°elléas
met
van
et Mélisande
zwakke bezetting
titelrollen
Tsjechisch stuk over een
opgejaagde revolutionair
Publiek enthousiast
bij Berio-concerten
Henry de Montherlant over
bijzondere vriendschappen
Rhodesië
Boeiende voorstelling van Globe
eGidon Kremer,
-sen begaafd
■vertolker van
leTsjaikowsky
Beeldhouwer Joh.
Wertheim overleden
TfeANDAG 10 JANUARI 1977
KUNST
TROUW/KWARTET 7
Biin
C"3
oor R N. Degens
kMSTERDAM Sinds 1973
ras Claude Debussys opera
Pelléas et Mélisande" niet in
federland opgevoerd. De Ne-
erlandse Operastichting gaf
r toen een op vele punten een
edelijk goede voorstelling van.
/at al heel wat is Voor een
robleemstuk als dit enige mu-
iekdramatische werk van De-
ussy is.
n dezelfde montering, met de mag-
ifieke sober-monumentale enscene-
mg van Filippo Sanjust, die ook de
egie voerde, en met dezelfde diri-
ent (de Amerikaan Dennis Russell
>avis) en orkest (Rotterdams Phil-
armonisch) is nu weer een reeks
oorstellingen gestart, waarvan de
erste vrijdagavond in de Amster-
amse Stadsschouwburg ging.
ondagavond is die herhaald, en op
1 en 25 januari zijn er nog voorstel-
ngen in Amsterdam. Op 13,15,17 en
0 januari kan men de Pelléas zien in
lotterdam,Utrecht, Scheveningen
n Eindhoven.
Enscenering
[et enige goede dat van de uitvoe-
ingen van vier jaar geleden is geble-
en is de enscenering, die met de
ijzonder sfeerscheppende belich-
ingseffecten dit hele lyrische drama
an de noodlottige liefde tussen
lélisande en Pelléas (met wiens ou
dere broer zij getrouwd is) in een
jassend visueel kader zet.
Waarmee de sobere handeling, de
terk symbolisch geladen tekst (naar
- iet gelijknamige werk van Maurice
nt laeterlinck) en de bijna nooit boven
dceen mezzo-forte uitkomende, subtiel
^"genuanceerde muziek een onverbre
kelijke eenheid kunnen vormen. Dat
,a"Sij dat in deze presentatie nog min-
"•ler doen dan in de voorstellingen
fan 1973, ligt aan de vocale bezetting
ran de beide titelrollen,
ajpirigent Davis doet net als in 1973
,aj»lsof hij een Puccini-opera onder
planden heeft en het orkest volgt
gelem uiteraard braaf in zijn aanwij-
.e- tingen. Die er alleen op gericht lijken
^.eer» duidelijk klankbeeld te geven
ej.van alle noten die Debussy in deze
riartituur noteerde, en verder geen
n,bnzin van klankkleuren en pianissi
mo en zo. Wat dat betreft zijn we er
er|iiet op achteruit gegaan.
en
us Geen ruimte
:n,^aar Anne Haenen en George Shir
ley blijven in hun vertolkingen van
|e Mélisande en de Pelléas duidelijk
Ichter bij de destijds ook al niet
n, deale, maar wel aanvaardbare, pres-
er&ties van Edith Mathis en Alan Ti-
»alus. Haenen en Shirley lopen nog zo
door D. Houtman
DEN HAAG - In de Ko-
ninklijke Schouwburg ging
zaterdag „Roulette" van de
Tsjech Pavel Kohout in pre
mière. Het is een parabel over
de menselijke waardigheid in
een sfeer van corruptie en on
derdrukking, zo vermeldt het
programmaboekje. Dit krijgt
een speciale betekenis gezien
Kohouts achtergrond.
HIJ was Indertijd een aanhanger
van de politiek van Dubcek en dus
een voorstander van „socialisme
met een menselijk gezicht". Boven
dien wil hij met zijn stuk „het we
zen van het kwaad" aan de kaak
stellen. Dit is allemaal prachtig en
de Haagse Comedie zou dat
misschien ook wel willen, maar is
daar allerminst in geslaagd.
Het stuk speelt zich af in het Rus
land van begin 1900. Een jonge
revolutionair moet in opdracht van
zijn organisatie de volgende dag
een bom gooien. Dit voor het wel
zijn van de mensheid. Hij wordt
gezocht door de politie en zoekt
daarom een schuilplaats in een bor
deel
In deze roodpluchen omgeving
wordt hij met zichzelf geconfron
teerd. Hij heeft nog nooit een
De revolutionair (Jules Royaards) en de madame (Nell Koppenvan het
bordeel, waarin hij voor de politie gevlucht Is.
vrouw bemind en LJoeba, een hoer,
maakt hem ervan bewust, dat hU
het echte leven niet heeft geleefd.
Zijn ideaal als revolutionair wordt
verpletterd.
Hij realiseert zich dat er meer moed
nodig is voor een uitzicht- en vreug
deloos leven zoals dat van de hoe
ren dan voor een Ideaal te sterven.
Tenslotte gooit lüj zUn leven sym
bolisch kapot en laat het vertrap
pen door de hoeren. ZUn leven ein
digt door het verraad van de huis
knecht.
De voorstelling vertoont parallel
len met het UJdensverhaal. Een
voorbeeld hiervan: het slot. AndreJ,
onze revolutionair, wordt van zijn
bed gelicht en zo vastgehouden dat
hij gelijkt op Jezus aan het kruis.
Zijn verrader krijgt zUn Judasloon
en LJoeba zegt hem niet te kennen.
Als lüj weggevoerd wordt geeft de
commissaris, die zich ontpopt als
de begripvolle Pilatus, AndreJ zUn
pet op: de doornenkroon.
Welke betekenis er aan deze verge-
UJking gehecht moet worden is mij
na lezing van het stuk en na het
zien van deze voorstelling niet dui
delijk geworden en lijkt mij dan
ook een regie-slag in de lucht.
Kohout heeft zijn stuk gebaseerd
op de novelle „Duisternis", die de
Rus Andrejev na de mislukte revo
lutie van 1905 schreef. Diens bedoe
ling was de psychologische ontle
ding van een opgejaagde revolutio
nair. Ook dit thema was in deze
voorstelling evenmin uitgewerkt.
AndreJ, (gespeeld door Jules Roy
aards), is zo onbenullig, dat Je Je
afvraagt of men bU de Haagse Co
medie enig idee heeft van wat de
drijfveren van zo iemand zouden
kunnen zijn. Als revolutionair mist
hij bijvoorbeeld de discipline zich
onopvallend te gedragen, dat wil
zeggen in zUn omgeving op te gaan,
wat toch een eerste vereiste is voor
lieden met zo'n belangrijke
opdracht.
Blijkens de tekst maakt deze fi
guur een zeer ingrijpende ontwik
keling door. De toeschouwer mag
toch op z'n minst vergast worden
op de stadia van deze ontwikke
lingsgang. Ook hiervan mochten
we geen kennis nemen: deze man is
aan het begin net zo'n grote sul als
aan het slot.
In de scènes met LJoeba (Marjon
Brandsma) waarin de essentièle za
ken aan bod komen wordt ook al
geen enkele spanning gecreèerd.
Ook de andere spelers UJken zich
niet ten volle bewust te zijn van de
intentie van de personages die ze
uitbeelden. Jammer van deze ge
weldige miskleun na de voltreffer
van vorige week (Maria 8tuart)!
George Shirley en Anne Haenen als Pelléas en Mélisande in Debussys
gelijknamige opera.
nadrukkelijk te doen alsof, dat geen
mens in de zaal erdoor overtuigd kan
raken.
Shirleys stem is bovendien niet in
staat de in zijn rol voorkomende
schakeringen tussen prille verwon
dering en lyrische vervoering te ver
klanken.
En Anne Haenen die bij de Neder-
landsche Operastichting al de meest
uiteenlopende partijen voor haar re
kening heeft durven nemen, is ook
nu weer vocaal en lijfelijk te reëel
aanwezig om nog ruimte te laten
voor de figuur die zij moet verbeel
den te zijn.
Het enige winstpunt in deze voor
stelling is de vertolking van de Go-
laud door Thomas Stewart. Hij weet
in stem en gebaar de suggestie van
zijn noodlottige rol als man van Méli
sande en broer van Pelléas goed over
te brengen.
Maar als geheel is het een presenta
tie waarvan de onbevredigende to
taalindruk vooral te wijten is aan de
bezetting van de voornaamste voca
le rollen met de verkeerde mensen,
en aan het gebrek aan begrip voor
het karakter van dit lyrische drama
bij dirigent Dennis Russell Davies.
door André Rutten
TILBURG „Wee u, land, als
uw koning een kind is" staat in
het boek Prediker (10:16). De
Franse schrijver Henry de
Montherlant (1896-1972), heeft
daaraan de titel ontleend voor
een toneelstuk, dat in de verta
ling van Loek Schaareman
„Het land waarvan de koning
een kind is" wordt gespeeld
door het zuidelijk toneel Glo
be, voor het eerst het afgelopen
weekeinde in de schouwburg
van Tilburg.
De Montherlant kreeg het idee voor
dit stuk, toen hij als zestienjarige
werd weggestuurd van het internaat,
waar hij het gymnasium volgde. Een
Jaar later had hij er ook al een aantal
scènes van op papier staan, in 1929 is
hij er opnieuw aan bezig geweest,
maar het verscheen pas in 1951 en
pas in 1967 werd het door een be
roepsgezelschap gespeeld: aanvan
kelijk wilde De Montherlant niets
van een opvoering horen, later bleek
het moeilijk de jongensrollen goed te
bezetten.
Pater prefect (Slem Vroom) en pater rector (Henk Rigters) in „Het land waarvan
de koning een kind is" van Henry de Montherlant bij Globe.
,Joor Jac Kort
MSTERDAM Om een vioolcon-
:ert als dat van Tsjaikowsky te kun-
ien spelen moet een violist, behalve
[r^Dver een geweldige dosis techniek.
Dok nog over een bijna eindeloos
gevarieerd palet van kleuren en
liuances beschikken, wil hij van dit
ttuk iets meer maken dan acroba-
ische virtuositeit.
Öe jonge Sowjetviolist Gidon Kre
mer, die dit weekend te zamen met
4et Amsterdams Philharmonisch
Örkest onder leiding van Anton
Kersjes dit concert uitvoerde, is zo'n
begaafde vertolker.
3eze winnaar van o.a het Elisabeth-
in het Tsjaikowskyconcours heeft
liet slechts de enorme technische
'aardigheid, die Tsjaikowsky
raagt, maar bovendien een onbe-
[rensde inventiviteit, wanneer het
r om gaat ieder detail van de solo-
tartij de gewenste nuancering te
oofeven, van dromerig en zoetvloeiend
üeian de ene kant tot demonisch aan
hele andere.
dlnton Kersjes heeft er slag van om
db'n solist de ruimte te geven, door
Mem geen ogenblik uit het oog (of uit
Mjet oor) te verliezen en zo kwam het
s Mat het orkest voor een prachtige (ik
tebu bijna zeggen naadloze) begelei
ding zorgdroeg. Een en ander tot
°Prote voldoening van de uitverkoch-
rtj grote zaal. Van te voren had
kersjes er een kwartiertje voor ge-
Momen om zijn (Albert Heijn) pu
bliek uit te leggen, wat grote en
h<tieine terts, en wat atonale muziek
eigenlijk is. Of het hierdoor
jwam of door de kwaliteiten van het
l4°*arna gespeelde stuk, Nocturne
tor orkest van Andrrej Unufnuk
[j $914) zelf. een feit is dat er met
^e!rote aandacht naar deze niet zover
"hn Debusgy af liggende muziek ge-
/eJilsterd werd.
datzelfde was natuurlijk ook het
val met de Vijfde symfonie van
.'ethoven, die na de pauze werd,
peeld. Die maakt op ieder pu-:
lek en zelfs zonder uitleg altijd»
ruk.
door R. N. Degens
AMSTERDAM Dat de 51-jarige Luciano Berio een van de weinige hedendaagse componisten is
die met zijn muziek een groot publiek weet aan te spreken, is weer eens bewezen met de concerten
waarop hij met het Concertgebouworkest dit weekeinde eigen werken dirigeerde.
Vrijdagavond in Groningen en zon
dagmiddag in het Amsterdamse
Concertgebouw heeft men enthousi
ast, en enkele malen met (goedkeu
rend) gefluit en bravo-geroep, gerea
geerd op de uitvoering van een pro
gramma dat verschillende facetten
van zijn scheppende arbeid naar vo
ren bracht.
Kenmerkend
Daarbij was „Nones" voor orkest van
ruim twintig Jaar geleden als bewijs
van de toen al door hem moeiteloos
beheerste techniek van het serieel
componeren; daar was de inmiddels
bijna „klassiek" geworden Sinfonia
uit 1968/69, en daar waren twee wer
ken die kenmerkend genoemd kun
nen worden voor Berio als een com
ponist die „het tweede gebruik" met
terdaad voorstaat.
In „Chemins IV" heeft hij namelijk
gebruik gemaakt van materiaal uit
zijn eigen „Sequenza VII" dat in 1969
is gecomponeerd. De romelnse cij
fers duiden al aan, dat het niet de
enige keer is dat hij zoiets doet. En
inderdaad is een aantal stukken met
de genummerde titels „Chemins" uit
eerder geschreven Sequenza's ont
staat.
Meer variatie
Deze Chemins IV is voor hobo en elf
strijkers. Vergeleken met de Sequen
za waaruit het ontstond (die was
voor hobo met één aangehouden
elektronische toon) is er meer varia
tie: er wordt een boelend stem-
menspel tussen solo-instrument en
strijkers gespeeld, en Wemer Her-
bers bleek de regels van dat spel
samen met zijn collega's uit het or
kest voortreffelijk te kennen.
nitleve versie met het later toege
voegde vijfde deel, dat nog niet op de
destijds gemaakte grammofoonop
name te horen is. Binnenkort wor
den opnamen van deze complete ver
sie gemaakt. Dat vijfde deel laat een
soort afrondende samenvatting met
gebruikmaking van gegevens uit de
vorige delen horen.
Deze verlenging van de speeltijd met
ongeveer vijf minuten verandert
daqht ik niets aan de einduitslag van
het voorafgaande geniale spel met
klanken. Het blijft een onmiskenba
re triomf van Berio op het zo moeilij
ke en gecompliceerde terrein van de
hedendaagse muziek.
Hoogtepunt
Luciano Berio tijdens een repetitie
met het Concertgebouworkest
In het stuk met de lange titel
„Quattro version! originali della Ri-
tlrata notturna di Madrid di L.
Boccherini" heeft Berio evepals in
de „Sinfonia" andermans materiaal
voor tweede gebruik benut. Het be
treft hier een „nachtmuziek" van
Luigi Boccherini, oorspronkelijk'
voor strijkkwintet, waaruit Berio en
kele delen orkestreerde. Een kort,
plezierig klinkend werkje dat een
weinig bekende compositie van
Boccherini aan de vergetelheid
ontrukt.
Triomf
Waar het publiek in feite voor was
gekomen was de Sinfonia, die na de
pauze werd uitgevoerd. Nu in de defl-
Met als hoogtepunt daarin het derde
deel met de als in hallucinatie voor
bijflitsende klankflarden uit compo
sities van Bach tot Strawinsky met
Mahler als basis. Met het volmaakt
geïntegreerde geluid van de mense
lijke stem (oorspronkelijk de
Swingle Singers, nu de nieuwe groep
Swingle II) en met een unieke ver
binding van beknoptheid en veelzeg
gendheid. Die dacht ik met dat vijf
de deel toch wel een beetje geschaad
worden.
Maar het blijft een groots werk dat
in een concertzaal vanwege het men
gen van (versterkte) menselijke
stemmen en orkest nooit ideaal te
verklanken is. „Het beste gaat het
nog wanneer ik zelf aan de regeltafel
zit" zei Berio onlangs. Maar hij
moest nu dirigeren, wat hem ook
uitstekend afging, en waarop het
Concertgebouworkest voortreffelijk
reageerde. De hele middag.
Het stuk is dus de terugblik van een
volwassen, ervaren schrijver op een
ingrijpende jeugdervaring, die hem
is blijven bezig houden. Een
Jeugdliefde, die op Jongensinterna
ten tot uiting kwam in de zogenaam
de bijzondere vriendschappen tus
sen oudere leerlingen en Jongeren,
maar ook tussen paters en Jongere
leerlingen.
De Montherlant geeft daar een heel
zuivere analyse van, die in deze voor
stelling, zorgvuldig door Adrian Bri
ne geregisseerd, heel goed tot haar
recht komt. De pater prefect van een
college ontdekt een bijzondere
vriendschap tussen een briljante
leerling van 16 en een lastige leerling
van 14, voor wie hij zelf een bijzonde
re vriendschap koestert.
In de sfeer van het college, bepaald
door een opvoeding die op sublime
ring van de hartstochten gericht is,
zijn zij er zich nauwelijks van be
wust, hoezeer zij onderhevig zijn aan
natuurlijke, erotische aantrekkings
krachten. Zij zijn er van overtuigd,
dat zijn $an elkaar gebonden zijn
door een sterke geestelijke verwant
schap, waarln de oudere de Jongere
leidt, door wie hij tot nobele daden
van zelfopoffering geïnspireerd
wordt, en de pater zich in alle op
rechtheid de veel liefhebbender va
der van de Jongen voelt dan diens
werkelijke vader.
Je zou denken, dat dit stuk in hoofd
zaak boeiend is voor wie iets weet
van de samenleving op paters- en
broeders-internaten die imin of [meer
bij de Franse opvoedingsmethoden
aansluiten, zoals in het speelgebied
van Globe Brabant en Limburg
wel het geval zal zijn. Maar 8iem
Vroom, die de grote rol van de pater
prefect speelt, is niet katholiek,
maar wel bijzonder gefascineerd
door deze figuur en het verschijnsel
dat zich daarin openbaart. Hij speelt
dan ook met een intense, overtuigen
de zuiverheid.
Ook in het bijzonder moeilijke ge
sprek met de rector, waarin de pater
sterker geëmotioneerd raakt dan hlJ
zichzelf ooit heeft toegestaan, zodat
hij die emoties onvoldoende onder
woorden kan brengen en min of meer
in het wilde weg moet praten om het
gevecht niet op te geven.
Henk Rigters geeft hem daar als
wijze rector uitstekend tegenpartij,
al was bij de officiële première be
speurbaar, dat de acteur een soort
premièrespanning moest onderdruk
ken om de rust en de kalmte te
suggeren, die van deze figuur uit
gaat. Met meer zelfvertrouwen wordt
dit, wat zij in de uiterlijkheden al is.
een goed doordachte, overtuigende
rol
Een grote verrassing zijn de twee
Jonge acteurs, die de leerlingen spe
len: Evert Holtzer, bekend al van
„Equus" als de veertien-, Michel van
Rooy als de zestienjarige. Er is na
tuurlijk reden om te vergelijken met
het puberstuk „Voorjaarsontwaken"
van de Duitser Wedekind. Dat is zo
geschreven dat acteurs er kinderlijk
gedrag in uitbeelden.
BIJ De Montherlant moeten de ac
teurs kinderen zijn, al hebben zij wel
meer inzicht in zichzelf dan helemaal
natuurlijk zou zijn. Er is zoiets als
een gesublimeerde, uitgekristalli
seerde realistische speelstijl nodig,
en die bereiken die twee en de
anderen uitstekend. Ook Hulb
Rooymans in de bescheiden rol van
de voorzichtig intrigerende surveil
lant.
Jean-Marle Fiévez had een sober,
goed decor ontworpen, een perfecte
symmetrie in de eenvoudige kamer
van de prefect (het gezag), een goede
geregelde wanorde in het berghok,
meer het domein van de leerlingen.
Een boeiende voorstelling, die met
grote aandacht werd gevolgd, al
bleek het gesprek tussen pater pre
fect en pater rector het laatst door
De Montherlant geschreven en een
genuanceerde analyse van het hele
probleem iets minder gemakkelijk
de aandacht gaande te houden.
Alhoewel Juist daar vragen gesteld
worden, waar opvoeders van nu best
mee geconfronteerd mogen worden.
De rector, bij voorbeeld over „de
kinderen": „U zegt vaak, dat ze
misbruik maken. Maar wij dan. Le
ven wij niet met die kinderen in een
voortdurende sfeer van
machtsmisbruik?".
HILVERSUM Op 78-Jarige leef
tijd is in een ziekenhuis in Hilver
sum de Larense beeldhouwer Joh.
G. Wertheim overleden. De heer
Wertheim richtte in 1957 de stich
ting Openbaar Kunstbezit op. In
verband daarmee ontving hij in 1966
de museummedaille. Twee Jaar eer
der was hij onderscheiden met de
erepenning van de stichting
Kunstenaarsverzet 1942-1945.
Johan Wertheim werd op 4 maart
1898 in Amsterdam geboren en aan
vankelijk naar familietraditie opge
leid voor het bankiersvak.
Vervolg van pagina 1
„Zij schijnen niet veel te betekenen.
De presidenten hebben de slechte
gewoonte om veel te praten, maar
zeer weinig te doen. Zij wonen niet in
Rhodesië en hebben niet het recht
om de zeven miljoen mensen hier te
vertellen hoe zij moeten handelen en
voelen. Dat is het recht van de mens
zelf", aldus de secretaris van de
UANC. HIJ zei dit aan het eind van
een bijeenkomst van het bestuur
van de UANC in Salisbury, die werd
geleid door bisschop Moezorewo, die
in tegenstelling tot Moegabe en Nko-
mo niet naar Loesaka was gegaan.
De bewegingen van de bisschop en
zijn bondgenoot dominee Ndabanln-
gl Sithole hebben geen militaire tak
van belang. Zij hebben zich in Genè-
ve minder hard opgesteld dan Nko-
mo en Moegabe.
De delegaties in Loesaka hebben
ook gepraat over de nieuwe voorstel
len waarmee de Britse voorzitter,
Ivor Richard, van de Rhodesië-
conferentie in Genève, de besprekin
gen uit de impasse te halen. Deze
voorstellen houden een actieve Brit
se rol in de overgangsregering die
Rhodesië uiteindelijk naar een zwart
meerderheidsbewind moet lelden.
Vreedzaam
Richard heeft tijden zijn rondreis
door zuidelijk Afrika besprekingen
gevoerd met alle presidenten van de
frontlljn-staten, uitgezonderd Agos-
tlnho Neto van Angola, en met de
Zuldafrikaanse premier John
Vorster en de Rhodeslsche rebellen
leider Ian Smith. HIJ had gehoopt
dat de presidenten van de frontlijn-
sta ten openlijk zouden verzekeren
dat de overgang naar een zwart
meerderheidsbewind vreedzaam en
ordelijk zou verlopen, en dat de
guerrillaoorlog zou ophouden zodra
een overgangsregering is gevormd.
Het communiqué leverde voor Ri
chard veel minder op: „De leiders
van de frontlijn-sta ten herhalen hun
overtuiging dat de gewapende strijd
voortvloeit uit kolonialisme, onder
drukking en racisme in Zimbabwe.
Afschaffing van dit kwaad zal de
voorwaarden scheppen voor vrede
en gerechtigheid, en uiteraard een
eind maken aan de gewapende
strijd". Zegslieden in het kielzog van
Richard noemden deze formulering
minder duidelijk dan gehoopt was,
maar meenden er in hun optimisme
toch nog iets positiefs in te zien.
,.Als Je tussen de regels doorleest is
het misschien toch niet zo te
leurstellend". Richard verbleef het
afgelopen weekeinde in een vakan
tie-oord in Kenia. Vandaag gaat hij
beginnen aan een nieuwe rondreis
door zuidelijk Afrika. Allereerst
naar Zambia, waarvan president
Kenneth Kaoenda al heeft gezegd
dat hij welkom is. Ook Zuid-Afrika
en Rhodesië staan weer op het pro
gramma.
WESTWOUD In Westwoud (N.H.)
is in de nacht van vrijdag op zater
dag een personenauto door nog on
bekende oorzaak in het water gere
den. De bestuurder, de 36-Jarige
smid J.B. Huck uit Orootebroek is
verdronken.
HEEZE De 32-Jarige P. van Hout
uit Heeze Is in de nacht van vrijdag
op zaterdag in zijn woonplaats door
een trein overreden en aan de ge
volgen daarvan overleden. Het
slachtoffer was te voet op weg naar
huis en maakte vermoedelijk ge
bruik van de spoorbaan omdat dat
de kortste weg is.
Volgens de rijkspolitie hebben erg
kort na elkaar twee treinen gebruik
gemaakt van dat baanvak. Het
slachtoffer is voor de eerste trein
opzij gegaan, de tweede heeft hij
vermoedelijk niet horen aankomen.
Het treinverkeer in de richting Maa
stricht is gedurende twee uur ge
stremd geweest