Persvrijheid' in de wereld Amerongen blijft ook in de toekomst familiehuis DONDERDAG 17 FEBRUARI 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet RH 11 eest eigen n. VI SS* .«(ij an iters an b. voon tual alaan adscc i beh titer ov sit fan een onzer redacteuren iHoe staat het met de persvrijheid in de wereld? Somber, moet de slotsom zijn na lezing van het overzicht dat het Amerikaanse persbureau Associated Press (AP) sa menstelde. Sommige derde wereldlanden menen dat de pers de gestelde ontwikke lingsdoelen moeten dienen. Dat betekent vanzelfsprekend dat die pers aan banden wordt gelegd In andere landen bestaat een platte censuur, alleen omdat een vrije pers een bedreiging van de regering zou bete kenen. In het algemeen wilde de derde wereld meer invloed op de nieuwsstroom. Op het ogenblik berichten westerse journalisten met te wei nig kennis en te bevooroordeeld over de ontwikkelingslanden, zo luidt de kritiek. Er bestaan op het ogenblik plannen voor een eigen ..derde wereldpersbureau" dat naast de westerse persbureaus zou moeten wer ken. Op een Unesco (de ..afdeling" van de Verenigde Naties voor onderwijs, weten schap en cultuur) in Nairobi had de westerse wereld voor dat streven wel begrip. Dat begrip was er niet voor een voorstel van de Sowjet-Unie regeringen verantwoordelijk te stellen voor de massa-media. Dat voorstel werd afgedaan met steun van de meeste ontwikkelingslanden als een zet om de persvrijheid te beteugelen. Wat niet weg neemt dat in vele steeds meer landen regeringen met hun invloed op de pers veel verder gaan dan het alleen nemen van verantwoordelijkheid, zoals blijkt uit het AP- overzicht. geste e efl jfeld. MIDDEN-OOSTEN Er was eens een tijd dat vele met elkaar wedijverende dagbladen en een leger van buitenlandse corres- V pondenten Beiroet het onbetwiste n Ha centrum van informatie in het Mid- laanJ den-Oosten maakten. Maar de lang- 3nstrtduriSe burgeroorlog vernietigde Li- ,n ia banon's eenheid en economie en !oor richtte een slachting aan onder de 0f ft media. Al gauw grepen de Syrische 1 zou troepen jn om journalisten die kri- erso^tiek leverden op hun interventie, het erder n we ,.sla| zwijgen op te leggen. Bij de aanvang van het nieuwe jaar stelde de naoor logse door de Syriërs gesteunde rege ring een strenge censuur in op alle binnen- en buitenlandse verslagge ving. In Koeweit besloot Emir Sabahal- Salim Al-Sabah, de leider van de regering, in augustus een experi ment met democratisering op te schorten waarbij de vrijheid van de zich ontwikkelende lokale pers ern stig beperkt werd. Het de kop in drukken van de vrijheid volgde op klachten dat de kranten in Koeweit, net als de voormalige pers van Bei roet, spreekbuis waren geworden van Arabische tegenstanders. In de rest van de Arabische wereld combineerden de meeste regeringen een over het algemeen strenge controle op de lokale media, varië rend van rechtstreeks regeringsbezit tot zelf-censuur, met censuur- achteraf op de berichten voor het buitenland. De meeste buitenlandse correspondenten werken met de kennis dat zij het land zullen worden uitgewezen als hun verhalen verve llend zouden zijn voor de regering. I In Israël bleven de militaire censors ^^Ihet blauwe potlood gebruiken tegen ^BHiet nieuws dat de veiligheid van de Jstaat in gevaar kan brengen volgens ém\ de „oorlogstoestand" die van kracht ^^1 is sinds de joodse staat in 1948 opge- richt werd. Hoewel de censuur I meestal beperkt wordt tot militaire I onderwerpen belemmeren de Israë lische bepalingen de verslaggeving van enkele belangrijke gebeurtenis sen zoals de Israëlische actie op het Oegandese vliegveld Entebbe ter bevrijding van de Israëlische gegij zelden, de wapenverkoop van de Verenigde Staten aan Israël en de Israëlische militaire steun aan de christelijke troepen in het zuiden van Libanon. De regering beperkte ook de toegang van journalisten tot de onlusten die plaatsvonden tij dens de Arabische rellen op de be zette westelijke oever van de Jordaan. HET OOSTBLOK Het werk van de buitenlandse jour nalisten in Moskou werd enigszins verlicht door een regeringsmaatre gel waardoor de journalisten toe stemming kregen hun vragen direct aan de verschillende ministers te richten in plaats van de persafdeling van het ministerie van buitenlandse zaken. Maar de gevraagde informa tie bleef nog vaak onverkrijgbaar. In 1976 werden er geen buitenlandse correspondenten uitgewezen maar enkele Amerikaanse journalisten werden in de officiële pers aangeval len. De campagne wordt gezien als een poging om de journalisten en hun zegslieden in kringen van dissi denten te intimideren. De situatie in Oost-Europa wordt omschreven door een Poolse hoofd redacteur die zegt: „De censors grij pen maar belden in omdat wij zelf wel weten wat men in dit land kan publiceren. Zolang de artikelen niet anti-socialistisch of anti-Russisch zijn kan bijna alles gepubliceerd worden. AZIË Na drie jaar van bijna totale vrijheid werd de pers in Thailand abrupt gemuilkorfd toen de rechtse officie ren in oktober de macht grepen. Meer dan 10 kranten werden geslo ten, journalisten verdwenen in de gevangenis en een commissie van censuur begon met het navorsen van alle publikatles op ondermij nend materiaal, sexy foto's en bele digingen van de monarchie. Met de staatsgreep in Thailand is de laatste vrije pers van Zuid-Oost Azië verdwenen. In andere landen in dit gebied stelden regeringen die be vreesd zijn voor linkse of rechtse ondermijning, censuur in of „richtlijnen" op voor hun eigen me dia en soms ook voor de buiten landse correspondenten. De communistische regimes in In dochina, net als elders in Azië, plaat sen het lokale nieuws onder directe controle en hanteerden strenge be perkingen voor de toegang van bui tenlandse journalisten. „Zuid-Oost Azië is een van de som berste gebieden in de wereld als het gaat om onderdrukking van de vrij heid van de pers, „zei een woordvoerder van het Internatio naal Persinstituut (IPI) in Londen. „IPI verwacht niet dat hier op korte termijn enige verandering in komt." In de Filippijnen werd Arnold Zeit- lin, de chef van het bureau van Asso ciated Press in Manilla uitgewezen door het met „de staat van beleg" regerende regime van president Fer dinand Marcos, wegens bericht die als schadelijk voor dit land werden beschouwd. In een bericht aan de Filippijnse associatie van omroeporganisaties nadat militairen twee rooms- katholieke publikaties gesloten hadden, zei Marcos dat er „persvrij heid was niet als in andere westerse landen. Het enige verschil is dat onze politiek vereist dat de media volledig participeren in de rege ring... als toegewijde vertegenwoor digers van de regering... voor de ont wikkeling." India nam enige stappen om de onbuigzame controle op de pers te verzachten. Deze controlemaatrege len waren ingesteld door de regering van Indira Gandhi toen zij in 1975 de noodtoestand uitriep. Alle beper kende maatregelen voor de buiten landse correspondenten werden op geheven en de lokale kranten kre gen toestemming om het schrijven van enige kritische commentaren tegen de regering te hervatten. Indonesia wees alle medewerkers van het Amerikaanse nieuwsmaga- zine Newsweek uit en legde beslag op de editie van 8 november wegens een omslagverhaal over president Soeharto en de problemen waar hij mee zit opgescheept, waaronder de beweerde corruptie binnen de rege ring. Birma ging door met het nauwge zet onderzoeken van alle post en telexverkeer, sinds in 1962 een revo lutionaire regering de macht in het land overnam. In mei werden een Franse correspondent en zijn vrouw uitgewezen wegens verhalen waarin kritiek op Brima geleverd werd. In Zuid-Korea voorkwam de strik te trouw van de lokale pers aan de zelf-censuur onder president park Tsjoeng-hee's autoritaire regime dat de media ook maar iets lieten doorschemeren over het „Korea- gate" schandaal in Washington. De Britse koloniale regering in Hong Kong trachtte het geven van nieuwsberichten die krenkend zou den kunnen zijn voor het naburgie China, te ontmoedigen. Het tegeno vergestelde vond in nationalistisch China plaats waar journalisten opdracht kregen de anti-communis tische koers van de regering te on dersteunen. AFRIKA De vrije doorstroming van nieuws in en uit de meeste zwarte Afrikaanse staten bleef gewaagd en was soms zelfs verboden. De uitzondering vormde Kenia maar zelfs daar wer ken de kranten onder ongeschreven regels tegen het bekritiseren van de regering en haar beleid. NEW YORK (AP) - Plaatselijke journalisten in landen als Oeganda en Zaïre moesten rekening houden met hun arrestatie als zij tegen de regering schreven en buitenlandse correspondenten werden met uitwij zing bedreigd als hun berichten on aangenaam waren voor de autoritei ten. De voormalige Portugese kolo nies Angola en Mozambique maak ten het voor de buitenlandse journa listen erg moeilijk om binnen te komen. In sommige Afrikaanse lan den komt het enige wereldnieuws dat in die landen verkrijgbaar is, binnen via radiouitzendingen van buitenlandse zenders. Het blanke regime van Zuid-Afrika stelde geen censuur in voor de bui tenlandse berichtgeving maar som mige buitenlandse verslaggevers verloren hun visa of werden zonder officiële uitleg uitgewezen. De plaat selijke journalisten kregen beper kingen opgelegd ten aanzien van wat zij konden schrijven over mili taire aangelegenheden of gevange nissen. In het naburige Rhodesië werd het nieuws voor het buitenland alleen rechtsreeks gecensureerd tijdens de door de militaire autoriteiten geor ganiseerde bezoeken aan „operatio nele gebieden". Maar de correspon denten werden belemmerd door wetten die het verslaan van ge welddadigheden of sanctiemaatre gelen van de Verenigde Naties ver bieden. De kranten in Salisbury doen aan zelf-censuur volgens een overeenkomst met de regering die in 1968 werd bereikt. WEST-EUROPA Hoewel de Spaanse pers technisch gebonden bleef aan strenge wetten die ingesteld zijn door het oude Franco-regime wordt de controle steeds minder frequent toegepast nu koning Juan Carlos zijn land een democratische structuur wil geven. De pers bekritiseerde openlijk de koning en behandelde de onderwer- Zo loopt het nieuws al dan niet gezuiverd binnen bij de dagbladen. pen die tijdens de dictatuur van generalissimo Franco als taboe wer den beschouwd. Voor de eerste keer in tientallen jaren verschenen ver klaringen van de oppositiepartijen en pornografie in de kiosken. LATIJNS-AMERIKA De kranten in Brazilië, die met uit zondering van vijf dagbladen in 1975 allen vrijgesteld werden van recht streeks censuur, in 1976 steeds stoutmoediger en openlijker zonder direct ingrijpen van de regering. De vijf bladen die nog steeds gecensu reerd blijven, worden meer om mo rele dan politieke redenen aange pakt. In het door terrorisme geplaagde Argentinië worden de kranten door wetten verboden verhalen te publi ceren over ondermijnende organisa ties. Buitenlandse correspondenten worden niet gecensureerd maar en kele van hen zijn door rechtse terro risten met de dood bedreigd. De media in Chili oefenen strenge zelf-censuur onder de rechtse dicta tuur. De hoofdredacteuren kregen soms instructies van de regering ten aanzien van de behandeling van ge voelige kwestie en sommige verha len zoals beschuldigingen van ge welddadigheden tegen de mensen rechten, verschenen niet in druk. Berichten van buitenlandse corres pondenten werden nauwkeurig be studeerd door de autoriteiten en journalisten van de Washington Post en The New York Times kregen geen toestemming om het land bin nen te komen. De Zuidamerikaanse dictaturen houden hun media gemuilkorfd. Pa raguay en Uruguay controleerden ook de voor het buitenland bestem de berichten terwijl andere landen de buitenlandse journalisten be dreigden met uitwijzing. Ecuador beroemde zich op een offi cieel beleid van persvrijheid maar dit is afhankelijk van aanvallen van officiële aard waarin hoofdredacteu ren bedreigd en radio-station tijde lijk gesloten worden. Een in januari aangenomen wet maakte het tot een misdaad om militairen te min achten. In Jamaica tenslotte riep eerste mi nister Micael Manley in juni de noodtoestand uit en verbood alle berichten die het publiek zouden kunnen doen ontvlammen of „de openbare veiligheid in gevaar zou den kunnen brengen." door Fred Lammers Plannen om het kasteel aan Het Loo te koppelen te MEI I- te AMERONGEN „Dit jaar geen rondleidingen" staat er ^Jweinig gastvrij op het monu- M mentale toegangshek van kas teel Amerongen. Het zijn woor den die inmiddels door de tijd zijn achterhaald, want van dit zeventiende-eeuwse Utrechtse kasteel, dat vooral door het verblijf van keizer Wilhelm de Tweede, na zijn vlucht uit Duitsland, grote bekendheid heeft gekregen, zal in de nabije toekomst niet meer gezegd kunnen worden dat men er be zoekers liever ziet gaan dan komen. De Utrechtse kastelenstichting, die onlangs eigenares van Amerongen is geworden gaat het kasteel nog deze zomer voor het publiek open stellen. Voor het eerst in de geschiedenis zal men dan het hele kasteel kunnen bekijken. Ook de deuren van de ka mers waarin keizerin Auguste Vikto- ria verblijf hield, zullen opengaan. Zelfs in de indrukwekkende kelders tl het publiek kunnen afdalen, aar zullen steeds wisselende ten toonstellingen over de historie van het kasteel worden gehouden. S| Materiaal is er genoeg, vooral als de -d .plannen doorgaan Amerongen van- wege de vele relaties die er zijn met de Oranjes, te koppelen aan het rijksmuseum paleis Het Loo in Apel doorn. De directeur van dit museum zit in de werkstichting die dezer da- 'rten gen is °PBericht om de plannen voor kasteel Amerongen in snel tempo uit e voeren. „We denken er ook over de banden die bestaan tussen kasteel Ameron- n, huize Doorn en slot Zuylen bij AVOjÜtrecht te gaan benadrukken, bij 'oorbeeld door gecombineerde toe- iring. gangsbewijzen uit te geven. Dit zou met name huize Doorn niet ongele- gen zijn, omdat het bezoekersaantal variödaar de laatste jaren terugloopt. De lalfl generatie die tijdgenoot was van kei- uitenper Wilhelm is aan het uitsterven en meesté mensen die met eigen e_ Jogen wilden zien waar de keizer zijn ^vensavond sleet, zijn er al geweest, len nieuwe stimulans voor deze nos talgische belangstelling kan daarom «g belangrijk zijn," vindt drs J. W. De Janssen, voorzitter van de Utrechtse Kastelenstichting. )<4e; Deze foto was een cadeautje van Wilhelm aan zijn gastheer op Amerongen, graaf Godard van Aldenburg Bentinck. Kasteel Amerongen houdt geen deuren meer gesloten (boven). Hij vervolgt: „Wij zijn tegen wil en dank in het bezit gekomen van Ame rongen. Het was helemaal niet onze bedoeling als stichting kastelen te gaan kopen. Wij wilden het meer in het geven van voorlichting over het Utrechtse kastelenbezit zoeken. We zijn echter tot actie overgegaan om dat we wilden voorkomen dat Ame rongen aan de paal ging en Neder land een uniek cultuurbezit zou ver liezen." Uitdaging Daar zag het vorig jaar naar uit, toen enkele leden van de familie Van Al denburg Bentinck tot boedelschei ding wilden overgaan omdat ze het jarenlang vruchteloos onderhande len met het rijk over de toekomst van Amerongen beu waren. Een groep particulieren wist dit met steun van minister Van Doorn van CRM en enkele Nederlandse fondsen te voorkomen „We hebben het benodigde geld op tafel kunnen leggen en tevens de exploitatiee voor de eerstvolgende vijf jaar veilig gesteld. Het is een enorme uitdaging voor onze acht jaar bestaande stichting geweest, maar we konden ons er niet aan onttrekken. We hebben nu het be wijs geleverd dat de Utrechtse Kas telenstichting geen dorre instelling van enige hobbyisten is, maar een orgaan dat waakt over ons kastelen- bezit. Dat zullen we ook in de toe komst nastreven als waardevolle kastelen verloren dreigen te gaan, al hebben we voorlopig ons portie wel gehad," zegt drs Janssen. Exploitatie Het is nu zaak het geld dat voor de aankoop en exploitatie van kasteel Amerongen is geleend van diverse stichtingen terug te betalen." Wij willen daartoe acties gaan houden, We hopen dat ons volk gaat beseffen dat Amerongen een nationaal bezit is, niets iets voor een elitair groepje. Er wordt nog zo vaak gezegd: kaste len zijn voor baronnen, graven en gavinnen. Dat is onzin. We kunnen in dat opzicht een voorbeeld nemen aan Engeland. De Engelsen denken daar veel nuchterder over. Kastelen zijn waardevol omdat ze een bijzon dere schakel met het verleden vor men. Vooral op Amerongen komt dat sterk naar voren. Het is een kasteel dat ruim drie eeuwen onafge broken in het bezit van één familie is gebleven omdat het Engelse erfrecht werd toegepast, dat bepaalt dat bij overlijden alles overgaat op de oudste zoon. Dat komt in Nederland nauwelijks voor." Géén muizeval Het kasteel, dat in goede staat ver keert („Wij zijn beslist niet in een muizeval terecht gekomen," merkt drs Janssen op) is aan de stichting overgedragen met de complete in ventaris. Daartoe behoren ook de bibliotheek en het familiearchief waarover de rijksarchivaris volgens de heer Janssen „laaiend enthousi ast" is. De heer en mevrouw De Brauwere- van Aldenburg Bentinck (zij is de kleindochter van graaf Godard, die gastheer was van Keizer Wilhelm), die nog op de zolderververdieping van Amerongen wonen kunnen dat goed begrijpen. „Grootvader heeft dat archief laten catalogiseren. Het is bijgewerkt tot 1890. Er zit prach tig materiaal bij, zelfs eigenhandig geschreven brieven van de koning stadhouder. Die banden met de Oranjes hebben geduurd tot in deze eeuw. Koningin Emma was een nicht van mijn grootmoeder. Zij kwam hier evenals prins Hendrik vaak. Na die gebeurtenissen met keizer Wilhelm is dat contact ver broken, waarom heb ik nooit begre pen," vertelt mevrouw De Brauwere. Die archiefstukken, waaronder zich heel vertederende bevinden, geven dikwijls een ontroerend beeld over degenen waarvan de geschilderde portretten in het kasteel hangen. „Daaruit blijkt dat mijn voorouders heel gewone mensen zijn geweest met hun vreugden en verdriet," ver (foto's: Jaap Herschel) volgt mevrouw De Brauwere. Gastenboek Grappig is het gastenboek uit de vorige eeuw, waarin op onverbloem de wijze notities werden gemaakt over bekende figuren die Ameron gen met een bezoek hadden vereerd. „Het kritische praten over mensen die bij je op bezoek zijn geweest is iets waaraan ook kasteelbewoners zich bezondigen," constateert me vrouw De Brauwere lachend. Het afstand doen van Amerongen was een moeilijke beslissing." De familie zag dat echter al lang aanko men. Je kunt zo'n kasteel tegen woordig niet meer als particulier be heren. Als je alleen al ziet hoe de lonen omhoog gaan. Voor een tuin knecht die zes jaar geleden 16,50 per uur verdiende moet je nu 32,- betalen," zegt de heer De Brauwere. Zijn vrouw vult aan: „Voor de vorige generatie, de kinderen van de oude graaf, was het te pijnlijk om over het afstoten van het kasteel te praten. Zij leefden nog in de oude tijd. Wij denken er modern over. Ik weet ze ker dat grootvader ook erg gelukkig zou zijn geweest met de oplossing die nu is gevonden. „Bewaar het huis", heeft hij vaak tegen zijn kin deren gezegd. Dat hebben wij ge daan. We hebben in de geest van onze voorouders gehandeld. Een mens past zich aan de omstandighe den aan." Volgens de heer De Brauwere was dit de wens van alle familieleden, ook van degenen die dachten over een veiling. „Ik geloof niet dat zij het zover zouden hebben laten komen. Het was slechts hun bedoeling te be werkstelligen dat er eindelijk eens iets gebeurde. Met die pogingen hebben zij succes gehad." Geen museum De banden met de familie Van Al denburg Bentinck en het kasteel worden niet geheel doorgesneden. Bij de verkoop is overeengekomen dat de bovenste etage ter beschik king van de familie blijft." De fami lieleden die dat willen, zullen hier altijd terecht kunnen al zullen ze niet meer zoals vroeger allemaal hun eigen kamer hebben. De ruimte die voor ons gereserveerd blijft zal echter doorlopend bewoond zijn, want de Jongere generatie van de Van Aldenburg Bentincks is ook verknocht aan Amerongen. Dat komt doordat het een familiehuis is Aan elk voorwerp is een verhaal verbonden. Veel van die verhalen zijn van generatie op generatie door gegeven. Er komen ook nieuwe ver halen bij. Dat is het voordeel van een levend huis. Daarom heb ik niet het gevoel in een museum rond te lopen als ik door het kasteel dwaal waar mijn voorouders zoveel voetstappen hebben liggen. Zolang hier familieleden blijven wonen, zal Amerongen ook geen professioneel museum worden," concludeert me- vrouw De Brauwere. De tijd van vroeger is definitief voorbij. „Mijn grootouders hoorden in dit kasteel thuis, pasten er hele maal in. Zij waren er naar gekleed, wisten zich erin te bewegen. Ze had den een levensstijl die wij tegen woordig missen. Als wij in die statie- vertrekken echt zouden gaan wo nen, zouden we lijken op de wassen beelden van Madame Tussaud."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 11