,Marietje van Winter speurt
Publieke opinie
I
1
naar eeuwenoude recepten,
Van alles wat bij Dille Kamille
onze
Uw probleem ook het
,,Het middeleeuwse eten was helemaal niet zo onmogelijk"
MAANDAG 17 JANUARI 1977
BINNENLAND
TROUW/KWARTET -
door Mink van Rijsdijk
Negenenzestig jaar was hij toen zijn vrouw stierf, na
veertig goede huwelijksjaren samen. In de familie had
iedereen altijd gedacht dat hij eerder zou sterven.
Men had het niet alleen gedacht, maar er ook over
gepraat. Tine zou wel jong weduwe worden, want
Arnold leefde maar op één long en stak niet in gezond
vel. Trouwens er werd meewarig bij gezucht wat
moest nou zo'n door en door onhandige man als hij
alleen? Verwend was hij ook. Overdreef Tine niet een
beetje? Arnold een beste man, daar niet van, maar
niet helemaal van deze wereld, een echte studeerka
merheid, mensenschuw en verlegen.
Tine zou het wel redden als weduwe, ze was altijd zo
flink geweest. Bovendien was ze tien jaar jonger dan
Arnold.
Soms echter of vaak? kloppen voorspellingen en
speculaties niet met de werkelijkheid. Tine werd ziek,
ongeneeslijk ziek. En Arnold, die altijd ontzien en
verwend was, bleek toch in staat zijn Tine met veel
geduld te omringen en haar steeds te bemoedigen.
Zijn rug leek soms bijna te breken, toch hernieuwde
zijn slinkende energie zich steeds op wonderlijke
wijze.
Dat kwam ook door Annie, Tine's zuster. Zij was al
jaren weduwe en toen de zaken bij Arnold huishoude
lijk totaal uit de hand dreigden te lopen, trok ze bij
haar zieke zuster en onhandige zwager in. Iedereen
was tevreden met deze oplossing, die ook wel erg voor
de hand lag meende men.
Na de begrafenis van Tine was Arnold een wanhopig
ontredderde man. Het leven alleen leek hem onmoge
lijk, maar ook volstrekt zinloos. In die tijd besefte hij
pas goed hoe zijn bestaan geënt was geweest op zijn
vrouw. Hij werd ziek. Men hield de adem in. Zou ook
het einde voor Arnold komen? Gelukkig was Annie
er nog. Ze sleepte haar zwager niet allen door zijn
ziekte heen, maar ook door de ergste golven van
verdriet. Toen hij ten slotte beter was, adviséerde de
dokter een lange vakantie in de bergen. Omdat Annie
daar ondertussen ook wel aan toe was, gingen ze
samen. Dat viel niet zo best bij de familie. Ze vonden
het onverstandig, want ach, de mensen praten zo
gauw, nietwaar. „Misschien komen ze wel getrouwd
terug," spotte een neefje een opmerking die als
e iede- J7
onkies werd genegeerd. Maar heimelijk meende ii
reen dat het eigenlijk niet eens zo gek zou zijn en ta
zeker complicaties kon voorkomen.
Na de vakantie bleef Annie bij Arnold. Ze waren
altijd al erg op elkaar gesteld geweest, nu ontstond er
een nieuwe band. Annie voelde zich verjongen, ze
had weer een doel in haar leven gekregen. Voor
Arnold kwamen de dagen niet meer zo onbarmhartig,
hij warmde zich aan haar aanwezigheid. Op zijn
zeventigste verjaardag vertelden ze aan de familie dat
Annie haar eigen huis zou opbreken en definitief bij
Arnold kwam wonen. De stilte die ontstond was wel
vol oordeel en de stemming bleek niet meer te
redden. Toen iedereen vertrokken was, zei Arnold
timide: „Het kan dus niet." De reactie van Annie
was: „Ze zijn stapelgek."
Ze haalde een foto van haar overleden man, zette die
op de schoorsteen naast het portret van Tine en zei:
„Met jouw Tine en mijn Jan Kees daar redden we het
wel. We blijven gewoon samen hier. Hokken heet
dat."
Hij vond dat geen fijne uitdrukking, maar kuste haar
kuis op de wang uit dankbaarheid voor haar moed.
Een week later kwam een oud-collega van hem.
Behoedzaam sneed hij het delicate onderwerp aan.
Arnold moest oppassen voor de publieke opinie, werd
gezegd. Daarna voelde zijn broer zich geroepen zich
ermee te bemoeien. Er werd gekletst in het dorp. O
ja? Ja. Een man van zeventig en een vrouw van
vijfenzestig. Schaamden ze zich niet? Was dat een
voorbeeld voor de jeugd? Een paar weken hadden ze
rust. Toen kwamen de ouderlingen met vermaningen.
Arnold dacht te stikken van schaamte op het moment
dat Annie de heren uitnodigde mee naar boven te
gaan ter inspectie van de aparte slaapkamers.
Men bleef druk uitoefenen. Ten slotte bezweken ze
onder de terreur van de publieke opinie en zijn ze
getrouwd.
Wat zegt u? Of ze nog steeds apart slapen? Ik heb er
geen idee van. Maar als datniet het geval is, hebben
familieleden, kerklieden en dorpsgenoten de kat wel
erg tactloos op het spek gebonden.
door Annemarie Lücker
Er zijn winkels waar je binnengaat
en heel sterk in de schoenen moet
staan om de knip van de beurs stevig
gesloten te houden, anders bestaat
de kans dat het voor de rest van de
week droog brood eten is. Dille
Kamille is zo'n winkel waar je bin
nen de kortste tijd uitstapt met ar-
menvol leuke en lekkere dingen die
opzichzelf niet eens erg kostbaar
zijn; de moeilijkheid is juist dat bij
na alles aardig is.
De Utrechtse vestiging van Dille
Kamille zit op de Wandelwerf 150
aan de Oude Gracht in een van de
oude hoge gewelven onder de straat.
Op schragen-tafels, in antieke gre
nen kasten (voor de verkoop) en in
grote en kleine manden staan de
meest uiteenlopende zaken uitge
stald. Porselein uit Limoges, wit aar
dewerk met een smal rood of blauw
randje uit Portugal dat ouderwets
aandoet door vorm en materiaal,
glaswerk, potten en pannen, houten
gebruiksvoorwerpen voor de keu
ken, maar vooral kruiden, thee en
droogbloemen. De droogbloemen
hangen aan het plafond en men kan
kiezen uit achtenveertig soorten en
zo zelf een boeket samenstellen. Het
is moeilijk kiezen uit de vijfenveertig
soorten thee en ook uit allerlei kof-
fiemelanges.
Het kruidenassortiment wordt bin
nenkort nog groter; namen ais mee-
krab, IJslands mos en eikebast zul
len dan geen uitzonder zijn. Wie
moeite heeft de verschillende krui
den of hun toepassing te onderschei
den kan zich volop op de hoogte
stellen uit de vele boeken en krui-
dengidsen die op een tafel zijn uitgej
stald. Dille Kamille is terecht trou
op de collectie sprookjesboeken di«h
uit maar liefst veertig soorten bej
staat. Speelgoed, manden en stoffen
theedoeken en handdoeken en zelfsVi
wijn, het is allemaal bij elkaar i
vinden. Over een tijdje is er eeri
ijzersterke twee-componenten-lak te
koop (in diverse mooie kleuren), die
speciaal voor vloeren is bedoeld. Oolc
is men van plan te beginnen met dé
verkoop van natuurlijke stof verven;
waarvan de kleuren zoveel warmer
en dieper zijn dan van synthetische
verf.
Op het ogenblik heeft Dille Kamil
le vijf vestigingen, de zesde en de
grootste komt binnenkort in
Arnhem. (Nijmegen: Priemstraat 13;
Den Haag. Hoogstraat 19; Leiden.
Papengracht 2; Rotterdam: Oude
Dijk 207.)
VRAAG:
Wie was de leermeester van Lode-
wijk Napoleon in de Nederlandse
taal? Was het Rutger Jan Schim-
melpenninck misschien? Heeft het
bekende grapje van Doe wel en zie
niet om iets te maken met de vrouw
van Lot, die versteende?
ANTWOORD: L.N. was een eenvou
dig zachtmoedig man, die het prach
tig vond koning te mogen zijn en
zijn uiterste best deed. Hij was niet
impopulair, vooral door zijn medele
ven bij de ramp van het kruitschip
van Leiden. Hij begreep niets van de
wereldomvattende plannen van zijn
broer Bonaparte en werd dan ook
vervangen, toen bleek, dat hij de
overtreders van het continentale
stelsel, de vissers en de smokkelaars
niet uit de zee kon houden. Hij pro
beerde Nederlands te leren, met veel
moeite. Zijn leermeester was Bilder-
dijk. die. hoewel zeer anti-Frans,
probeerde de mogelijkheden van de
ze man. Holland ten goede, om te
bulgen. Behalve de door u genoem
de zegswijze: D' Ou elle ainsi ni
d'hommes. werd genoemd het begin
van een proclamatie: Ik ben uw
vorst en uw koning., die echter over
kwam als: Ik ben uw worst en uw
konijn. Het bezoek van de keizer
aan Holland werd minder vriende
lijk opgenomen. In Zwolle was het
gemeentebestuur verplicht in aller
ijl het gilde der zakkendragers te
sommeren, de intocht van de Napo
leon Bonaparte luister bij te zetten.
Het vive l'empereur, werd hier: Leve
de lamme z'n breur! L.N. was nl
enigszins gehandicapt, maar de gro
te man was ontroerd. Helaas kun
nen wij deze grapjes niet verder
uitbreiden, maar wij vermoeden, dat
oud-leerlingen van het Christelijk
Gymnasium te Utrecht uit het grijs
verleden zich hun leraar Geschiede
nis en Nederlands nog wel herinne
ren: „de oude Van Melle". een man
die inderdaad overal heel veel van
wist. Wat de vrouw van Lot betreft,
denken wij daar anders over. We
kunnen zelfs drie teksten aanvoe
ren, alle drie anders, en vrezen dat
de uiteenzetting dan te lang wordt
VRAAG: Volgens de overlevering
zou mijn overgrootvader te voet van
Zegveld naar Gouda zijn gegaan
(ongeveer 20 km), toen daar de
laatste terechtstelling plaats had.
Wie was de veroordeelde en wanneer
was dat?
VRAGEN naar postbus 507,
Voorburg. Uitsluitend in enve
loppe verzenden naar postbus
507, Voorburg. Per vraag een
gulden in postzegels, het liefst
in waarden van 55 en 45 ets.
bijvoegen, en beslist niet aan de
buitenkant opplakken. Geheim
houding verzekerd. Briefkaar
ten worden terzijde gelegd.
ANTWOORD: U heeft hierop wel
een poos moeten wachten, maar hel
was niet gemakkelijk te weten t<
komen waar de gegevens precies wa
ren. De terechtstelling van Piet
Pijnacker, wegens roofmoord te
Reeuwijk. is geschied op 9 juni 1860
te Gouda. De archivaris van Gouda
is ervan overtuigd, dat dit is ge
schied achter het stadhuis op hel
plein, waar het schavot was opge
steld, natuurlijk onder bescherminj
van de schutterij en omringd door
een grote kijklustige menigte die
van her- en derwaarts was toege
stroomd. Maar voor de juiste toe
dracht van de zaak zal men de kran
ten uit die tijd moeten raadplegen
(Gem. archief Rotterdam, Mathe-
nessererf 315a) In de directiekamer
van de Nieuwe Rotterdamse Cou
rant (NRC) is een legger van di»
jaren aanwezig, maar we vermoede)
dat die niet ter inzage zal zijn.
Gouda waren in die tijd nog geei
kranten, dus kan men daar slecht
vertellen, hoe het mogelijk gewees
had kunnen zijn. In elk geval is he
een van de laatste terechtstellingei
geweest, die in de vorige eeuw wer
den voltrokken. Voor zover ons be
kend, heeft de laatste in oktober val
datzelfde jaar te Maastrich
plaatsgehad.
door Fred Lammers
UTRECHT ..Ik houd ervan puz
zeltjes op te lossen. Vooral daarom
ben ik me denk ik voor geschiedenis
gaan interesseren. Die belangstel
ling komt niet voort uit nostalgie,
zoals bij velen die zich met het verle
den bezighouden het geval is Dat
mijn vader historicus is hij was
hoogleraar In Groningen heeft er
waarschijnlijk ook wel mee te ma
ken. Vader interesseert zich voor de
nieuwe geschiedenis, dat is de perio
de van 1500 tot 1900. Ik heb bewust
gekozen voor de daarvóór liggende
tijd, omdat daar nog meer puzzeltjes
zijn op te lossen."
Jonkvrouwe dr Johanna Maria van
Winter weert zich als lector aan het
instituut voor geschiedenis aan de
rijksuniversiteit in Utrecht danig om
de witte plekken in onze kennis van
de middeleeuwen in te kleuren. Het
aspect waarin zij zich vooral ver
diept is de wijze waarop onze voorou
ders zich voedden Daarover is Ma-
rtetje van Winter (zo meldt zich zich
via de telefoon en zo staat het op
haar naambordje bij de bel van het
herenhuis in de Utrechtse Brigitten-
straat waar zij kamers heefti in de
loop der jaren heel wat aan de weet
gekomen
Het begon met een herdruk van een
middeleeuws Engels kookboek, dat
dr Van Winter dertien Jaar geleden in
handen kreeg Dat sprak haar zo
aan. dat zij sindsdien verwoed aan
het speuren is gegaan naar oude
recepten ..Niet uit grootmoeders
tijd. Die zijn veel te jong Ik moet ze
hebben uit de tijd van de Romeinen
en de kruistochten en vlak erna. Het
kost wel moeite die te achterhalen,
maar er is toch vnj veel bewaard
gebleven." vertelt dr Van Winter De
bak met kaarten, waarin alles is ge
rubriceerd. getuigt ervan. Ook het
kookboek met 52 recepten uit de
grijze oudheid, dat onlangs onder
het motto „Van Soeter Cokene" is
verschenen
Romeins
..Het zijn recepten die ik eerder in
het maandblad .Spiegel Histonael'
publiceerde. Ik heb ze allemaal zelf
uitgeprobeerd met een groep stu
denten Af en toe doe lk dat nog wel
eens Zo ben ik valk voor kerstmis
nog met een groepje derdejaars gaan
koken. Als lk gasten heb zet ik mees
tal een Romeins gerecht op tafel
omdat zoiets goed overeenkomt met
onze smaak.
Dat klaarmaken van oude recepten
is een heel speciale manier om Je met
geschiedenis bezig te houden. Maar
als je Je verdiept in de materiële
cultuur van onze voorouders, hoort
daar het eten ook bij," vindt
Jonkvrouwe Van Winter.
Die adellijke titel is een aanduiding
die zij nooit gebruikt, ook niet in
haar publikaties. „Ik denk dat de
meeste van mijn studenten en de
andere mensen met wie ik heb te
maken niet eens weten dat ik die
titel mag voeren. Het zegt me niets.
Het is immers geen verdienste van
mij dat een van mijn voorouders in
de adelstand is verheven. Daarente
gen zal ik mijn docterstitel niet gauw
onder de tafel schuiven omdat ik
daar zelf iets voor heb gepresteerd."
verduidelijkt dr Van Winter.
Vooral keukengeheimen van hof-
koks en menu s uit kloosters zijn
bewaard gebleven. Dr Van Winter
rommelt wat in haar kaartenbak en
haalt dan tussen haar vele kookboe
ken een map tevoorschijn, waarinzij
de oudst bekende recepten van Ne
derlandse oorsprong die ze heeft we
ten te achterhalen bewaart „Ze zijn
afkomstig uit het zgn Propijnboek
van het klooster „Marienpoel" dat
bij Oegstgeest heeft gestaan. De
monniken die daar op het eind van
de vijftiende eeuw leefden, noteer
den een aantal lekkere hapjes die zij
klaarmaakten op hoogtijdagen in de
kloostergemeenschap Niet alleen
vruchtentaart, maar ook een aalpas-
teitje was dan in trek Ze bereidden
dat voortreffelijk. Koken was vroe
ger nog meer dan nu een mannenbe
roep
Lekkerbekken
Met name In kloosters werd heel wat
afgesmuld Het ging er in de mid
deleeuwen lang niet zo sober toe als
tegenwoordig in onze kloosters. Met
eenvoudige middelen werden vaak
geraffineerde menu's samengesteld
In het klooster Cluny in Bourgondié.
dat was gesticht als reactie op de
overdaad die toen in veel Benedic
tijnerkloosters heerste, ontspoorde
men ook. zodat Bernhard van Clair-
vaux de lekkerbekken in 1124 ver
manend schreef: „De maag wordt
zonder het te weten opverladen. ook
al neemt de afwisseling de weerzin
weg Want omdat we een tegenzin
hebben tegen puur voedsel, zoals de
natuur het heeft gemaakt, wordt de
vraatzucht opgewekt door allerlei
onnatuurlijke smaken, waarbij de
spijzen op talloze manieren met el
kaar worden vermengd en de na
tuurlijke smaak die God aan de din
gen heeft gegeven wordt versmaad
Terwijl de ogen door kleur en het
verhemelte door smaak verleid
wordt de ongelukkige maag. die
noch door kleuren wordt opgevro
lijkt noch door smaak gestreeld en
niettemin gedwongen wordt alles op
te nemen, onder de druk meer bedol
ven dan verkwikt
Dr Van Winter heeft die recepten uit
het Propijnboek met uitgeprobeerd
omdat ze onvolledig zijn ..Dat moet
op de maag liggen. „Onze voorou
ders aten veel vetter. Toch was dat
niet zo gek als velen nu denken Ik
ben het niet eens met degenen die
beweren dat de mensen vroeger heel
andere magen moeten hebben ge
had dan wij. Het middeleeuwse eten
was helemaal niet zo onmogelijk.
Men wist heel goed wat gezond was
en wat niet. We moeten als we afkeu
rend praten over de hoeveelheden
die men toen verorberde bedenken
dat de omstandigheden anders wa
ren. De mensen moesten in de mid
deleeuwen veel harder werken en de
huizen waren slecht verwarmd, zo
dat men meer calorieën nodig had."
Bij de recepten die tot nu toe uit de
middeleeuwen te voorschijn zijn ge
komen, ontbreken beschrijvingen
over de maaltijden van de man in de
straat. „Vandaar dat opgravingen
mij zo interesseren. Wat dat betreft
heb ik hoge verwachtingen van de
grondwerkzaamheden op het Dam
rak te Amsterdam. Er is de laatste
tijd in ons land het nodige gevonden
op het gebied van pitten en botten,
waarvan archeologen precies kun
nen nagaan van welke diersoorten
ze afkomstig zijn. Die pitten van
appelen, pruimen, abrikozen en vij
gen zijn waarschijnlijk van vruch
ten die voor het bereiden van com-
pótes zijn gebruikt. Men at fruit niet
zo maar.
Ongedierte
Alles wat rauw was gold in de mid
deleeuwen als niet gezond en door al
het ongedierte dat erop zat was het
dat ook meestal niet. Boeren en
minder ontwikkelden zijn altijd
nogal conservatief geweest. Dat
brengt mij tot de hypothese dat de
gewone man in de middeleeuwen
vooral pap heeft gegeten van gerst
of rogge, niet van tarwe, want dat
was een luxe graan."
VRAAG: Wat denkt u over het kabi
net. waarvan ik enige foto's bijsluit.
Zijn er wel boeken over antiek? en
hoeveel zou die Jcast waard zijn?
ANTWOORD: Met de foto's zijn we
erop uit getrokken. We bezochten in
Delft verscheidene antiquairs. Het
is een Drents kabinet, niet helemaal
boers meer, dat is te zien aan de
versierselen. Een goed voorbeeld
van Empirestijl. Op z'n vroegst 1780,
op z'n laatst 1850. Behoorlijk oud en
zeker waardevol. Wij zagen heel wat
kasten op deze tocht, maar niet zo
mooi als die van u. Onze gastheren
begonnen, om zo te zeggen de beur
zen al te trekken en visten naar uw
adres. Graag wilden ze ervoor naar
het hoge Noorden des lands trekken,
maar van ons werden ze niet wijzer.
Een taxatie is kostbaar, als u de
kast niet wil verkopen, of verzeke
ren Houd uw bezit in ere. Aardige
eenvoudige boekjes zijn: A. van
Oirschot, Antiek in woord en beeld
(pag. 68). en Antiek kopen Omnibus
(blz 88). Zie verder in uw openbare
bibliotheek of in de bibliotheken
van Leeuwarden en Groningen.
VRAAG: Ik zoek een patroon vol
gens opgave. Het moet in de Ariad
ne gestaan hebben.
ANTWOORD: Als het gaat om een
patroon uit een niet meer bestaand
blad. is het iets anders, maar nu het
gaat om een artikel dat behandeld
werd (wij hebben dit gecontroleerd)
in een bestaand handwerkblad, dan
ligt het niet op onze. maar op uw
weg. om dit patroon aldaar te be
stellen.
VRAAG: Ik heb een koperen kande
laar. waann woorden zijn gegra
veerd Keszittete Szabo Poil Müla-
katos Dunahasoszti Wal is dit voor
een taal en wat betekenen deze
woorden9
komt uit dat hart dan een symme
trisch mooi ding, met goud en creme
en iets bruinigs. Er is een gedicht: de
poëzie komt uit het hart. als de
droefheid aan de deur kloptDe
hamertjes, waarmee die droefheid
klopt, stoelen echter weer op de poë
zie uit andere harten. Je moet je
echter niet indenken, hoe een lang
durig zieke tegen al die poëzie op
ligt te kijken. Wij houden het liever
bij de andere kant: de doorgesneden
ideale bloembol, met blaadjes van
boven en worteltjes eronder, en vin
den dat onze brievenschrijfster het
daarmee aan het rechte (beneden)-
eind had. Zij stuurde ons een mooie
Nieuwjaarskaart. Dank u vriende
lijk!
VRAAG: Een paar van mijn kinde
ren en aangetrouwde kinderen wor
den 50. Mijn buurvrouw zei: dat kost
u een paar taaitaaipoppen, want ze
zijn nu Abram. Nooit van gehoord
en moet dat nu?
ANTWOORD: Naar aanleiding van
het woord van de Schriftgeleerden
(als reactie op wat de Heer Jezus zei:
Eer Abraham was Ben Ik) Hoe kan
dat nou? Die man is nog niet eens 50
(een rijpe, volwassen man) en hij zou
Abraham gezien hebben, ontstond
de zegswijze: Hij heeft Abraham ge
zien als hij 50 jaar wordt. Ter gele
genheid daarvan kreeg men vroeger
een mooi versierde pop van specu
laas of taaitaai, die Abraham werd
genoemd. Tegenwoordig wordt al
wat oud is weer naar voren gehaald
en dat is wel grappig, als de Jarigen
ook op de hoogte zijn van dit ge
bruik en er een beetje op rekenen.
Maar als u het eerst nog moet gaan
uitleggen, heeft het geen zin en ver
moedelijk vindt men een cake of een
taart, die u zelf gemaakt heeft, veel
lekkerder en het is ook wel zo goed
koop Taaitaai is zoals de naam
zegt erg taai.
Om aan de weet te komen wat de
gewone mensen toen aten, kunnen
vooral oude kasboeken uit gasthui
zen opheldering geven. Toch geven
ook die boeken, waarin regelmatig
visaankopen staan vermeld, een
eenzijdig beeld. Er staat niet in wat
men uit eigen tuin haalde en wat de
eigen veestapel opleverde. Er is nog
heel wat speurwerk te doen. Van
daar dat dr Van Winter voorlopig
geen tijd heeft voor het schrijven
van een tweede receptenboek. „Ik
heb nog recepten genoeg, maar hier
moeten z^ het maar mee doen. Ik
ben nu eenmaal geen Wina Born
voor wat betreft de middeleeuwen."
Minder hartig
Echte Nederlandse recepten zijn
schaars. Zelfs uit de recepten in het
oudste Nederlandse kookboek dat
dr Van Winter is tegengekomen en
dat in 1510 in Brussel werd uitgege
ven. is duidelijk de Engelse en Fran
se invloed merkbaar „Men at vroe
ger veel minder hartig dan nu. De
gerechten waren vooral zuur en
scherp, en dat bereikte men door
Er is weinig bekend over de eetgewoonten van de gewone mensen in de
middeleeuwen. Deze houtsneden van een etende boer geeft ook geen antwoord
op de vragen daarover.
ANTWOORD: Het is Hongaars. De
vertaling is Keszittete: gemaakt
door Szabo Poil: Paul Szabo (de
voornaam wordt meestal achter de
achternaam geschreven) Millaka-
tos: Meesterslotenmaker. Sunaha-
soszti: Met dit woord hebben we een
beetje zitten modderen. Het was
moeilijk te lezen en we kwamen op
een plaatsnaam Duvahas, die niet
bestaat. We hopen dat de vra
gensteller na ons schriftelijk
antwoord ook dit nog onder ogen zal
krijgen: Heel toevallig vonden we op
een landkaart van Hongarije, niet
ver ten zuiden van Budapest het
plaatsje Dunahasoszti en daarmee
is de kous dus af!
VRAAG: Hierbij voeg ik een gedeel
te van nieuw, pas uitgezocht be
hang. Wat is boven, wat beneden? In
de winkel vond men dat men er alle
kanten mee uitkon. maar kennissen
hebben er uitgesproken meningen
over. Op de plaats, die volgens mij
beneden is, heb ik een kruisje gezet.
ANTWOORD: Inderdaad kan men
twee kanten uit (niet meer) met dit
patroon: Een gouden hart, waaruit
zoals bij een fatsoenlijk hart aan de
onderkant diverse bloedvaten ont
spruiten (ik ben me ten volle be
wust, dat dit medisch onaan
vaardbaar is) en aan de bovenkant
JOHANNA MARIA VAN WINTER puzzeltjes oplossen
van veel oude recepten worden ge
zegd. Er werd het nodige overgela
ten aan de smaak van degene die ze
klaarmaakte. Dat is aan een kant
gemakkelijk, omdat het je de vrije
hand geeft zonder dat je het gevoel
hebt de historie geweld aan te doen.
maar het levert ook dikwijls proble
men op."
allerlei, nu soms vergeten, kruiden
te gebruiken Het ontbreken van de
juiste ingrediënten maakte het lan
ge tijd moeilijk oude recepten te
bereiden. Tegenwoordig is dat veel
gemakkelijker dan een jaar of vijf
tien geleden, omdat nu vele winkels
zich specialiseren op het gebied van
kruiden en uitheemse vissoorten."
Er loopt wel eens iets uit de hand.
zelfs als de ingrediënten nauwkeurig
staan vermeld. Enige tijd geleden
heeft dr Van Winter dat ondervon
den toen een middeleeuws soepje
dat zij met haar studenten precies
volgens de beschrijving had bereid,
niet te eten bleek. „Ik heb ontdekt
dat je als staat aangegeven hoeveel
kruiden Je moet gebruiken met die
getallen erg voorzichtig moet zijn.
Kruiden waren in de middeleeuwen
heel lang onderweg en als ze dan
eindelijk in deze streken arriveer
den, waren ze minder krachtig ge
worden. zodat er grotere hoeveelhe
den moesten worden gebruikt om
een goed effect te krijgen."
Wat opvalt bij die oude recepten is
dat de menu's van vroeger mensen
uit de twintigste eeuw vaak zwaar