,Marietje van Winter speurt Publieke opinie I 1 naar eeuwenoude recepten, Van alles wat bij Dille Kamille onze Uw probleem ook het ,,Het middeleeuwse eten was helemaal niet zo onmogelijk" MAANDAG 17 JANUARI 1977 BINNENLAND TROUW/KWARTET - door Mink van Rijsdijk Negenenzestig jaar was hij toen zijn vrouw stierf, na veertig goede huwelijksjaren samen. In de familie had iedereen altijd gedacht dat hij eerder zou sterven. Men had het niet alleen gedacht, maar er ook over gepraat. Tine zou wel jong weduwe worden, want Arnold leefde maar op één long en stak niet in gezond vel. Trouwens er werd meewarig bij gezucht wat moest nou zo'n door en door onhandige man als hij alleen? Verwend was hij ook. Overdreef Tine niet een beetje? Arnold een beste man, daar niet van, maar niet helemaal van deze wereld, een echte studeerka merheid, mensenschuw en verlegen. Tine zou het wel redden als weduwe, ze was altijd zo flink geweest. Bovendien was ze tien jaar jonger dan Arnold. Soms echter of vaak? kloppen voorspellingen en speculaties niet met de werkelijkheid. Tine werd ziek, ongeneeslijk ziek. En Arnold, die altijd ontzien en verwend was, bleek toch in staat zijn Tine met veel geduld te omringen en haar steeds te bemoedigen. Zijn rug leek soms bijna te breken, toch hernieuwde zijn slinkende energie zich steeds op wonderlijke wijze. Dat kwam ook door Annie, Tine's zuster. Zij was al jaren weduwe en toen de zaken bij Arnold huishoude lijk totaal uit de hand dreigden te lopen, trok ze bij haar zieke zuster en onhandige zwager in. Iedereen was tevreden met deze oplossing, die ook wel erg voor de hand lag meende men. Na de begrafenis van Tine was Arnold een wanhopig ontredderde man. Het leven alleen leek hem onmoge lijk, maar ook volstrekt zinloos. In die tijd besefte hij pas goed hoe zijn bestaan geënt was geweest op zijn vrouw. Hij werd ziek. Men hield de adem in. Zou ook het einde voor Arnold komen? Gelukkig was Annie er nog. Ze sleepte haar zwager niet allen door zijn ziekte heen, maar ook door de ergste golven van verdriet. Toen hij ten slotte beter was, adviséerde de dokter een lange vakantie in de bergen. Omdat Annie daar ondertussen ook wel aan toe was, gingen ze samen. Dat viel niet zo best bij de familie. Ze vonden het onverstandig, want ach, de mensen praten zo gauw, nietwaar. „Misschien komen ze wel getrouwd terug," spotte een neefje een opmerking die als e iede- J7 onkies werd genegeerd. Maar heimelijk meende ii reen dat het eigenlijk niet eens zo gek zou zijn en ta zeker complicaties kon voorkomen. Na de vakantie bleef Annie bij Arnold. Ze waren altijd al erg op elkaar gesteld geweest, nu ontstond er een nieuwe band. Annie voelde zich verjongen, ze had weer een doel in haar leven gekregen. Voor Arnold kwamen de dagen niet meer zo onbarmhartig, hij warmde zich aan haar aanwezigheid. Op zijn zeventigste verjaardag vertelden ze aan de familie dat Annie haar eigen huis zou opbreken en definitief bij Arnold kwam wonen. De stilte die ontstond was wel vol oordeel en de stemming bleek niet meer te redden. Toen iedereen vertrokken was, zei Arnold timide: „Het kan dus niet." De reactie van Annie was: „Ze zijn stapelgek." Ze haalde een foto van haar overleden man, zette die op de schoorsteen naast het portret van Tine en zei: „Met jouw Tine en mijn Jan Kees daar redden we het wel. We blijven gewoon samen hier. Hokken heet dat." Hij vond dat geen fijne uitdrukking, maar kuste haar kuis op de wang uit dankbaarheid voor haar moed. Een week later kwam een oud-collega van hem. Behoedzaam sneed hij het delicate onderwerp aan. Arnold moest oppassen voor de publieke opinie, werd gezegd. Daarna voelde zijn broer zich geroepen zich ermee te bemoeien. Er werd gekletst in het dorp. O ja? Ja. Een man van zeventig en een vrouw van vijfenzestig. Schaamden ze zich niet? Was dat een voorbeeld voor de jeugd? Een paar weken hadden ze rust. Toen kwamen de ouderlingen met vermaningen. Arnold dacht te stikken van schaamte op het moment dat Annie de heren uitnodigde mee naar boven te gaan ter inspectie van de aparte slaapkamers. Men bleef druk uitoefenen. Ten slotte bezweken ze onder de terreur van de publieke opinie en zijn ze getrouwd. Wat zegt u? Of ze nog steeds apart slapen? Ik heb er geen idee van. Maar als datniet het geval is, hebben familieleden, kerklieden en dorpsgenoten de kat wel erg tactloos op het spek gebonden. door Annemarie Lücker Er zijn winkels waar je binnengaat en heel sterk in de schoenen moet staan om de knip van de beurs stevig gesloten te houden, anders bestaat de kans dat het voor de rest van de week droog brood eten is. Dille Kamille is zo'n winkel waar je bin nen de kortste tijd uitstapt met ar- menvol leuke en lekkere dingen die opzichzelf niet eens erg kostbaar zijn; de moeilijkheid is juist dat bij na alles aardig is. De Utrechtse vestiging van Dille Kamille zit op de Wandelwerf 150 aan de Oude Gracht in een van de oude hoge gewelven onder de straat. Op schragen-tafels, in antieke gre nen kasten (voor de verkoop) en in grote en kleine manden staan de meest uiteenlopende zaken uitge stald. Porselein uit Limoges, wit aar dewerk met een smal rood of blauw randje uit Portugal dat ouderwets aandoet door vorm en materiaal, glaswerk, potten en pannen, houten gebruiksvoorwerpen voor de keu ken, maar vooral kruiden, thee en droogbloemen. De droogbloemen hangen aan het plafond en men kan kiezen uit achtenveertig soorten en zo zelf een boeket samenstellen. Het is moeilijk kiezen uit de vijfenveertig soorten thee en ook uit allerlei kof- fiemelanges. Het kruidenassortiment wordt bin nenkort nog groter; namen ais mee- krab, IJslands mos en eikebast zul len dan geen uitzonder zijn. Wie moeite heeft de verschillende krui den of hun toepassing te onderschei den kan zich volop op de hoogte stellen uit de vele boeken en krui- dengidsen die op een tafel zijn uitgej stald. Dille Kamille is terecht trou op de collectie sprookjesboeken di«h uit maar liefst veertig soorten bej staat. Speelgoed, manden en stoffen theedoeken en handdoeken en zelfsVi wijn, het is allemaal bij elkaar i vinden. Over een tijdje is er eeri ijzersterke twee-componenten-lak te koop (in diverse mooie kleuren), die speciaal voor vloeren is bedoeld. Oolc is men van plan te beginnen met dé verkoop van natuurlijke stof verven; waarvan de kleuren zoveel warmer en dieper zijn dan van synthetische verf. Op het ogenblik heeft Dille Kamil le vijf vestigingen, de zesde en de grootste komt binnenkort in Arnhem. (Nijmegen: Priemstraat 13; Den Haag. Hoogstraat 19; Leiden. Papengracht 2; Rotterdam: Oude Dijk 207.) VRAAG: Wie was de leermeester van Lode- wijk Napoleon in de Nederlandse taal? Was het Rutger Jan Schim- melpenninck misschien? Heeft het bekende grapje van Doe wel en zie niet om iets te maken met de vrouw van Lot, die versteende? ANTWOORD: L.N. was een eenvou dig zachtmoedig man, die het prach tig vond koning te mogen zijn en zijn uiterste best deed. Hij was niet impopulair, vooral door zijn medele ven bij de ramp van het kruitschip van Leiden. Hij begreep niets van de wereldomvattende plannen van zijn broer Bonaparte en werd dan ook vervangen, toen bleek, dat hij de overtreders van het continentale stelsel, de vissers en de smokkelaars niet uit de zee kon houden. Hij pro beerde Nederlands te leren, met veel moeite. Zijn leermeester was Bilder- dijk. die. hoewel zeer anti-Frans, probeerde de mogelijkheden van de ze man. Holland ten goede, om te bulgen. Behalve de door u genoem de zegswijze: D' Ou elle ainsi ni d'hommes. werd genoemd het begin van een proclamatie: Ik ben uw vorst en uw koning., die echter over kwam als: Ik ben uw worst en uw konijn. Het bezoek van de keizer aan Holland werd minder vriende lijk opgenomen. In Zwolle was het gemeentebestuur verplicht in aller ijl het gilde der zakkendragers te sommeren, de intocht van de Napo leon Bonaparte luister bij te zetten. Het vive l'empereur, werd hier: Leve de lamme z'n breur! L.N. was nl enigszins gehandicapt, maar de gro te man was ontroerd. Helaas kun nen wij deze grapjes niet verder uitbreiden, maar wij vermoeden, dat oud-leerlingen van het Christelijk Gymnasium te Utrecht uit het grijs verleden zich hun leraar Geschiede nis en Nederlands nog wel herinne ren: „de oude Van Melle". een man die inderdaad overal heel veel van wist. Wat de vrouw van Lot betreft, denken wij daar anders over. We kunnen zelfs drie teksten aanvoe ren, alle drie anders, en vrezen dat de uiteenzetting dan te lang wordt VRAAG: Volgens de overlevering zou mijn overgrootvader te voet van Zegveld naar Gouda zijn gegaan (ongeveer 20 km), toen daar de laatste terechtstelling plaats had. Wie was de veroordeelde en wanneer was dat? VRAGEN naar postbus 507, Voorburg. Uitsluitend in enve loppe verzenden naar postbus 507, Voorburg. Per vraag een gulden in postzegels, het liefst in waarden van 55 en 45 ets. bijvoegen, en beslist niet aan de buitenkant opplakken. Geheim houding verzekerd. Briefkaar ten worden terzijde gelegd. ANTWOORD: U heeft hierop wel een poos moeten wachten, maar hel was niet gemakkelijk te weten t< komen waar de gegevens precies wa ren. De terechtstelling van Piet Pijnacker, wegens roofmoord te Reeuwijk. is geschied op 9 juni 1860 te Gouda. De archivaris van Gouda is ervan overtuigd, dat dit is ge schied achter het stadhuis op hel plein, waar het schavot was opge steld, natuurlijk onder bescherminj van de schutterij en omringd door een grote kijklustige menigte die van her- en derwaarts was toege stroomd. Maar voor de juiste toe dracht van de zaak zal men de kran ten uit die tijd moeten raadplegen (Gem. archief Rotterdam, Mathe- nessererf 315a) In de directiekamer van de Nieuwe Rotterdamse Cou rant (NRC) is een legger van di» jaren aanwezig, maar we vermoede) dat die niet ter inzage zal zijn. Gouda waren in die tijd nog geei kranten, dus kan men daar slecht vertellen, hoe het mogelijk gewees had kunnen zijn. In elk geval is he een van de laatste terechtstellingei geweest, die in de vorige eeuw wer den voltrokken. Voor zover ons be kend, heeft de laatste in oktober val datzelfde jaar te Maastrich plaatsgehad. door Fred Lammers UTRECHT ..Ik houd ervan puz zeltjes op te lossen. Vooral daarom ben ik me denk ik voor geschiedenis gaan interesseren. Die belangstel ling komt niet voort uit nostalgie, zoals bij velen die zich met het verle den bezighouden het geval is Dat mijn vader historicus is hij was hoogleraar In Groningen heeft er waarschijnlijk ook wel mee te ma ken. Vader interesseert zich voor de nieuwe geschiedenis, dat is de perio de van 1500 tot 1900. Ik heb bewust gekozen voor de daarvóór liggende tijd, omdat daar nog meer puzzeltjes zijn op te lossen." Jonkvrouwe dr Johanna Maria van Winter weert zich als lector aan het instituut voor geschiedenis aan de rijksuniversiteit in Utrecht danig om de witte plekken in onze kennis van de middeleeuwen in te kleuren. Het aspect waarin zij zich vooral ver diept is de wijze waarop onze voorou ders zich voedden Daarover is Ma- rtetje van Winter (zo meldt zich zich via de telefoon en zo staat het op haar naambordje bij de bel van het herenhuis in de Utrechtse Brigitten- straat waar zij kamers heefti in de loop der jaren heel wat aan de weet gekomen Het begon met een herdruk van een middeleeuws Engels kookboek, dat dr Van Winter dertien Jaar geleden in handen kreeg Dat sprak haar zo aan. dat zij sindsdien verwoed aan het speuren is gegaan naar oude recepten ..Niet uit grootmoeders tijd. Die zijn veel te jong Ik moet ze hebben uit de tijd van de Romeinen en de kruistochten en vlak erna. Het kost wel moeite die te achterhalen, maar er is toch vnj veel bewaard gebleven." vertelt dr Van Winter De bak met kaarten, waarin alles is ge rubriceerd. getuigt ervan. Ook het kookboek met 52 recepten uit de grijze oudheid, dat onlangs onder het motto „Van Soeter Cokene" is verschenen Romeins ..Het zijn recepten die ik eerder in het maandblad .Spiegel Histonael' publiceerde. Ik heb ze allemaal zelf uitgeprobeerd met een groep stu denten Af en toe doe lk dat nog wel eens Zo ben ik valk voor kerstmis nog met een groepje derdejaars gaan koken. Als lk gasten heb zet ik mees tal een Romeins gerecht op tafel omdat zoiets goed overeenkomt met onze smaak. Dat klaarmaken van oude recepten is een heel speciale manier om Je met geschiedenis bezig te houden. Maar als je Je verdiept in de materiële cultuur van onze voorouders, hoort daar het eten ook bij," vindt Jonkvrouwe Van Winter. Die adellijke titel is een aanduiding die zij nooit gebruikt, ook niet in haar publikaties. „Ik denk dat de meeste van mijn studenten en de andere mensen met wie ik heb te maken niet eens weten dat ik die titel mag voeren. Het zegt me niets. Het is immers geen verdienste van mij dat een van mijn voorouders in de adelstand is verheven. Daarente gen zal ik mijn docterstitel niet gauw onder de tafel schuiven omdat ik daar zelf iets voor heb gepresteerd." verduidelijkt dr Van Winter. Vooral keukengeheimen van hof- koks en menu s uit kloosters zijn bewaard gebleven. Dr Van Winter rommelt wat in haar kaartenbak en haalt dan tussen haar vele kookboe ken een map tevoorschijn, waarinzij de oudst bekende recepten van Ne derlandse oorsprong die ze heeft we ten te achterhalen bewaart „Ze zijn afkomstig uit het zgn Propijnboek van het klooster „Marienpoel" dat bij Oegstgeest heeft gestaan. De monniken die daar op het eind van de vijftiende eeuw leefden, noteer den een aantal lekkere hapjes die zij klaarmaakten op hoogtijdagen in de kloostergemeenschap Niet alleen vruchtentaart, maar ook een aalpas- teitje was dan in trek Ze bereidden dat voortreffelijk. Koken was vroe ger nog meer dan nu een mannenbe roep Lekkerbekken Met name In kloosters werd heel wat afgesmuld Het ging er in de mid deleeuwen lang niet zo sober toe als tegenwoordig in onze kloosters. Met eenvoudige middelen werden vaak geraffineerde menu's samengesteld In het klooster Cluny in Bourgondié. dat was gesticht als reactie op de overdaad die toen in veel Benedic tijnerkloosters heerste, ontspoorde men ook. zodat Bernhard van Clair- vaux de lekkerbekken in 1124 ver manend schreef: „De maag wordt zonder het te weten opverladen. ook al neemt de afwisseling de weerzin weg Want omdat we een tegenzin hebben tegen puur voedsel, zoals de natuur het heeft gemaakt, wordt de vraatzucht opgewekt door allerlei onnatuurlijke smaken, waarbij de spijzen op talloze manieren met el kaar worden vermengd en de na tuurlijke smaak die God aan de din gen heeft gegeven wordt versmaad Terwijl de ogen door kleur en het verhemelte door smaak verleid wordt de ongelukkige maag. die noch door kleuren wordt opgevro lijkt noch door smaak gestreeld en niettemin gedwongen wordt alles op te nemen, onder de druk meer bedol ven dan verkwikt Dr Van Winter heeft die recepten uit het Propijnboek met uitgeprobeerd omdat ze onvolledig zijn ..Dat moet op de maag liggen. „Onze voorou ders aten veel vetter. Toch was dat niet zo gek als velen nu denken Ik ben het niet eens met degenen die beweren dat de mensen vroeger heel andere magen moeten hebben ge had dan wij. Het middeleeuwse eten was helemaal niet zo onmogelijk. Men wist heel goed wat gezond was en wat niet. We moeten als we afkeu rend praten over de hoeveelheden die men toen verorberde bedenken dat de omstandigheden anders wa ren. De mensen moesten in de mid deleeuwen veel harder werken en de huizen waren slecht verwarmd, zo dat men meer calorieën nodig had." Bij de recepten die tot nu toe uit de middeleeuwen te voorschijn zijn ge komen, ontbreken beschrijvingen over de maaltijden van de man in de straat. „Vandaar dat opgravingen mij zo interesseren. Wat dat betreft heb ik hoge verwachtingen van de grondwerkzaamheden op het Dam rak te Amsterdam. Er is de laatste tijd in ons land het nodige gevonden op het gebied van pitten en botten, waarvan archeologen precies kun nen nagaan van welke diersoorten ze afkomstig zijn. Die pitten van appelen, pruimen, abrikozen en vij gen zijn waarschijnlijk van vruch ten die voor het bereiden van com- pótes zijn gebruikt. Men at fruit niet zo maar. Ongedierte Alles wat rauw was gold in de mid deleeuwen als niet gezond en door al het ongedierte dat erop zat was het dat ook meestal niet. Boeren en minder ontwikkelden zijn altijd nogal conservatief geweest. Dat brengt mij tot de hypothese dat de gewone man in de middeleeuwen vooral pap heeft gegeten van gerst of rogge, niet van tarwe, want dat was een luxe graan." VRAAG: Wat denkt u over het kabi net. waarvan ik enige foto's bijsluit. Zijn er wel boeken over antiek? en hoeveel zou die Jcast waard zijn? ANTWOORD: Met de foto's zijn we erop uit getrokken. We bezochten in Delft verscheidene antiquairs. Het is een Drents kabinet, niet helemaal boers meer, dat is te zien aan de versierselen. Een goed voorbeeld van Empirestijl. Op z'n vroegst 1780, op z'n laatst 1850. Behoorlijk oud en zeker waardevol. Wij zagen heel wat kasten op deze tocht, maar niet zo mooi als die van u. Onze gastheren begonnen, om zo te zeggen de beur zen al te trekken en visten naar uw adres. Graag wilden ze ervoor naar het hoge Noorden des lands trekken, maar van ons werden ze niet wijzer. Een taxatie is kostbaar, als u de kast niet wil verkopen, of verzeke ren Houd uw bezit in ere. Aardige eenvoudige boekjes zijn: A. van Oirschot, Antiek in woord en beeld (pag. 68). en Antiek kopen Omnibus (blz 88). Zie verder in uw openbare bibliotheek of in de bibliotheken van Leeuwarden en Groningen. VRAAG: Ik zoek een patroon vol gens opgave. Het moet in de Ariad ne gestaan hebben. ANTWOORD: Als het gaat om een patroon uit een niet meer bestaand blad. is het iets anders, maar nu het gaat om een artikel dat behandeld werd (wij hebben dit gecontroleerd) in een bestaand handwerkblad, dan ligt het niet op onze. maar op uw weg. om dit patroon aldaar te be stellen. VRAAG: Ik heb een koperen kande laar. waann woorden zijn gegra veerd Keszittete Szabo Poil Müla- katos Dunahasoszti Wal is dit voor een taal en wat betekenen deze woorden9 komt uit dat hart dan een symme trisch mooi ding, met goud en creme en iets bruinigs. Er is een gedicht: de poëzie komt uit het hart. als de droefheid aan de deur kloptDe hamertjes, waarmee die droefheid klopt, stoelen echter weer op de poë zie uit andere harten. Je moet je echter niet indenken, hoe een lang durig zieke tegen al die poëzie op ligt te kijken. Wij houden het liever bij de andere kant: de doorgesneden ideale bloembol, met blaadjes van boven en worteltjes eronder, en vin den dat onze brievenschrijfster het daarmee aan het rechte (beneden)- eind had. Zij stuurde ons een mooie Nieuwjaarskaart. Dank u vriende lijk! VRAAG: Een paar van mijn kinde ren en aangetrouwde kinderen wor den 50. Mijn buurvrouw zei: dat kost u een paar taaitaaipoppen, want ze zijn nu Abram. Nooit van gehoord en moet dat nu? ANTWOORD: Naar aanleiding van het woord van de Schriftgeleerden (als reactie op wat de Heer Jezus zei: Eer Abraham was Ben Ik) Hoe kan dat nou? Die man is nog niet eens 50 (een rijpe, volwassen man) en hij zou Abraham gezien hebben, ontstond de zegswijze: Hij heeft Abraham ge zien als hij 50 jaar wordt. Ter gele genheid daarvan kreeg men vroeger een mooi versierde pop van specu laas of taaitaai, die Abraham werd genoemd. Tegenwoordig wordt al wat oud is weer naar voren gehaald en dat is wel grappig, als de Jarigen ook op de hoogte zijn van dit ge bruik en er een beetje op rekenen. Maar als u het eerst nog moet gaan uitleggen, heeft het geen zin en ver moedelijk vindt men een cake of een taart, die u zelf gemaakt heeft, veel lekkerder en het is ook wel zo goed koop Taaitaai is zoals de naam zegt erg taai. Om aan de weet te komen wat de gewone mensen toen aten, kunnen vooral oude kasboeken uit gasthui zen opheldering geven. Toch geven ook die boeken, waarin regelmatig visaankopen staan vermeld, een eenzijdig beeld. Er staat niet in wat men uit eigen tuin haalde en wat de eigen veestapel opleverde. Er is nog heel wat speurwerk te doen. Van daar dat dr Van Winter voorlopig geen tijd heeft voor het schrijven van een tweede receptenboek. „Ik heb nog recepten genoeg, maar hier moeten z^ het maar mee doen. Ik ben nu eenmaal geen Wina Born voor wat betreft de middeleeuwen." Minder hartig Echte Nederlandse recepten zijn schaars. Zelfs uit de recepten in het oudste Nederlandse kookboek dat dr Van Winter is tegengekomen en dat in 1510 in Brussel werd uitgege ven. is duidelijk de Engelse en Fran se invloed merkbaar „Men at vroe ger veel minder hartig dan nu. De gerechten waren vooral zuur en scherp, en dat bereikte men door Er is weinig bekend over de eetgewoonten van de gewone mensen in de middeleeuwen. Deze houtsneden van een etende boer geeft ook geen antwoord op de vragen daarover. ANTWOORD: Het is Hongaars. De vertaling is Keszittete: gemaakt door Szabo Poil: Paul Szabo (de voornaam wordt meestal achter de achternaam geschreven) Millaka- tos: Meesterslotenmaker. Sunaha- soszti: Met dit woord hebben we een beetje zitten modderen. Het was moeilijk te lezen en we kwamen op een plaatsnaam Duvahas, die niet bestaat. We hopen dat de vra gensteller na ons schriftelijk antwoord ook dit nog onder ogen zal krijgen: Heel toevallig vonden we op een landkaart van Hongarije, niet ver ten zuiden van Budapest het plaatsje Dunahasoszti en daarmee is de kous dus af! VRAAG: Hierbij voeg ik een gedeel te van nieuw, pas uitgezocht be hang. Wat is boven, wat beneden? In de winkel vond men dat men er alle kanten mee uitkon. maar kennissen hebben er uitgesproken meningen over. Op de plaats, die volgens mij beneden is, heb ik een kruisje gezet. ANTWOORD: Inderdaad kan men twee kanten uit (niet meer) met dit patroon: Een gouden hart, waaruit zoals bij een fatsoenlijk hart aan de onderkant diverse bloedvaten ont spruiten (ik ben me ten volle be wust, dat dit medisch onaan vaardbaar is) en aan de bovenkant JOHANNA MARIA VAN WINTER puzzeltjes oplossen van veel oude recepten worden ge zegd. Er werd het nodige overgela ten aan de smaak van degene die ze klaarmaakte. Dat is aan een kant gemakkelijk, omdat het je de vrije hand geeft zonder dat je het gevoel hebt de historie geweld aan te doen. maar het levert ook dikwijls proble men op." allerlei, nu soms vergeten, kruiden te gebruiken Het ontbreken van de juiste ingrediënten maakte het lan ge tijd moeilijk oude recepten te bereiden. Tegenwoordig is dat veel gemakkelijker dan een jaar of vijf tien geleden, omdat nu vele winkels zich specialiseren op het gebied van kruiden en uitheemse vissoorten." Er loopt wel eens iets uit de hand. zelfs als de ingrediënten nauwkeurig staan vermeld. Enige tijd geleden heeft dr Van Winter dat ondervon den toen een middeleeuws soepje dat zij met haar studenten precies volgens de beschrijving had bereid, niet te eten bleek. „Ik heb ontdekt dat je als staat aangegeven hoeveel kruiden Je moet gebruiken met die getallen erg voorzichtig moet zijn. Kruiden waren in de middeleeuwen heel lang onderweg en als ze dan eindelijk in deze streken arriveer den, waren ze minder krachtig ge worden. zodat er grotere hoeveelhe den moesten worden gebruikt om een goed effect te krijgen." Wat opvalt bij die oude recepten is dat de menu's van vroeger mensen uit de twintigste eeuw vaak zwaar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 6