Prinselijke bruiloft in 1937 verliep niet probleemloos Opvoeden onze Uw probleem ooh het Zere tenen van nazi-Duitsland zoveel mogelijk gespaard MAANDAG 3 JANUARI 1977 BINNENLAND TROUW/KWARTET 7, door Mink van Rijsdijk „En de kinderen die éltijd een ijsje krijgen als ze erom vragen, worden later de mensen die móéten trouwen." Met deze waarschuwende volzin eindigde nu zo'n dikke vijfendertig jaar geleden een lid van de meisjes vereniging, waar ik op zat, haar inleiding. Al waren we eigenlijk erg naïeve en onnozeje halzen, niets weerhield ons er in die tijd van zo nu en dan bloedserieus over opvoedkunde te discussiëren. De inleidster vertelde er die avond bij dat haar slotzin een citaat was van professor Waterink en dat zal best waar wezen. Immers hij was heel lang voor christelijke gezinnen de enige deskundige als het om opvoeden ging. Professor Watcrink was een begrip voor menige radeloze moeder, die in een naar haar genoemd maandblad kolommen vol mocht uithuilen over haar bedplassende of rijkelijk fantaserende kind. Zij werd dan in haar eigen tijdschrift door de professor bemoe digd, vertroost en beleerd, een methode die zeker functioneerde. De heer Waterink was echter ook een begrip voor de beroepsopvoeders. Zij claimden hem wellicht nog meer dan de moeders. Onderwijsmensen die zichzelf respecteerden lazen zijn geschriften en spraken graag over „Jan Wat" als ze de professor bedoelden. Hem zo te betitelen was erg ,,in" en typerend voor een wat snobistische gewoonte belezen en deskundigheid te etaleren. Grof gesorteerd was er dus alleen professor Waterink, daarna kwam weer dezelfde hooggeleerde, vervolgens kwam er een hele tijd niets en toen kregen we plotseling Benjamin Spock. (grof gesorteerd, zei ik) Toen ons eerste kind was geboren, kreeg ik van een vooruitstrevende vriendin het beroemd geworden t>oek van deze Amerikaanse kinderarts cadeau. Je kunt het nauwelijks meer geloven, maar de ideeën die Spock introduceerde waren opzienbarend. Meer nog, ze waren revolutionair. Als nieuwbakken moeder van goeden wille was het natuurlijk mijn intentie ons kind perfect te behande len. Opvoeden, dat had ik op meisjesvereniging al geleerd; begint acuut na de eerste vuile luier. Dat werd door Spock bevestigd en begerig naar grotere wijsheid las ik verder. Dat was wel wennen, herinner ik me. Wie had er ooit gehoord van rekening houden met de wénsen van een baby? Wat moeder doet was toch altijd goed? Niets daarvan. Een kind mocht eten wanneer en hoeveel het wilde. Volgens de heer Spock dan. Hij repte met geen woord over ijssnoepers die weieens zondaren tegen het zevende gebod konden worden. Met rode oortjes las ik. in de kraamafdeling van een ziekenhuis, de provocerende Spock-ideeën. Nou, daar werd ik op aangekeken hoor en niet Zo zuinig. Menige verpleegster staarde met afgrijzen van het bock naar mij. Want in dat boek dat wisten ze zeker stonden theorieën die je af moest wijzen en die je zodoende ook maar beter ongelezen kon laten. Toen het voeden van onze zoon niet zo succesvol verliep als de bedoeling was, moest er natuurlijk iets geregeld worden. De dokter een erg aardige, fijne man dacht er diep over na. Plotseling ontdekte hij het sterk verdachte boek en vroeg; ,.Ua baby hoeft toch geen Spock-kind te worden, hoop ik?" In die vraag beluisterde ik: nou ja, met de invloeden van die malle Amerikaan loopt de zaak na drie dagen al duidelijk uit de hand. Dat zogenaamde Spock-kind is inmiddels een volwas sen mens geworden, net als zijn later geboren broer en zus. Op de basis van wat ze zijn geworden ligt stellig nog een stukje Waterink-traditic, een beetje Spock. gecombineerd met flarden van andere be roepsopvoeders en goedwillende amateurs. Opvoe den blijft een zaak van veel missers, maar gelukkig hebben veel kinderen een natuurlijk afweermechanis me tegen fouten van volwassenen. Angst echter is een slechte gids. Ook de angst van bezorgde grootouders, zeker als die gekant is tegen „moderne fratsen". Een oma schreef mij over haar bezorgdheid. Wat moest er van haar kleinkind terecht komen als de jonge moe der het „Mocderboek" (uitgave van De Bonte Was) las? Ze vond dat een slecht bock. schokkend en absoluut onaanvaardbaar. Ze lag wakker van de gedachte dat haar kleindochtertje een soort sleutel kind moest worden. Terecht? Of heeft iedere generatie het recht op eigen fouten? Wanneer springen alle lichten op rood? Pas als ouders niet meer waarachtig van hun kinderen houden Dat zei Waterink. dat beweerde Spock en dat staat in het Mocderboek al is de taal veranderd. Het was een rustige jaarwisseling in ons land ditmaal: hier een kijkje op oudejaarsavond in de centrale seinzaal van de Rotterdamse politie, waar men zonder veel problemen afscheid van 1976 kon nemen. Vragen (één per brief) zenden naar uw probleem ook het onze. Postbus 507, Voorburg. Naam en adres vermelden. Eén gulden aan postzegels bijsluiten. Geheimhouding is verzekerd. of te doen maken en dan uw licht op te steken bij het Centraal Bureau Genealogie, Nassaulaan 18. Den Haag (070-180866). U zou ook eens in een grote bibliotheek kunnen gaan bladeren in Heraldiek en Genealo gie, dat handige vademecum van C. Pama en als u daar een aankno pingspunt gevonden heeft, eens ver der gaan snuffelen, b.v. in de „Grote Rietstap" met een Frans woorden boek erbij, want zelfs de verklarin gen van de afkortingen zijn voor een niet-ingewijde uiterst moeilijk te lezen. Vraag: Wij hebben een oud stel zil veren lepels en vorken, waarvan de merken onduidelijk zijn. Wel staat er op DEWEL. De ouderdom zal ongeveer 130 jaar kunnen zijn. Het is zeer afgesleten en wat zouden we ermee kunnen doen? ANTWOORD: De zilvermerkjes zijn toch wel zeer belangrijk en een goud- en zilverdeskundige zal er heus nog wel iets uit kunnen halen. Het restaureren van de vorken Is wel een heel karwei. U moet hier maar eensinlichtingen over vragen. Het eenvoudigste is: recht afvijlen, maar dat is wel erg Jammer. Het is moge lijk de tanden stuk voor stuk te vervangen, maar als hobbyist kan ik u wel zeggen dat dat een heksentoer is, want als men een tand erop heeft gesoldeerd, zijgt, bij het plaatsen van no. 2 of 3 of 4 één van het stel er beslist weer tussenuit. Een andere methode is een stuk zilver aan de aanzet van de steel te solderen en als dat alles netjes en vooral stevig is, met een figuurzaagje dat men door het kaarsvet heeft gehaald, ded ruimte tussen de tanden weg te ha len. Het aantal zaagjes dat breekt is legio, maar als u daarmee klaar bent is het een zaak van vijlen en polijs ten. De lepel kan misschien iets uit- gehamerd worden. Van deze oude lepels en vorken kan men prachtige armbanden maken, waarbij de tan den van de vork als exotische figu ren omgekruld worden. Het is echter wel verdrietig, als men na lang geha mer, met de mooie armband door. Londen wandelt en geconfronteerd wordt met een kilometerlange rij stalletjes en vloerkleedjes vol ge krulde vorken en bewerkte lepels. Aan het eind van Bayswaterroad is men in staat zelf op de grond te gaan zitten en het ding voor een gedeva lueerd pond te verkopen. VRAAG: Bestaat het mooie blad „De levende Natuur" nog en waar wordt het uitgegeven? ANTWOORD: Gelukkig bestaat dit blad. opgericht door Jac. Ph. Thys- se, nog steeds onder de redactie van prof. Heymans. Tinbergen en Wil- ken. Uitgever Linders. Oosterbeek, Stationsweg 44. Vraag: Op dinsdag 2 november '76, pagina 13, werd besproken de bro chure „Functie en werkterrein van de notaris" en de brochure „Het Kopen van een Huis". Het is niet bij de boekhandel te koop. Antwoord: Dat klopt: in hetzelfde- arRtikel stond, dat het gratis bij elke notaris verkrijgbaar is. Het adres van een notaris bij u in de buurt is in de gids van de PTT te vinden. VRAAG: Graag word ik ingelicht over schrift, beeldenaar, vertaling, land en datum van uitgifte van de drie hierbij afgebeelde munten. ANTWOORD: De afbeeldinen waren duidelijk genoeg: A. is een kleine munt uit Abessinlë. met Halle Selas sie aan de ene kant en de leeuw van Juda aan de keerzijde B is een Haantjes duit, in Engeland geslagen en via Singapore door Br. kooplie den in het handelsverkeer gebracht. Ook op Sumatra kwam deze munt voor en werd door de Ned.-Ind. rege ring oogluikend toegestaan tot het eind van de 19* eeuw. De eerste haantjes werden ongeveer 1804 tij dens Raffles geslagen, maar het is niet gezegd dat deze munt uit die tijd stamt. Voor het gemak werd het jaartal niet gewijzigd. C. is een Chi nese Kepeng, zoals die voor de Ja panse tijd (hoe het nu is weet ik niet) op Bali werd gebruikt, officieus in de verhouding van 7 stuks voor 1 cent. Er was daarvoor in die tijd nog heel wat te koop, aan gebakken en gestoomde heerlijkheden. Die mun- /ten werden aan een touwtje be waard. De herinnering aan die muntjes aan een touwtje vond men in het Malelse woord „setali" of „sta ll". Tali is een touwtje en se of satoe is éen. Het opschrift is dermate gestileerd dat het niet is te ontcijferen. Jam mer: onze medewerker met de ta lenknobbel komt nooit aan z'n bah- mi toe als hij bij de Chinees eet, maar dit gaat te ver. Trouwens, die Ethiopische en Arabische letterte kens zijn voor ons beslist te moei lijk. In het Koninklijk Penningka binet kunnen ze u ook niet helpen. In elk geval zijn het muntjes van kleine waarde door Fred Lammers AMSTERDAM Als op don derdag 7 januari 1937 prinses Juliana en prins Bernhard in de gouden koets ten huwelijk rijden, is daar achter de scher men het nodige aan vooraf gegaan. Hun bruidsdagen zijn niet zo vredig verlopen als ve len denken. De kranten schrijven daar nauwelijks over en in het officiële ge denkboek van de prinselijke bruiloft, dat in de loop van 1937 verschijnt, wordt er zelfs met geen woord over gerept. De problemen beginnen kort nadat het jonge paar op 19 december 1936 in het Haagse stadhuis aan de Groenmarkt in ondertrouw is ge gaan. een gebeurtenis die de dichter Jan Prins doet schrijven: „Zonder gevolg zijt ge ten onder trouw gereden. door lijfwacht noch heraut, door niemand begeleid. En dat behoefde ook niet, prinses en prins. Oe zijt omstuwd door heel een volk. bruidspaar van veertig jaar geleden zijn liefde en zijn gebeden." v - Dat klinkt allemaal heel verheven en niemand heeft er moeite mee. Dat kan niet worden gezegd van het ge dicht dat omstreeks dezelfde tijd verschijnt van de hand van dr. P. C. Boutens en fraai gecalligrafeerd aan de schooljeugd wordt uit gereikt. Zelfs in de Tweede Kamer wordt erover gepraat. Verscheidene kamer leden vinden dat de tekst van de rijmprent „naar hun gevoelens geen dichterlijke sprake is tot het hart van jonge kinderen of van leerlingen van het voorbereidend hoger en mid delbaar onderwijs. Dit voor vele ou deren al zeer moeilijk goed te lezen vers biedt in ruime mate mogelijkhe den door de jeugd te worden misver staan," menen zij, en zo voegen er aan toe niet te kunnen begrijpen dat de regering ermee akkoord is gegaan dat dit gedicht in een oplage van anderhalf miljoen exemplaren voor dit doel wordt gebruikt. O.m een voorbeeld te geven waartegen de ka merleden en velen met hen dan wel ageren een couplet van het gedicht: „Hoe rijker gij beminnen moet. Te minder schieten wij tekort. Een wedstrijd zal het zijn voorgoed, In liefdes eerlijke overvloed. Die door geen delen minder wordt. Voetbalwedstrijd Het is maar een kleinigheid vergele ken bij de gebeurtenissen die eind december het bruiloftsfeest in de war dreigen te sturen wanneer dei ning ontstaat rond een van Duitse zijde opgeblazen incident tijdens een voetbalwedstrijd tussen een Haags en een Lippe-Detmolds elftal op het sportterrein Houtrust. De Duitsers zijn 'ontstemd als zij ont dekken dat op het veld vier Duitse vlaggen wapperen in plaats van ha- kenkruisvlaggen, die zij beschouwen als het officiële Duitse dundoek. Aan hun eis de fout te herstellen wordt tegemoet gekomen, maar niemand kan voorkomen dat een deel van het al aanwezige publiek begint te joelen. Ook over het spelen van de volkslie deren ontstaat onenigheid. De Duit sers willen dat het Horst Wessellied, het officiële lied van de Duitse natio- naal-socialistische partij, ten gehore wordt gebracht. De muzikanten wei geren en voeren als reden aan dat zij alleen het Lippe-Detmoldlied heb ben ingestudeerd. Na verhitte dis cussies wordt besloten dan maar he lemaal geen volksliederen te spelen. De Duitse kranten nemen deze ge beurtenis hoog op en prins Bernhard krijgt de schuld. Hij wordt er van beticht zijn geboorteland te hebben verraden door toe te laten dat de Duitse vlag en het Duitse volkslied worden beledigd. Hitler is zo boos dat hij de Mercedes, die het prinse lijk paar als huwelijkspresentje wil de geven, afbestelt. Bovendien wor den de paspoorten van de Duitse bruiloftsgasten in beslag genomen. Dat wordt prins Bernhard te gortig. In een officiële verklaring die in Duitsland over de radio wordt voor gelezen zegt de prins dat hij nu Ne derlands onderdaan is. maar dat hij het Lippe-Detmoldlied nimmer als zijn particulier volkslied heeft be schouwd en het daarom ook liever niet gespeeld wil zien in combinatie met het volkslied van zijn nieuwe vaderland: het Wilhelmus. Die uitla ting werkt als olie op het vuur, en het Ls enkel aan het ingrijpen van enige relaties van de prins te danken dat de Duitse gasten op het laatste mo ment toch nog naar Nederland un- nen reizen, behalve prinses Sophie van Saksen Weimar, een van de bruidsmeisjes, die er om persoonlij ke redenen maar van afziet. Ere-avond Op 5 januari 1937 ls de koninklijke familie in het gebouw K en W in Den Haag bij de „ere-avond" georgani seerd door het "comité, voor de luis terrijke viering van het huwelijk". Er zijn 1600 gasten in gala. Zij worden door velen benijd, wat blijkt uit de advertenties die begin Januari in de kranten staan en waarin forse bedra gen worden geboden aan degenen die hun kaartjes willen overdoen. Het feest begint met een voordracht door jonkvrouwe Claudine Witsen Elias. De tekst is van dé dichter J. F. W. Werumeus Buning. Men vindt het allemaal prachti; nü doen die dichterlijke woorden van veertig jaar geleden hoogdravend 'Als een prinses ten huwelijk rijdt Wat wonder valt er meer te stichten, 't Is in het donkerst van den tijd. En 't schittert overal van lichten. Een bruidspaar wisselt gouden ringen En zie, het winterse seizoen Bloeit van de sneeuwwitte seringen' Als jonkvrouwe Witsen Elias staat te declameren, zitten de organisato ren met het zweet in hun handen in de loges van de feestzaal en hopen vurig dat zich gaan nieuwe strubbe lingen zullen voordoen. Die zijn er al genoeg geweest! Op het allerlaatste moment is het cabaretnummer „Ja lousie Internationale" dat onder lei ding van Louis Grimberg zou wor den gehaald door het ABC Cabaret met als een van de leden de nog onbekende Wim Kan. vervangen door een optreden van de zanger Harry van Oss en de pianist Felix de Nobel. Zij brengen volksliedjes ten gehore. Daar verwacht men minder irritatie van bij de Duitse gasten dan van de cabaretvoorstelling. Men wil vooral niet op zere tenen trappen. Over het volkslied zijn er ook weer kwesties. Moedige woorden Dr. Peter van Anrooy weigert het Horst Wessellied te dirigeren als de organisatoren beslissen dat dit in- plaats van het Lippe-Detmoldlied moet worden uitgevoerd, omdat het zo'n officiële gelegenheid betreft. In een verklaring zegt de dirigent van het Residentie Orkest „er geen be zwaar tegen te hebben een lied van het Duitse volk te dirigeren, maar wel om een lied te spelen dat niet aan het volk behoort maar aan een partij, die onder de tonen van dat lied andersdenkenden Joden ver volgt en mishandelt en de vrijheid van het Nederlandse volk bedreigt. Het zijn moedige woorden in die tijd. Het comité zet de plannen toch door en vindt kapitein dr Walther Boer, directeur van de Koninklijke Militaire Kapel, bereid dit omstre den muzikale onderdeel van het pro gramma te dirigeren. De veranderin gen in het programma hebben tot gevolg dat de programmaboekjes, die met een oranjekoord zijn samen gebonden, opnieuw moeten worden gedrukt, want de leden van het feestcomitéwillen voorkomen dat de problemen naar buiten treden. In de huiselijke kring van het bruidspaar wordt er nauwelijks aan dacht geschonken aan deze perike len. Daar worden allerlei activitei ten ontplooid voor vrienden en vriendinnen, op een manier zoals het in duizenden Nederlandse gezin nen in die jaren bij een bruiloft toegaat. Tijdens een van de feesta vonden in het paleis aan het Noord einde zingen vrienden een speciaal lied op de wijs van „Slaap kindje slaap": „Hoort mensen hoort En zegt het verder voort Wij wensen gelukkige jaren Aan 't liefst van alle paren Moge het hele Nederland Hen bejuichen van alle kant." Huwelijks-ABC Vlak voor de bruiloft gaan prinses en prins naar een dineetje, te hunner ere aangericht door de kamerheer van koningin Wilhelmina, jonkheer mr W. M. de Brauw. Jonkvrouwe de Brauw, die later zou trouwen met burgemeester De Ranitz van Utrecht, en jonkvrouw C. B. E. Röell dragen die avond een huwelijks- ABC voor, op een harmonica bege leid door jonkheer J. E. van Panhuys. Het begint zo: „De bruid die gaat met een huzaar, de liefde is nog niet een jaar. Zij houdt van hem en hij van haar. Nu gaan zij trouwen met elkaar". Het zijn gebeurtenissen die niet verder komen dan de paleismuren. Terwijl Nederland leest welke ge schenken er dagelijks naar Den Haag worden gestuurd en hoe de voorbereidingen van de bruiloft ver lopen, voeren studie-jaargenoten van de prinses in het paleis aan het Noordeinde een blijspel op. waarin op een gegeven moment de draak wordt gestoken met enige ei genschappen van de prinses: „Want nu de bruid gaat trouwen. En zij in het huishouden gaat. Ziet men het half vertrouwen. Hoe zij zich daar wel doorheen slaat. Vroeger in het Aardhuis was er soms wel wat oefening. Maar die was toch gering. Want van kamperen. Heeft zij wel iets kunnen leren. Maar toch is de douche blokkeren. Niet iets om thuis te presteren". Vrienden van prins Bernhard doen ook een duit in het zakje en voeren taferelen uit zijn leven op, die ko ningin Wilhelmina onrustig op haar stoel heen en weer doen schui ven. Maar als zij ziet dat haar doch ter zich er kostelijk mee vermaakt, lacht zij zuurzoet mee. Zij begrijpt dat een nieuwe tijd zijn intrede heeft gedaan aan het hof, een perio de die officieel begint als prinses Juliana en prins Bernhard elkaar op die zonnige, maar koude janua ridag, nu veertig jaar geleden, in het Haagse stadhuis het ja-woord geven. VRAAG: Een vriendin van ons, die een baby verwacht, zou het vreselijk vinden als het kindje op 28 decem ber geboren zou worden. Zijn hele leven wordt het dan geplaagd, zei ze. Weet u waarom? Ik durfde het niet te vragen. ANTWOORD: 28 december is in de oud-Christelijke kerk de naamdag (gedenkdag) van de Onnozele kinde ren, dus van de kindermoord in Bethlehem. Ouderwetse volkse grapjes waren nu eenmaal nooit zo fijngevoelig. U moet zelf de ge volgtrekkingen maar maken. VRAAG: Op een verjaardagsfeest hebben we fel gediscussieerd over de eerste regel van het liedje van Fats Domino: Blue Berry Hill. Wat is het laatste woord: Thrill of Freedom? ANTWOORD: Het kan alleen maar ..Thrill" zijn. Nog heden ten dage schijnen popteksten steeds te moe ten rijmen, al zijn er mensen die dit patroon doorbreken. In de Jaren 50, waarin Blue Berry Hill tot stand kwam, was daarvan nog geen spra ke. Freedom te laten rijmen op hill (de eerste regel is: I've found my thrill, on Bl. B. Hill) zou een onge hoorde nieuwlichterij zijn geweest (Met dank aan Willem Jan Martin). VRAAG: Kent u literatuur waarin het gebruik van oud gereedschap genoemd wordt, b.v. gedichtenbun dels over oude boerengezegdes en spreekwoorden. ANTWOORD: Hoewel onze vra gensteller in de ViJfHerenLanden woont, zal hij ongetwijfeld genieten van het vroeger zo bekende boek: Oude Achterhoeks Boerenleven van „Meester" H. W. Heuvel: Het hele jaar rond. Als het misschien niet meer in de boekhandel te vinden zou zijn in de bibliotheken is het in elk geval wel. Een boek, waarin dit alles en veel meer beschreven wordt. VRAAG: Aan mijn dubbel begaasde volière hangen regelmatig katten. Wat is hier tegen te doen en raakt een kanarie daardoor van slag af4 ANTWOORD: Voor elke kat is een kanarie een goed van andere vogels te onderscheiden prooi. Op allerlei manieren zal een kat proberen die prooi te pakken te krijgen. Dat de kanarie, in doodsangst weinig nodig heeft om van slag te raken, lijkt mij zeker niet onmogelijk. Wij zelf strooien alle dorre hulstblaadjes van de kerstversieringen die we te pakken kunnen krijgen op de kritie ke plaatsen in de tuin, waar de poe sen binnendringen of gaan krabbe len en in de tijd, dat er een grote volière was, hadden we een kleine felle kooiker, die al wat poes was, op een afstand hield, maar de vogels niet aankeek. U zou ook de volière naar binnen kunnen halen, als daar plaats voor is en als u niet opziet tegen wat zaad en zand, dat er be slist wel eens uit komt vliegen. VRAAG: Ik zou u erop attent willen maken dat uw gegevens omtrent successierechten niet volledig zijn, zie de toelichting Op bladzij 243 van Elseviers Belastingalmanak: Vaste bedragen onder A en procenten on der B. Het is in het belang van de vragenstellers en correct tegenover alle lezers in uw rubriek als u alsnog hierop terugkomt. Antwoord: Vriendelijk dank voor uw brief: als men ons iets vraagt, probe ren we zo concreet mogelijk de kern van de zaak te benaderen en verwij zen we verder naar de plaats waar men de rest kan vinden. Er zijn vaklieden te over. die, na opening van zaken, alle gegevens kunnen verstrekken. Hulp van lezers: Met de nieuwjaars- en kerstpost komen heel wat goede wensen, waarmee we heel blij waren, en ook brieven met gegevens omtrent het door ons zo naarstig gezochte Afkortingen-lexicon. Het Prisma-boekje (1494) uitgave Spectrum door dr C. G. L. Apel doorn (tweede bijgewerkte druk 1976-/ 6,20) kwam in de meeste brie ven voor. Ook schreef een van onze abonnees ons, dat hij een vrijwel compleet kaartsysteem heeft van al le afkortingen en dat van dag tot dag bijhoudt. Een aardige hobby! Vraag: Wil u het adres van de acties voor Moeder Therese van Calcutta en voor Dom Helder Camara met de gironummers eens voor me opzoe ken. Ik hoef geen brief hierover te hebben, zet het maar in de krant voor anderen die het ook willen weten. Antwoord: Actie Calcutta, p/a ABN. Amsterdam onder bankrekening 549620168 Actie Dom H. Camara, Fred. Hendrikplantsoen 23, Leider dorp, giro 1604400 t.n.v. de heer Mooren. Vraag: In mijn bezit is een baardmankruik, volgens de musea te Schokland en het Provinciale Mu seum te Zolle. Op de kruik staat een wapen of de combinatie van wa pens. Noch te Zwolle noch op Schok land wist men dit uit te leggen. Vraag: kunt u me verder helpen? Antwoord: Helaas zijn we niet hel- derzien en wie en wat zijn wij als een expert van een museum met de han den in het haar staat? Wij raden u aan, een duidelijke afbeelding- afdruk-foto van het wapen te maken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 7