M Het feest van de chocolademelk, de krentebollen en H&i de kerstboekjes m, yne schapen hooren Myne stem,en Ik ken dezelve, en zy volaen My. Het oude huis Kerstgedicht Vrij zijn..-. DAG 17 DECEMBER 1976 KERSTBULAGE TROUW/KWARTET 29 I li li »i i iiiirni i ui iiftiiniinniiinii.iiiiii «Jah.i>iRR» 10:2? Vrachten chocolademelk en krentebollen moeten er vroeger op het kerstfeest geconsuneerd zijn: in zeer veel herinnerin- ren blijken ze (naast de kerstboekjes) een grote rol te spelen. Op deze pagina een aantal van die herinneringen (vaak iets verkort). - 44. KVLIETSTRA te Zuidlaren over een kerstfeest van bijna zestig (aar geleden in een gezin met acht kinderen: We hadden geen geld yoor een kerstboom en bovendien werd die als heidens ervaren. M'n oudste broer en zus smoesden ech ter met elkaar en 's avonds in de Schemer gingen ze stil de deur uit. pprongen over de sloot en braken :en grote tak van de heg van de ^uurman. Die tak werd thuis in een immer gezet en opgetuigd met aarsjes, gekleurde koekjes en pa lieren slingers. De kleintjes vonden iet geweldig. Ondanks de gestolen lerstboom is mij dit kerstfeest het meeste bijgebleven. De kaarsjes en le koekjes waren betaald van een veekloon van vijftig cent plus de tost, waarvoor kinderen van twaalf ran zeven uur 's morgens tot zeven Uur 's avonds moesten werken. Mevr. G. Passenier-Van Oudheus- :n (75) uit Rotterdam over de d dat ze een jaar of zes was: Middags hadden we kerstfeest .n de zondagsschool, dat was het loogtepunt. Toen waren er geen alletjes en geen kerstboom in de :rk, dat mocht toen nog niet. Avonds gingen we heerlijk in ons :erstboekje lezen. Zo'n kerstfeest •lijft je je hele leven bij'. jEen lezeres uit de hoofdstad ver- kelt hoe op de koude avond vóór Kerst op een bankje 'met alleen de Ivolle maan als toeschouwer' de ^verlovingsringen omgeschoven wer- "iden. Sindsdien waren ze 39 kerst- ieesten samen, waarvan vier met •rachtige gezonde babies in de /ieg. Na die 39 kerstfeesten moet iet veertigste nu alleen worden ge- ierd, in 'twee minuten gleed het even van de geliefde over in de dood. onherroepelijk'. De weg naar de graven is geplaveid met tranen maar in de kerstnacht straalt de ster. 'Wees zuinig op elkaar en op de kerstfeesten, vier ze blij, het sa menleven is een zucht, soms nog korter dan 39 kerstfeesten en het veertigste nu alleen'. Mevrouw J. de Keyzer-De Visser Kraggenburg (Noordoostpolder) ^■over de zondagsschool, die geleid werd door twee mannen en een vrouw in Zeeuwse klederdracht: 'Het kerstfeest begon om vier uur, BMI Je stond er lang van tevoren; bang om te laat te zijn. Ieder moest een W\ kopje meebrengen voor de choco lademelk. De melk zat in grote bussen en werd bij de bakker ge- maakt, evenals de krentebollen die 'Vwe kregen. We werden toen thuis jfl| niet zo verwend, zodat het nu echt ^5 feest was. Eenmaal was de melk aangebrand, maar dat was je gauw vergeten. De gedeelten die we en <j| moesten leren werden overhoord en toileter werd een verhaald verteld. Me- isvei neer had altijd een stokje onder de ;arm, als iemand ongedurig werd 578,4 tikte hij op tafel. Het ging meestal iover een arm gezin met kinderen die verlangend keken naar de win- ren! kels met zulke grote krentebroden. Altijd lag er in het verhaal sneeuw, r en als hulp bij een rijke boer kreeg vader dan iets extra's, waardoor er kut tóch een brood gekocht kon wor den. En als moeder het ging snij- den zat er iets in verstopt: een gulden, een ring of een horlogé. Natuur'ijlt waren, ze eerlijk en brachten het brood terug en dan 75 j begon het pas echt kerstfeest te worden want ze kregen méér. Er werd naar dat verhaal goed geluls- terd. Na afloop gingen we naar de 79,- kerk. daar zaten onze ouders en I soms onze broertjes en zusjes. Aan ven weerszijden van de preekstoel stond een enorme kerstboom van wel zeven meter hoog. vol met kaarsjes. Met een lange stok met een brandend kaarsje erin werden de kaarsjes in de boom aangesto ken. Je kreeg een boekje (uitgave Callenbach, ik heb er nog ver scheidene) en een sinaasappel, dat was het hoogtepunt. Jansientje van Amstel (Ouderkerk a.d. Amstel) heeft van een kerst feest uit 1936 een naar voorval onthouden. Als meisje van tien moest zij samen met een zusje naar zondagsschool. Dat was een half uur lopen heen en een half uur te rug. Ze spijbelden wel eens. en net voor Kerst gebeulde dat weer. Op het kerstfeest van de zondags school. tweede kerstdag 's avonds, zat de Juffrouw van de zondags school achter haar en onder het bidden fluisterde die plotseling in haar' oor "JIJ komt alleen maar voor de cadeautjes, hè. lelijke meid'. Zij verstijfde, doodstil bleef ze zitten, vechtend tegen haar tra nen. Vergeven heeft ze het wel, vergeten niet. H. Dijkman-Hiddink uit Zelhem vindt het mooiste kerstfeest dat zij meemaakte dat uit 1926. "Het werd gevierd in een paardenschuur, het onderkomen voor de paarden van de steenfabriek, die voor de gele genheid elders waren onderge bracht. De schuur was door eigen mensen schoongemaakt en verlicht door een kakelbont versierde kerst boom. Zitplaatsen waren aange bracht door planken op schragen te leggen, zonder leuning dus en daarop zaten mannen, vrouwen met babies en grotere kinderen. Mijn schoonvader die 's winters ca techisatie gaf aan de steenoven- Jeugd, had de leiding, de vrouwen zorgden voor chocolademelk en de geschenken bestonden uit pakken kleren. Dat kon allemaal doordat een kapitalistische baron van de overkant van de rivier geld gege ven had. Als de babies onder de vertelling onrustig werden en moe ders borst zochten, werd die grif gegeven. Om de eenvoud en tevre denheid maakte dat feest zo'n in druk op mij dat ik er na vijftig Jaar nog genoegen aan beleef". Een jaar verder terug. 1925, gaan de herinneringen van mevrouw F. L. Henstra Haven uit Boskoop. Zij was toen met Kerst tien jaar, va der ging de koelen melken, moe der vierde met de kinderen kerst feest. 'Op het eind van de tafel had moeder een grote boerekoolstronk In een bloempot gezet en versierd met kaarsjes, watten, sinaasappels en sterren van zilverpapier. Dat was onze kerstboom, want echte kerstbomen waren er bij ons toen niet te koop.' Als de kerstversjes gezongen worden zien de kinderen plotseling twee neusjes tegen de ruit gedrukt, moeder gaat kijken en komt terug met twee kinderen die bij een oom en tante in een woonwagen in een naburig dorp verblijven. Omdat dit oom en tan te veel vrienden op bezoek hadden verveelden ze zich: ze konden niet binnen spelen. Verdere afloop: de kinderen horen voor het eerst over de Heere Jezus 'en vroegen of ze later ook bij Hem mochten wonen'. Ais vader de kinderen naar huis brengt vallen ze om moeders hals en kussen haar. had. Zij moet daar nog steeds aan denken maar nu op een andere manier. 'Als we aan het eind van ons leven komen moeten we door een donkere poort. Wat is het heer lijk als Je aan een hand daardoor mag gaan en dan niet de kerst boom maar het kindeke Jezus uit de kribbe ziet'. Uit 1916 dateert het verhaal van Greet Janssen-Smit te Emmen. over een kerstfeest waaraan zij dankbaar terug denkt. Het was de mobilisatietijd, veel was er op de bon, kaarsen waren schaars en aan een kerstboom was niet te komen. Geen nood: versierd met denne- groen hing aan de preekstoel een prachtige plaat, zittende engelen voorstellende. 'Het hoogtepunt van het fees twas voor mij de 'tekst' die ik moest opzeggen, een hele moeilijke, uren had ik In bed erop liggen oefenen Die dag had mijn moeder mijn haarlint door suikerwater gehaald en daarna opgestreken. Voor we de kerk ingingen deed ze die in mijn haar, ze stond als een vlinder op mijn hoofd. Prachtig! Toen onder de vertelling mijn naam genoemd werd, klom ik op de bank en schreeuwde zo hard ik kon (want je moest duidelijk spreken) 'En Ik zal vijandschap zetten tus sen u en tussen deze vrouw, tussen uw zaad en tussen haar zaad, dat- zelve zal u den kop vermorzelen en gij zult het de verzenen vermor zelen'. Wat het betekende wist ik niet. Men had het mij wel uitge legd maar ik had er niets van be grepen. Maar ik heb het mijn hele leven onthouden. Nü zegt 't méér'. C. M. Westerhof uit Zeist herinnert zich een kerstfeest (omstreeks '30). dus in de crisisjaren, 'toen de radio nog maar amper bestond) in zijn geboortedorp Nieuwaal. een kilo meter of vijf van Zaltbommel. Wat was 't een tijd toen. een groot ge zin. en blij als er nog wat werk te krijgen was. Die kerstmorgen was er een dienst in 't middeleeuwse dorpskerkje, dat in april '45 door Duitsers opgeblazen is. De avond tevoren kookte moeder een grote pan chocolademelk ('poeier', noem den we dat. Maar wat bleek? Het koektrommeltje was al een paar dagen leeg (koek was een luxe toen) en ik mocht met vader In de vooravond 'kerstkranskes' halen bij de bakker ('s avonds kon Je toen nog in de winkels terecht). Ik vond het een feest, 's avonds met vader mee te mogen naar de bakker die aan de dijk woonde. Vader droeg de koekskes en, o feest, ik kreeg een kwatta van vijf cent. Zo liepen we samen over de dijk langs de Waal naar de 'benedeneind'. Straatverlichting was nog pover, wegen waren slecht, waterleiding was er niet. De 'poeier' was al heet en een poosje later zaten we alle maal (met zes andere broers, ik was de jongste) te genieten om de snorkende potkachel, ieder op een rietmatten stoel, vader en moeder in de 'zorg'. Een van mijn broers speelde op het oude orgel enkele kerstversjes. Een kerstavond die ik nooit vergeten zal. MeJ. E. Engelberts-Ellus uit Am sterdam weet nog dat in 1906 (zij was toen vijf jaar) haar moeder, nadat het kerstverhaal verteld was. haar aan de hand meenam naar een andere kamer. Daar stond een prachtige kerstboom, ze hadden thuis nog nooit zoiets ge- J. C. A. Timmer-Croln schrijft over een kerstfeest van vóór 1940 in een 'tegen de rivierdijk aanleu nend' dorp. In de donkere weken voor Kerst zijn de juffrouw en de meesters van de kleine driemans- school op pad met de 'kerstlljst' om de ouders en allen die de school een goed hart toedragen een bij drage te vragen. Vele avonden lang. storm, regen en gladheid trotserend, worden bezoekjes ge- Dit is bet koude buis met de vele slaapkamers in bet boge Noorden, waar de berinneringen van mevr. E. Lever-Wiersema uit Arnhem lig gen. Op eerste kerstdag 1936 wordt zij om half acht door vader ge- wekt. in de grote keuken brandt de grote zwarte kachel al, uit de luid spreker klinkt muziek, kerstklok ken beieren, de ontbijttafel staat klaar 'Het dienstmeisje heeft vrij van daag, dus samen met moeder af wassen. Dan komt de kerkdienst. Moeder loopt ons voor door de kerk naar onze vaste plaatsen, een groet hier, een knik daar. De ker- keraad komt binnen, stemmig in 't zwarte pak. Vader lijkt moe, er moesten zoveel preken klaar deze dagen. Maar hij kijkt glunder rond als bij ziet dat de kerk zo goed be zet Is. Knap hoor, zo stil als die grote mensen blijven zitten, na de tussenzang kun je haast niet meer luisteren. Even proberen of er leuke sommen te maken zijn van het bord waarop de psalmen staan aangekondigd, s Middags mogen we met h m mee laar een ander dorp. Een autotochtje wordt ons maar enkele malen per Jaar aan- genoden, we komen in een ouo kerkje waar de domineesvrouw ons verwent met grote pepermunten. De volgende dag gaan we met z'n allen naar bet buis van de burge meester. Daar hebben ze een kerst boom. Op weg naar huls vragen we vader of we ook eens een kerst boom krijgen. Hij legt ons uit dat bet moeilijk U bet eigenlijke van Kerst niet te vergeten als zoveel andere dingen je aandacht vragen. 'Je mag nooit vergeten dat Jezus werd geboren voor ons allemaal'. Als we meer dan twintig Jaar later met onze kinderen bij de kerstboom zitten herinneren we ons die 'preek', schrijft mevrouw Lever. bracht. Op de avond vóór de kerst vakantie komen ze van alle kanten langs de donkere wegen naar de dijk. Twee schoollokalen, de tus- senschulfdeuren wijd open. zijn volgestuwd met banken en stoelen. De kinderen 'met hoge kleurtjes van verwachting en groene zeep', de beste kleren aan, vaal soms door 't vele wassen maar kraakhelder, schuiven met drieën in de banken- van-twee, de kroes van de choco lademelk straks stevig in de hand geklemd. Het bestuur zit er in het zwarte pak. ouders, grootouders. In het derde lokaal staan de heerlijk heden klaar melkbussen vol hete chocolademelk, krentebollen zó warm van de bakker, voor leder één, zelfs voor de klelnjes die vol gend Jaar op 1 april voor het eerst naar school gaan. Geen kerstboom staat er. die is niet gebruikelijk hier, niemand heeft er ook be hoefte aan. H. Prins uit Oudewater herinnert zich nog goed een kerstfeest in 1920 of 1921 van de Jongellngsvereni- ging in Maasland, waar met be scheiden middelen een stuk opge voerd werd (het was kort na de eerste wereldoorlog) over 'een kerstnacht in .de wereldbrand'. Een Duitse soldaat sterft in het huls van een Franse boerin aan zijn verwondingen. De boerin, die hem de ogen toedrukt, wordt ont roerd door de gelijkenis die de Duitser vertoont met haar eigen gesneuvelde zoon. Mevrouw G. Kamerling-Kokmeijer uit Zuidhorn vertelt over een kerst feest In de crisisjaren, in een gezin met vier dochters. 'Alle kleren wer den op stoelen klaar gehangen want we mochten mee naar de nachtmis. Een reuze sensatie: mid den In de nacht opstaan, in pikke donker naar de kerk met ai Je mooie kleren aan. Zonder moppe ren lieten we ons om zes uur in bed stoppen, 's Nachts om twee uur rinkelde de wekker. Vlug aankle den en weg. Er lag een dik pak sneeuw, fietsen was onmogelijk dus moesten we de drie kilometer lo pen. Dik ingepakt, wollen bivak mutsen op, gebreide wanten aan en op rubber laarzen ploeterden we over de smalle dijk. Vader en moeder hadden halver wege de kerk huurplaatsen, pa rechts en ma links tussen de vrou wen. Wij hadden nog geen vaste plaatsen, we moesten dus extra vroeg zijn om een plekje te vinden in de vijf achterste armenbanken. Helemaal vooraan zaten de hoofd onderwijzer, de directeur van de boerenleenbank en van het post kantoor. De herenboeren met ach ter zich de bakker, de slager, de kleinere boeren en dan pas de werkmensen. De voornaamste ban ken waren kennelijk het duurste, de achtersten kostten niets. Zo'n kerkdienst bij de katholieken duurde lang voor de tweede wereld oorlog. ruim drie uur. Eerst de plechtige Latijnse mis. gezongen door het mannenkoor, dan de dage raadsmis. ertussendoor een preek van drie kwartier en dan volgde de gewone dagmis, waarbij alle paro chianen de overbekende kerst liedjes meezongen. Tegen zeven uur kwamen we weer thuis. De kaarsen voor het stalletje en op tafel wor den aangestoken (geen kerstboom, dat was heidens). Moeder en de vier dochters deden een wit schort voor en vader hield zijn zondagse pak aan, zelfs zijn stopdas bleef om tijdens het kerstontbljt. Normaal kreeg leder een stapel boterham men voor zich op het tafelzelltje maar met kerst aten we echt wit brood. krentebrood en beschuitjes. We gebruikten een geborduurd ta fellaken, zelfs de kinderen kre gen een mes. Na het ontbijt ging vader zich verkleden en melken. We zongen dan kerstliedjes met moeder en luisterden naar de radio die drie H. Missen uitzond, 's Mid dags werd dezelfde tocht onderno men om naar de vespers te gaan. Wéér een dienst, weer een preek, weer alle kerstliedjes. Met kerst werd er een speciale collecte ge houden voor de armen van de pa rochie. Ik vond dat zó zielig dat ik mijn wekelijkse zakgeld helemaal weggaf en dat was drie cent." J. Franken van Beek uit Hellen- doorn denkt in deze tijd nu we ons weer op de vorm van het kerstfeest bezinnen, dikwijls terug aan een kerstfeest dat zij enkele Jaren ge leden meemaakte, toen zij als vrij willigster meewerkte in een club huls voor jeugdzorgwerk. 'We be sloten het anders te vieren. Met de Jonge mensen van zestien Jaar en ouder van ons clubhuls werden we in een grote vrachtwagen aan de rand van de hel gedropt. Dwars door die hel moesten we naar de schaapskooi, die daar stond. Op het dak van die kooi brandde een grote lamp. Met onze ogen gericht op dat eenzame licht gingen we strui kelend en vallend (een pad was er niet) door de hel. In de kool. ver licht met stallantaarns, was een kring gevormd. Met begeleiding van gitaren zongen we liederen en ik mocht het kerstverhaal vertel len. over de Koning der Joden die het niet te min vond zijn intrek te nemen in een arbeidersgezin. Die sfeer, die luisterende Jonge men sen. zal ik niet licht vergeten. Na dat we nog gezongen hadden, dron- ken we chocolademelk en aten we grote sneden krentebrood. Toen we naar huls gingen had ik het gevoel dat ik voor het eerst heel dicht bij het kerstgebeuren was geweest'. Mevrouw M. Boomgaard-Stolk uit Amstelveen vertelt dat het voor haar een grote teleurstelling was dat zij op het kerstfeest van 1926. waar alle groteren een dikker boek kregen, een flinterdun boekje kreeg: 'De bijbel van Luther in Joachimsthal'. Het leek wel of al les in eens minder licht werd. Ver wezen liep ik de gang In. Opeens een hand op mijn schouder en de stem van mijnheer Visser uit de vijfde: Ik dacht wel dat Je teleur gesteld zou zijn maar we kwamen een boek tekort, zie Je, en jij hebt al zoveel boeken'. Het werd weer licht en warm om me heen. Ik kon alleen maar knikken. Kerstfeest: een arm om Je schouder'. Pater Jan van Westerhoven, uit Bavel. die nu 65 Jaar is. schrijft dat hij als Jongen van dertien naar het Damlaancollege ging. het In ternaat/klein seminarie van de Pa ters de HH/Harten. van welke con- gregatle hij sinds 1929 lid is. sinds 1935 priester-lid. 'Als jongen van dertien tot negentien heb ik altijd het Sinterklaasfeest thuis gemist, hoewel Je op 5 december zeker geen helmwee had. want op het klein seminarie kwam Sint hip self. Van de kerstvakantie 1926 of '27 herinner ik mij dat mijn moe der ter compensatie van het ge miste Sinterklaasfeest thuis voor mij een hele uitrusting van de kerstman had gemaakt, zodat ik bij het kribje en de kerstboom (met vuurwerk) de geschenkjes uit mocht delen aan broers en zus sen. vader en moeder. Zij legde mij uit dat de kerstman helemaal geen concurrent van Christus was. maar een uitbeelding van zijn goedheid'. Ik kom dalende van boven en zie neer op mensen, die stelen en roven. Het jaar hiervoor vond ik het leuker om te dalen toen zag ik de kinderen dansen en de boeren het kerstbrood malen. Ja, kerstbrood malen, want het is groot feest! Omdat Christus heel lang geleden op aarde is geweest. Hij is geboren in een stalletje te Bethlehem niet dat ik hem daar ergens van ken! Nee, dat heb ik eens een keer gehoord, toen ik op een kerk lag. iets meer naar Noord. Dat was een prachtig verhaal En daarom vind ik het fijn dat ik daal. Het maakt de mensen nog iéts meer blij. want. zeggen ze. SNEEUW, dat hoort erbij. Mirjam Maarsen (13), Spijkenisse Over alle kerstfeesten waarop ik moest werken wil lk U vertellen. De eerste keer ln de kliniek voor oog- patiênten, waar de mensen niet mochten hullen en toch zo ver schrikkelijk naar huls verlangden. Dit maakte me zo verdrietig en lk nam me stellig voor een man te zoeken en volgend Jaar met hem vrij te zijn en met hem kerstfeest te vieren. De daaropvolgende keer was lk geconsigneerd en pas als mensen klppebotjes ln het verkeer de keelgat hadden zou lk moeten werken. Wat weemoedig dacht lk aan het vorig Jaar toen er zoveel ogenpleiters losweekten door de tranen. Vanuit het raam van de kliniek kon lk alle gezinnetjes bij hun eigen kerstboom zien zitten en lk dacht, misschien volgend Jaar... De derde keer werkte lk bij geestelijk gehan dicapten. ZIJ hadden geen benul van tijd en dat maakte het voor mij ook wat gemakkelijker. De vierde kerstnacht zat lk met twee colle ga's op de verloskamer te wachten op een „kerstkind". Niets wees er op, dat er iets zou gebeuren. De kerstklokken luidden overal. Het was kerstnacht en Ijzig koud. Om 23.55 uur werd er een mevrouw bin nengebracht en wij hadden om 23.59 uur ons kerstkindje. En vol gend jaar zou ik... De vijfde keer. dat lk op kerst avond moest werken kregen de da mes op de Interne afdeling slaande ruzie. Het was de avond vóór Kerstmis en midden op de tafel van de ziekenzaal brandde een kaars, de dames lagen heel stil naar huls te verlangen en Je kon de spanning snijden. Uit de verte klonk gezang. De een zei: „Wat leuk die grammo foonplaat op de zaal hiernaast". Nummer twee zei: „Dat ls het Leger des Hells, die zingen altijd met Kerstmis bij de ziekenhuizen" Nummer drie zei: „Dat ls de radio" en toen hadden we de poppen aan het dansen. De hele zaal bemoeide zich ermee. Ik wist me geen raad en zette de radio aan, om te laten horen dat die het niet was. HIJ stond echter veel te hard en opeens brulde de radiodominee over de zaal: Kerstmis moet u wel blij ma ken." Over was de ellende, en weer nam ik me voor om volgend -Jaar Nog vijf kerstnachten zou lk moe ten werken, toen had lk de ware Jozef gevonden. Tien dagen vóór Kerst trouwden we en lk zou einde lijk vrij zijn. Vier dagen na ons trouwen verongelukte mijn broer, voor het eerst ln mijn leven moest lk nu, de dag voor Kerstmis een dierbare begraven. De kerstklok ken. de begrafenisklokken en de bruidsklokken klonken nog heel lang na. G. M. Stil Beverwijk. De kaart linksboven kreeg mevrouw L. van Vllet-Vroonland uit Woer den ln 1935 van de klelne-melsjesverenlglng ln Velsen. Ze was toen dertien Jaar. Rechtsboven een van de kaarten die mevrouw L. van Beters samenstel de uit gebruikte kaarten. Voor haar is het een prettige tijdspassering, omdat zij al Jaren ziek op bed ligt. Rechts onderaan een van de kerstkaarten, vervaardigd door mevrouw A. Th. de Jong-van Mazyk uit Alphen aan de Rijn. De vierde kaart op deze pagina ls een kerstkaart die ln december 1917 verzonden werd. Nu stuurde mevrouw E. Kolf-Tak uit Westmaas hem ln.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 29