M
Het feest van de
chocolademelk, de
krentebollen en H&i
de kerstboekjes
m,
yne schapen hooren
Myne stem,en Ik ken dezelve,
en zy volaen My.
Het oude huis
Kerstgedicht
Vrij zijn..-.
DAG 17 DECEMBER 1976
KERSTBULAGE
TROUW/KWARTET 29
I
li li »i i iiiirni i ui iiftiiniinniiinii.iiiiii
«Jah.i>iRR» 10:2?
Vrachten chocolademelk en krentebollen moeten er vroeger
op het kerstfeest geconsuneerd zijn: in zeer veel herinnerin-
ren blijken ze (naast de kerstboekjes) een grote rol te spelen.
Op deze pagina een aantal van die herinneringen (vaak iets
verkort).
-
44.
KVLIETSTRA te Zuidlaren over
een kerstfeest van bijna zestig
(aar geleden in een gezin met acht
kinderen: We hadden geen geld
yoor een kerstboom en bovendien
werd die als heidens ervaren. M'n
oudste broer en zus smoesden ech
ter met elkaar en 's avonds in de
Schemer gingen ze stil de deur uit.
pprongen over de sloot en braken
:en grote tak van de heg van de
^uurman. Die tak werd thuis in een
immer gezet en opgetuigd met
aarsjes, gekleurde koekjes en pa
lieren slingers. De kleintjes vonden
iet geweldig. Ondanks de gestolen
lerstboom is mij dit kerstfeest het
meeste bijgebleven. De kaarsjes en
le koekjes waren betaald van een
veekloon van vijftig cent plus de
tost, waarvoor kinderen van twaalf
ran zeven uur 's morgens tot zeven
Uur 's avonds moesten werken.
Mevr. G. Passenier-Van Oudheus-
:n (75) uit Rotterdam over de
d dat ze een jaar of zes was:
Middags hadden we kerstfeest
.n de zondagsschool, dat was het
loogtepunt. Toen waren er geen
alletjes en geen kerstboom in de
:rk, dat mocht toen nog niet.
Avonds gingen we heerlijk in ons
:erstboekje lezen. Zo'n kerstfeest
•lijft je je hele leven bij'.
jEen lezeres uit de hoofdstad ver-
kelt hoe op de koude avond vóór
Kerst op een bankje 'met alleen de
Ivolle maan als toeschouwer' de
^verlovingsringen omgeschoven wer-
"iden. Sindsdien waren ze 39 kerst-
ieesten samen, waarvan vier met
•rachtige gezonde babies in de
/ieg. Na die 39 kerstfeesten moet
iet veertigste nu alleen worden ge-
ierd, in 'twee minuten gleed het
even van de geliefde over in de
dood. onherroepelijk'. De weg naar
de graven is geplaveid met tranen
maar in de kerstnacht straalt de
ster. 'Wees zuinig op elkaar en op
de kerstfeesten, vier ze blij, het sa
menleven is een zucht, soms nog
korter dan 39 kerstfeesten en het
veertigste nu alleen'.
Mevrouw J. de Keyzer-De Visser
Kraggenburg (Noordoostpolder)
^■over de zondagsschool, die geleid
werd door twee mannen en een
vrouw in Zeeuwse klederdracht:
'Het kerstfeest begon om vier uur,
BMI Je stond er lang van tevoren; bang
om te laat te zijn. Ieder moest een
W\ kopje meebrengen voor de choco
lademelk. De melk zat in grote
bussen en werd bij de bakker ge-
maakt, evenals de krentebollen die
'Vwe kregen. We werden toen thuis
jfl| niet zo verwend, zodat het nu echt
^5 feest was. Eenmaal was de melk
aangebrand, maar dat was je gauw
vergeten. De gedeelten die we
en <j| moesten leren werden overhoord en
toileter werd een verhaald verteld. Me-
isvei neer had altijd een stokje onder de
;arm, als iemand ongedurig werd
578,4 tikte hij op tafel. Het ging meestal
iover een arm gezin met kinderen
die verlangend keken naar de win-
ren! kels met zulke grote krentebroden.
Altijd lag er in het verhaal sneeuw,
r en als hulp bij een rijke boer kreeg
vader dan iets extra's, waardoor er
kut tóch een brood gekocht kon wor
den. En als moeder het ging snij-
den zat er iets in verstopt: een
gulden, een ring of een horlogé.
Natuur'ijlt waren, ze eerlijk en
brachten het brood terug en dan
75 j begon het pas echt kerstfeest te
worden want ze kregen méér. Er
werd naar dat verhaal goed geluls-
terd. Na afloop gingen we naar de
79,- kerk. daar zaten onze ouders en
I soms onze broertjes en zusjes. Aan
ven weerszijden van de preekstoel
stond een enorme kerstboom van
wel zeven meter hoog. vol met
kaarsjes. Met een lange stok met
een brandend kaarsje erin werden
de kaarsjes in de boom aangesto
ken. Je kreeg een boekje (uitgave
Callenbach, ik heb er nog ver
scheidene) en een sinaasappel, dat
was het hoogtepunt.
Jansientje van Amstel (Ouderkerk
a.d. Amstel) heeft van een kerst
feest uit 1936 een naar voorval
onthouden. Als meisje van tien
moest zij samen met een zusje naar
zondagsschool. Dat was een half
uur lopen heen en een half uur te
rug. Ze spijbelden wel eens. en net
voor Kerst gebeulde dat weer. Op
het kerstfeest van de zondags
school. tweede kerstdag 's avonds,
zat de Juffrouw van de zondags
school achter haar en onder het
bidden fluisterde die plotseling in
haar' oor "JIJ komt alleen maar
voor de cadeautjes, hè. lelijke
meid'. Zij verstijfde, doodstil bleef
ze zitten, vechtend tegen haar tra
nen. Vergeven heeft ze het wel,
vergeten niet.
H. Dijkman-Hiddink uit Zelhem
vindt het mooiste kerstfeest dat zij
meemaakte dat uit 1926. "Het werd
gevierd in een paardenschuur, het
onderkomen voor de paarden van
de steenfabriek, die voor de gele
genheid elders waren onderge
bracht. De schuur was door eigen
mensen schoongemaakt en verlicht
door een kakelbont versierde kerst
boom. Zitplaatsen waren aange
bracht door planken op schragen
te leggen, zonder leuning dus en
daarop zaten mannen, vrouwen
met babies en grotere kinderen.
Mijn schoonvader die 's winters ca
techisatie gaf aan de steenoven-
Jeugd, had de leiding, de vrouwen
zorgden voor chocolademelk en de
geschenken bestonden uit pakken
kleren. Dat kon allemaal doordat
een kapitalistische baron van de
overkant van de rivier geld gege
ven had. Als de babies onder de
vertelling onrustig werden en moe
ders borst zochten, werd die grif
gegeven. Om de eenvoud en tevre
denheid maakte dat feest zo'n in
druk op mij dat ik er na vijftig
Jaar nog genoegen aan beleef".
Een jaar verder terug. 1925, gaan
de herinneringen van mevrouw F.
L. Henstra Haven uit Boskoop. Zij
was toen met Kerst tien jaar, va
der ging de koelen melken, moe
der vierde met de kinderen kerst
feest. 'Op het eind van de tafel had
moeder een grote boerekoolstronk
In een bloempot gezet en versierd
met kaarsjes, watten, sinaasappels
en sterren van zilverpapier. Dat
was onze kerstboom, want echte
kerstbomen waren er bij ons toen
niet te koop.' Als de kerstversjes
gezongen worden zien de kinderen
plotseling twee neusjes tegen de
ruit gedrukt, moeder gaat kijken
en komt terug met twee kinderen
die bij een oom en tante in een
woonwagen in een naburig dorp
verblijven. Omdat dit oom en tan
te veel vrienden op bezoek hadden
verveelden ze zich: ze konden niet
binnen spelen. Verdere afloop: de
kinderen horen voor het eerst over
de Heere Jezus 'en vroegen of ze
later ook bij Hem mochten wonen'.
Ais vader de kinderen naar huis
brengt vallen ze om moeders hals
en kussen haar.
had. Zij moet daar nog steeds aan
denken maar nu op een andere
manier. 'Als we aan het eind van
ons leven komen moeten we door
een donkere poort. Wat is het heer
lijk als Je aan een hand daardoor
mag gaan en dan niet de kerst
boom maar het kindeke Jezus uit
de kribbe ziet'.
Uit 1916 dateert het verhaal van
Greet Janssen-Smit te Emmen.
over een kerstfeest waaraan zij
dankbaar terug denkt. Het was de
mobilisatietijd, veel was er op de
bon, kaarsen waren schaars en aan
een kerstboom was niet te komen.
Geen nood: versierd met denne-
groen hing aan de preekstoel een
prachtige plaat, zittende engelen
voorstellende. 'Het hoogtepunt van
het fees twas voor mij de 'tekst'
die ik moest opzeggen, een hele
moeilijke, uren had ik In bed erop
liggen oefenen
Die dag had mijn moeder mijn
haarlint door suikerwater gehaald
en daarna opgestreken. Voor we de
kerk ingingen deed ze die in mijn
haar, ze stond als een vlinder op
mijn hoofd. Prachtig!
Toen onder de vertelling mijn
naam genoemd werd, klom ik op de
bank en schreeuwde zo hard ik kon
(want je moest duidelijk spreken)
'En Ik zal vijandschap zetten tus
sen u en tussen deze vrouw, tussen
uw zaad en tussen haar zaad, dat-
zelve zal u den kop vermorzelen en
gij zult het de verzenen vermor
zelen'. Wat het betekende wist ik
niet. Men had het mij wel uitge
legd maar ik had er niets van be
grepen. Maar ik heb het mijn hele
leven onthouden. Nü zegt 't méér'.
C. M. Westerhof uit Zeist herinnert
zich een kerstfeest (omstreeks '30).
dus in de crisisjaren, 'toen de radio
nog maar amper bestond) in zijn
geboortedorp Nieuwaal. een kilo
meter of vijf van Zaltbommel. Wat
was 't een tijd toen. een groot ge
zin. en blij als er nog wat werk te
krijgen was. Die kerstmorgen was
er een dienst in 't middeleeuwse
dorpskerkje, dat in april '45 door
Duitsers opgeblazen is. De avond
tevoren kookte moeder een grote
pan chocolademelk ('poeier', noem
den we dat. Maar wat bleek? Het
koektrommeltje was al een paar
dagen leeg (koek was een luxe
toen) en ik mocht met vader In de
vooravond 'kerstkranskes' halen bij
de bakker ('s avonds kon Je toen
nog in de winkels terecht). Ik vond
het een feest, 's avonds met vader
mee te mogen naar de bakker die
aan de dijk woonde. Vader droeg
de koekskes en, o feest, ik kreeg
een kwatta van vijf cent. Zo liepen
we samen over de dijk langs de
Waal naar de 'benedeneind'.
Straatverlichting was nog pover,
wegen waren slecht, waterleiding
was er niet. De 'poeier' was al heet
en een poosje later zaten we alle
maal (met zes andere broers, ik
was de jongste) te genieten om de
snorkende potkachel, ieder op een
rietmatten stoel, vader en moeder
in de 'zorg'.
Een van mijn broers speelde op het
oude orgel enkele kerstversjes. Een
kerstavond die ik nooit vergeten
zal.
MeJ. E. Engelberts-Ellus uit Am
sterdam weet nog dat in 1906 (zij
was toen vijf jaar) haar moeder,
nadat het kerstverhaal verteld
was. haar aan de hand meenam
naar een andere kamer. Daar
stond een prachtige kerstboom, ze
hadden thuis nog nooit zoiets ge-
J. C. A. Timmer-Croln schrijft over
een kerstfeest van vóór 1940 in
een 'tegen de rivierdijk aanleu
nend' dorp. In de donkere weken
voor Kerst zijn de juffrouw en de
meesters van de kleine driemans-
school op pad met de 'kerstlljst'
om de ouders en allen die de school
een goed hart toedragen een bij
drage te vragen. Vele avonden
lang. storm, regen en gladheid
trotserend, worden bezoekjes ge-
Dit is bet koude buis met de vele
slaapkamers in bet boge Noorden,
waar de berinneringen van mevr. E.
Lever-Wiersema uit Arnhem lig
gen. Op eerste kerstdag 1936 wordt
zij om half acht door vader ge-
wekt. in de grote keuken brandt de
grote zwarte kachel al, uit de luid
spreker klinkt muziek, kerstklok
ken beieren, de ontbijttafel staat
klaar
'Het dienstmeisje heeft vrij van
daag, dus samen met moeder af
wassen. Dan komt de kerkdienst.
Moeder loopt ons voor door de kerk
naar onze vaste plaatsen, een
groet hier, een knik daar. De ker-
keraad komt binnen, stemmig in 't
zwarte pak. Vader lijkt moe, er
moesten zoveel preken klaar deze
dagen. Maar hij kijkt glunder rond
als bij ziet dat de kerk zo goed be
zet Is. Knap hoor, zo stil als die
grote mensen blijven zitten, na de
tussenzang kun je haast niet meer
luisteren. Even proberen of er
leuke sommen te maken zijn van
het bord waarop de psalmen staan
aangekondigd, s Middags mogen
we met h m mee laar een ander
dorp. Een autotochtje wordt ons
maar enkele malen per Jaar aan-
genoden, we komen in een ouo
kerkje waar de domineesvrouw ons
verwent met grote pepermunten.
De volgende dag gaan we met z'n
allen naar bet buis van de burge
meester. Daar hebben ze een kerst
boom. Op weg naar huls vragen we
vader of we ook eens een kerst
boom krijgen.
Hij legt ons uit dat bet moeilijk U
bet eigenlijke van Kerst niet te
vergeten als zoveel andere dingen
je aandacht vragen. 'Je mag nooit
vergeten dat Jezus werd geboren
voor ons allemaal'. Als we meer
dan twintig Jaar later met onze
kinderen bij de kerstboom zitten
herinneren we ons die 'preek',
schrijft mevrouw Lever.
bracht. Op de avond vóór de kerst
vakantie komen ze van alle kanten
langs de donkere wegen naar de
dijk. Twee schoollokalen, de tus-
senschulfdeuren wijd open. zijn
volgestuwd met banken en stoelen.
De kinderen 'met hoge kleurtjes
van verwachting en groene zeep',
de beste kleren aan, vaal soms door
't vele wassen maar kraakhelder,
schuiven met drieën in de banken-
van-twee, de kroes van de choco
lademelk straks stevig in de hand
geklemd. Het bestuur zit er in het
zwarte pak. ouders, grootouders. In
het derde lokaal staan de heerlijk
heden klaar melkbussen vol
hete chocolademelk, krentebollen
zó warm van de bakker, voor leder
één, zelfs voor de klelnjes die vol
gend Jaar op 1 april voor het eerst
naar school gaan. Geen kerstboom
staat er. die is niet gebruikelijk
hier, niemand heeft er ook be
hoefte aan.
H. Prins uit Oudewater herinnert
zich nog goed een kerstfeest in 1920
of 1921 van de Jongellngsvereni-
ging in Maasland, waar met be
scheiden middelen een stuk opge
voerd werd (het was kort na de
eerste wereldoorlog) over 'een
kerstnacht in .de wereldbrand'.
Een Duitse soldaat sterft in het
huls van een Franse boerin aan
zijn verwondingen. De boerin, die
hem de ogen toedrukt, wordt ont
roerd door de gelijkenis die de
Duitser vertoont met haar eigen
gesneuvelde zoon.
Mevrouw G. Kamerling-Kokmeijer
uit Zuidhorn vertelt over een kerst
feest In de crisisjaren, in een gezin
met vier dochters. 'Alle kleren wer
den op stoelen klaar gehangen
want we mochten mee naar de
nachtmis. Een reuze sensatie: mid
den In de nacht opstaan, in pikke
donker naar de kerk met ai Je
mooie kleren aan. Zonder moppe
ren lieten we ons om zes uur in bed
stoppen, 's Nachts om twee uur
rinkelde de wekker. Vlug aankle
den en weg. Er lag een dik pak
sneeuw, fietsen was onmogelijk dus
moesten we de drie kilometer lo
pen. Dik ingepakt, wollen bivak
mutsen op, gebreide wanten aan
en op rubber laarzen ploeterden
we over de smalle dijk.
Vader en moeder hadden halver
wege de kerk huurplaatsen, pa
rechts en ma links tussen de vrou
wen. Wij hadden nog geen vaste
plaatsen, we moesten dus extra
vroeg zijn om een plekje te vinden
in de vijf achterste armenbanken.
Helemaal vooraan zaten de hoofd
onderwijzer, de directeur van de
boerenleenbank en van het post
kantoor. De herenboeren met ach
ter zich de bakker, de slager, de
kleinere boeren en dan pas de
werkmensen. De voornaamste ban
ken waren kennelijk het duurste,
de achtersten kostten niets.
Zo'n kerkdienst bij de katholieken
duurde lang voor de tweede wereld
oorlog. ruim drie uur. Eerst de
plechtige Latijnse mis. gezongen
door het mannenkoor, dan de dage
raadsmis. ertussendoor een preek
van drie kwartier en dan volgde de
gewone dagmis, waarbij alle paro
chianen de overbekende kerst
liedjes meezongen. Tegen zeven uur
kwamen we weer thuis. De kaarsen
voor het stalletje en op tafel wor
den aangestoken (geen kerstboom,
dat was heidens). Moeder en de
vier dochters deden een wit schort
voor en vader hield zijn zondagse
pak aan, zelfs zijn stopdas bleef om
tijdens het kerstontbljt. Normaal
kreeg leder een stapel boterham
men voor zich op het tafelzelltje
maar met kerst aten we echt wit
brood. krentebrood en beschuitjes.
We gebruikten een geborduurd ta
fellaken, zelfs de kinderen kre
gen een mes. Na het ontbijt ging
vader zich verkleden en melken.
We zongen dan kerstliedjes met
moeder en luisterden naar de radio
die drie H. Missen uitzond, 's Mid
dags werd dezelfde tocht onderno
men om naar de vespers te gaan.
Wéér een dienst, weer een preek,
weer alle kerstliedjes. Met kerst
werd er een speciale collecte ge
houden voor de armen van de pa
rochie. Ik vond dat zó zielig dat ik
mijn wekelijkse zakgeld helemaal
weggaf en dat was drie cent."
J. Franken van Beek uit Hellen-
doorn denkt in deze tijd nu we ons
weer op de vorm van het kerstfeest
bezinnen, dikwijls terug aan een
kerstfeest dat zij enkele Jaren ge
leden meemaakte, toen zij als vrij
willigster meewerkte in een club
huls voor jeugdzorgwerk. 'We be
sloten het anders te vieren. Met
de Jonge mensen van zestien Jaar
en ouder van ons clubhuls werden
we in een grote vrachtwagen aan
de rand van de hel gedropt. Dwars
door die hel moesten we naar de
schaapskooi, die daar stond. Op het
dak van die kooi brandde een grote
lamp. Met onze ogen gericht op
dat eenzame licht gingen we strui
kelend en vallend (een pad was er
niet) door de hel. In de kool. ver
licht met stallantaarns, was een
kring gevormd. Met begeleiding
van gitaren zongen we liederen en
ik mocht het kerstverhaal vertel
len. over de Koning der Joden die
het niet te min vond zijn intrek te
nemen in een arbeidersgezin. Die
sfeer, die luisterende Jonge men
sen. zal ik niet licht vergeten. Na
dat we nog gezongen hadden, dron-
ken we chocolademelk en aten we
grote sneden krentebrood. Toen we
naar huls gingen had ik het gevoel
dat ik voor het eerst heel dicht bij
het kerstgebeuren was geweest'.
Mevrouw M. Boomgaard-Stolk uit
Amstelveen vertelt dat het voor
haar een grote teleurstelling was
dat zij op het kerstfeest van 1926.
waar alle groteren een dikker boek
kregen, een flinterdun boekje
kreeg: 'De bijbel van Luther in
Joachimsthal'. Het leek wel of al
les in eens minder licht werd. Ver
wezen liep ik de gang In. Opeens
een hand op mijn schouder en de
stem van mijnheer Visser uit de
vijfde: Ik dacht wel dat Je teleur
gesteld zou zijn maar we kwamen
een boek tekort, zie Je, en jij hebt
al zoveel boeken'. Het werd weer
licht en warm om me heen. Ik kon
alleen maar knikken. Kerstfeest:
een arm om Je schouder'.
Pater Jan van Westerhoven, uit
Bavel. die nu 65 Jaar is. schrijft
dat hij als Jongen van dertien naar
het Damlaancollege ging. het In
ternaat/klein seminarie van de Pa
ters de HH/Harten. van welke con-
gregatle hij sinds 1929 lid is. sinds
1935 priester-lid. 'Als jongen van
dertien tot negentien heb ik altijd
het Sinterklaasfeest thuis gemist,
hoewel Je op 5 december zeker
geen helmwee had. want op het
klein seminarie kwam Sint hip
self. Van de kerstvakantie 1926 of
'27 herinner ik mij dat mijn moe
der ter compensatie van het ge
miste Sinterklaasfeest thuis voor
mij een hele uitrusting van de
kerstman had gemaakt, zodat ik
bij het kribje en de kerstboom
(met vuurwerk) de geschenkjes
uit mocht delen aan broers en zus
sen. vader en moeder. Zij legde mij
uit dat de kerstman helemaal geen
concurrent van Christus was. maar
een uitbeelding van zijn goedheid'.
Ik kom dalende van boven
en zie neer op mensen, die stelen en roven.
Het jaar hiervoor vond ik het leuker om te dalen
toen zag ik de kinderen dansen en de boeren het kerstbrood
malen.
Ja, kerstbrood malen, want het is groot feest!
Omdat Christus heel lang geleden op aarde is geweest.
Hij is geboren in een stalletje te Bethlehem
niet dat ik hem daar ergens van ken!
Nee, dat heb ik eens een keer gehoord,
toen ik op een kerk lag. iets meer naar Noord.
Dat was een prachtig verhaal
En daarom vind ik het fijn dat ik daal.
Het maakt de mensen nog iéts meer blij.
want. zeggen ze. SNEEUW, dat hoort erbij.
Mirjam Maarsen (13), Spijkenisse
Over alle kerstfeesten waarop ik
moest werken wil lk U vertellen. De
eerste keer ln de kliniek voor oog-
patiênten, waar de mensen niet
mochten hullen en toch zo ver
schrikkelijk naar huls verlangden.
Dit maakte me zo verdrietig en lk
nam me stellig voor een man te
zoeken en volgend Jaar met hem
vrij te zijn en met hem kerstfeest te
vieren. De daaropvolgende keer
was lk geconsigneerd en pas als
mensen klppebotjes ln het verkeer
de keelgat hadden zou lk moeten
werken. Wat weemoedig dacht lk
aan het vorig Jaar toen er zoveel
ogenpleiters losweekten door de
tranen.
Vanuit het raam van de kliniek kon
lk alle gezinnetjes bij hun eigen
kerstboom zien zitten en lk dacht,
misschien volgend Jaar... De derde
keer werkte lk bij geestelijk gehan
dicapten. ZIJ hadden geen benul
van tijd en dat maakte het voor mij
ook wat gemakkelijker. De vierde
kerstnacht zat lk met twee colle
ga's op de verloskamer te wachten
op een „kerstkind". Niets wees er
op, dat er iets zou gebeuren. De
kerstklokken luidden overal. Het
was kerstnacht en Ijzig koud. Om
23.55 uur werd er een mevrouw bin
nengebracht en wij hadden om
23.59 uur ons kerstkindje. En vol
gend jaar zou ik...
De vijfde keer. dat lk op kerst
avond moest werken kregen de da
mes op de Interne afdeling slaande
ruzie. Het was de avond vóór
Kerstmis en midden op de tafel van
de ziekenzaal brandde een kaars,
de dames lagen heel stil naar huls
te verlangen en Je kon de spanning
snijden. Uit de verte klonk gezang.
De een zei: „Wat leuk die grammo
foonplaat op de zaal hiernaast".
Nummer twee zei: „Dat ls het Leger
des Hells, die zingen altijd met
Kerstmis bij de ziekenhuizen"
Nummer drie zei: „Dat ls de radio"
en toen hadden we de poppen aan
het dansen. De hele zaal bemoeide
zich ermee. Ik wist me geen raad en
zette de radio aan, om te laten
horen dat die het niet was. HIJ
stond echter veel te hard en opeens
brulde de radiodominee over de
zaal: Kerstmis moet u wel blij ma
ken." Over was de ellende, en weer
nam ik me voor om volgend
-Jaar
Nog vijf kerstnachten zou lk moe
ten werken, toen had lk de ware
Jozef gevonden. Tien dagen vóór
Kerst trouwden we en lk zou einde
lijk vrij zijn. Vier dagen na ons
trouwen verongelukte mijn broer,
voor het eerst ln mijn leven moest
lk nu, de dag voor Kerstmis een
dierbare begraven. De kerstklok
ken. de begrafenisklokken en de
bruidsklokken klonken nog heel
lang na.
G. M. Stil Beverwijk.
De kaart linksboven kreeg mevrouw L. van Vllet-Vroonland uit Woer
den ln 1935 van de klelne-melsjesverenlglng ln Velsen. Ze was toen dertien
Jaar.
Rechtsboven een van de kaarten die mevrouw L. van Beters samenstel
de uit gebruikte kaarten. Voor haar is het een prettige tijdspassering,
omdat zij al Jaren ziek op bed ligt.
Rechts onderaan een van de kerstkaarten, vervaardigd door mevrouw
A. Th. de Jong-van Mazyk uit Alphen aan de Rijn.
De vierde kaart op deze pagina ls een kerstkaart die ln december 1917
verzonden werd. Nu stuurde mevrouw E. Kolf-Tak uit Westmaas hem ln.