Willem Lodeizen laat Puttense weduwen niet in de steek a Een feestelijk huis Uw probleem ook Over sterren en gewone mensen „Niemand hoeft me dankbaar te zijn" ek MAANDAG 20 DECEMBER 1976 TROUW/KWAR-rt door Fred Lammere PUTTEN Eigenlijk hal WU- lem Johannes Lodeizen* twee jaar geleden al met peiasioen moeten gaan, maar toetn het bestuur van de Stichting: 1940- 1945 hem vroeg aan te bdijven had hij daar niet het noinste bezwaar tegen. Willem JLodei- zen was zells blij nog even door te kunnen gaan met het werk dat hij als een ereplicht ziet. Maar op 31 december bleekt het moment van afscheid ne men dan toch aan. al wee t Wil lem Lodeizen dat het slechts een afscheid op papier zal zijn. ..Mijn taak gaat door tot aan| mijn laatste snik. Dat heb ik de 1 tatste Jaren steeds duidelijker begnepen," zegt Willem Lodeizen als we zitbten te praten in zijn huis aan de Hardlerwij- kerstraat in Putten. Officieel staat die taak nu nog omschreven als employé van de Stichting. Het werk dat Willem Lodeizen zeventien Jaar geleden op zijn schouders nam. ver schilt echter in tal van opzichten van dat van zijn collega's die zich even eens nog dagelijks bezighouden met de nasleep van de Tweede Wereld oorlog. Na veertien Jaar op het landelijk bureau van de Stichting in Amsterdam financiële kwestiei* van nabestaanden van verzetsstrijders te hebben afgewikkeld, werd Wülem Lodeizen in 1959 vrijgemaakt voor een nieuwe opdracht: het behaï tigen van de belangen van represldlles- lachtoffers en speciaal van de ««du wen en overlevenden van een v*in de grootste tragedies uit de laatst*' oor log. het drama van Putten. Dit Veluwse dorp kreeg lancftf-Ujke bekendheid door het gebeur an op oktober 1944, toen de Duitsms na een overval op een Duitse auto Put ten In brand staken en de mannelij ke bevolking wegvoerde naar Duits land. Ruim 600 mannen werde n op transport gesteld, slechts 44 kwa men terug, zodat Putten In 194» het dorp van de weduwen werd. Bij het verdriet over degenen die niet terugkeerden kwamen mg de financiële zorgen. Wülem Lodeizen kreeg opdracht met de inmiddels aangenomen wet op de bijzondere pensioenen in de hand. daarin veran dering te brengen. Dat heeft hd J ge daan en hoe! In Putten kan men daar een lx >ekje over opendoen. „De mensen z« iden wel eens tegen me dat ze van dï hel in de hemel terecht waren gekomen. Niemand hoeft me dankbaar te zijn, al is het natuurlijk fijn te merkrtn dat je velen uit de problemen hebt kun nen halen." zegt Wülem Lodeü en. Dikke dossiers Een van de eerste zaken die hij in 1959 ter hand nam was uit te .toeken wie er precies voor een «over- heidspensioen in aanmerking ,kwa- men. Met de jaren zijn de dossiers steeds dikker geworden, zowel van de Puttense gevallen ais van di* an deren die het slachtoffer van cH- ok- tober-razzia werden, met name ook een stuk of 25 inwoners uit een bui tenwijk van Nijkerk, enige Amliem- mers. die naar Putten waren geëva cueerd en zelfs mannen die op de dag van het drama Juist op doorr eis ln Putten verblijf hielden. „Toen de financiële kant was yrere- geld en de betrokkenen allen »*a de Stichting een rijkspensioen haéiden WILLEM LODEIZEN mijn deur blijft openstaan gekregen waren er nog zoveel andere zaken die de aandacht vroegen. De mensen in Putten gingen mij steeds meer als een vraagbaak zien. Met van alles en nog wat kwamen ze naar me toe. niet alleen op mijn wekelijk se spreekuur, maar ook op andere dagen. Hun mannen waren er niet meer en omdat ik hun vertrouwen had gewonnen, gingen ze mij als hun raadsman beschouwen. Hoewel het aantal weduwen is verminderd sommigen zijn hertrouwd en velen zijn overleden heb lk op dit ogenblik toch nog bemoeienis met 200 gezinnen, waarvan 130 in Putten. „De meeste weduwen hebben nu de AOW-leeftiJd bereikt. Er zijn er ook bij van tegen de negentig. Ik ken hun huiselijke omstandigheden. Ze ko men bij me als ze vragen hebben over belastingzaken, erfeniskwesties en ook met problemen van hun kin deren. hoewel wat dit laatste betreft de zaken de laatste Jaren aan het veranderen zijn. Tegenwoordig ko men de inmiddels volwassen gewor den kinderen praten over hun moe ders." Zieke weduwen krijgen altijd een bezoekje van de heer Lodeizen. Ook als ze in een ziekenhuis, waar dan ook. worden verpleegd komt hij met een bloemetje aanzetten. BIJ hoogtij dagen in de gezinnen die tot zijn cliënten behoren, is hij eveneens present. „Het is vaak gebeurd dat ik tijdens verlovings- en huwelijksrecepties op verzoek van de familie de vaderrol heb vervuld, omdat die Puttense moeders daar zo eenzaam stonden." vertelt Wülem Lodeizen in dit verband. (foto Jaap Herschel) Uitstapjes Hij deed dat met plezier, evenals het organiseren van de jaarlijkse uitstapjes. „Dit jaar zijn we naar Zeeland geweest. Die reisjes zijn al tijd een succes en belangrijk omdat de mensen die meegaan allen in ongeveer dezelfde omstandigheden verkeren. Ze leren elkaar op die ma nier goed kennen en dat heeft weer tot gevolg dat ze naderhand nog eens over en weer op de koffie gaan om te praten. Ik geloof wel dat de saamhorigheid in Putten door het gebeuren van oktober 1944 is ver sterkt. Het klinkt een beetje hard maar het is toch zo dat de oorlog voor Putten pas op de eerste okto ber 1944 is begonnen. Voordien was het leven er rustig verder gekabbeld. Het oorlogsgeweld was ver naast de deur." Voor Wülem Lodeizen begon de oor log eigenlijk al in 1933. toen Hitler in Duitsland aan de macht kwam. „Ik voelde dat het misging. Dat idee leefde algemeen ln de SDAP- kringen waaruit ik ben voortgeko men. Toen het op 10 mei 1940 zover was, wisten we wat ons te wachten stond. In een opwelling heb ik die dagen met een paar collega's het kaartsysteem met alle bijzonderhe den over de 3400 leden van de Centrale Nederlandse Ambtenaren bond in Amsterdam, waar ik werkzaam was. vernietigd. We heb ben de cartotheek op een handkar geladen en die naar de gemeentelij ke vuilverbranding aan de overkant van het IJ gebracht Spoedig merkten we hoe nuttig die maatre gel was geweest" Stemfonds Overdag bleef hij werken bij zijn ambtenarenorganisatie maar daar naast raakte hij steeds meer betrok ken in ondergrondse activiteiten. „Het begon eenvoudig met het inza melen van geld voor joodse colle ga's. die op straat waren gezet en zonder inkomsten zaten. De leden die hun lidmaatschap opzegden, dat waren de goeie, gingen we persoon lijk een bijdrage vragen voor het Nationaal Steunfonds dat was opge richt voor de hulp aan joodse stad genoten. Zo kwam het geld mees tal in heel kleine bedragen bin nen. Het werd in het geheim ge bracht naar de mensen die er het meest om verlegen zaten." Wülem Lodeizen haalt een oud noti tieboekje te voorschijn uit de schoe nendoos waarin hij papieren oor logsherinneringen bewaart. „Kijk, hierin maakte ik volgens een be paald systeem, waar buitenstaan ders niet uit wijs konden worden, aantekeningen over de bestemming van het geld. Na verloop van tijd kwam ik steeds vaker voor gesloten deuren. Dan waren de bewoners ver dwenen en moest ik achter adressen invullen 'weg' of 'Polen'. Als ik zoiets moest opschrijven wist ik wat het betekende die mensen zou ik nooit meer terugzien. Je deed wat je kon, maar je was eigenlijk zo mach teloos. Nederland heeft veel te wei nig gedaan. Dat is me na de oorlog duidelijk geworden toen ik cijfers onder ogen kreeg. Er zijn maar zo'n 25.000 mensen in het verzet geweest. Er waren net zo veel oorlogsmisda digers in ons land." Gerrit van der Veen Later kwam Wülem Lodeizen in de verzetsgroep van de beeldhouwer Gerrit van der Veen terecht. „Ik merkte later dat de r«an die ik ken de als Jan de Vries ln werkelijkheid de bekende beeldhouwt was. Wat me van hem is bijgeble\ :n is vooral dat hij zo rustig was. Ee.i dag na de overval op het Amsterdamse bevol kingsregister in maart 1943 kwam hij gewoon bij me thuis op de Fah- renheitsingel. Je merkte niets aan hem, hoewel de stad op stelten stond." Toen Van der Veen in juni 1944 werd gefusüleerd, zat Wülem Lodeizen al een maand of negen gevangen. Na zijn arrestatie op 20 oktober 1943 was hij via Vught naar Dachau ge bracht. Na de oorlog had hij maar één verlangen: de handen uit de mouwen te gaan steken voor de fa milie van zijn omgekomen vrienden. En toen kwam Putten in zijn leven. „Dat was in het begin heel moeilijk werk. Ik wist er maar weinig van en ben begonnen het nodige te lezen over de gebeurtenissen. Bijna dage lijks reisde ik van Amsterdam naar Putten, maar de mensen waren eerst nogal wantrouwend. Ik zag ze den ken als ik bij hen binnenstapte: wat komt die vreemde snoeshaan doen. wü hij ons soms korten op onze uitkeringen. Toen ze merkten dat het tegendeel het geval was, werd ik hun vriend, vooral nadat ik me in 1964 in Putten had gevestigd." Wülem Lodeizen heeft hard ge werkt. Vakantie nemen is er wel eens bij ingeschoten. Hij is er. en dat noemt hij zelf een groot voordeel, evenmin aan toe gekomen te gaan piekeren over zijn eigen oorlogspro blemen. De dossiers in zijn kantoortje zullen binnenkort naar Utrecht worden ge bracht De weduwen van Putten hoeven echter niet bang te zijn dat Wülem Lodeizen hen in de steek laat. „Ik ben niet van dossiers af hankelijk. De gegevens over de men sen staan in mijn hoofd gegrift, meer zelfs dan in de dossiers staat. De afgelopen weken zijn er vaak mensen geweest die tegen me heb ben gezegd dat ze me niet kunnen missen. Nou, eerlijk gezegd kan ik dat hen ook niet. Putten is mijn leven geworden. Mijn deur blijft openstaan voor degenen die me no dig hebben." door Mink van Rijsdi Het beste kopje koffie drink ik gewoon thuis, daarna gaat mijn voorkeur direct naar een bakje troost in de kantine van de NCRV. Dat zit hem niet alleen in de voortreffelijke kwaliteit als wel in de radio- en tee veesterren die men er gratis bij geserveerd krijgt. Gelukkig treft men op de Schuttersweg niet uitslui tend de Heel Erg Populairen, kortweg de Heps, aan. Ook technici en administratieve krachten zijn het bekijken zeer waard. Enerzijds hebben zij iets gela tens en dat is wel te verklaren. Ze weten drommels goed dat zij menselijkerwijs gesproken de getiustreerde bladen nooit zullen halen. Naar hun mening wordt voor microfoon of camera nooit ge vraagd. Als je dag in dag uit in de Heps zit en beseft er zelf nooit een te worden, wil dat weieens terneerdruk ken. Anderzijds laten zij zich gelukkig niet onder sneeuwen, wetende wat ze zelf waard zijn en dat populariteit een grillig bezit is. Ik kijk graag naar hen de bescheiden stalmeesters van het grote Hilver- sumse circus. Verder raak ik nooit uitgekeken op de oude rotten van het vak, mannen en vrouwen die zo'n twintig jaar geleden voor kijkers en luisteraars een begrip waren. De helden en heldinnen zijn wat moe geworden en dat maakt hen erg geloofwaardig. Ze hoeven niet meer zo nodig en hebben de betrekkelijkheid van roem allang ingezien. Met Prediker kunnen zij boei ende verhalen vertellen over de ijdelheid der dingen. Niet weg te denken uit de kantine zijn verder de dóórwerkers. Eigenlijk hebben zij nauwelijks tijd voor koffie, relaxen of pauzeren. Zij blijven driftig in de weer met pennetjes en papiertjes, immer op jacht naar nieuws achter nieuws, dat blijkbaar uitsluitend te vergaren is op het puntje van een stoel en nooit gewoon lekker zittend. Het verrukkelijkst te aanschouwen zijn echter de ware Heps van buis en gouden plaat, de sterren van NU. Zij komen Je kantine binnen met de allure alsof de camera's al inrijden om hun grootse optreden te registreren. Gewone mensjes worden getransfor meerd tot publiek, waarvan tenminste herkennen, liever nog bewondering wordt verwacht. Drie tellen na nuAllez hop, daar komt de Hep. Die schitterende opkomst duurt helaas maar kort, want in een kantine is het de bedoeling dat iedereen zelf koffie haalt. Deze handeling is fnuikend voor de glamour, alleen de erg handige Hep weet daar chi mant iets van te maken. >er En daar stond ik pardoes tussen twee Heel Ef- Populairen in, te weten tussen een gouden plat HA mevrouw en een altoos leuk doende meneer. Ik k e P hen gewoon aanraken, niet dat ik daar behoefte a pro had, maar het kon. De milde regen van hun succ ols| stortte druppels op mijn pas gewassen haar. Het m urct dan ook niet verbazen dat ik er nogal verfomfa; e tussen stond. Ik rook hun geuren, chanel no 5 en bi< gn, veel bier van de vorige avond. Langs me heen kustftjA ze elkaar. „Hallo Snoep." „Dag scha-èt." Het is d in§ ik beter weet, anders zou ik subiet gedacht hebben d alle Heps elkaar heel teer beminnen. ff I d. Wie die twee Heps waren? Dat blijft mjn geheir|n C Sommige Heps zijn namelijk nogal van de heb. 1 was er laatst een gouden-plaat-dame op een recept ite en zij vroeg de dag daarna haar gastheer om e®r \i honorarium voor haar aanwezigheid. Ik kijk dus w uit met het noemen van namen, voordat ik het bes eer heb ik een declaratie in huis en voor mij groeit h Scl geld ook niet zomaar in het bos. »pni braai Met de koffie zat ik tenslotte in een hoekje en z<'pj,' sterren en gewone mensen. Ik verwonderde mc zefye(] over hen, die het zogenaamd „gemaakt" hadde op Plotseling vroeg iemand me: „Wat zit jij hier met ee krom ruggetje te navelstaren?" En omdat de Hep-ta iatï nogal besmettelijk is, zei ik bijna: „Dag scha-dt Gelukkig hield ik mijn tong in toom. want hoewel c oudere man beslist een schat is, zou hij ter plekke ie >rh< krijgen als hij zo werd aangesproken. Ik vertelde hcitte. iets van mijn gedachten over de mensen om ons heerBns Toen zei hij: „Ik erger me altijd wezenloos aan Jiede iet met kapsones of vakmaniertjes. Maar als ze nu aan d K)r overkant over mij praten, hebben ze het vast over dij^ pedante overjarige freak. Ik ben natuurlijk oon pedant, maar wat ze niet waarnemen is dat d >or zenuwen me door de keel gieren. Over een kwartie e 2 heb ik opname en daar hik ik zoals altijd ontzetten tegen aan." ikse Hij spurtte weg en ik dacht: Eigenlijk smaakt ditag koffie hier vaak extra lekker door de ontmoeting mest mensen zoals hij er een is, eerlijk, echt en gewoon lla* Wat zou de NCRV zijn zonder zulke figuren? atg door Annemarie Lücker Kinderen zijn dol op traditie. Fees ten zoals Sinterklaas en Kerstmis laten een diepe indruk achter in hun latere leven. Vraag je aan volwasse nen hoe vroeger thuis Kerstmis werd gevierd, dan zijn de reacties meestal niet zo afwijkend. Grote mensen hebben het gevoel dat het vroeger veel echter was, ieder een was blij en spande zich in om er een echt feest van te maken. Tegen woordig lijkt alles veel kunstmati ger. Hel is natuurlijk makkelijk om met een mandje aan de arm in su permarkt of warenhuis alle op el kaar afgestemde versierselen in een klap aan te schaffen, maar de ge- noegelijkheid van het gezamenlijk voorbereiden krijgt er wel een knauw door. De charme van een opgetuigde boom is die van decora ties met een herinnering aan de af gelopen jaren, met ieder jaar hoogstens een of twee nieuw ge maakte of gekozen versierselen. In mijn ouderlijk huis prijkt aan de boom nog ieder jaar triomfantelijk het pastelkleurige uit watten ge maakte kerstmannetje dat dateert uit mijn geboortejaar. Mijn kinde ren vinden dit met zo wonderlijk als ik en ze willen alle verhalen van toen horen. Het zijn echt niet alleen de boom en de„stukjes" die het huis feestelijk maken. Gekochte stukjes zijn mees tal duur en nogal onpersoonlijk, het is ook veel aardiger om ze zelf le maken en zo de kleuren van de ge dekte tafel te verwerken. Vul een wijnglas met een piramidevormig stukje oase waarin takjes, besjes, droogbloemen en kaarsen worden geprikt, liefst in een of twee verlo pende tinten. Gebruik als kraag een een ingerimpelde kanlen taartbo dem. Taartbodems zijn ook prima placemats en worden extra feeste lijk over een met zilverfolie bespan nen tafel, een kleiner formaat wordt onderzetter of menukaart. Een ronde of een ovale spiegel op .tafel onder het „stuk", samen met zilveren of glazen kandelaars zor gen letterlijk voor een schitterend effect. Een kerststukje hoeft niet altijd uit groene takjes en hulst te bestaan, met wat fantasie kan het anders. Een glazen taartschaal of bonbon- nière gevuld met zilveren kerstbal len. Eenvoudiger kan het niet. Een glazen bak gevuld met water, waxine lichtjes en witte !St drijfbloemen. Een groene gevlochten kenkrans waarop sterappeltje} noten liggen. int )A k [jks nel Wanneer er veel mensen aan grote geïmproviseerde tafel zi komen er onherroepelijk proble met tafelkleden, want bijna mand is voorzien van zo'n uitzon lijk formaat. Een gekleurd twee' °er soons laken kan in dit geval uitkomst zijn. de Een alternatief van de beke kersttakken achter schilderijen ve met ijzerdraad gevlochten kran 'e8 van takken en goud of zilver ge:1 1 ten denneappels of droogbloemtui boven of op een deur. >re Kinderen vinden het heerlijk omlet trokken te worden bij alle voorbe dingen, laat ze ook zoveel moge meedoen. Maar er zijn altijd menten dat ze goed bedoeld voorn voeten lopen. Op die momenten k nen ze misschien met ouden schoenen-witsel en een kwast kersttekening op de ramen in kinderkamer schilderen, of met kleurd karton, een buisje glit lijm en viltstiften voor familie bekenden wenskaarten maken. Vragen (één per brief) zenden naar uw probleem ook het onze. Postbus 507, Voorburg. Naam en adres vermelden. Eén gulden aan postzegels bijsluiten. Geheimhouding is verzekerd. VRAAG: Wie was Palingenius en van wie was deze naam het pseudo niem? ANTWOORD: Op deze vraag heb ben we verschiüende zeer interes sante antwoorden ontvangen: In derdaad was het een psydonlem, ge vormd uit de omgezette letters (ana- .grami van Pier Angelo Manzoli tot Marzelo Palmgenio. uit Stella bij Ferrare (ongeveer 1500-1550). Hij schreef de Zodlacus Vitae. oftewel de Dierenriem des levens, een» dichtwerk van twaalf in hexameter geschreven boeken. Zijn werk doet in opzet en manier van behandelen* aan dat van Lucretius denken. Ech ter waar Lucretius het geloof in de* in zijn tijd niet geheel aux sérieus; genomen, Romeinse goden op de4 korrel nam. behandelt Palingenius op satirische wijze de kerk. en de gehele geestelijkheid, de paus in cluis. Na zijn dood werd zijn werk op de index geplaatst en zijn lichaam opgegraven en alsnog verbrand.4 Sommigen noemen hem als de lij farts van Hercuies de tweede d'Est hertog van Ferrara. maar anderen vermelden hem als een geleerde van lutherse gedachtengang. die aan het hof van de hertogin van Ferara haar protectie genoot. Zijn werk werd minstens zestig keer herdrukt. Het is wel merkwaardig, dat Winkler Prins en Oosthoek deze naam niet vermelden. In de bibliotheek van de VU kan men in 2A 581 de Dictionnal- re Universal, hist, crit biogr in Tome 13 pag 188 kolom één een zeer interessant artikel vinden. Trou wens ook in de Biographle Unlrer- selle tred Michaudizljn op de pagi na's 406/7 van deel 26 uitvoerige beschouwingen aan deze dichter ge wijd. Wij danken hen, die zoveel naspeuringen hebben verricht, har telijk. VRAAG: Hoe kan ik de huid van een konijn prepareren? ANTWOORD: Aan uw vraag kun nen we merken dat het jaar op z'n eind loopt. Dit antwoord geldt ook voor de haaseter Twee liter water koken waarin 120 gram zout en evenveel aluin oplossen Als het wa ter koud is een scheutje verdund zwavelzuur erbij (gevaarlijk, ook voor kleding en handen!) Twee vel len kunnen in deze oplossing 24 uur blijven liggen. Spannen op een hou ten raam Restjes vlees en vet eraf wrijven Buiten drogen op winderige plaats De achterkant wordt vervol gens met talkpoeder ingewreven en men haalt de huidjes nu over de ronde kant van een stoel of een aanrecht Een stinkende rendier huid kan men echter op deze wijze niet overbehandelen. Deze huiden zijn slechts in de zon gedroogd en als ze ln de enigszins vochtige warmte van onze huizen in een ka mer aan de muur worden gehangen. is het er niet meer uit te houden. Op een plaats waar het niet te heet is. waar het mogelijk wel eens tocht, is de huid te handhaven. Achterkant met een stankverdrijvend middel bespuiten (men verkoopt die dingen bij de drogist voor gebruik in toilet ten) De haarkant licht bestuiven met een zeer goedkoop soort haar lak. nadat de haren heel voorzichtig ln model zijn gebracht. VRAAG: Hoe bestrijd ik het „wit" van mijn begonia? ANTWOORD: Bestuiven met bloem van zwavel of Pirox of bespuiten met Poliflor. Niet op een bloeiende plant spuiten. Zo nodig herhalen. VRAAG: Ik heb een heel mooie Kertster gekregen. Hoe houdt men die zo lang mogelijk met de rode schutbladeren? ANTWOORD: Zet de plant licht in de warme kamer, zo mogelijk op het zuiden. Veel water geven en het blad besproeien. Na het afvallen van de rode schutbladeren (fijn. dat u dat nu geen bloemen noemt. De bloemen zijn namelijk die kleine ge le frutseltjes in het midden) de hoe veelheid water sterk verminderen. De bladeren vallen af en de plant wordt ingesnoeid tot 10 centimeter. De wond met as afdekken (het melksap is vergiftig!) en neerzetten, droog, in een matig verwarmde ka mer tot april. Dan neemt men de plant uit de pot. schudt haar goed uit en zet de Poinsettia in het aardmengsel. dat de piantenman voor u heeft, zoetjes aan weer wat water gaan geven, als de plant blad gaat vertonen. Weer op de oude plaats op het zuiden zetten. Regel matig plantenmest toedienen. De plant heeft de hele zomer zon en warmte nodig in tuin en huis. maar vergeet het sproeien niet. Na september moet de plant naar bin nen. Wij geven onze lezeressen de raad toch dat boekje over de ka merplanten eens te kopen. VRAAG: Al tientaüen jaren heb ik met het Kerstfeest een stalletje in mijn kamer. Vroeger in Indië vertel de ik daarbij het kerstverhaal aan de bedienden, later hoorde het er voor kinderen en kleinkinderen he lemaal bij. Er zijn natuurlijk ook negatieve reacties: zo van: in een protestantse omgeving hoort zoiets niet. Dat is verdrietig. Wat vindt u er van? ANTWOORD: Wat wij daarvan vin den is niet zo belangrijk, maar wel hebben we uit uw brief begrepen, dat u altijd kinderen om u heen heeft gehad, in een periode, die voor hen heel belangrijk was. Het maakt niet veel verschil, of u een kerstver haal vertelt aan de hand van een kinderbijbel met mooie platen, dan wel op een andere manier. De boodschap, die gebracht wordt en die u doorgeeft, is het belangrijkste. Wat nu de betweters betreft: Laat de blijdschap, die de voorbereiding van dit grote feest, dat u op eenvoudige manier met uw kleinkinderen gaat vieren, niet belemmerd worden. VRAAG: In een artikel, dat in de Nieuwe Haagse Courant heeft ge staan zo'n 15 jaar geleden, en dat helaas bij een verhuizing verdwenen is. stond o.a. over de naam van gene raal De Gaulle, die uit een Vlaamse familie zou stammen waarvan de naam Van der Walle was. Zijn vrouw Yvonne Vendroux zou ook van Vlaamse afkomst zijn uit een familie Van der Hoek of Houcke. Is dit juist en is dit artikel óp te zoeken? ANTWOORD: Het lijkt mij onmoge lijk om een dergelijk artikel alsnog ergens vandaan te halen. Er zijn in de loop der eeuwen heel wat Franse namen in de lage landen terecht %gekomen en daar vaak onherken baar veranderd of verbasterd. Voor beelden zijn daar genoeg van. Ik volsta met één daarvan: Tilleul werd: van der Linde(n). en van Til. Omgekeerd zijn veel Noordfranse namen aangepast aan het spraakge bruik en de naam Vendroux is daar een goed voorbeeld van. De H was natuurlijk wel heel moeilijk om uit te spreken, dus het werd al spoedig Ven derou(k). Wat de vertaling Wal- le-de Gaulle betreft: heel vaak ziet men juist deze afwisseling: de Prin ce of Wales, heet in Frankrijk Prince de Galles. Galliërs en Walloniërs komt men door elkaar in de geschie denis tegen. VRAAG: In juni volgend jaar moe ten wij een historisch feest vieren. De tijd schiet wel op en we moeten beginnen met de kostuums. Heeft u een idee voor ons? ANTWOORD: Vraag in uw biblio theek eens of daar het boekje Klae- dedragtens Kavalkade is, dat ver taald en bewerkt werd in Knaurs Kostümbuch (übersetzung W. v.d. Mühle). De gekleurde tekeningen uit alle tijden zijn zeer duidelijk gete kend en ingekleurd en kunnen heel goed tot voorbeeld dienen. Er zijn geen patronen bij. VRAAG: Heeft iemand misscii nog het brei- en haakpatroon ff het Scandinavische heksje Morn tje, dat vroeger in de Prinses stoj VRAAG: Mijn tamme kasta heeft heel veel vruchten laten len. We hebben die aan alle kan uitgedeeld en de meeste ontvang hebben ze gepoft maar vonden] meer leuk dan lekker. Het kan t| ook wel anders dan de door I steeds toegepaste methode van i ling en versiering van groot gé gelte? ANTWOORD: Wij voelen mei mee: tamme kastanjes doen denken aan eindeloze wandelin in Noord-Italië, waar in het na; hele groepen mensen de berger trekken, gewapend met een roos pan en daar gaat men dan picnic en plezier maken. Het is er dood en men hoort alleen de dorre bi; ren vallen en de kastanjes neerp fen. In alle steden ziet men men met geweldige roosterpannen be Het resultaat viel bitter tegen: oi re prut in verkoolde schillen. Ook als vulling van de kalkoe zijn ze te zwaar op de maag gewaardeerd te kunnen worden, fin: u vroeg iets positiefs: Kook halve kilo kastanjes en schil z< heet mogelijk (moeilijk maar es tieel). Laat deze kastanjes een uur trekken in 3 dl melk, wa vanille (dit brandt heel vlug a Pureren in een mixer. 50 gram b< 60 gram suiker (eventueel vanille ker) erbij. In een schaal koud 1: worden. Room kloppen en er( heen spuiten. Gameren met bri suiker of verkruimelde gecaram seerde suiker. Dit is wel een be kelljk maar geen kostbaar recep zal het waarschijnlijk in geen ei kookboek vinden, vandaar dat in deze rubriek terecht gekome Eet er niet te veel van!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 6