ETLES PROCES
Castro valt
olielanden af
Linkse militairen aangeklaagd
Wie mag de CIA gaan hervormen?
Verkiezingen in
Japan: strijd binnen
liberale partij
l -•••ö cr-nv du Livre
e sonL pa malFaiLeups
Politie houdt opnieuw
razzia in Goegoeletoe
Geen kranten
Van der Byl
wijst
Britse rol af
ATERDAG 4 DECEMBER 1976
BUITENLAND
TROUW/KWARTET T
HAVANNA (Reuter, UPI) De Cubaanse partijleider Fidel
Castro heeft felle kritiek geuit op de olielanden. Hij zei dat de
olie-uitvoerende landen de derde de spits hebben laten afbijten
en de hardste klappen van de economische teruggang hebben
laten incasseren.
„Het is niet hetzelfde eisen te stellen
aan de rijken en dan te stelen van de
j armen. Onderontwikkelde landen,
niet alleen landen die olie exporte
ren. hebben recht om te leven," zei
hij. Castro oefende bittere kritiek op
Iran en Saoedi-Arabië: „de groot
heidswaanzin van de sjah van Iran
en 4e fantastische hoeveelheden wa
pens in de handen van de onbekwa
me soldaten van de koning van Saoe
di-Arabië en de geweldige rijkdom
f .van de reactionaire sultans, worden
gevoed door het zweet ep de honger
van honderden miljoenen in <je der
de wereld.
De Cubaanse partijleider schreef
daarentegen Irak, Algérije, Koeweit,
I Libië, Nigeria en Venezuela „enkele
I progressieve denkbeelden en ern
stige zorg om de internationale eco
nomische situatie" toe.
Gemeenschappelijke
zaak
De meeste ontwikkelingslanden
hebben met olie-exporterende lan
den een gemeenschappelijke zaak,
zei Castro. „De enige verstandige en
eerlijke politiek van de olie-
exporterende landen zou zijn ge
weest zich aan de zijde van de ont
wikkelingslanden Op te stellen en
met hen hun fabuleuze nieuwe rijk
dom te delen, of hun tenminste olie
te leveren tegen redelijke prijzen.
Een paar geïsoleerde uitzonderingen
daargelaten is niets van dat alles
gebeurd."
Fidel Castro zei dat de rijke landen
middelen hadden om de econo
mische crisis te boven te komen,
waaronder de verkoop van wapens,
„die in korter tijd dan waarin de
onderdrukte onderdanen van de
sjah van Iran of de koning Van Saoe
di-Arabië hadden geleerd ermee om
te gaan. waardëloze schroot gewor
den waren."
Eerder heeft de Tanzaniaanse mi
nister van financiën Jamal felle kri
tiek op de olielanden laten horen.
Hij zei dat zij hun successen hebben
bereikt over de ruggen van de derde
wereld.
De eenheid tussen derde wereldlan
den met en zonder olie is weer actu
eel na het uitlekken van 't officiële
Amerikaanse standpunt deze week.
dat een wig moet worden gedreven
tussen ontwikkelingslanden met en
zonder olie. Ook Washington gaat
ervan uit dat de armste ontwikke
lingslanden het hardst zijn getroffen
door de olieprijsverhoging en daar
door steeds minder geneigd zijn de
eenheid met de olieleverende landen
te bewaren.
Half deze maand praten de olieleve
ranciers over een nieuwe prijsverho
ging. Niet uitgesloten wordt dat zij
dan om eem breuk te voorkomen
een dubbele olieprijs zullen instel
len: één voor de rijke landen en een,
lagere voor de arme landen.
Nationale vergadering
Castro sprak tijdens de openingszit
ting van de pas gèkozen nationale
vergadering op Cuba, waar hij af
stand deed van het premierschap,
dat hij achttien jaar heeft bekleed.
Maar als eerste secretaris van de
communistische partij blijft hij ui
teindelijk de lakens uitdelen. Het
ambt van eerste-minister wordt af
geschaft krachtens de socialistische
grondwet van Cuba, die de nationa
le volksvertegenwoordiging heeft
aangewezen als „opperste orgaan
van de staatsmacht".
Bias Roca, lid van het partijsecreta
riaat, is gekozen tot voorzitter van
de volksvertegenwoordiging, en
Raul Roa, momenteel minister van
buitenlandse zaken en lid van het
centrale comité van de partij, tot
vice-president.
In Parijs verschenen gisteren geen
kranten wegens een algemene solida-
riteitsstaking van technisch perso
neel. In gevangeniskleding betoog
den werknemers van de Franse krant
Parisicn Liberé tegen het verbieden
van de bezetting van het gebouw van
de krant en de aanklacht tegen twee
arbeiders wegens het verbranden van
exemplaren die door niet-stakende
collega's waren gemaakt. Het bedrijf
wordt al anderhalf jaar bezet gehou
den uit protest tegen het sluiten van
de drukkerij en het uitbesteden van
het werk aan zes drukkerijen waar
niet-vakbondsleden werken.
GENEVE (AP, Reuter) De twee
zwarte leiders Moezorewa en Sithole
hebben bij het Rhodesië-overleg in
Genève voorgesteld de macht over
het Rhodesische leger onder de
overgangsregering in zwarte handen
te geven. Hun voorstellen komen
nagenoeg overeen met die van hun
rivalen Nkomo en Moegabe, die bo
vendien hebben geëist dat de over
gangsregering in meerderheid zwart
moet zijn, met een zwarte premier.
De Rhodesische vertegenwoordiger,
minister van buitenlandse zaken
Van der Byl, zei dat hij de bespre
kingen thans voornamelijk als
„waarnemer" bijwoont. De blanke
minderheid houdt vast aan de belof
te van de Amerikaanse minister van
buitenlandse zaken Kissinger dat de
ministeries van defensie en justitie
onder het overgangsbewind in blan
ke handen blijven.
Van der Byl wees een meer actieve
rol van Groot-Brittannië in Rhode-
sië af. Minister van buitenlandse za
ken Crosland had in het Lagerhuis
gezegd dat zijn land daartoe bereid
was. Tot nu toe weigerden de Brit
ten een directe betrokkenheid om.
zo zeiden zij, geen beloften te hoe
ven doen die Groot-Brittannië niet
zou kunnen nakomen. Een meer ac
tieve rol van Londen zou het aan
stellen van een gouverneur in Rho-
desië kunnen zijn, tijdens het over
gangsbewind.
TOKIO (Reuter. UPI) De re
gerende liberaal-
democratische partij (LDP),
geteisterd als zij is door het
Lockheed-schandaal en de in
nerlijke machtsstrijd, zal mo
gelijk geen werkzame meerder
heid in het Lagerhuis meer
hebben als de stemmen van de
zondag in Japan plaatsvinden
de algemene verkiezingen ge
teld zijn.
Vijf recente opiniepeilingen wijzen
uit dat de LDP. na 21 jaar onafgebro
ken aan de macht te zijn geweest,
ditmaal niet meer in staat is vol
doende kiezers achter zich te krijgen
om het in het 511 zetels tellende
lagerhuis weer geheel voor het zeg
gen te hebben. In het 252 zetels tel
lende Hogerhuis, heeft de partij 125
afgevaardigden tegenover 124 van de
oppositie (er zijn drie vacante ze
tels); een zeer wankele meerderheid.
Wind niet mee
De LDP heeft momenteel de wind
niet mee. Allereerst is er het
Lockheedschandaal waarbij een
flink aantal hoge partijfunctionaris
sen en parlementariërs is betrokken
en vooral oud-premier Kakuei Tana-
'ka, die een fikse som aan steekpen
ningen van Lockheed zou hebben
ontvangen.
Ook nu wordt de positie van de
partij danig verzwakt door een
machtsstrijd tussen premier Takeo
Miki, de opvolger van Tanaka, en de
voormalige vice-premier Takeo Foe-
koeda. Deze legde begin november
zijn kabinetsfunctie neer om zich
volledig op de verkiezingscampagne
te kunnen toeleggen. Hij ligt in de
gunst bij de invloedrijke zakenwe
reld en industrie, die altijd al de
conservatieve liberalen hebben ge
steund. maar die zich nu van Miki
hebben afgewend. Zij hebben hem
zijn ijver bij het uitmesten van de
Lockheed-augiasstal niet in dank af
genomen en vinden dat de premier
zich maar beter had kunnen bezig
houden met de economische moei
lijkheden die Japan doormaakt.
Het gevolg is dat de geldstroom van
Kleine kans op socialistische premier
Takeo Miki
de rijke zakenlieden naar de LDP nu
in het verkiezingsfonds van Foekoe-
da terechtkomt en niet bij Miki.
De LDP. een mengsel van liberaal
tot uiterst conservatief, is thans ver
deeld in twee stromingen die ener
zijds premier Miki steunen en ander
zijds oud-vice-premier Foekoeda.
Deze twee leiders hebben een ver
kiezingscampagne gevoerd alsof zij
tot verschillende partijen behoor
den. De achtergrond van deze strijd
is het leiderschap van de partij, waa
rover op het na de verkiezingen te
houden partijcongres zal worden be
slist. De leider van de grootste partij
wordt namelijk nagenoeg zeker ook
leider van het nieuwe kabinet. Bei
den zijn er derhalve op uit zoveel
Takeo Foekoeda
mogelijk volgelingen in de Diet, het
parlement, te krijgen.
Verdeelde oppositie
De oppositie is hopeloos verdeeld
over ideologische en politieke
vraagstukken. Niemand verwacht
dan ook dat zij in staat is zich aan
een te sluiten en een coalitie te vor
men die het tegen de LDP zou kun
nen opnemen.
De socialisten vormen de enige fac
tor van belang in de Japanse opposi
tie. De JSP bezet momenteel 112
zetels in het Lagerhuis.
Volgens politieke waarnemers is er
een zeer kleine mogelijkheid dat
door de machtsstrijd Miki-Foekoe-
da de leider van de JSP, Tomomi
Narita, na de verkiezingen het pre
mierschap aangeboden krijgt.
Zoiets zou kunnen gebeuren wan
neer de LDP meerderheid sterk zou
teruglopen en de verdeelde partij
het er niet over eens zou kunnen
worden wie de premier moet
worden.
Volgens eerdere opiniepeilingen zou
ongeveer 40 procent van de kiezers
een conservatief-reformistische coa
litie willen accepteren als alternatief
voor een LDP-regering. Narita haak
te hierop onmiddellijk in door de
vorming van een dergelijke regering
voor te stellen. Dit werd echter
ogenblikkelijk van de hand gewezen
door premier Miki. die verklaarde
dat de politieke doelstellingen van
de socialisten onverenigbaar zijn
met die van de LDP.
De socialisten zijn voorstander van
afschaffing van het Japans-Ameri
kaanse veiligheidsverdrag en dit
verdrag is nu juist een van de steun
pilaren van de buitenlandse politiek
van de LDP. Ook de andere verlan
gens van de socialisten, verminde
ring van de bewapening en uiteinde
lijk een ongewapende neutraliteit
zijn zaken die wel de communisten
maar niet de conservatieve liberalen
als muziek m de oren klinken.
De communisten, die met hun 39
zetels weinig invloed hebben, pro
beerden in de verkiezingscampagne
een groter deel van het electoraat
achter zich te krijgen met het propa
geren van een onafhankelijk com
munisme. zoals het „Euro-commu-
nisme" in Italië. Spanje en Frank
rijk.
De boeddhistisch-georiënteerde Ko-
meito (partij van de schone rege
ring) bezet momenteel 30 zetels.
Haar voorzitter. Yoshikatsoe Takei-
ri. heeft zijn steun aan een pre
mierschap van de socialist Narita
toegezegd, mits de communisten
buiten een eventuele reformistisch-
conservatieve coalitie worden
gelaten.
De sterk anti-communistische soci
aal-democratische partij (DSP) met
19 zetels in het Lagerhuis, tenslotte
heeft het voorstel-Narita ge
brandmerkt als een „onverantwoor
delijke verkiezingsstunt".
LISSABON (Reuter, UPI) Uiterst linkse Portugese militairen hebben in de achttien maanden na
de omverwerping van het regiem-Caetano op grote schaal mishandeld en gemarteld, naar
willekeur gearresteerd en de mensenrechten geschonden. Dit staat in een rapport dat is
samengesteld door een militaire commissie. President Ramalho Eanes heeft het rapport „schok
kend" genoemd.
In het rapport wordt gezegd dat hon
derden Portugezen na de val van
Caetano zijn onderworpen aan „wre
de, onmenselijke en vernederende
behandelingen". De militaire politie,
die na de verijdeling van een uiterst
linkse coup op 25 november van het
vorig jaar werd ontbonden wordt er
van beschuldigd zestig mensen tege
lijk in een cel te hebben gestopt, die
maar berekend was op acht mensen.
Andere militaire autoriteiten zouden
gevangenen voor vijf maanden heb
ben opgesloten zonder hen te luch
ten. Ze mochten geen post ontvan
gen en kregen geen hygiëne-
artikelen als bijvoorbeeld zeep. In
één geval zou een gevangene op de
voetzolen zijn geslagen, met lucifers
zijn gebrand, lange tijd met infraro
de stralen in de ogen zijn geschenen
en verplicht zijn naar aanranding
van zijn vrouw te kijken.
Bij de arrestaties is geholpen door
bewapende leden van de communis
tische partij en de radicaal-linkse
UDP. Sommige willekeurige arresta
ties werden gedaan op instructie van
het kabinet van ex-premier Vasco
Goncalves en de tot eind vorig jaar
machtige admiraal Rosa Couthinho
of op verzoek van niet nader ge
noemde politieke partijen en vak
bonden. De meeste arrestaties zijn
uitgevoerd door de veiligheidsdienst
COPCON, die onder leiding stond
van majoor Otelo Saraiva de Carval-
ho. Die arrestaties gebeurden met
een blanco volmacht of zelfs dat niet.
De meeste beschuldigingen zijn ge
daan in de periode tussen september
1974 en november 1975, het tijdvak,
waarin de communisten en linkse
radicalen op het hoogtepunt van
hun politieke invloed waren. Het
rapport noemt de aanklachten „het
banier van een raamwerk van ter
reur dat het begin had kunnen zijn
van een nieuwe autoritaire staat."
KAAPSTAD (AP, Reuter, UPI) Voor de tweede achtereenvol
gende dag heeft een Zuidafrikaanse politiemacht van zes hon
derd man razzia's gehouden in het zwarte stadsdeel Goegoeletoe,
bij Kaapstad. Ook werd een zoekactie gehouden in het aangren
zende stadsdeel Nyanga.
Gisternacht deden zich. na de eerste
razzia van de politie, opnieuw onge
regeldheden voor. Naar het kantoor
van een busmaatschappij werden
twee brandbommen gegooid, er deed
zich een aantal onverklaarbare ont
ploffingen voor en er werd op enkele
plaatsen brand gesticht. Woensdaga
vond kwamen in Goegoeletoe door
politiekogels twee jongeren om het
leven, na drie dagen van zwarte beto
gingen.
Inmiddels heeft de Zuidafrikaanse
politie gezegd dat donderdag 174
mensen zijn gearresteerd en dertig
zijn meegenomen voor ondervra
ging. Niet bekend is hoeveel zwarten
gisteren zijn aangehouden.
In Namibië (Zuidwest-Afrika) heb
ben Zuidafrikaanse militairen giste
ren zes guerrillastrijders gedood, die
geprobeerd zouden hebben vanuit
het aangrenzende Angola Namibië
binnen te komen. Zij maakten deel
uit van een groep van dertig man.
In Windhoek, de hoofdstad van het
door Zuid-Afrika tegen de wil van de
Verenigde Naties bestuurde Nami
bië. verwachten zegslieden een grote
guerrilla-aanval begin volgend jaar.
Jannie de Wet. de hoogste Zuidafri
kaanse functionaris in het gebied zei
dat de zwarte bevrijdingsbeweging
SWAPO wil binnenvallen en van
plan is ook in de blanke gebieden
door te dringen.
Het is volgens de samenstellers
noodzakelijk de lessen te trekken uit
het gebeurde.
De militaire commissie werd afgelo
pen zomer ingesteld door president
Eanes. Het rapport wordt be
schouwd als de ernstigste aanklacht
tegen de rol van de militairen ii»de
periode na april 1974. toen Caetano
verdween. Het ondermijnd de status
van de militairen als de hoeders van
een sociale revolutie, een beeld dat
de communisten onlangs hebben ge
tracht te doen herleven. Het rapport
kan invloed hebben op de gemeente
raadsverkiezingen. die over negen
dagen worden gehouden. De com
missie doet geen voorstellen om be
paalde officieren uit de militaire ge
lederen te verwijderen.
President Eanes zei in een begelei
dende toespraak dat de beschuldig
den door rechtbanken zullen worden
geoordeeld Hij wekte de indruk dat
ze daarna uit het leger zullen worden
verwijderd. Eanes vroeg de Portuge
zen over het rapport na te denken en
er conclusies voor de toe-;omst uit te
trekken.
PIDE-agent
Een rechtbank heeft overigens giste
ren de eerste agent van de vroegere
geheime dienst van de dictators Sa-
lazar en Caetano veroordeeld. De
PIDE-chef Raul de Carvalho werd
voor 5 jaar vervallen verklaard van
zijn politieke rechten. De man moest
terechtstaan op grond van de om
streden wet. die vorig jaar door de
linkse regering van Goncalves was
ingediend. De wet was in oktober
ongrondwettig verklaard maar het
hooggerechtshof stelde daarna dat
zij kon worden gehanteerd.
door Victor Zorza
Van degenen die mogelijk onder Jimmy Carter de leiding van de
Amerikaanse inlichtingendiensten zullen krijgen waren drie het
er tijdens gesprekken verleden week over eens dat aan ingrijpen
de veranderingen niet te ontkomen valt. Ofschoon alle drie voor
de baan in aanmerking komen, ontkennen zij natuurlijk kandi
daten voor deze functie te zijn.
De voormalige minister van defensie
en oud-directeur van de CIA. James
Schlesinger wordt weer als kandi
daat voor één van deze beide
functies genoemd. Sommige advi
seurs van Carter zeggen echter dat
zij zeer verbaasd zouden zijn wan
neer Schlesinger de baan in het Pen
tagon zou krijgen. Zij zouden de te:
rugkeer van Schlesinger naar een
"functie binnen de inlichtingendienst
minder ontstellend ervaren.
Het hoofd van de inlichtingendienst
van het ministerie van buitenlandse
zaken onder president Johnson,
Tom Hughes, heeft de optimistische
kijk op het verloop van de Vietnam-
oorlog vaak bestreden. Hij is nu di
recteur van de Carnegy-Vredes-
instituut en zou zonder twijfel graag
de volgende minister van buiten
landse zaken willen zijn. Hij heeft
echter net een brochure geschreven
waarin hij uiteenzet hoe de volgende
directeur van de CIA zijn werk zou
moeten doen. De voormalige ad
junct-directeur van de CIA. Ray Cli-
ne. nam ontslag als hoofd van de
inlichtingendienst van het ministe
rie van buitenlandse zaken onder
Henry Kissinger omdat hij het met
zijn chef niet eens was. Ook Cline
zegt dat hij „geen plannen" heeft om
in de regering terug te keren, alhoe
wel zijn boek over de 'hervorming'
van de CIA net verscheen toen Jim
my Carter zich afvroeg wie deze
functie zou moeten vervullen.
Reorganisatie
Tijdens het Watergate-schandaal,
toen Schlesinger hoofd van de CIA
was. begon hij aan een ingrijpende
reorganisatie van deze dienst. Dit
werd echter stop gezet toen Nixon
hem overplaatste naar het Penta
gon. Zelfs scherpe critici, zoals de
speciale Senaatscommissie voor de
inlichtingendiensten, kwamen tot de
conclusie dat wanneer Schlesinger
bij de CIA was gebleven hij krachti
ger zou hebben geprobeerd greep te
krijgen op de inlichtingendiensten.
Tijdens zijn korte ambtsperiode wist
hij veel dor hout te kappen, zo'n
tweeduizend man. vooral van de „af
deling smerige streken". Hij hield
zich volgens de Senaatscommissie
voornamelijk met het verbeteren
van de kwaliteit van de analyse be
zig. iets waarop elke hoofd van de
geheime dienst onder Carter zich zou
moeten concentreren.
Het is vrijwel onmogelijk om in dit
kader de zes uur lange discussies
met deze drie mensen en met andere
kandidaten die niet geciteerd wilden
worden op te sommen. Wel waren
allen het er over eens dat een manier
gevonden moest worden om de klei
ne tak van de inlichtingendienst, die
zich met geheime acties bezig houdt
te scheiden van de veel bredere en
belangrijker tak die de taak heeft
om te analyseren. Toen Schlesinger
bij de CIA was. probeerde hij de
waterdichte muur te vernietigen die
de geheime en de analytische afde
lingen van de dienst scheiden. Zo
doende wilde hij de kwaliteit van de
inlichtingen verbeteren. Nu zegt
Schlesinger echter dat de onlangs
gedane onthullingen over geheime
activiteiten het noodzakelijk maken
om de muur te herbouwen zodat de
analytische taak als een eervolle be
zigheid die het ook is, wordt be
schouwd.
Nieuw instituut
Cline gaat zelfs zo ver om de oprich
ting voor te stellen van wat hij
noemt een „centraal instituut van
onderzoek naar buitenlandse za
ken". Dit orgaan zou veel van het
analytische werk moeten doen dat
nu niet alleen door de CIA maar ook
op de ministeries van buitenlandse
zaken en van defensie wordt gedaan.
In zijn nieuwe boek ..Geheimen. Spi
onnen en Geleerden" zegt hij dat
veel van het werk. dat dit door hem
voorgestelde instituut moet verrich
ten. vrij gepubliceerd zou moeten
worden. Nader ondervraagd geeft de
ze man. die een levenslange ervaring
in de inlichtingensector heeft toe dat
ongeveer 75 procent van de resulta
ten van het werk van de inlichtin
gendienst zelfs nu geschikt voor pu-
blikatie kan worden gemaakt.
Wat zouden deze mannen Carter ver
tellen als zij voor deze baan zouden
worden gevraagd? Cline gelooft dat
de nieuwe centrale inlichtingen
dienst geleid moet worden door een
man die in de sociale wetenschappen
is opgeleid, liefst ruime regeringser
varing heeft en dan met name in de
sector van de inlichtingendiensten.
Dit is een beschrijving die (om be
grijpelijke redenen) goed bij hem
zelf past.
Schlesinger zegt dat de juiste man
bekend moet zijn met de analyse van
inlichtingen of met de technologie
die nu zo'n belangrijk onderdeel is
van de inlichtingendienst. Hij meent
dat de man geen ervaring hoeft te
hebben met „operaties", dat wil zeg
gen 'smerige streken'; iets waarmee
Schlesinger geen ervaring heeft.
Toen Hughes gevraagd werd welke
eisen aan de kandidaat voor deze
baan moeten worden gesteld zei hij
dat je bij het zoeken naar een CIA-
directeur 'naar iemand moet uitkij
ken die geen alom bekende duidelij
ke opvattingen over het beleid
heeft' Hughes vreest dat een man
met duidelijke politieke opvattingen
de ..inlichtingengemeenschap zou
manipuleren in het belang van het
beleid dat hij zou voorstaan.
Vooringenomenheid
Andere ervaren personen in Was
hington, die naar hun mening ge
vraagd werden, suggereerden dat
Carter waakzaam moet zijn voor de
ideologische vooringenomenheid
van Schlesinger die volgens hem dui
delijk bleek zowel bij de CIA als op
het Pentagon. Maar Schlesinger zelf
onderstreept dat het werk van de
inlichtingendiensten zoveel moge
lijk van ideologische vooringeno
menheid vrij moet zijn. Des te hoger
de graad van ideologische vooringe
nomenheid. zegt hij. des te groter
zullen de blinde vlekken zijn. Schle
singer ziet zichzelf als een analyticus
die zo onbevooroordeeld is als je
maar kunt 'enken. Wanneer hem
naar voorbeelden hiervan wordt ge
vraagd. herinnert hij zich onder
meer dat hij tegen de Amerikaanse
inmenging in Vietnam was. „Ik voor
spelde dat dit als een bloedige oorlog
zou eindigen, waarin wij de mantel
van het kolonialisme zouden erven",
zegt hij.
Dit is niet het beeld van Schlesinger
dat bij de meeste mensen leeft en het
maakt hem nog steeds niet zo onbe
vooroordeeld als hij gelooft dat hij is.
Wij allen geloven dat wij onbevoor
oordeeld zijn en des te meer wij dat
geloven des te vooringenomener wij
waarschijnlijk zijn. Schlesingers
kwaliteiten als degene die het
conglomeraat van het Amerikaanse
inlichtingennetwerk zou kunnen
hervormen worden zelfs door sommi
ge van de meest uitgesproken en
best ingevoerde critici, zowel binnen
als buiten het netwerk, erkend Maar
zij geloven ook dat elke neiging die
hij misschien heeft om zijn eigen
visie op te dringen zelfs catastrofaler
voor het Amerikaanse beleid en voor
de CIA zou kunnen zijn dan alles wat
in de afgelopen jaren is gebeurd.
Gevaar afwenden
Dit gevaar zou misschien kunnen
worden afgewend door een reorgani
satie die in het bestaan van verschil
lende met elkaar concurrerende
centra van analyse zou voorzien.
Hughes argumenteerde op overtui
gende wijze in zijn bróchure „Bui
tenlands beleid en het analyseren",
tegen het idee van één groot centraal
inlichtingenapparaat met goed afge
bakende onderafdelingen, zonder
overlappingen en daarom zonder
meningsverschillen. Hij is niet tegen
'dubbel werk' omdat een onderwerp
vanuit verschillende invalshoeken
bekeken kan worden. Die verschillen
kunnen voor de beleidsmakers zelfs
nuttig zijn.
Met elkaar concurrerende centra
van analyse van inlichtingen zoals
de CIA, het Pentagon en het ministe
rie van buitenlandse zaken om maar
drie te noemen, bestaan, maar hun
concurrentie is in het verleden niet
altijd nuttig geweest. Wanneer
Schlesinger aan Carter een werkbaar
voorstel kan voorleggen dat alle in
lichtingendiensten onder één dak
zou brengen, zoals door de meeste
hervormers wordt bepleit maar dat
tegelijkertijd de diensten de vrijhgifL.
zou laten om hun eigen conclusies te
trekken zonder ideologisch vooroor-
James Schlesinger
deel. hetzij van Schlesinger. hetzij
van wie dan ook. dan zou hij het
verdienen om de taak van ..inlichtin
gen-opperhoofd" l«f*rtjgtn. Maar als
hij Carter dit, met kan waarborgen
dan kan de functie net zo goed aan
een andere kandidaat gegeven wor
jÜêd; en er zijn meer kandidaten dan
de drie "aTe Irt dll üPllkël
genoemd.