Beeld van Rembrandts Hendrickje v Sergeants dochter uit Bredevoort ging naar Amsterdam l^jT )AG 24 DECEMBER 1976 TROUW/KWARTET 25 De heilige familie met de engelen (1654). Mogelijk heeft Hendrickje Stoffels hier als model voor Maria gediend. Tekeningen van de situatie in Bredevoort bij de her vormde kerk: een sfeervol geheel. Hendrickje Stoffels als Flora, godin van de lente (omstreeks 1657). ■H Kruittorenstraat. Het is er niet altijd zo rustig geweest. In het verleden was zij van strate gische betekenis deze ..laatste stad van Gelderland", zoals een Engels gezant eens aan zijn koningin schreef. Brede voort lag op een belangrijke route tussen Gelre en Münster, die door gevaarlijke moeras sen voerde. De stad is meerma len belegerd. In 1597 werd zij door Maurits op de Spanjaar den veroverd. Het versterkte kasteel is in 1646 verwoest toen de kruittoren door bliksem inslag werd getroffen. De vesti- gingswerken waren nog door de roemruchte Maarten van Rossum aangelegd. De heer lijkheid Bredevoort, die de te genwoordige gemeenten Aal ten, Dinxperlo en Winterswijk omvatte, werd in 1697 eigen dom van het Oranjehuis en pas in de Franse tijd is zij een deel van Nederland geworden. Henk Krosenbrink, redacteur van de RONO, heeft' enkele jaren geleden een boek over Hendrickje (hij schrijft haar naam overigens zonder c) ge publiceerd. Hij wijst er in een ..historische verantwoording" op dat het in 1718 door Anton Houbraken. schilder, prentkunstenaar en biograaf, gelanceerde verhaal, dat zij uit het bij Amsterdam gelegen Ransdorp zou komen, inmid dels is achterhaald. Verwar ring op dit punt is mogelijk ontstaan doordat er een over levering is. weliswaar niet door feiten gestaafd, dat ze haar jeugd heeft doorgebracht in het Westfaalse Ramsdorf (nu met een m). waar tevens Rembrandts ets van een heu vel met drie bomen zou moe ten worden gelokaliseerd. Sergeant Volgens kerkelijke boeken uit Bredevoort in het Rijksarchief in Arnhem zouden onder meer enkele broers van Hendrickje als Jegers vermeld worden. Hoe komt men aan de naam Jegers inplaats van Stoffels'' Ds H.A. Hauer noemt haar va der in zijn boek „Bredevoort can ick vergeten rtfet" Stoffel Jaegher van Ransdorp. Dat Jaegher zou kunnen slaan op een nevenberoep en zodoende van bijnaam eigennaam kun nen zijn géwordén. In het ge meente-archief van Aalten be vinden zich stukken, waarbij een lijst uit 1635. waarop de visitatie van alle haardsteden, brouwketels en bakovens en daarop komt ook voor „sar- gaant Stoffel Stoffellse". Vol gens Krosenbrink moet dit de vader van Hendrickje zijn geweest. Krosenbrink: „Waarom is ze nu naar Amsterdam vertrok ken? Er zijn meer voorbeelden bekend dat jonge meisjes uit het arme oosten wegtrokken naar hét rijke Amsterdam en daar een dienst zochten bij de gezeten burgerij". Mr Dirk Vis heeft haar in zijn boek .Rembrandt en Geertge Dircx" in 1646 laten vertrek ken na het springen van de kruittoren op 12 juli. waarbij meer dan veertig mensen omkwamen. Krosenbrink gaat er met anderen van uit dat zij reeds in 1645 bij Rembrandt was. Portret van Hendrickje Stoffels, geschilderd in 1658. Valt in de roman „Licht en schaduw" van Ch. Huygens het accent op de al wat oudere Hendrickje, een boerendoch ter. aan wie Rembrandt aan vankelijk nauwelijks aandacht schonk, in het overwegend ge romantiseerde verhaal van Krosenbrink ligt de nadruk op een nog heel jeugdige serge antsdochter, een meisje van negentien, twintig jaar, dat op aanbeveling van de drost van Bredevoort naar Amsterdam trekt en zo via Jan Six. de notabele relatie van de schil der, in diens huis aan de Bree- straat terecht komt. Uit beide lezingen komt ons echter een frisse plattelandsmeid tegen, een eenvoudige, hartelijke, verstandige vrouw, die pas na veel aarzelingen voor Rembrandt model staat en die ook eerst na veel schroom de liefdesbetuigingen van de schilder beantwoordt Een vrouw, die begrijpt dat Titus een moeder nodig heeft en die voelt dat Rembrandt hunkert naar genegenheid. Daar Krosenbrink in te genstelling tot Huygens op houdt wanneer Hendrickje haar intrede goed en wel heeft gedaan in de woning van Rembrandt aan de Breestraat missen we bij hem een hoofd stak uit haar leven dat toch wel bijzonder wezenlijk is. Er blijkt uit over hoeveel nuchte re. praktische zin zij beschikte, een eigenschap, die de schilder in veel mindere mate bezat. Hoewel hij goede opdrachten kreeg en werkte als een bezete ne, namen ae schulden hand over hand toe zodat hij in 1656 insolvent werd verklaard. Rembrandt had een huis vol kunstschatten, naar aangeno men wordt deels uit oprechte belangstelling voor deze din gen. maar deels ook als een zeker statussymbool. In elk ge val gaf hij veel meer uit dan hij kon betalen. Het resultaat was dat hij het pand aan de Bree straat moest verkopen plus de inboedel. Rembrandt. Hendrickje en Titus verhuis den daarop- naar de Ro zengracht. een niet deftige, maar prettige en stille buurt, gelegen aan de rand van de stad. waar de schilder nieuwe impulsen kreeg, een prachtig uitzicht had en naar hartelust kon tekenen. Om hem in staat te stellen te kunnen blijven werken zonder te veel beslom meringen, richtten Hendrickje en Titus samen een kunsthan del op, een compagnieschap. De notariskosten werden vol daan uit de spaarcentjes van Hendrickje en uit wat ver diensten van Titus. Rembrandt verplichtte zich om in ruil voor zijn levenson derhoud zijn gehele werk aan de kunsthandel af te staan. Berisping Intussen waren Rembrandt en Hendrickje behalve in zakelij ke ook in persoonlijke zorgen terechtgekomen. Uit hun sa menleving was een dochter ge boren. Cornelia. Uit het werk van Rembrandt bleek hoezeer hij een bijbels geïnspireerd kunstenaar was Maar zijn ver houding tot Hendrickje kon men daarmee niet rijmen: bij huweiijk zou hij volgons een bepaling in het testamént van Saskia inkomsten uit het ver mogen van zijn overleden echtgenote derven, wat nog meer moeilijkheden zou bete kenen. De kerkeraad wenste dat hij voor de broeders zou verschij nen teneinde hem te kunnen berispen. Rembrandt vond dat men met zijn levenswandel niets te maken had, maar Hendrickje ging om de bestraf fing ootmoedig in ontvangst te nemen. Men had haar van de tafel des Heren uitgesloten, maar haar kind kon ten doop worden gehouden en dat was haar veel waard. Rembrandt werkte intussen voort. Indrin gende stukken ontstonden er. ..David in gebed", „Aanbid ding van de herders". „Drie kruizen". „De graflegging" en andere bijbelse voorstellingen. Ook Hendrickje stond vaak model voor Rembrandt. Voor mythologische figuren onder meer. Bij voorbeeld als Flora, de godin van de Lente. In de jaren van voorspoed had hij Saskia enige keren als voor beeld gebruikt voor een Flora schilderij. Hij kleedde haar dan in de schoonste gewaden met de flonkerendste juwelen. Nu, in de moeilijke jaren, is zijn Flora soberder, maar toch heel fraai. Een van Rembrandts sterke kanten lag in het weergeven van 's mensen innerlijk; ook wat hem zelf betreft zoals uit de ongeveer honderd zelfportretten blijkt. Zonder enige opsmuk beeldde hij Hendrickje eens af in haar da gelijks kleding, echt een meis je van het platteland. Met bre de streken is haar bruinrode jak geschilderd. „Licht en schaduw vibreren in het gevoe lig modelé van het gelaat, waar zachtheid en ernst een wereld van liefde besloten houden", aldus een catalogus, uitgege ven in verband met de tenJ toonstellingen, die in 1956 ter gelegenheid van de herden king van Rembrandt's geboor te, toen 350 jaar geleden, in, Nederland zijn gehouden. Een ander schilderij laat Hendrickje zien, leunend uit het venster. In het herden kingsnummer, dat het thans niet meer bestaande maandblad Ontmoeting in 1956 aan Rembrandt wijdde, wordt gezegd dat de kunste naar in de warmte van zijn kleuren heel zijn liefde beleed voor deze warmvrouwelijke persoonlijkheid. Gesproken wordt dan van „de verborgen engel, die God zijn zwaarbe proefde knecht te hulp zond". Van een aantal doeken weet men niet zeker of Hendrickje er op voorkomt. Er is. bij voor beeld. een werk uit 1645: „De heilige familie met de enge len". Een argeloos slapend kind. Maria werpt een tedere blik in het wiegje. Treffend beeld van een jonge moeder Is het Hendrickje. pas uit Brede voort bij Rembrandt aangeko men0 Een kersttafereel met Jozef en de engelen op de ach tergrond. beelden uit Betle- hem. maar verhollandst, dichtbij huis gebracht, door het kind en zijn moeder op de voorgrond. Hendrickje Stoffels overleed, zes jaar eerder dan Rembrandt, in 1663. nog geen veertig jaar oud. Zij werd be graven in de dichtbij gelegen Westerkerk. Het was een een voudige plechtigheid en weini gen bewezen haar de laatste eer Jarenlang heeft de mythe bestaan van Rembrandt als miskend genie. Nu is bekend dat hij praktisch tijdens zijn hele leven als een beroemd kunstenaar heeft gegolden, de jaren van misère ten spijt. Er zijn duizenden publikaties over hem verschenen, er zijn vele films over hem gemaakt. En zijn schilderijen hangen in de grootste musea van de we reld. Hendrickje, die het het hem gedurende achttien jaar mogelijk maakte zich aan de kunst te wijden, zeer essentiële jaren als we het geheel van zijn optreden bezien, moest wel in zijn geweldige schaduw blijven. Bredevoort wil Hendrickje nu een beetje in het licht plaat sen. Het idee om er een beeld van haar op te richten, is van de heer F. E Breitenstein. di recteur van Strengholt. uitge ver van Henk Krosenbrinks boek. Er kwam een comité dat geld begon in te zamelen CRM schonk een bedrag, van parti culiere zijde kwam ook het een en ander binnen. Gehoopt wordt dat Anjerfonds, bedrij ven en verenigingen ook mee doen. De gemeente Aalten stelt de grond beschikbaar, be taalt de sokkel en zorgt voor de opstelling. De opdracht ging naar de beeldhouwster Truus Doodeheefver. die met haar man. de kunstschilder J. C. Doodeheefver, in Aalten een eeuwenoude boerderij be woont. Het beeld heeft de bronsgieter al gepasseerd, maar wordt pas begin juli '77, tijdens de oud-Achterhoekse marktdagen, onthuld. Waar precies, is nog niet bekend. Daar moet nog nader over ge sproken worden met de ge meente Aalten Mogelijk op 't Zand. een heel leuk plein, niet zo ver van de kerk. Truus Doodeheefver wil het beeld liever niet voortijdig „ortthullen". door er plaatje van te laten zien. Het wordt één meter hoog, waar dan nog een meter voor de sokkel bij komt. Wat haar zelft betreft, zou ze het 't liefst dichtbij de kerk zetten, maar of dat kan? De opgave was trouwens niet zo eenvoudig, vindt ze. De portretten, die Rembrandt van Hendrickje schilderde, tonen haar op latere leeftijd. De Hendrickje, die Truus Doode heefver maakte, is rond twin tig jaar. de leeftijd ongeveer waarop zij uit Bredevoort naar Amsterdam vertrok. Truus Doodeheefver is enkele keren naar het Rijksmuseum ge weest en heeft er verschillende plaatwerken op nageslagen. Maar ze is toch vooral uitge gaan van Henk Kronsenbrinks boek. „Ik heb." vertelde ze. „moed. vastberadenheid en een nogal krachtige wil probe ren vast te leggen in het beeld- Ze was bepaald niet iemand, die de moeilijkheden uit de weg ging Daarom heeft ze haar een fiere houding gegeven maar tegelijk een vriendelijk kopje. door Jac Lelsz pREDEVOORT Het oude vestingstadje Bredevoort richt een standbeeld op voor Hendrickje Stoffels, de Iconcubine van Rembrandt na het overlijden van Sas kia. van Uylenburch. De tijd heelt wonden. Heelt de tijd look zonden? Want zó werd het toch gezien: als een verboden, schuldige gemeenschap, als ongerechtig heid, als „hoereren", zoals de voorzitter van de Amster- hmse kerkeraad het heeft genoemd? We zijn meer dan driehonderd [jaar verder. Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen. Op Hendrickje Stoffels en Rembrandt én de kerkeraad. iredevoort vindt dat de tijd [ekomen is haar met een beeld te eren. Truus Doodeheefver ujt Aalten heeft het gemaakt. Hoe oordeelt de beeldhouwster over Hendrickje? „Ze heeft de ze man in nood gezien, met zijn kind, zijn zoon Titus, die Sas kia de schilder geschonken had. Wat Hendrickje heeft ge daan. is dacht ik pure liefde geweest." Over de herkomst van ndrickje Stoffels, die voor Rembrandt van zo grote bete kenis is geworden, vooral toen hij persoonlijk en zakelijk door de diepste dalen ging, is in de loop der jaren veel gediscussi eerd. In het boek „500 Jaar Nederlandse schilderkunst" van O. ter Kuile wordt erop gewezen dat in de stukken van een proces voor het eerst mel ding is gemaakt van Hendrickje Stoffels, dochter van een sergeant uit Brede voort. Het proces was aange spannen door Geertge Dircx. een trompettersweduwe uit Ransdorp. Geertge Dircx moet een twistzieke vrouw zijn ge weest. die meende dat Rembrandt haar na de dood van Saskia trouwbeloften had gedaan. Zij bracht de zaak voor de rechter, die bepaalde dat Rembrandt haar tot haar dood jaarlijks een toelage moest verschaffen. Rembrandt (en ook de kleine Titus) had duidelijk laten blij ken dat hij aan de bescheiden, zorgvolle en minzame Hendrickje Stoffels, die als maarte bij hem in dienst was gekomen, verre de voorkeur gaf boven de kijfachtige Geertge Dircx met haar harde stem. Hendrickjes geboorteplaats, Bredevoort. is een gemoede lijk. charmant en stil stadje, dat behoort tot de gemeente Aalten in Oost-Gelderland. Het gerucht van een auto is er gauw te veel. Men kent dat wel: een pleintje, een gracht, vakwerkhuisjes (de Duitse grens is binnen handbereik), een pomp en een molen. En temidden van deze subtiele wereld een oude, mooie, gave kerk, waar Rembrandt volgens sommigen ook wel eens ge kerkt heeft, maar dat is hoogst twijfelachtig. Op een van de eiken balken het inscriptum: „Salich zijnse die reijn van her ten zin wantsij sullen Godt zien". Volmaakt in tegenspraak met de sfeer in Bredevoort zijn de namen van vele straatjes. Mauritsstraat, Officierstraat. Bolwerkweg, Bastionstraat,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 25