaboekje in
formatie over. Witkacy wilde, net als
zijn wat jongere Franse tijdgenoot
Antonin Artaud, een toneel, dat zich,
in tegenstelling tot het gangbare,
niet van de begrijpelijke dialoog, de
verklarende psychologie en de wer
kelijkheids-illusie bediende.
Hij zelf heeft o.m. geschreven: „Als
het publiek de zaal uitgaat moet het
de indruk meekrijgen dat het een
vreemde droom beleefd heeft, waar
in de meest banale dingen een raad
selachtige bekoring uitstralen". Die
bekoring bedoelde hij zeker niet als
romantisch, eerder als het verbluft
zijn door het groteske, dat toch een
kaleidoscoop oplevert van associa
ties met velerlei in het leven opgeda
ne ervaringen. Soms nader verklaar
baar, soms alleen maar aanvoelbaar.
De revolutie gaat terug op Witkacy's
herinneringen aan de Poolse novem-
berrevolutie van 1917, maar de dicta
tor doet aan Stalin denken en er zijn
natuurlijk associaties met recentere
gebeurtenissen. Zelfs met Van der
Stoels ervaringen in Praag. Wat er
over de kunst gezegd wordt lijken
soms varianten op de kunstbe
leidsnota's die de laatste tijd hier
verschenen zijn, bijvoorbeeld wat de
man van het absolute automatisme
zegt: de kunstenaars niet meteen
doden, maar langzaam omklemmen.
Het is een verbijsterend staal van
beeldend absurdistisch theater, t.m.
19 maart in De Brakke Grond, daar
na t.m. 30 april, op tournee.
door Jac. Kort
AMSTERDAM Het grote publiek
dat van de Spaanse componist. Ma
nuel de Falla. niet veel anders kent
dan zijn Vuurdans. heeft het afgelo
pen weekend de gelegenheid gekre
gen op uitstekende wijze kennis te
maken met het veelzijdige werk van
deze componist.
Tijdens het matig bezochte concert
op vrijdagavond (Informeel naar het
Concertgebouworkest) en de VARA-
matinee. waarvoor de belangstelling
daarentegen vrij groot was, speelde
genoemd orkest onder leiding van
de Spaanse dirigent. Jesus Lopez
Cobos, drie werken van De Falla:
Homenajes, Fuego Fatuo en El
Amor Brujo.
Het eerste is een reeks hommages,
zoals De Falla's vrienden, Debussy
en Ravel, ook geschreven hadden
ter nagedachtenis van gestorven
componisten. Tussen 1920 en 1939
ontstonden op die manier homena-
jas voor Debussy. Arbos, Duras en
Pedrell, waarin De Falla a.h.w. hun
(muzikale) geest oproept, hetzij door
het gebruik van citaten uit hun
werk. hetzij door, overigens op zeer
persoonlijke wijze, te schrijven in
hun stijl.
Bij de suite Fuego Fatuo (Dwaal
licht), is eigenlijk iets dergelijks aan
de hand. Zij is samengesteld uiteen
opera uit 1918, die. zoals de
opdracht luidde, geheel gebaseerd
moest zijn op thema's van Chopin.
Maar De Falla volstond niet met het
arrangeren van thema's van deze
Poolse meester, doch hij verwerkte
deze tot een nieuwe, maar nu Spaan
se muziek, compleet met een taran
tella aan het slot.
En tot slot zijn meesterwerk uit
1915/16: El amor brujo" (toverkracht
der liefde) waaruit de bewuste Vuur
dans afkomstig is. Een feest van
muziek, waarin ons. dank zij een
schitterende orkestratie, het leven
en lieven der Spaanse zigeuners
wordt voorgetoverd. Behalve een
Spaanse dirigent had men voor de
uitvoering van dit programma te
vens de alt-mezzo Nati Mistral van
het Iberisch schiereiland aangetrok
ken. Het kon dus niet Spaanser.
Inderdaad was hier sprake van mo
deluitvoeringen van De Falla's
werk, schitterend gedaan door het
Concertgebouworkest en laaiend ge
zongen door Nati Mistral. In 1976
werd de honderdste geboortedag
van De Falla herdacht. Dit concert
viel iets later, maar niettemin was
het een prachtige hommage aan de
ze componist.
Nog kmeer
Later komen er nog meer figuren bij.
Een vreemd uitgedoste (elementen
van een klassiek narrenpak) „stich
ter van de liga voor absoluut auto
matisme, Tefoean genaamd (Cor van
den Brink), een van groten papieren
bustes voorziene en breed gemaakte
nachtclubdanseres, tevens vrouw
van de premier (Yoka Beretti), de
vrouw van de president, eender uit
gemonsterd maar op te korte wan
delstokjes steunend (Ellen Veeger),
en de om de heupen breed gemaakte
dictator Wahazar (Rein Edzard), die
zich al eerder in het spel gemengd
had, met zijn adjudant, gewapend
met een (traan?)gasspuitbus (Paul
Rottger).
Wat zij en nog enkele anderen
allemaal doen laat zich niet be
schrijven. Het zijn louter toneelge
beurtenissen. Zij wekken wel allerlei
associaties, ook door de tekst, die
a-logisch is. Zij hebben met kunst te
maken, met de samenleving, met de
sex, en ook met de revolutie. Het
scenario voor de voorstelling heeft
Szajna gemaakt op basis van vier
stukken van de Poolse schrijver Sta-
nislaw Ignacy Witkiewicz (1895-
1939), die zich Witkacy noemde om
zich te onderschelden van zijn be
roemde vader Stanislaw Witkiewicz.
Kenners van Witkacy's werk vinden,
dat het Szajna als eerste gelukt is
geheel waar te maken wat de schrij-
Scènebeeld uit Witkacy" van Jozef Szajana met een groep Nederlandse spelers.
Van een onzer verslaggevers
WINSCHOTEN De 2.400 deelnemers die zaterdag het derde
Volkscongres hebben bijgewoond in Winschoten, waren het
volmondig eens over één ding. De drie Volkscongressen sinds
1972 hebben de regering, de Shell en de Esso op de knieën
gekregen.
Zij zagen mede door die Volkscon
gressen de weg versperd om de „roof
op de bodemschatten in onze provin
cie verder uit te breiden". Zo stond
het in een resolutie die door het
communistische kamerlid Fré Meis
aan de congresgangers werd voorge
houden en die met algemene stem
men werd aanvaard.
Eenheid was er dus wel op het
congres en als men het Volkscon
grescomité en Fré Meis mag geloven
dan vertegenwoordigt het Volkscon
gres zo'n beetje de hele Groninger
bevolking, want dat congres aldus
nog steeds dezelfde resolutie „is
gegroeid tot een doorslaggevende
kracht in onze provincie en voert een
strijd die ook van nationaal belang
is".
Hereboer
Dat ook allerlei andere partijen en
groeperingen zich met de Groninger
kwesties bezig houden maar aller
minst vertegenwoordigd willen zijn
in het Volkscongres, kwam niet aan
de orde Of het zou al zijdelings
moeten zijn. zoals bijvoorbeeld dank
zij Albert Waalkens, die voor een
Groninger hereboer opmerkelijke
woorden sprak. „Van dit congres
wordt gezegd dat het een communis
tische signatuur heeft, maar de tra
ditionele afkeer uit het verleden
moet terzijde worden gesteld en er
moet één lijn worden getrokken.
Boeren worden uitgespeeld tegen
anderen, zoals nu net weer in het
loonconflict tegen de arbeiders al
dus de Groninger boer en houder
van een bekende kunstgalerie in
Finsterwolde.
Bezinning op de afkeer van de com
munistische ideologie vond Waal
kens ook opzijn plaats. Erkend moet
worden dat die ideologie soms oplos
singen kan aandragen. Maar zo
liet Waalkens onder veel hilariteit
aan de verzamelde congresgangers
weten „zij het dat die ideologie
dan wel in een aangepaste vorm
moet worden gegoten".
Net als op de vorige congressen voer
den hele reeksen mensen uit allerlei
beroepsgroepen, actiecomités en
dergelijke het woord, zich verzettend
tegen bezuinigingen, atoomafval, oe
fenterreinen, werkloosheid en ach
terstelling van het noorden. Naast
Albert Waalkens was de enige
'vreemde' spreekster de evangelise
rende Anneke Geluk. Als lid van de
regio Groningen van de beweging
..Christenen voor het socialisme"
leerde ze hoe in de Bijbel de verlos
ser Jezus Christus opkwam voor de
misdeelden en verdrukten Daarom
horen christenen een eenheid te vor
men met socialisten en communis
ten die eenzelfde strijd voeren, aldus
mej. Geluk.
Simpkins
„Mijn twee
uren zijn om,
wil jij het nu
een» pro
beren".