Prinselijke bruiloft in 1937
verliep niet probleemloos
Opvoeden
onze
Uw probleem ooh het
Zere tenen van nazi-Duitsland zoveel mogelijk gespaard
MAANDAG 3 JANUARI 1977
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 7,
door Mink van Rijsdijk
„En de kinderen die éltijd een ijsje krijgen als ze
erom vragen, worden later de mensen die móéten
trouwen."
Met deze waarschuwende volzin eindigde nu zo'n
dikke vijfendertig jaar geleden een lid van de meisjes
vereniging, waar ik op zat, haar inleiding. Al waren
we eigenlijk erg naïeve en onnozeje halzen, niets
weerhield ons er in die tijd van zo nu en dan
bloedserieus over opvoedkunde te discussiëren. De
inleidster vertelde er die avond bij dat haar slotzin een
citaat was van professor Waterink en dat zal best waar
wezen. Immers hij was heel lang voor christelijke
gezinnen de enige deskundige als het om opvoeden
ging. Professor Watcrink was een begrip voor menige
radeloze moeder, die in een naar haar genoemd
maandblad kolommen vol mocht uithuilen over haar
bedplassende of rijkelijk fantaserende kind. Zij werd
dan in haar eigen tijdschrift door de professor bemoe
digd, vertroost en beleerd, een methode die zeker
functioneerde. De heer Waterink was echter ook een
begrip voor de beroepsopvoeders. Zij claimden hem
wellicht nog meer dan de moeders. Onderwijsmensen
die zichzelf respecteerden lazen zijn geschriften en
spraken graag over „Jan Wat" als ze de professor
bedoelden. Hem zo te betitelen was erg ,,in" en
typerend voor een wat snobistische gewoonte belezen
en deskundigheid te etaleren.
Grof gesorteerd was er dus alleen professor Waterink,
daarna kwam weer dezelfde hooggeleerde, vervolgens
kwam er een hele tijd niets en toen kregen we
plotseling Benjamin Spock. (grof gesorteerd, zei ik)
Toen ons eerste kind was geboren, kreeg ik van een
vooruitstrevende vriendin het beroemd geworden
t>oek van deze Amerikaanse kinderarts cadeau. Je
kunt het nauwelijks meer geloven, maar de ideeën die
Spock introduceerde waren opzienbarend. Meer nog,
ze waren revolutionair.
Als nieuwbakken moeder van goeden wille was het
natuurlijk mijn intentie ons kind perfect te behande
len. Opvoeden, dat had ik op meisjesvereniging al
geleerd; begint acuut na de eerste vuile luier.
Dat werd door Spock bevestigd en begerig naar
grotere wijsheid las ik verder. Dat was wel wennen,
herinner ik me. Wie had er ooit gehoord van rekening
houden met de wénsen van een baby? Wat moeder
doet was toch altijd goed? Niets daarvan. Een kind
mocht eten wanneer en hoeveel het wilde. Volgens de
heer Spock dan. Hij repte met geen woord over
ijssnoepers die weieens zondaren tegen het zevende
gebod konden worden.
Met rode oortjes las ik. in de kraamafdeling van een
ziekenhuis, de provocerende Spock-ideeën. Nou,
daar werd ik op aangekeken hoor en niet Zo zuinig.
Menige verpleegster staarde met afgrijzen van het
bock naar mij. Want in dat boek dat wisten ze
zeker stonden theorieën die je af moest wijzen en
die je zodoende ook maar beter ongelezen kon laten.
Toen het voeden van onze zoon niet zo succesvol
verliep als de bedoeling was, moest er natuurlijk iets
geregeld worden. De dokter een erg aardige, fijne
man dacht er diep over na. Plotseling ontdekte hij
het sterk verdachte boek en vroeg; ,.Ua baby hoeft
toch geen Spock-kind te worden, hoop ik?" In die
vraag beluisterde ik: nou ja, met de invloeden van die
malle Amerikaan loopt de zaak na drie dagen al
duidelijk uit de hand.
Dat zogenaamde Spock-kind is inmiddels een volwas
sen mens geworden, net als zijn later geboren broer
en zus. Op de basis van wat ze zijn geworden ligt
stellig nog een stukje Waterink-traditic, een beetje
Spock. gecombineerd met flarden van andere be
roepsopvoeders en goedwillende amateurs. Opvoe
den blijft een zaak van veel missers, maar gelukkig
hebben veel kinderen een natuurlijk afweermechanis
me tegen fouten van volwassenen. Angst echter is een
slechte gids. Ook de angst van bezorgde grootouders,
zeker als die gekant is tegen „moderne fratsen". Een
oma schreef mij over haar bezorgdheid. Wat moest er
van haar kleinkind terecht komen als de jonge moe
der het „Mocderboek" (uitgave van De Bonte Was)
las? Ze vond dat een slecht bock. schokkend en
absoluut onaanvaardbaar. Ze lag wakker van de
gedachte dat haar kleindochtertje een soort sleutel
kind moest worden. Terecht?
Of heeft iedere generatie het recht op eigen fouten?
Wanneer springen alle lichten op rood? Pas als ouders
niet meer waarachtig van hun kinderen houden Dat
zei Waterink. dat beweerde Spock en dat staat in het
Mocderboek al is de taal veranderd.
Het was een rustige jaarwisseling in ons land ditmaal: hier een kijkje op oudejaarsavond in de
centrale seinzaal van de Rotterdamse politie, waar men zonder veel problemen afscheid van 1976
kon nemen.
Vragen (één per brief) zenden naar uw probleem ook het onze.
Postbus 507, Voorburg. Naam en adres vermelden. Eén gulden
aan postzegels bijsluiten. Geheimhouding is verzekerd.
of te doen maken en dan uw licht op
te steken bij het Centraal Bureau
Genealogie, Nassaulaan 18. Den
Haag (070-180866). U zou ook eens in
een grote bibliotheek kunnen gaan
bladeren in Heraldiek en Genealo
gie, dat handige vademecum van C.
Pama en als u daar een aankno
pingspunt gevonden heeft, eens ver
der gaan snuffelen, b.v. in de „Grote
Rietstap" met een Frans woorden
boek erbij, want zelfs de verklarin
gen van de afkortingen zijn voor een
niet-ingewijde uiterst moeilijk te
lezen.
Vraag: Wij hebben een oud stel zil
veren lepels en vorken, waarvan de
merken onduidelijk zijn. Wel staat
er op DEWEL. De ouderdom zal
ongeveer 130 jaar kunnen zijn. Het
is zeer afgesleten en wat zouden we
ermee kunnen doen?
ANTWOORD: De zilvermerkjes zijn
toch wel zeer belangrijk en een
goud- en zilverdeskundige zal er
heus nog wel iets uit kunnen halen.
Het restaureren van de vorken Is wel
een heel karwei. U moet hier maar
eensinlichtingen over vragen. Het
eenvoudigste is: recht afvijlen, maar
dat is wel erg Jammer. Het is moge
lijk de tanden stuk voor stuk te
vervangen, maar als hobbyist kan ik
u wel zeggen dat dat een heksentoer
is, want als men een tand erop heeft
gesoldeerd, zijgt, bij het plaatsen
van no. 2 of 3 of 4 één van het stel er
beslist weer tussenuit. Een andere
methode is een stuk zilver aan de
aanzet van de steel te solderen en
als dat alles netjes en vooral stevig
is, met een figuurzaagje dat men
door het kaarsvet heeft gehaald, ded
ruimte tussen de tanden weg te ha
len. Het aantal zaagjes dat breekt is
legio, maar als u daarmee klaar bent
is het een zaak van vijlen en polijs
ten. De lepel kan misschien iets uit-
gehamerd worden. Van deze oude
lepels en vorken kan men prachtige
armbanden maken, waarbij de tan
den van de vork als exotische figu
ren omgekruld worden. Het is echter
wel verdrietig, als men na lang geha
mer, met de mooie armband door.
Londen wandelt en geconfronteerd
wordt met een kilometerlange rij
stalletjes en vloerkleedjes vol ge
krulde vorken en bewerkte lepels.
Aan het eind van Bayswaterroad is
men in staat zelf op de grond te gaan
zitten en het ding voor een gedeva
lueerd pond te verkopen.
VRAAG: Bestaat het mooie blad
„De levende Natuur" nog en waar
wordt het uitgegeven?
ANTWOORD: Gelukkig bestaat dit
blad. opgericht door Jac. Ph. Thys-
se, nog steeds onder de redactie van
prof. Heymans. Tinbergen en Wil-
ken. Uitgever Linders. Oosterbeek,
Stationsweg 44.
Vraag: Op dinsdag 2 november '76,
pagina 13, werd besproken de bro
chure „Functie en werkterrein van
de notaris" en de brochure „Het
Kopen van een Huis". Het is niet bij
de boekhandel te koop.
Antwoord: Dat klopt: in hetzelfde-
arRtikel stond, dat het gratis bij
elke notaris verkrijgbaar is. Het
adres van een notaris bij u in de
buurt is in de gids van de PTT te
vinden.
VRAAG: Graag word ik ingelicht
over schrift, beeldenaar, vertaling,
land en datum van uitgifte van de
drie hierbij afgebeelde munten.
ANTWOORD: De afbeeldinen waren
duidelijk genoeg: A. is een kleine
munt uit Abessinlë. met Halle Selas
sie aan de ene kant en de leeuw van
Juda aan de keerzijde B is een
Haantjes duit, in Engeland geslagen
en via Singapore door Br. kooplie
den in het handelsverkeer gebracht.
Ook op Sumatra kwam deze munt
voor en werd door de Ned.-Ind. rege
ring oogluikend toegestaan tot het
eind van de 19* eeuw. De eerste
haantjes werden ongeveer 1804 tij
dens Raffles geslagen, maar het is
niet gezegd dat deze munt uit die
tijd stamt. Voor het gemak werd het
jaartal niet gewijzigd. C. is een Chi
nese Kepeng, zoals die voor de Ja
panse tijd (hoe het nu is weet ik niet)
op Bali werd gebruikt, officieus in
de verhouding van 7 stuks voor 1
cent. Er was daarvoor in die tijd nog
heel wat te koop, aan gebakken en
gestoomde heerlijkheden. Die mun-
/ten werden aan een touwtje be
waard. De herinnering aan die
muntjes aan een touwtje vond men
in het Malelse woord „setali" of „sta
ll". Tali is een touwtje en se of satoe
is éen.
Het opschrift is dermate gestileerd
dat het niet is te ontcijferen. Jam
mer: onze medewerker met de ta
lenknobbel komt nooit aan z'n bah-
mi toe als hij bij de Chinees eet,
maar dit gaat te ver. Trouwens, die
Ethiopische en Arabische letterte
kens zijn voor ons beslist te moei
lijk. In het Koninklijk Penningka
binet kunnen ze u ook niet helpen.
In elk geval zijn het muntjes van
kleine waarde
door Fred Lammers
AMSTERDAM Als op don
derdag 7 januari 1937 prinses
Juliana en prins Bernhard in
de gouden koets ten huwelijk
rijden, is daar achter de scher
men het nodige aan vooraf
gegaan. Hun bruidsdagen zijn
niet zo vredig verlopen als ve
len denken. De kranten
schrijven daar nauwelijks
over en in het officiële ge
denkboek van de prinselijke
bruiloft, dat in de loop van
1937 verschijnt, wordt er zelfs
met geen woord over gerept.
De problemen beginnen kort nadat
het jonge paar op 19 december 1936
in het Haagse stadhuis aan de
Groenmarkt in ondertrouw is ge
gaan. een gebeurtenis die de dichter
Jan Prins doet schrijven:
„Zonder gevolg zijt ge ten onder
trouw gereden.
door lijfwacht noch heraut, door
niemand begeleid.
En dat behoefde ook niet, prinses en
prins.
Oe zijt omstuwd door heel een volk. bruidspaar van veertig jaar geleden
zijn liefde en zijn gebeden." v -
Dat klinkt allemaal heel verheven en
niemand heeft er moeite mee. Dat
kan niet worden gezegd van het ge
dicht dat omstreeks dezelfde tijd
verschijnt van de hand van dr. P. C.
Boutens en fraai gecalligrafeerd aan
de schooljeugd wordt uit gereikt.
Zelfs in de Tweede Kamer wordt
erover gepraat. Verscheidene kamer
leden vinden dat de tekst van de
rijmprent „naar hun gevoelens geen
dichterlijke sprake is tot het hart
van jonge kinderen of van leerlingen
van het voorbereidend hoger en mid
delbaar onderwijs. Dit voor vele ou
deren al zeer moeilijk goed te lezen
vers biedt in ruime mate mogelijkhe
den door de jeugd te worden misver
staan," menen zij, en zo voegen er
aan toe niet te kunnen begrijpen dat
de regering ermee akkoord is gegaan
dat dit gedicht in een oplage van
anderhalf miljoen exemplaren voor
dit doel wordt gebruikt. O.m een
voorbeeld te geven waartegen de ka
merleden en velen met hen dan wel
ageren een couplet van het gedicht:
„Hoe rijker gij beminnen moet.
Te minder schieten wij tekort.
Een wedstrijd zal het zijn voorgoed,
In liefdes eerlijke overvloed.
Die door geen delen minder wordt.
Voetbalwedstrijd
Het is maar een kleinigheid vergele
ken bij de gebeurtenissen die eind
december het bruiloftsfeest in de
war dreigen te sturen wanneer dei
ning ontstaat rond een van Duitse
zijde opgeblazen incident tijdens
een voetbalwedstrijd tussen een
Haags en een Lippe-Detmolds elftal
op het sportterrein Houtrust. De
Duitsers zijn 'ontstemd als zij ont
dekken dat op het veld vier Duitse
vlaggen wapperen in plaats van ha-
kenkruisvlaggen, die zij beschouwen
als het officiële Duitse dundoek. Aan
hun eis de fout te herstellen wordt
tegemoet gekomen, maar niemand
kan voorkomen dat een deel van het
al aanwezige publiek begint te
joelen.
Ook over het spelen van de volkslie
deren ontstaat onenigheid. De Duit
sers willen dat het Horst Wessellied,
het officiële lied van de Duitse natio-
naal-socialistische partij, ten gehore
wordt gebracht. De muzikanten wei
geren en voeren als reden aan dat zij
alleen het Lippe-Detmoldlied heb
ben ingestudeerd. Na verhitte dis
cussies wordt besloten dan maar he
lemaal geen volksliederen te spelen.
De Duitse kranten nemen deze ge
beurtenis hoog op en prins Bernhard
krijgt de schuld. Hij wordt er van
beticht zijn geboorteland te hebben
verraden door toe te laten dat de
Duitse vlag en het Duitse volkslied
worden beledigd. Hitler is zo boos
dat hij de Mercedes, die het prinse
lijk paar als huwelijkspresentje wil
de geven, afbestelt. Bovendien wor
den de paspoorten van de Duitse
bruiloftsgasten in beslag genomen.
Dat wordt prins Bernhard te gortig.
In een officiële verklaring die in
Duitsland over de radio wordt voor
gelezen zegt de prins dat hij nu Ne
derlands onderdaan is. maar dat hij
het Lippe-Detmoldlied nimmer als
zijn particulier volkslied heeft be
schouwd en het daarom ook liever
niet gespeeld wil zien in combinatie
met het volkslied van zijn nieuwe
vaderland: het Wilhelmus. Die uitla
ting werkt als olie op het vuur, en het
Ls enkel aan het ingrijpen van enige
relaties van de prins te danken dat
de Duitse gasten op het laatste mo
ment toch nog naar Nederland un-
nen reizen, behalve prinses Sophie
van Saksen Weimar, een van de
bruidsmeisjes, die er om persoonlij
ke redenen maar van afziet.
Ere-avond
Op 5 januari 1937 ls de koninklijke
familie in het gebouw K en W in Den
Haag bij de „ere-avond" georgani
seerd door het "comité, voor de luis
terrijke viering van het huwelijk". Er
zijn 1600 gasten in gala. Zij worden
door velen benijd, wat blijkt uit de
advertenties die begin Januari in de
kranten staan en waarin forse bedra
gen worden geboden aan degenen
die hun kaartjes willen overdoen.
Het feest begint met een voordracht
door jonkvrouwe Claudine Witsen
Elias. De tekst is van dé dichter J. F.
W. Werumeus Buning.
Men vindt het allemaal prachti; nü
doen die dichterlijke woorden van
veertig jaar geleden hoogdravend
'Als een prinses ten huwelijk rijdt
Wat wonder valt er meer te stichten,
't Is in het donkerst van den tijd.
En 't schittert overal van lichten.
Een bruidspaar wisselt gouden
ringen
En zie, het winterse seizoen
Bloeit van de sneeuwwitte seringen'
Als jonkvrouwe Witsen Elias staat
te declameren, zitten de organisato
ren met het zweet in hun handen in
de loges van de feestzaal en hopen
vurig dat zich gaan nieuwe strubbe
lingen zullen voordoen. Die zijn er al
genoeg geweest! Op het allerlaatste
moment is het cabaretnummer „Ja
lousie Internationale" dat onder lei
ding van Louis Grimberg zou wor
den gehaald door het ABC Cabaret
met als een van de leden de nog
onbekende Wim Kan. vervangen
door een optreden van de zanger
Harry van Oss en de pianist Felix de
Nobel. Zij brengen volksliedjes ten
gehore. Daar verwacht men minder
irritatie van bij de Duitse gasten
dan van de cabaretvoorstelling. Men
wil vooral niet op zere tenen
trappen.
Over het volkslied zijn er ook weer
kwesties.
Moedige woorden
Dr. Peter van Anrooy weigert het
Horst Wessellied te dirigeren als de
organisatoren beslissen dat dit in-
plaats van het Lippe-Detmoldlied
moet worden uitgevoerd, omdat het
zo'n officiële gelegenheid betreft. In
een verklaring zegt de dirigent van
het Residentie Orkest „er geen be
zwaar tegen te hebben een lied van
het Duitse volk te dirigeren, maar
wel om een lied te spelen dat niet
aan het volk behoort maar aan een
partij, die onder de tonen van dat
lied andersdenkenden Joden ver
volgt en mishandelt en de vrijheid
van het Nederlandse volk bedreigt.
Het zijn moedige woorden in die
tijd. Het comité zet de plannen toch
door en vindt kapitein dr Walther
Boer, directeur van de Koninklijke
Militaire Kapel, bereid dit omstre
den muzikale onderdeel van het pro
gramma te dirigeren. De veranderin
gen in het programma hebben tot
gevolg dat de programmaboekjes,
die met een oranjekoord zijn samen
gebonden, opnieuw moeten worden
gedrukt, want de leden van het
feestcomitéwillen voorkomen dat de
problemen naar buiten treden.
In de huiselijke kring van het
bruidspaar wordt er nauwelijks aan
dacht geschonken aan deze perike
len. Daar worden allerlei activitei
ten ontplooid voor vrienden en
vriendinnen, op een manier zoals
het in duizenden Nederlandse gezin
nen in die jaren bij een bruiloft
toegaat. Tijdens een van de feesta
vonden in het paleis aan het Noord
einde zingen vrienden een speciaal
lied op de wijs van „Slaap kindje
slaap":
„Hoort mensen hoort
En zegt het verder voort
Wij wensen gelukkige jaren
Aan 't liefst van alle paren
Moge het hele Nederland
Hen bejuichen van alle kant."
Huwelijks-ABC
Vlak voor de bruiloft gaan prinses
en prins naar een dineetje, te hunner
ere aangericht door de kamerheer
van koningin Wilhelmina, jonkheer
mr W. M. de Brauw. Jonkvrouwe de
Brauw, die later zou trouwen met
burgemeester De Ranitz van
Utrecht, en jonkvrouw C. B. E. Röell
dragen die avond een huwelijks-
ABC voor, op een harmonica bege
leid door jonkheer J. E. van
Panhuys.
Het begint zo: „De bruid die gaat
met een huzaar, de liefde is nog niet
een jaar. Zij houdt van hem en hij
van haar. Nu gaan zij trouwen met
elkaar".
Het zijn gebeurtenissen die niet
verder komen dan de paleismuren.
Terwijl Nederland leest welke ge
schenken er dagelijks naar Den
Haag worden gestuurd en hoe de
voorbereidingen van de bruiloft ver
lopen, voeren studie-jaargenoten
van de prinses in het paleis aan het
Noordeinde een blijspel op. waarin
op een gegeven moment de draak
wordt gestoken met enige ei
genschappen van de prinses:
„Want nu de bruid gaat trouwen. En
zij in het huishouden gaat. Ziet men
het half vertrouwen. Hoe zij zich
daar wel doorheen slaat. Vroeger in
het Aardhuis was er soms wel wat
oefening. Maar die was toch gering.
Want van kamperen. Heeft zij wel
iets kunnen leren. Maar toch is de
douche blokkeren. Niet iets om
thuis te presteren".
Vrienden van prins Bernhard doen
ook een duit in het zakje en voeren
taferelen uit zijn leven op, die ko
ningin Wilhelmina onrustig op
haar stoel heen en weer doen schui
ven. Maar als zij ziet dat haar doch
ter zich er kostelijk mee vermaakt,
lacht zij zuurzoet mee. Zij begrijpt
dat een nieuwe tijd zijn intrede
heeft gedaan aan het hof, een perio
de die officieel begint als prinses
Juliana en prins Bernhard elkaar
op die zonnige, maar koude janua
ridag, nu veertig jaar geleden, in
het Haagse stadhuis het ja-woord
geven.
VRAAG: Een vriendin van ons, die
een baby verwacht, zou het vreselijk
vinden als het kindje op 28 decem
ber geboren zou worden. Zijn hele
leven wordt het dan geplaagd, zei ze.
Weet u waarom? Ik durfde het niet
te vragen.
ANTWOORD: 28 december is in de
oud-Christelijke kerk de naamdag
(gedenkdag) van de Onnozele kinde
ren, dus van de kindermoord in
Bethlehem. Ouderwetse volkse
grapjes waren nu eenmaal nooit zo
fijngevoelig. U moet zelf de ge
volgtrekkingen maar maken.
VRAAG: Op een verjaardagsfeest
hebben we fel gediscussieerd over
de eerste regel van het liedje van
Fats Domino: Blue Berry Hill. Wat
is het laatste woord: Thrill of
Freedom?
ANTWOORD: Het kan alleen maar
..Thrill" zijn. Nog heden ten dage
schijnen popteksten steeds te moe
ten rijmen, al zijn er mensen die dit
patroon doorbreken. In de Jaren 50,
waarin Blue Berry Hill tot stand
kwam, was daarvan nog geen spra
ke. Freedom te laten rijmen op hill
(de eerste regel is: I've found my
thrill, on Bl. B. Hill) zou een onge
hoorde nieuwlichterij zijn geweest
(Met dank aan Willem Jan Martin).
VRAAG: Kent u literatuur waarin
het gebruik van oud gereedschap
genoemd wordt, b.v. gedichtenbun
dels over oude boerengezegdes en
spreekwoorden.
ANTWOORD: Hoewel onze vra
gensteller in de ViJfHerenLanden
woont, zal hij ongetwijfeld genieten
van het vroeger zo bekende boek:
Oude Achterhoeks Boerenleven van
„Meester" H. W. Heuvel: Het hele
jaar rond. Als het misschien niet
meer in de boekhandel te vinden zou
zijn in de bibliotheken is het in
elk geval wel. Een boek, waarin dit
alles en veel meer beschreven wordt.
VRAAG: Aan mijn dubbel begaasde
volière hangen regelmatig katten.
Wat is hier tegen te doen en raakt
een kanarie daardoor van slag af4
ANTWOORD: Voor elke kat is een
kanarie een goed van andere vogels
te onderscheiden prooi. Op allerlei
manieren zal een kat proberen die
prooi te pakken te krijgen. Dat de
kanarie, in doodsangst weinig nodig
heeft om van slag te raken, lijkt mij
zeker niet onmogelijk. Wij zelf
strooien alle dorre hulstblaadjes
van de kerstversieringen die we te
pakken kunnen krijgen op de kritie
ke plaatsen in de tuin, waar de poe
sen binnendringen of gaan krabbe
len en in de tijd, dat er een grote
volière was, hadden we een kleine
felle kooiker, die al wat poes was, op
een afstand hield, maar de vogels
niet aankeek. U zou ook de volière
naar binnen kunnen halen, als daar
plaats voor is en als u niet opziet
tegen wat zaad en zand, dat er be
slist wel eens uit komt vliegen.
VRAAG: Ik zou u erop attent willen
maken dat uw gegevens omtrent
successierechten niet volledig zijn,
zie de toelichting Op bladzij 243 van
Elseviers Belastingalmanak: Vaste
bedragen onder A en procenten on
der B. Het is in het belang van de
vragenstellers en correct tegenover
alle lezers in uw rubriek als u alsnog
hierop terugkomt.
Antwoord: Vriendelijk dank voor uw
brief: als men ons iets vraagt, probe
ren we zo concreet mogelijk de kern
van de zaak te benaderen en verwij
zen we verder naar de plaats waar
men de rest kan vinden. Er zijn
vaklieden te over. die, na opening
van zaken, alle gegevens kunnen
verstrekken.
Hulp van lezers: Met de nieuwjaars-
en kerstpost komen heel wat goede
wensen, waarmee we heel blij waren,
en ook brieven met gegevens
omtrent het door ons zo naarstig
gezochte Afkortingen-lexicon. Het
Prisma-boekje (1494) uitgave
Spectrum door dr C. G. L. Apel
doorn (tweede bijgewerkte druk
1976-/ 6,20) kwam in de meeste brie
ven voor. Ook schreef een van onze
abonnees ons, dat hij een vrijwel
compleet kaartsysteem heeft van al
le afkortingen en dat van dag tot
dag bijhoudt. Een aardige hobby!
Vraag: Wil u het adres van de acties
voor Moeder Therese van Calcutta
en voor Dom Helder Camara met de
gironummers eens voor me opzoe
ken. Ik hoef geen brief hierover te
hebben, zet het maar in de krant
voor anderen die het ook willen
weten.
Antwoord: Actie Calcutta, p/a ABN.
Amsterdam onder bankrekening
549620168 Actie Dom H. Camara,
Fred. Hendrikplantsoen 23, Leider
dorp, giro 1604400 t.n.v. de heer
Mooren.
Vraag: In mijn bezit is een
baardmankruik, volgens de musea
te Schokland en het Provinciale Mu
seum te Zolle. Op de kruik staat een
wapen of de combinatie van wa
pens. Noch te Zwolle noch op Schok
land wist men dit uit te leggen.
Vraag: kunt u me verder helpen?
Antwoord: Helaas zijn we niet hel-
derzien en wie en wat zijn wij als een
expert van een museum met de han
den in het haar staat? Wij raden u
aan, een duidelijke afbeelding-
afdruk-foto van het wapen te maken