Nieuwe auto vergt jaren
tijd van voorbereiding
ufofabrikanten gevoeliger voor
uinig rijden dan automobilisten
Twee „Amerikanen"
aan de tand gevoeld
I
Veertigste
personenauto
tentoonstelling
in Nederland
Acht jaar studie en werk aan Renault 14
AUTOKEUS
Tachtig mille voor openbaar
vervoer
iNDERDAG 10 FEBRUARI 1977
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
17
idoor Sicco de Jong
De pcrsonenauto-RAI van 1977 is de
veertigste in successie. Alleen was
de eerste tentoonstelling, die in 1899
werd gehouden, nog georganiseerd
door de want de Automobiel
was toen nog niet in de naam van de
Nederlandsche Vereeniging ,,De
Rijwiel-Industrie" opgenomen. Van
de automerken, die toen werden
geëxposeerd, is er maar één overge
bleven: de Engelse Daimler.
De eerste tien autotentoonstellingen
werden gehouden in het in 1929 afge
brande Paleis voor Volksvlijt aan het
Frcdcrikspleiiy Dit waren alle ten
toonstellingen vóór de eerste werel
doorlog: de laatste vond plaats in
1913 en er waren alleen „cycle-cars"
van onder de 1100 cc te zien.
Vervolgens zijn in de jaren 1922 tot
en met 1960 eenentwintig ten
toonstellingen met personenauto's
gehouden in het oude RAI-gebouw
aan de Ferdinand Bolstraat, dat vo
rig jaar definitief gesloopt werd. De
huidige tentoonstelling is de negen
de in wat destijds de ..nieuwe RAI"
ging heten. Hier. aan het europa-
plein. opende Prins Bernhard in
1961 de personenautotentoonstelling
van de RAI, die vervolgens om het
jaar gehouden is. Overigens opende
Prins Hendrik in 1922 de ,,oude
RAI".
De tweejaarlijkse cyclus werd direct
na de tweede wereldoorlog ingesteld
en heeft langzlamerhand in hel bui
tenland navolging gevonden.
Frankfort, Brussel, Turijn, London
(voortaan Birmingham) en Parijs
volgden het Amsterdamse voor
beeld, waar in Europa alleen de sa
lon van Genève niets voor schijnt te
voelen.
Deze tentoonstelling is overigens de
eerste sinds 1958 zonder het Neder
landse automerk DAF, dat door Vol
vo uit productie genomen werd.
ier jaar geleden voerden de grote autoconstructeurs tijdens de
ersonenauto-RAI de research naar schonere uitlaatgassen in
vaandel. Twee jaar geleden, tijdens de vorige RAI-
^toonstelling, was de experimentele veiligheidsauto de topic,
it jaar is het meest voorkomende motto de zuinigheid. Dat
ireekt misschien nog het meest de consument aan, omdat de
ionomie centraal staat, en het heeft een al even interessant
laatschappelijk belang als bestrijding van luchtvervuiling of
ïrkeersonveiligheid, omdat 's werelds olievoorraden niet onuit-
ittelijk zijn.
>ch is het maar zeer de vraag in
everre de consument zich als ver-
itwoordelijk aardbewoner zal ge-
ngro, zolang hij meent een sterke
lehoefte aan autorijden en daardoor
im benzine te hebben, terwijl hij de
rj/s niet onoverkomelijk acht. Een
iter superbenzine kost thans vol-
ens de Staatscourant van 31 de-
ember 1976 maximaal 1,096. Dus
ond 1,10 tegen 97 cent bij de vori-
e RAI en bijna 75 cent tijdens de
AI van vier Jaar geleden. In de
eriode van februari 1973 tot februa-
1975 deed zich nog een prijsstij-
ng van 22 cent of 29 procent voor,
aar in de afgelopen twee jaar be-
ueg die prijsstijging maar 13 cent
13 procent. En dat terwijl de infla-
in die laatste twee jaar het sterkst
as en terwijl de korting op het
eeds meer voorkomende „zelf tan
il" is verdubbeld van twee cent tot
er cent per liter.
e automobilist zal zich in een tijd,
larin de overschotten van witte
nzine weer toenemen, dan ook niet
gauw meer zorgen maken over de
lodzaak tot zuinig rijden als bij-
orbeeld ten tijde van de oliecrisis,
aar het belang is er niet minder op
worden. De prijzen van ruwe olie
an nog steeds omhoog en zullen
k bij een stabiel verbruik al meer
viezen vergen. Maar bovendien is
nog steeds geen direct bruikbaar
ematief voor deze meest gebruik-
energiebron voorhanden, zeker
et wanneer het om de aandrijving
automobielen gaat.
nen de westerse overheden is
h zich hiervan terdege bewust en
telfsprekend is het voor de auto-
ïstrie ook van het allergrootste
mg tijdig in te spelen op de vraag
r zuiniger auto's. Dit heeft in de
erlinge concurrentiestrijd im-
5 een direct belang, omdat door
prijsstijgingen ten tijde van de
ecrisis de benzine toch in de kilo-
lerkostprijs van auto's een be-
rijker aandeel heeft gekregen,
besparing van tien procent aan
Istofverbruik betekent thans
Biddeld een cent per kilometer
J8t voor de consument.
It percentage lijkt hoog. maar het
bijvoorbeeld al bereikt door de
nding van de radiaalband, Mi-
die in 1948 de radiaalband
iracht, is hiermee vijfentwintig
r nadien tijdens de oliecrisis
I Amerika gaan adverteren onder
p motto van één tiende brandstof-
ring. Om dit te mogen doen
1st Michelin zijn bewering kun-
ji staven.
chtweerstand
banden en wielen met name
Ie banden en wielen kunnen
igen tot een lagere rol-
itand, is de carrosserievorra be
id voor de andere veel energie
le factor, de luchtweerstand.
oor bestaat een maatstaf, die
idtunnels gehanteerd wordt: de
Citroén heeft daarnaar zijn op
na nieuwste automodel ver-
Böd, op grond van het feit dat de
Wstandscoëfficiënt van dit model
fewoon laag was. Maar bij andere,
rtg Jaar uitgebrachte nieuwe au-
als de Audi 100, Ford Fiesta en
ver 3500. beroemden de construc-
zich ook op een hoge norm van
bdynamica
Voor de consument zijn deze details
volstrekt oncontroleerbaar.
Windtunnelproeven bootsen boven
dien de omstandigheden op de weg
nooit natuurgetrouw na. Het gaat
ook niet alleen om de veelgeprezen
wigvorm aan de voorzijde zoals bij
de Leyland Princess en Fiat X 1/9
maar ook wat bollige zijkanten en
een goede werveling achter het dak
tellen mee. De vormgeving van de
achterzijde van auto's is uit oogpunt
van „styling" van belang automo
bilisten zien altijd het best de wa
gens. die vóór hen rijden maar de
daklijn moet tevens bijdragen tot
een minimum aan brandstofver
bruik. Daarom heeft bijvoorbeeld
Renault bij de introductie van de
snellere 16 TX een spoiler achteraan
het dak gezet en tegenwoordig wordt
eveneens aan de voorkant van auto's
steeds meer gebruik gemaakt van
spoilers (dat is iets anders dan de
brede stabilisator voor wegligging,
hoewel de functies kunnen samen
gaan).
Gewicht
Zwaar telt, waar het om het benzine
verbruik gaat. het gewicht van de
wagens. Op de Personenauto-RAI
zijn o.m. de grote Amerikaanse mo
dellen van GM te zien. die aanzien
lijk minder brandstof verbruiken,
mede dank zij een gewichtsbespa
ring van 300 kg. De zuinigste auto's
van de RAI zijn ook de lichtste
modellen: de Citroen 2 CV met een
tweecilindermotortje van 425 cc en
de Reliant Kitten met een alumini
um motor van 850 cc.
Gewichtsbesparing door toepassing
van lichtgewicht metalen neemt
hand over hand toe. De aluminium
motoren van de Renault 14 en Peu
geot 104 Coupé of van de Renault 30
TS. Peugeot 604 en Volvo 264 (de
zelfde zescilinder) of van de Rover
3500 (een V 8) zijn er voorbeelden
van. Aluminium, dat maar een der
de tot de helft weegt van gietijzer,
wordt ook al meer toegepast in de
carrosserieën, bumpers en wielen.
Daarenboven komt de toepassing
van kunststoffen steeds meer voor,
hoewel de polyester carrosserie al
leen rendabel te fabriceren is bij
produkties in kleine aantallen, zoals
van de merken Matra en Reliant.
Maar in het interieur wordt veel
gedaan met plastics en de VW Pas
sat heeft zelfs een kunststof
brandstoftank.
Ford bespaarde met de nieuwe Fies
ta gewicht door een geringere glas
dikte, ook een manier.
Motor
Omdat de motor uiteindelijk de
benzine verbruikt, valt aan de con
structie daarvan altijd nog wel wat
te doen om zuiniger rijden te bevor
deren. Recent zijn twee voorbeelden
van grote Europese concerns. Ten
eerste Renault, dat het model R 5 in
GTL-uitvoering een grotere (dus
duurdere) motor gaf dan de stan
daardversie. maar daar niet meer
pk's vermogen uit haalde en zodoen
de een belangrijke brandstofbespa
ring realiseerde. Ten tweede
Volkswagen, dat nu ook de Audi 100
met vijfcilindermotor in Nederland
uitbrengt een motor, die qua ver
bruik dicht bij een viercilinder en
qua prestaties dicht bij een zescilin
der ligt.
Dit resultaat van VW werd overi
gens bereikt dank zij een vernuftig
inspuitsysteem van Bosch. Voor de
toekomst valt van dergelijke beter
gedoseerde inspuitsystemen méér te
verwachten; wellicht dat zelfs ooit
de huidige carburateur geheel ver
vangen wordt.
Van alle ontwikkelingen van alter
natieve motoren doet de oudste, de
dieselmotor, het 't beste. In liters
verbruikt die een kwart minder dan
de benzinemotoren. Volkswagen zou
op de Personenauto-RAI ook de VW
Passat met 50 pk-dieselmotor
uitbrengen, maar de vraag naar de
Golf Diesel is na enkele beginpro-
blemen nu zó groot, dat de Duitse
fabriek daarmee maar even wacht.
Mercedes toont uiteraard zijn begin
vorig jaar uitgebrachte generatie
„kleine" modelleh met dieselmotor.
Peugeot heeft de 304 Diesel aan zijn
programma toegevoegd ter vervan
ging van de 204 Diesel, en verder zijn
er de Opel Rekord 2100 D, de Ci-
troën CX Diesel en de Volga M 24
Diesel met overigens ook een Peuge-
ot-motor. De Britten exposeren nog
een Landrover met dieselmotor.
Een voordeel van de dieselmotor is
mede, dat de dieselolie voortkomt
uit een zwaardere oliefractie in het
raffinageproces, waardoor de auto
motoren niet langer alleen op lichte
oliën zijn aangewezen. Tenslotte is
er door chemische middelen aan
benzine of motorolie toe te voegen
de zogenaamde dopes ook nog
enige brandstofbesparing mogelijk.
Met name Chevron en Shell zijn op
dit gebied actief.
De voornaamste vooruitgang op het
gebied van brandstofverbruik moet
echter van de autoconcerns komen.
Reclame voor zuinig rijden heeft nog
altijd weinig uitgehaald, hoewel de
consument toch steeds kostprijsbe
wuster wordt. De hoeveelheid van de
wereldcnergie, die hij persoonlijk ge
bruikt, is te verwaarlozen, maar de
nota die het tankstation hem presen
teert is dat niet.
De Renault 14. die op deze Per
sonenauto-RAI zijn entree in
Nederland maakt, is niet zoals
vele nieuwe modellen, die de
auto-industrie uitbrengt, een
verdere ontwikkeling van oude
principes, maar een geheel
nieuwe creatie. Zo'n ontwikke
ling kost tegenwoordig een au-
tofabriek tenminste een half
miljard gulden ook British
Leyland gaf zo'n bedrag op
voor de eveneens geheel nieu
we Rover 3500 en vergt jaren
studie en werk.
Acht Jaar geleden werden voor de
Renault 14 de eerste hoofdlijnen op
papier gezet. De concernleiding be
sloot de ontwikkelingsafdeling
opdracht te geven tot een compacte,
functionele middenklasse-auto. De
binnenruimte daarvan moest die
van de toen nog jonge in 1965
uitgebrachte Renault 16 vrijwel
evenaren en de buitenafmetingen
moesten nog verder teruggebracht
worden. Uiteraard werd daarbij ge
dacht aan een wagen met „vijfde"
deur volgens het principe van de
Renaults 4 en 16.
Dat gebeurde dus in 1968, toen de
laatste hand werd gelegd aan het
model 12, dat de Renaults 8 en 10 zou
opvolgen. In de nummering lag er
niets meer voor de hand dan dat de
volgende Renault de „14" zou wor
den. Maar toen in 1969 de Renault 12
verscheen kwam die in de prijsklasse
terecht, waar ook ongeveer de Re
nault 14 voor bestemd was. De
komst van de ene auto mocht niet te
zeer de komst van de andere, nu
weer acht jaar oude vierdeurs wagen
doorkruisen. Dit was een centraal
uitgangspunt.
Een ander aspect van de zaak was
het navorsen, welke behoeften de
automobilisten in de jaren zeventig
zouden hebben. Daartoe werden al
lerlei mogelijkheden omtrent de
maatschappelijke ontwikkeling in
acht genomen. De consumptieve be
stedingen in de toekomst, de kansen
op snelheidsbeperkingen om reden
van energiebesparing, de te ver
wachten stijging van de benzineprij
zen en natuurlijk de politieke stabili
teit, want 1968 was het jaar, waarin
De Renault 14 in het ontwikkelin^cstadium: botsprocven om de veiligheids
structuur optimaal te ontwerpen.
bij Renault de roemruchte mei
revolte begon.
Hoe zou de consument zich laten
beïnvloeden? Wat zou hij wensen?
De studies werden voorlopig afge
rond in 1971 en daarmee kon aan de
ontwikkeling in de sfeer van de
vormgeving begonnen worden.
Reeds bij de tekeningen moest reke
ning gehouden worden met het feit,
dat de mensen steeds langer worden,
dat (vooral in Frankrijk) de trend
naar boodschappen doen in het
groot sterk doorzet, maar aan de
andere kant moet zo'n auto ook een
goede stroomlijn hebben dus zo
laag mogelijk en is het zaak geen
te lange wagen te ontwerpen, zodat
Schuifdak van
gelaagd glas
Een nieuwtje in de onderde-
lensfeer is dit elektrisch schuif
dak, dat Vcrmeulen-Hollandia
te Haarlem heeft gemaakt van
spiegelend gelamineerd veilig
heidsglas. Dit „Glass Top"
schuifdak is speciaal voor Ame
rika ontwikkeld en kost in Ne
derland 2.832 gulden incl. BTW.
Onder dit dak zit een scherm
dat dichtgetrokken kan worden
als de lichtinval hindert. Ver-
meulen-Hollandia exporteert
zes op de tien gemaakte schuif-
daken, uiteraard meest van me
taal. Vorig jaar maakte de Haar
lemse fabriek er twintigdui
zend, met name van het type
Sky Sight.
de automobilisUe) er goed mee kan
parkeren.
Op grond van al deze theorie kwam
in de praktijk een 350-tal versies uit
de bus voor wat inmiddels het ..pro
ject 121" gedoopt was. Hiervan leken
de meeste sterk op elkaar en negen
tig procent werd weldra opzij gezet.
De overige werd als hout- en kleivor-
men in maquettes gebouwd en ge
test in windtunnels. Tussen al deze
typen van 3,50 tot 4.50 meter moest
de directie van Renault in 1972 een
keus maken. Nog bleven er een paar
varianten over, die op ware schaal
gebouwd werden en tenslotte werd
na een consumententest dat ene mo
del van precies vier meter lengte
uitverkoren: de uiteindelijke Re
nault 14.
In 1973 begon het daadwerkelijke
construeren van de auto. Als motor
werd een samen met Peugeot ont
wikkelde 1200 cc van aluminium ge
kozen. De structuur van de carrosse
rie werd bepaald aan de hand van
botsproeven. Het onderstel werd ge
test op een hobbelige proefbaan in
Lardy bezuiden Parijs. Met ergono
mische metingen werd vastgesteld
waar welke instrumenten geplaatst
dienden te worden en kwam de vorm
van de stoelen vast te staan en
tenslotte werd met de computer het
definitieve prototype uitgelijnd.
De directie besloot in totaal twee
miljard francs (een miljard gulden)
te voteren, waarvan ongeveer de
helft diende voor compleet nieuwe
fabrieken. De voornaamste daarvan
is die te Douai, terwijl de motoren
samen met Peugeot in Douvrin
beide plaatsen liggen in Noord-
Frankrijk worden gebouwd. De
orders voor onderdelen (ruiten, ban
den. textiel, e.d.) werden geplaatst,
de fabrieken werden ingericht en an
derhalf jaar tevoren begonnen al de
voorbereidingen voor de reclame
campagne bij de lancering. Arbei
ders leerden de nieuwe auto kennen
en een klein half jaar voor de offi
ciële introductie begon de fabricage
van de „nul-serie", waarmee de pers
vorig voorjaar in de Camargue ken
nis maakte.
In juni 1976 werd de wagen onthuld
en in januari van dit jaar is de export
begonnen. Van een model, waaraan
zeer veel tijd en geld besteed is.
Een halve eeuw geleden, toen er nog weinig auto's in Nederland verkocht werden, was het al
Amerikaanse wagens wat de klok sloeg. Maar hoewel vóór en na de Tweede Wereldoorlog de
Amerikaanse auto nog een belangrijk aandeel in de Nederlandse autoverkoop had, daalde dit tot
een dieptepunt in 1972: omreden van de kosten. Sinds de prijsstijgingen van de Europese auto's,
de waardedaling van de dollar en nu ook de Amerikaanse concerns aan een lager bezineverbruik
werken, zijn de verkoopcijfers en de perspectieven voor de Amerikaanse auto's echter weer wat
verbeterd. De voornaamste reden is algezien van wellicht veiligheid het comfort
We reden twee jonge representanten
van de Amerikaanse auto-industrie
om een vergelijking met de Europese
wagens te kunnen maken: de „com
pact car" Plymouth Volare en de
„full size" (zij het bekorte) Chevrolet
Caprice. Het zijn resp. wagens van
Chrysler en General Motors, welke
twee concerns elk hun verkooporga
nisatie in Nederland gerationali
seerd hebben door vijf dealers bij de
import een sleutelpositie te geven
key-dealers" noemen Amerikanen
dat, waar dan tientallen andere dea
lers met hun service achter staan.
Volare
De Plymouth Volare is een 1976-
model, dat ondanks de naam „com
pact" nog altijd 5,11 meter lang is en
naar keuze geleverd wordt met een
3.7 liter sezcilinder motor van 110
DIN-pk of een 5,2 liter achtcilinder
van 150 pk. Geen minvermogende
auto dus en dat valt aan de
trekkracht te merken, hoewel links
voor op de motorkap onmiddellijk
een lampje gaat branden bij te fel
accelereren: om de chauffeur te at
tenderen op een verhoging van het
benzineverbruik. Dit verbruik kan
schommelen tussen de één liter op
vijf km en één op zeven, wat uiter
aard niet mis is.
De benzinenota is in feite de prijs,
die men betaalt voor het comfort
van een uiterst rustig lopende motor
en de automatische transmissie. De
Chrysler-serie Dodge Aspen-
Plymouth Volare is standaard al uit
gerust met die automaat, achterruit-
verwarming, rem- en stuurbekrachti
ging. een van binnenuit verstelbare
buitenspiegel, rui te wissers met drie
snelheden, radiaalbanden en een
verzwaarde constructie van vering
en schokbrekers ter aanpassing aan
de Europese rijomstandigheden.
Toch deint de wagen nog wat en is
het contact met de weg net niet dat
wat de grote Europese wagens tegen
woordig bieden.
Daarentegen is het bedienings- en
overige rijgemak een voor Europese
begrippen ongewone luxe. We reden
een typisch Amerikaans-luxe uitvoe
ring met „cruise control", een knopje
op de richtingaanwijzer waarmee je
de snelheid kunt instellen zodat gas
geven overbodig wordt. Bij aanra
king van rem- en gaspedaal treedt
dit systeem weer vanzelf buiten wer
king. Op een lange afstand biedt dit
een waar rijgenot.
De Plymouth Volare kost dertig mil
le. waarbij als extra's airconditio
ning k 2.447, elektrische raambe
diening k 765 en de speedpilot alias
cruise control 400 leverbaar zijn
(alles incl. BTW).
Chevrolet Caprice
is niet minder dan in de langere
sleeën van weleer, het comfort be
reikt een absoluut maximum en de
wegligging van de Caprice blijkt
puik. Geen deinen, maar stevig
zoeven.
Het enige bezwaar dat we konden
ontdekken was het ontbreken van
een schuifdak. want door de breedte
van de wagen konden we er in de
garage door het brede zijportier niet
meer uit
Caprice
Plymouth Volare
Twee klassen hoger (ertussen zit nog
de ..intermediate") komt de 5.39 me
ter lange Chevrolet Caprice 1977 met
een basisprijs van 29.146. automa
tische transmissie inbegrepen Deze
prijs wordt echter nog „opgebouwd"
met diverse extra's om tot een super
perfectie te geraken. Het duurst is
airconditioning k 2.580, een stereo
radio met cassette komt op 1393,
vier elektrisch bediende ramen kos
ten 727, een elektrisch naar boven,
onder, achter en voor en kantelend
vestelbare voorbank 590. vier
elektrische deurvergrendelingen
ƒ417. cruise control 357, getinte
ruiten 294, een verstelbaar stuur
wiel 247, twee van binnenuit ver
stelbare buitenspiegels 191, een
elektrisch opkomende antenne 170
en een verlichte make-upspiegel
119.
Dit is het model, dat GM 28 cm
korter en 300 kg lichter maakte,
waarmee het benzineverbruik min
derde van één op vier k één op vijf
tot één vijf a één op zes. Een meter-
tje op het dashboard wijst de
brandstofeconomie aan.
Om te rijden is de muisstille achtci
linder 5.7 liter 170 pk motor (er is
o.m. ook een zescilinder 4.1 liter)
opzienbarend: men vraagt zich af
wel gestart te hebben, omdat de mo
tor dan onhoorbaar loopt. De ruimte
De RAI heeft zijn eigen gratis open
baar vervoer, dat de organisatoren
van de tentoonstelling tachtigdui
zend gulden kost. Het gaat om pen
deldiensten per autobus tussen de
ingangen van het RAI-gebouw en de
parkeerplaatsen in Buitenveldert en
bij het Olympiaplein.
Verwacht wordt, dat in de ochtendu
ren eerst de terreinen rond de RAI
zullen volstromen en dat daarna het
meeste verkeer langs de Europabou
levard in zuidelijke richting zal gaan
om de auto's kwijt te raken. De bus
diensten worden dan op dit gebied
geconcentreerd. Later op de dag
wordt de pendeldienst naar het
Olympiaplein frequenter. Hier bij
het Olympisch Stadion is de par
keergelegenheid het ruimst.
Verwacht wordt verder dat zo'n der
tigduizend bezoekers van de Perso
nenauto-RAI, die in totaal rond vier
honderdduizend bezoekers zal tel
len, gebruik zullen maken van het
gecombineerde trein-tram-
ten toonstellingsentreebiljet.