Het schokkende verhaal van kerstfeest Een Kerstmis van niks, dit jaar 't Stomme dier Onze adressen: VOORBIJGANGERS VRUOAG 24 DECEMBER 1976 KERK TROUW/KWARTET door drs E. Pijlman In den beginne was het Woord sn het Woord was bij God en het Woord was God. Alle dingen zijn door het Woord geworden In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen Het Woord is vlees geworden en het heejt onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene van de Vader. vol genade en waarheid. Evangelie naar Johannes, hoofd stuk 1 Het verhaal van het kerstfeest, de boodschap van de geboorte van Jezus, de Messias, heeft in alle tijden de mensen sterk aangesproken. De feestelijke stem ming heeft in tijd en ruimte danig om zich heen gegrepen. Geen continent meer waar niet in deze weken naar de kerstda gen uitgezien wordt, in een bijna dodelijk omarming heeft de wereld zich van dit verhaal, begrepen ol niet. uitgediept naar z'n eigenlijke bedoe ling of volkomen aangepast aan wat mensen vandaag willen, meester ge maakt. Dat was ook. in zekere zin. de bedoeling. Daar was het verhaal op uit. dat het de mensen zou aanspreken, dat het de mensen in beweging zou brengen. Op andere gedachten. Op gedachten van vrede en verzoening. Dat het de mensen iets zou doen. Iets van heil en hoop. Is dat ervan gekomen? Dat is de moeilijkheid. Dat is de reden waarom steeds meer christenen er serieus over gaan denken om er niet meer aan te doen. Om het te verschuiven eventueel, naar 't begin van januari, zoals in de oosterse kerken. Maar kan dat nog? Is de omklemming al niet al te dodelijk geworden? Wie komt er nog uit? En was het niet voor de mensen bedoeld? Goed. je kan een teken willen stellen, maar stel je je dan niet tegelijk weer apart op en laat je dan niet meteen weer de wereld de wereld? Waar ligt het aan? Hoe komt het dat het verhaal van kerstfeest ir. die dodelijke omarming is terecht gekomen? Is dat alleen de schuld van de mensen die er niets van beexeDen? Alleen-te stellen op het conto van de commercie, die brood ziet in Bethlehem (broodhuis)? Of alleen toe te schrijven aan onze gemeenschappelijke behoefte aan gezelligheid en wat dies meer zij? Zou het misschien ook zo kunnen zijn. dat wij zelf, wij die deze boodschap nu al zo vaak gehoord en eventueel doorgege ven hebben, mede-verantwoordelijk zijn voor deze gang van zaken? Hebben we kerstfeest zo tot een allemans reden om blij te zijn gemaakt dat dit er wel van komen moest? Hebben wij zozeer de na druk gelegd op het kind in de kribbe en de zieligheid van de jonge ouders en de aandoenlijkheid van de ruige herders „op den velde", dat mensen onmogelijk op iets anders zouden kunnen komen? Of hebben wij zo cryptisch gesproken over de diepe reden waarom Hij zó komen moest, de zonde der wereld, dat mensen voortijdig afhaakten en zich geëxcuseerd achtten wanneer ze eenmaal per jaar rondom enige instrumenten van gezellig heid en verbroedering de wapens even lieten rusten, hun giroboek grepen en dergelijke? Hebben wij zelf voldoende oog voor de schokkende gebeurtenissen die het ver haal onthullen? Lukas 2 staat voor een aantal mededelingen die ons gemakke lijk kunnen verwarren wanneer we ze niet met slaperige ogen vanwege de kerstkaarsen maar met wakkere harten lezen. Johannes' Johannes doet daarin voor Lukas niet onder. Zijn evangelie gaat nogal eens door voor een filosofische benadering van de boodschap van Jezus. Hij zou dit alles kennelijk op een afstand (circa 100 na Christus) met zijn beschouwende geest wat verhuld hebben en zo mogelijk acceptabel hebben gemaakt voor men sen met wijsgerige aanleg, kenners en fijnproevers van wijsheid en zo. Ik denk dat dit niet waar is. Hij mag z'n eigen stijl hebben, die stijl is niet minder direct. Maar dan natuurlijk ook weer onder die ene voorwaarde van het wakkere hart. Wil het hart dit horen? Zijn evangelie is niet zozeer wijsgerig als wel schokkend en recht op de man af. Ik wil dat aan drie dingen duidelijk maken. De Logos Het begrip Woord is bij hem in het grieks: Logos. Logos betekent „woord". Maar dan met een duidelijke meerwaarde. Niet zo maar een woord. Bij de filosofen van zijn tijd betekent Logos heel wat. De Logos is nu eens de goddelijke rede. waardoor alles is zoals het is. dan weer een tussenwezen, via hetwelk mensen. dus door gezond te denken, tot God kun nen komen. Latere Christenen raakten niet zelden in de ban van dit begrip. De Logos werd vaak de personificatie van alles wat ver heven was en met dit aardse leven niets van doen had. Het was de gestalte die de mens in allerlei vormen van spiritualiteit van deze aarde trachtte weg te lokken. Wie dat weet zal er geen moeite mee hebben om zich in te denken hoe schok kend Johannes' boodschap bij velen moet zijn aangekomen. Die verheven ge stalte. want aan hem dachten zij bij het begrip Logos, is vlees geworden. Dat laatste scherpt de gedachte nog aan. Hij is niet maar mens geworden, want dan kan nog gedacht worden aan de rijzige gestalte van een goed-gebouwde super-intelligente figuur, die op zijn beurt niet veel van aardse zaken moet hebben en met z'n hoofd in de wolken loopt. Het Woord zegt Johannes, is vlees geworden. Een aanvechtbaar bestaan, een stuk omstreden mensenleven, met alle ellende daarvan. Dat wordt er niet aannemelijker op wan neer we ons realiseren waaraan Johannes dan wel zelf gedacht heeft. Dat lezen we in het begin. Bij het Woord, de Logos, denkt hij aan God. de bron van het leven en het licht voor de mensen. De spreken de God. die zich in zijn schepping en zijn bemoeienis met de mensen geopenbaard heeft. Die God, aan wie het leven hangt, van wie mensen het moeten hebben, die is vlees geworden. Heeft zich onder ons begeven. In onze hachelijke en gevaarlijke situa tie, in onze eeuwige strijd van man tegen man en van het bederf der dingen. Een schokkend bericht. God heeft zich geën- canailleerd met „vlees". Hij geeft zich af met wat beneden is en tot „de lagere sferen" behoort, Hij kiest een andere levensstijl. Hij komt alles delen met al len. Heel dit verworpen bestaan. Hij zet zijn bestaan open voor jan en alleman. Hij kiest partij. Geen wonder dat dit een ergernis was. En vandaag nog is. En dat mensen hier niet aan moeten denken willen ze rustige en gezellig kerstfeest vieren. heeft onder ons „gewoond", schrijft Jo hannes. Dat is tot daar aan toe. Hij zal hier zijn paleis hebben gebouwd om via allerlei ingrijpende procedures mensen in audiëntie te ontvangen. „De tocht naar de berg"! Maar precies d&t staat er niet. Er staat: „en het heeft onder ons zijn tent opgeslagen." Dat is fundamenteel wat anders. Het woord vindt evenals dat woord van de Logos, z'n weerklank in de boeken van de Wet en de Profeten. Abra ham woonde in tenten. De tabernakel was een tent. Ezechiël schrijft brieven aan joodse bal lingen en troost ze met de woorden na mens God: mijn tent zal .bij u zijn. De tent is een heilig teken in dit verhaal. De tent waarin de tora bewaard wordt heeft draagstangen en wordt op de schouders genomen tijdens de reis naar het land der belofte. Deze Logos komt hier niet zete len, maar Hij komt hier onder ons „in tenten wonen," d.w.z. met ons mee trekken. Hij is geen kerstboom die niet om mag vallen en waaronder de familie der men sen in stille wijding wordt uitgenodigd, Hij woont niet op een berg waar Hij een soort orakel voor mensenvragen is. Hij trekt mee. Door nacht en duisternis en in de hitte van de dag door honger en on recht en dood. Hij is vlees geworden. Hij deelt ons leven. Hij neemt er de risico's van. Om ons één ding heel duidelijk te leren: daar gaat het om! Dat is heil. Vreemde heerlijkheid Dat zegt de derde gedachte van Johan nes. „En we hebben zijn heerlijkheid aan schouwt..." Het griekse woord voor heer lijkheid is de vertallrtg van een he breeuws woord dat gewicht betekent en waarschijnlijk samenhangt met „lever" (het zwaarste orgaan?). Johannes aarzelt niet om dat gewichtige woord te gebrui ken. Het lijkt slecht te passen bij vlees en tenten met draagstangen en door slijk en zand trekkende mensen. Maar dit is zijn vreemde heerlijkheid. Dit is wat Hem gewichtig doet zijn. Wat Hij op zijn lever heeft voor ons. Opnieuw schokkend. Er blijft niets verhevens en blinkends over. Heel de santekraam van ons gedoe kun nen we hier wel vergeten. Hier worden de dingen bij hun naam genoemd. Dit leven is een tocht door koude en hitte, door leed en verdriet. Dit leven is een opgave. Wie dat niet wil erkennen, kan beter thuis blijven. Het gaat in dit leven ergens om. Namelijk om ergens te komen. In een land van vrede en vrijheid. In een land waar ze de oorlog niet meer leren en niemand meer in angst hoeft achterom te zien. Waar niemand meer hoeft te vrezen omdat hij anders is dan anders en waar niemand meer tegen morgen hoeft op te zien. Waar zonden vergeven zijn en schuld is weggedaan. En waar mensen alles met allen delen. Dat is een schokkende boodschap. Zelfs voor ons die op dit gebied al heel wat gewend zijn Kerstfeest is een verhaal dat open blijft. Je kunt 't niet .weer gehad" hebben. Het verhaal is niet rond te krij gen. Het kent alleen rust voor hem die er door uit z'n rust is wakker geworden. Wakker van hart. 't Is misschien al te laat. Mensen zullen zich hun kerstfeest heel moeilijk laten „afnemen." Ze gunnen ons ook niets meer, zullen ze wel zeggen. En d'r zit een klein miezerig mannetje of vrouwtje in ons allen die al die dingen ook denkt en zegt. Maar het verhaal van de geboorte van de Messias is een ander verhaal. Dat we nog lang niet kennen. Drs. E. Pijlman is gereformeerd predikant te Amsterdam. De tekening is van Rembrandt. Toen Jozef met zijn ezel kwam de Kalverslraat uit naar de Dam streken er honderd duiven neer bij 't ezeltje van onze Heer Daar scharrelden al spoedig tussen tweehonderd een-en-twintig mussen, een schouwspel dat de aandacht trok van oude heer met wandelstok, van winkelmeisje in hel rood. van conducteur met blikje brood, van oude vrouw met omslagdoek, van dominee in streepjesbroek. en van een r.k. jongensklas die leerzaam op excursie was. In Krasnapolsky zei men toen: er is iets op de Dam te doen Jan Dikkeboom. Jan Dikkeboom. van alle kanten kwam de stroom, zodat men op de Beurs vernam: de hele stad gaat naar de Dam. Daarheen haastten zich ook de venten van palingkraam en pierementen. Weldra kon men met toeters lopen en molentjes en vlaggen kopen. tekst: D. van der Stoep tekeningen: Bert Bouman terwijl men volop kon genieten van warme worstjes en vanfriten. De zaken en kantoren sloten, zo ook de dienst der rondvaartboten. Er was geen torenklok die zweeg en alle scholen liepen leeg. Een denneboom werd opgericht en door het G.E.B. verlicht. De burgemeester, naar den eis, begroette gasten op 't paleis: diverse fracties van de raad. de clerus meest in ambtsgewaad, de afgevaardigden van steden, de staatsraden en kamerleden. hoogleraren en diplomaten, gezanten van bevriende staten, zij dronken sherry met ministers en schreven namen in registers. Er kwam uit Washington een wens over de rechten van de mens en Moskou deelde minzaam mede. dat dit een stap was naar de vrede. Toen werd op 't plein in het gedrang een negenjarig meisje bang omdat de ezel aan haar strikken en aan haar wang begon te likken. Er kwam wat onrust en getier: wat doet die stomme ezel hier; hoe kun je rustig vrede vieren als je je nek breekt over dieren? Maar 't relletje was snel geluwd. Er werd gedrongen en geduwd, totdat het beest was weggewerkt de kant uit van de Nieuwe Kerk. Daar trippelde het sierlijk henen waarna net plotseling was verdwenen, zo zonder spoor als ondertussen de honderd duiven en de mussen. Moraal: Wie op de Dam wil vrede vieren moet niet gehinderd zijn door dieren. Sint Jozef mag dus wel verschijnen maar hij moet weer op tijd verdwijnen. door A. J. Klei Bij de tramhalte stonden twee mannen te praten. ..Een Kerstmis van niks. dit jaar", zei één van hen. ..eigenlijk een gewoon weekend, net als anders, maar dan met de winkels dicht". De ander knikte instemmend en verhaalde op verlekkerde toon van jaren, waarin de kerst zó voordelig viel. dat je er door 't opnemen van een enkel snipperdagje een aardige win tervakantie aan overhield. Het was een conversatie met weinig diepgang, dat geef ik direct toe. maar ik overwoog dat menig kerstoverdenker er zonder moeite verder aan zou kunnen breien door er op te wijzen dat de betekenis van kerstfeest niet bekeken is met de vrije dagen die het oplevert. Ik bedacht tevens dat ik jaren her. in mijn eerste en enige kerstmeditatie, ook op deze manier aan de gang was geweest. Nu ben Ik geen bewaardeng type. Ik gooi altijd alles weg. Maar in het begin van mijn journalistieke loopbaan knipte ik nog mijn pennevruchten uit en plakte ze in. dat *11 zeggen, dat deed mijn jongste zus voor me en ik gaf haar daarvoor een geringe vergoeding Na een paar jaar was de lol er af en sindsdien sleep ik een paar plakboeken mee. waarvan het laatste half vol is. Ik zou ze allang weggedaan hebben, maar t mag niet van mijn vrouw Zij beweert Jltijd dat ik er best nog eens plezier an zal kunnen hebben En hoezeer zij goüjk heeft, bleek me na het aanhoren van dat gesprek op de tramhalte. Ik kan dank zij een blik in 't bewaarde plakboek vaststellen, dat ik in december 1953 in ons personeelsblaadje van toen. dat de hartelijke naam „Contact" droeg, een kerststukje schreef onder de titel: Het reële voordeel. We hadden toen nog geen inspraak en geen vrije zaterdag, een kinderhand is gauw gevuld en we waren opgetogen over het feit dat de kerstdagen op vrijdag en zaterdag vielen en dat dit met de daarop volgende zondag drie vrije dagen achter elkaar betekende. In mijn meditatie gaf ik gul te kennen dat er niets op tegen was. genoegen te beleven aan het buitenkansje van drie vrije dagen, ik stemde ook royaal toe dat dit een voordeel inhield, maar gedreven door evangelische ijver voegde ik eraan toe. dat we niet moesten menen dat daarin nu het reële voordeel van kerstfeest was gelegen. Ik schreef trouwens over 't algemeen erg mooi in die tijd Bladerend in het knipselboek kwam ik de recensie tegen, die ik gaf van het concert van Feike Asma op de tweede kerstdag van dat jaar in de Oude Kerk te Amsterdam. Ik had het over de grote, grijze kathedraal, die voor deze gelegenheid vijfentwintighonderd luisteraars herbergde en ik bestempelde het orgelspel van Asma als een meeslepende klanklawine. Kom daar nou es om! Ik geloof dat ik vandaag gemakkelijker met dezelfde geestdrift over het spel van Feike Asma zou schrijven, dan stichtelijke standjes uitdelen aan 't adres van mensen die zeuren of jubelen, al naar gelangd over de dagen waarop kerstmis valt. Voor feestvieren moet je toch een beetje de ruimte hebben. Schrik niet, ik ga niet opnieuw preken, ik heb iets anders. Mijn plakboeken opbergend, ontwaarde ik een piepklein boekje, dat Ik zonder aandrang van anderen bewaar. Het is een uitgaafje met een omvang ongeveer als van een plat lucifersdoosje, dat Bosch en Keuning te Baam in 1962 ter gelegenheid van kerst en jaarwisseling aan z'n relaties toestuurde. Het boekje is nooit in de handel gebracht en het kwam me aardig voor. de inhoud ervan vandaag in de krant te zetten. •Geen overweging van mij dus. maar het lied ,,'t Stomme dier" van D. van der Stoep, met tekeningen van Bert Bouman. AMSTERDAM: Postbus 859. Wibautstraat 131 Tel. 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM/DORDRECHT Postbus 948. Westblaak 9. Rotterdam Tel. 010-115588 DEN HAAG/LEIDEN Postbus 101. Parkstraat 22. Den Haag Tel. 070-469445 ZWOLLE/GRONINGEN Postbus 3. Melkmarkt 56. Zwolle Tel 05200-17030 VAN JERUZALEM TOT HET UITERSTE DER AARDE De Raad voor de Zending mag deelhebben aan het werk van een 25-tal kerken in Indonesië en West-Afrika. Op dit moment zijn er 56 zendingsarbeiders (waarvan velen met hun gezinnen) in het werk van deze kerken betrokken als predikant, arts, landbouwkundige, verpleegkundige, maatschappelijk werksters, enz. Voor dit werk werd tot nu toe in 1976 75.794.000.- ontvangen. Nodig is in totaal 78.300.000. Zendingsbureau van de Nederlandse Hervormde Kerk te Oegsgeest. Giro: 6074 Bank: A.B.N. Leiden rek. 56.67.45.577. MIES BOUHUYS: De man van Naza reth. L'ITG. HOLLAND. HAAR LEM. Omvang 152 pag. Prijs 29,50. Mies Bouhuys schreef „De man van Nazareth1', een goed verteld en fraai uitgevoerd boek naar aanleiding van de evangeliën en de handelingen der apostelen. Dit boek is niet bedoeld als een kinder- of jeugdbijbel. maar meer een informatieboek over het leven van Jezus en de apostelen zo als dat overgeleverd is in de vier eerste boeken van het Nieuwe Testa ment. Het boek bevat ook een schat aan historische bijzonderheden. Daardoor kunnen de bijbelse verha len beter begrepen worden vanuit hun culturele, religieuze en staat kundige achtergrond. Waardevol is dat vaak de letterlijke tekst uit de bijbel wordt gebruikt, volgens de vertaling van „Groot nieuws voor u". De auteur schrijft vaak zinnen als: ..Mattheus vertelt het zo", of „de evangelist Johannes deelt ons nog mee". Mies Bouhuys voorkomt op die manier het z.g. harmoniseren. Dat wil zeggen dat ze niet uit de diverse evangelie-beschrijvingen de tails plukt teneinde er tezamen een verhaal van te maken. Het boek is fraai geïllustreerd door Jennie Dale noord. Dr. J. D. Vorster De Zuidafrikaanse kerkleider dr J. D. Vorster broer van premier Vorster heeft felle kritiek gele verd op het sportbeleid van zijn re gering. Dit beleid is gericht op rasse nintegratie in de sport. „We moesten niet toelaten, dat het blanke Afrika nervolk aan de sportafgod geofferd wordt. Wat helpt het. dat onze solda ten aan de grenzen vechten, als wij hier onze identiteit prijsgeven?" al dus dr Vorster. die voorzitter is van de Kaapse nederduitse gereformeer de kerk. Doorbraak op één terrein zal volgens de predikant het vasthouden aan het apartheidsbe- leid op andere terreinen moeilijk, zo niet onmogelijk maken. boekennieuw Dr. J. C. Gilhuis en Gr. Gilhuis- Smitskamp DIT WAS HET NIEUWS 146 blz.. geb. 17,50 In dit nieuwe boek korte tol de kern doordnngende stukjes voor een regel matig terugkerend moment van bezin ning. Ds. J. Overduin VENSTER OP HET LEVEN 3e druk, 400 blz.. 29 90. Bekend bijbels dagboek met voor elke dag een boeiende overdenking uitgaan de van een ol meer bijbelteksten Walter Trobisch LEEN MIJ JE OGEN 60 blz.. 7.90 Twee boeketjes voor een gelukkiger le ven mei jezell en met de ander. Geen naastenlielde zonder eigen liefde en hoe je het gevoel van zinloosheid van bidden en bijbellezen te boven kan komen. Wim Ramaker (samenstelling) ZEG ONS, WANNEER DAT ZAL GEBEUREN 72 blz geb 10.90 Gedichten over de wederkomst van een groot aantal dichters en dichteressen, oa: Inge üevaart. Wim Hazeu, Hans Bouma. Willem de Mérode, Muu» Jacobse. Verkrijgbaar in de boekhandel KOK KAMPEI) Os. J. C. Maris „Ichthus, dan Jezus Christus Zoon van God is" is de titel van e vi boekje, waarin de algemeen secre ris van de internationale raad v christelijke kerken (ICCC), ds. J Maris, in eenvoudige bewoordin| een bezinning geeft op de bijbel P leer van Christus' godheid. Hij gi daarin kritisch in op de visie v prof. dr. H. Berkhof in diens „Ctó lelijk geloof". Het boekje kost tw gulden en is verschenen bij de ICC postbus 80, De Bilt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 2