ETLES PROCES Castro valt olielanden af Linkse militairen aangeklaagd Wie mag de CIA gaan hervormen? Verkiezingen in Japan: strijd binnen liberale partij l -•••ö cr-nv du Livre e sonL pa malFaiLeups Politie houdt opnieuw razzia in Goegoeletoe Geen kranten Van der Byl wijst Britse rol af ATERDAG 4 DECEMBER 1976 BUITENLAND TROUW/KWARTET T HAVANNA (Reuter, UPI) De Cubaanse partijleider Fidel Castro heeft felle kritiek geuit op de olielanden. Hij zei dat de olie-uitvoerende landen de derde de spits hebben laten afbijten en de hardste klappen van de economische teruggang hebben laten incasseren. „Het is niet hetzelfde eisen te stellen aan de rijken en dan te stelen van de j armen. Onderontwikkelde landen, niet alleen landen die olie exporte ren. hebben recht om te leven," zei hij. Castro oefende bittere kritiek op Iran en Saoedi-Arabië: „de groot heidswaanzin van de sjah van Iran en 4e fantastische hoeveelheden wa pens in de handen van de onbekwa me soldaten van de koning van Saoe di-Arabië en de geweldige rijkdom f .van de reactionaire sultans, worden gevoed door het zweet ep de honger van honderden miljoenen in <je der de wereld. De Cubaanse partijleider schreef daarentegen Irak, Algérije, Koeweit, I Libië, Nigeria en Venezuela „enkele I progressieve denkbeelden en ern stige zorg om de internationale eco nomische situatie" toe. Gemeenschappelijke zaak De meeste ontwikkelingslanden hebben met olie-exporterende lan den een gemeenschappelijke zaak, zei Castro. „De enige verstandige en eerlijke politiek van de olie- exporterende landen zou zijn ge weest zich aan de zijde van de ont wikkelingslanden Op te stellen en met hen hun fabuleuze nieuwe rijk dom te delen, of hun tenminste olie te leveren tegen redelijke prijzen. Een paar geïsoleerde uitzonderingen daargelaten is niets van dat alles gebeurd." Fidel Castro zei dat de rijke landen middelen hadden om de econo mische crisis te boven te komen, waaronder de verkoop van wapens, „die in korter tijd dan waarin de onderdrukte onderdanen van de sjah van Iran of de koning Van Saoe di-Arabië hadden geleerd ermee om te gaan. waardëloze schroot gewor den waren." Eerder heeft de Tanzaniaanse mi nister van financiën Jamal felle kri tiek op de olielanden laten horen. Hij zei dat zij hun successen hebben bereikt over de ruggen van de derde wereld. De eenheid tussen derde wereldlan den met en zonder olie is weer actu eel na het uitlekken van 't officiële Amerikaanse standpunt deze week. dat een wig moet worden gedreven tussen ontwikkelingslanden met en zonder olie. Ook Washington gaat ervan uit dat de armste ontwikke lingslanden het hardst zijn getroffen door de olieprijsverhoging en daar door steeds minder geneigd zijn de eenheid met de olieleverende landen te bewaren. Half deze maand praten de olieleve ranciers over een nieuwe prijsverho ging. Niet uitgesloten wordt dat zij dan om eem breuk te voorkomen een dubbele olieprijs zullen instel len: één voor de rijke landen en een, lagere voor de arme landen. Nationale vergadering Castro sprak tijdens de openingszit ting van de pas gèkozen nationale vergadering op Cuba, waar hij af stand deed van het premierschap, dat hij achttien jaar heeft bekleed. Maar als eerste secretaris van de communistische partij blijft hij ui teindelijk de lakens uitdelen. Het ambt van eerste-minister wordt af geschaft krachtens de socialistische grondwet van Cuba, die de nationa le volksvertegenwoordiging heeft aangewezen als „opperste orgaan van de staatsmacht". Bias Roca, lid van het partijsecreta riaat, is gekozen tot voorzitter van de volksvertegenwoordiging, en Raul Roa, momenteel minister van buitenlandse zaken en lid van het centrale comité van de partij, tot vice-president. In Parijs verschenen gisteren geen kranten wegens een algemene solida- riteitsstaking van technisch perso neel. In gevangeniskleding betoog den werknemers van de Franse krant Parisicn Liberé tegen het verbieden van de bezetting van het gebouw van de krant en de aanklacht tegen twee arbeiders wegens het verbranden van exemplaren die door niet-stakende collega's waren gemaakt. Het bedrijf wordt al anderhalf jaar bezet gehou den uit protest tegen het sluiten van de drukkerij en het uitbesteden van het werk aan zes drukkerijen waar niet-vakbondsleden werken. GENEVE (AP, Reuter) De twee zwarte leiders Moezorewa en Sithole hebben bij het Rhodesië-overleg in Genève voorgesteld de macht over het Rhodesische leger onder de overgangsregering in zwarte handen te geven. Hun voorstellen komen nagenoeg overeen met die van hun rivalen Nkomo en Moegabe, die bo vendien hebben geëist dat de over gangsregering in meerderheid zwart moet zijn, met een zwarte premier. De Rhodesische vertegenwoordiger, minister van buitenlandse zaken Van der Byl, zei dat hij de bespre kingen thans voornamelijk als „waarnemer" bijwoont. De blanke minderheid houdt vast aan de belof te van de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Kissinger dat de ministeries van defensie en justitie onder het overgangsbewind in blan ke handen blijven. Van der Byl wees een meer actieve rol van Groot-Brittannië in Rhode- sië af. Minister van buitenlandse za ken Crosland had in het Lagerhuis gezegd dat zijn land daartoe bereid was. Tot nu toe weigerden de Brit ten een directe betrokkenheid om. zo zeiden zij, geen beloften te hoe ven doen die Groot-Brittannië niet zou kunnen nakomen. Een meer ac tieve rol van Londen zou het aan stellen van een gouverneur in Rho- desië kunnen zijn, tijdens het over gangsbewind. TOKIO (Reuter. UPI) De re gerende liberaal- democratische partij (LDP), geteisterd als zij is door het Lockheed-schandaal en de in nerlijke machtsstrijd, zal mo gelijk geen werkzame meerder heid in het Lagerhuis meer hebben als de stemmen van de zondag in Japan plaatsvinden de algemene verkiezingen ge teld zijn. Vijf recente opiniepeilingen wijzen uit dat de LDP. na 21 jaar onafgebro ken aan de macht te zijn geweest, ditmaal niet meer in staat is vol doende kiezers achter zich te krijgen om het in het 511 zetels tellende lagerhuis weer geheel voor het zeg gen te hebben. In het 252 zetels tel lende Hogerhuis, heeft de partij 125 afgevaardigden tegenover 124 van de oppositie (er zijn drie vacante ze tels); een zeer wankele meerderheid. Wind niet mee De LDP heeft momenteel de wind niet mee. Allereerst is er het Lockheedschandaal waarbij een flink aantal hoge partijfunctionaris sen en parlementariërs is betrokken en vooral oud-premier Kakuei Tana- 'ka, die een fikse som aan steekpen ningen van Lockheed zou hebben ontvangen. Ook nu wordt de positie van de partij danig verzwakt door een machtsstrijd tussen premier Takeo Miki, de opvolger van Tanaka, en de voormalige vice-premier Takeo Foe- koeda. Deze legde begin november zijn kabinetsfunctie neer om zich volledig op de verkiezingscampagne te kunnen toeleggen. Hij ligt in de gunst bij de invloedrijke zakenwe reld en industrie, die altijd al de conservatieve liberalen hebben ge steund. maar die zich nu van Miki hebben afgewend. Zij hebben hem zijn ijver bij het uitmesten van de Lockheed-augiasstal niet in dank af genomen en vinden dat de premier zich maar beter had kunnen bezig houden met de economische moei lijkheden die Japan doormaakt. Het gevolg is dat de geldstroom van Kleine kans op socialistische premier Takeo Miki de rijke zakenlieden naar de LDP nu in het verkiezingsfonds van Foekoe- da terechtkomt en niet bij Miki. De LDP. een mengsel van liberaal tot uiterst conservatief, is thans ver deeld in twee stromingen die ener zijds premier Miki steunen en ander zijds oud-vice-premier Foekoeda. Deze twee leiders hebben een ver kiezingscampagne gevoerd alsof zij tot verschillende partijen behoor den. De achtergrond van deze strijd is het leiderschap van de partij, waa rover op het na de verkiezingen te houden partijcongres zal worden be slist. De leider van de grootste partij wordt namelijk nagenoeg zeker ook leider van het nieuwe kabinet. Bei den zijn er derhalve op uit zoveel Takeo Foekoeda mogelijk volgelingen in de Diet, het parlement, te krijgen. Verdeelde oppositie De oppositie is hopeloos verdeeld over ideologische en politieke vraagstukken. Niemand verwacht dan ook dat zij in staat is zich aan een te sluiten en een coalitie te vor men die het tegen de LDP zou kun nen opnemen. De socialisten vormen de enige fac tor van belang in de Japanse opposi tie. De JSP bezet momenteel 112 zetels in het Lagerhuis. Volgens politieke waarnemers is er een zeer kleine mogelijkheid dat door de machtsstrijd Miki-Foekoe- da de leider van de JSP, Tomomi Narita, na de verkiezingen het pre mierschap aangeboden krijgt. Zoiets zou kunnen gebeuren wan neer de LDP meerderheid sterk zou teruglopen en de verdeelde partij het er niet over eens zou kunnen worden wie de premier moet worden. Volgens eerdere opiniepeilingen zou ongeveer 40 procent van de kiezers een conservatief-reformistische coa litie willen accepteren als alternatief voor een LDP-regering. Narita haak te hierop onmiddellijk in door de vorming van een dergelijke regering voor te stellen. Dit werd echter ogenblikkelijk van de hand gewezen door premier Miki. die verklaarde dat de politieke doelstellingen van de socialisten onverenigbaar zijn met die van de LDP. De socialisten zijn voorstander van afschaffing van het Japans-Ameri kaanse veiligheidsverdrag en dit verdrag is nu juist een van de steun pilaren van de buitenlandse politiek van de LDP. Ook de andere verlan gens van de socialisten, verminde ring van de bewapening en uiteinde lijk een ongewapende neutraliteit zijn zaken die wel de communisten maar niet de conservatieve liberalen als muziek m de oren klinken. De communisten, die met hun 39 zetels weinig invloed hebben, pro beerden in de verkiezingscampagne een groter deel van het electoraat achter zich te krijgen met het propa geren van een onafhankelijk com munisme. zoals het „Euro-commu- nisme" in Italië. Spanje en Frank rijk. De boeddhistisch-georiënteerde Ko- meito (partij van de schone rege ring) bezet momenteel 30 zetels. Haar voorzitter. Yoshikatsoe Takei- ri. heeft zijn steun aan een pre mierschap van de socialist Narita toegezegd, mits de communisten buiten een eventuele reformistisch- conservatieve coalitie worden gelaten. De sterk anti-communistische soci aal-democratische partij (DSP) met 19 zetels in het Lagerhuis, tenslotte heeft het voorstel-Narita ge brandmerkt als een „onverantwoor delijke verkiezingsstunt". LISSABON (Reuter, UPI) Uiterst linkse Portugese militairen hebben in de achttien maanden na de omverwerping van het regiem-Caetano op grote schaal mishandeld en gemarteld, naar willekeur gearresteerd en de mensenrechten geschonden. Dit staat in een rapport dat is samengesteld door een militaire commissie. President Ramalho Eanes heeft het rapport „schok kend" genoemd. In het rapport wordt gezegd dat hon derden Portugezen na de val van Caetano zijn onderworpen aan „wre de, onmenselijke en vernederende behandelingen". De militaire politie, die na de verijdeling van een uiterst linkse coup op 25 november van het vorig jaar werd ontbonden wordt er van beschuldigd zestig mensen tege lijk in een cel te hebben gestopt, die maar berekend was op acht mensen. Andere militaire autoriteiten zouden gevangenen voor vijf maanden heb ben opgesloten zonder hen te luch ten. Ze mochten geen post ontvan gen en kregen geen hygiëne- artikelen als bijvoorbeeld zeep. In één geval zou een gevangene op de voetzolen zijn geslagen, met lucifers zijn gebrand, lange tijd met infraro de stralen in de ogen zijn geschenen en verplicht zijn naar aanranding van zijn vrouw te kijken. Bij de arrestaties is geholpen door bewapende leden van de communis tische partij en de radicaal-linkse UDP. Sommige willekeurige arresta ties werden gedaan op instructie van het kabinet van ex-premier Vasco Goncalves en de tot eind vorig jaar machtige admiraal Rosa Couthinho of op verzoek van niet nader ge noemde politieke partijen en vak bonden. De meeste arrestaties zijn uitgevoerd door de veiligheidsdienst COPCON, die onder leiding stond van majoor Otelo Saraiva de Carval- ho. Die arrestaties gebeurden met een blanco volmacht of zelfs dat niet. De meeste beschuldigingen zijn ge daan in de periode tussen september 1974 en november 1975, het tijdvak, waarin de communisten en linkse radicalen op het hoogtepunt van hun politieke invloed waren. Het rapport noemt de aanklachten „het banier van een raamwerk van ter reur dat het begin had kunnen zijn van een nieuwe autoritaire staat." KAAPSTAD (AP, Reuter, UPI) Voor de tweede achtereenvol gende dag heeft een Zuidafrikaanse politiemacht van zes hon derd man razzia's gehouden in het zwarte stadsdeel Goegoeletoe, bij Kaapstad. Ook werd een zoekactie gehouden in het aangren zende stadsdeel Nyanga. Gisternacht deden zich. na de eerste razzia van de politie, opnieuw onge regeldheden voor. Naar het kantoor van een busmaatschappij werden twee brandbommen gegooid, er deed zich een aantal onverklaarbare ont ploffingen voor en er werd op enkele plaatsen brand gesticht. Woensdaga vond kwamen in Goegoeletoe door politiekogels twee jongeren om het leven, na drie dagen van zwarte beto gingen. Inmiddels heeft de Zuidafrikaanse politie gezegd dat donderdag 174 mensen zijn gearresteerd en dertig zijn meegenomen voor ondervra ging. Niet bekend is hoeveel zwarten gisteren zijn aangehouden. In Namibië (Zuidwest-Afrika) heb ben Zuidafrikaanse militairen giste ren zes guerrillastrijders gedood, die geprobeerd zouden hebben vanuit het aangrenzende Angola Namibië binnen te komen. Zij maakten deel uit van een groep van dertig man. In Windhoek, de hoofdstad van het door Zuid-Afrika tegen de wil van de Verenigde Naties bestuurde Nami bië. verwachten zegslieden een grote guerrilla-aanval begin volgend jaar. Jannie de Wet. de hoogste Zuidafri kaanse functionaris in het gebied zei dat de zwarte bevrijdingsbeweging SWAPO wil binnenvallen en van plan is ook in de blanke gebieden door te dringen. Het is volgens de samenstellers noodzakelijk de lessen te trekken uit het gebeurde. De militaire commissie werd afgelo pen zomer ingesteld door president Eanes. Het rapport wordt be schouwd als de ernstigste aanklacht tegen de rol van de militairen ii»de periode na april 1974. toen Caetano verdween. Het ondermijnd de status van de militairen als de hoeders van een sociale revolutie, een beeld dat de communisten onlangs hebben ge tracht te doen herleven. Het rapport kan invloed hebben op de gemeente raadsverkiezingen. die over negen dagen worden gehouden. De com missie doet geen voorstellen om be paalde officieren uit de militaire ge lederen te verwijderen. President Eanes zei in een begelei dende toespraak dat de beschuldig den door rechtbanken zullen worden geoordeeld Hij wekte de indruk dat ze daarna uit het leger zullen worden verwijderd. Eanes vroeg de Portuge zen over het rapport na te denken en er conclusies voor de toe-;omst uit te trekken. PIDE-agent Een rechtbank heeft overigens giste ren de eerste agent van de vroegere geheime dienst van de dictators Sa- lazar en Caetano veroordeeld. De PIDE-chef Raul de Carvalho werd voor 5 jaar vervallen verklaard van zijn politieke rechten. De man moest terechtstaan op grond van de om streden wet. die vorig jaar door de linkse regering van Goncalves was ingediend. De wet was in oktober ongrondwettig verklaard maar het hooggerechtshof stelde daarna dat zij kon worden gehanteerd. door Victor Zorza Van degenen die mogelijk onder Jimmy Carter de leiding van de Amerikaanse inlichtingendiensten zullen krijgen waren drie het er tijdens gesprekken verleden week over eens dat aan ingrijpen de veranderingen niet te ontkomen valt. Ofschoon alle drie voor de baan in aanmerking komen, ontkennen zij natuurlijk kandi daten voor deze functie te zijn. De voormalige minister van defensie en oud-directeur van de CIA. James Schlesinger wordt weer als kandi daat voor één van deze beide functies genoemd. Sommige advi seurs van Carter zeggen echter dat zij zeer verbaasd zouden zijn wan neer Schlesinger de baan in het Pen tagon zou krijgen. Zij zouden de te: rugkeer van Schlesinger naar een "functie binnen de inlichtingendienst minder ontstellend ervaren. Het hoofd van de inlichtingendienst van het ministerie van buitenlandse zaken onder president Johnson, Tom Hughes, heeft de optimistische kijk op het verloop van de Vietnam- oorlog vaak bestreden. Hij is nu di recteur van de Carnegy-Vredes- instituut en zou zonder twijfel graag de volgende minister van buiten landse zaken willen zijn. Hij heeft echter net een brochure geschreven waarin hij uiteenzet hoe de volgende directeur van de CIA zijn werk zou moeten doen. De voormalige ad junct-directeur van de CIA. Ray Cli- ne. nam ontslag als hoofd van de inlichtingendienst van het ministe rie van buitenlandse zaken onder Henry Kissinger omdat hij het met zijn chef niet eens was. Ook Cline zegt dat hij „geen plannen" heeft om in de regering terug te keren, alhoe wel zijn boek over de 'hervorming' van de CIA net verscheen toen Jim my Carter zich afvroeg wie deze functie zou moeten vervullen. Reorganisatie Tijdens het Watergate-schandaal, toen Schlesinger hoofd van de CIA was. begon hij aan een ingrijpende reorganisatie van deze dienst. Dit werd echter stop gezet toen Nixon hem overplaatste naar het Penta gon. Zelfs scherpe critici, zoals de speciale Senaatscommissie voor de inlichtingendiensten, kwamen tot de conclusie dat wanneer Schlesinger bij de CIA was gebleven hij krachti ger zou hebben geprobeerd greep te krijgen op de inlichtingendiensten. Tijdens zijn korte ambtsperiode wist hij veel dor hout te kappen, zo'n tweeduizend man. vooral van de „af deling smerige streken". Hij hield zich volgens de Senaatscommissie voornamelijk met het verbeteren van de kwaliteit van de analyse be zig. iets waarop elke hoofd van de geheime dienst onder Carter zich zou moeten concentreren. Het is vrijwel onmogelijk om in dit kader de zes uur lange discussies met deze drie mensen en met andere kandidaten die niet geciteerd wilden worden op te sommen. Wel waren allen het er over eens dat een manier gevonden moest worden om de klei ne tak van de inlichtingendienst, die zich met geheime acties bezig houdt te scheiden van de veel bredere en belangrijker tak die de taak heeft om te analyseren. Toen Schlesinger bij de CIA was. probeerde hij de waterdichte muur te vernietigen die de geheime en de analytische afde lingen van de dienst scheiden. Zo doende wilde hij de kwaliteit van de inlichtingen verbeteren. Nu zegt Schlesinger echter dat de onlangs gedane onthullingen over geheime activiteiten het noodzakelijk maken om de muur te herbouwen zodat de analytische taak als een eervolle be zigheid die het ook is, wordt be schouwd. Nieuw instituut Cline gaat zelfs zo ver om de oprich ting voor te stellen van wat hij noemt een „centraal instituut van onderzoek naar buitenlandse za ken". Dit orgaan zou veel van het analytische werk moeten doen dat nu niet alleen door de CIA maar ook op de ministeries van buitenlandse zaken en van defensie wordt gedaan. In zijn nieuwe boek ..Geheimen. Spi onnen en Geleerden" zegt hij dat veel van het werk. dat dit door hem voorgestelde instituut moet verrich ten. vrij gepubliceerd zou moeten worden. Nader ondervraagd geeft de ze man. die een levenslange ervaring in de inlichtingensector heeft toe dat ongeveer 75 procent van de resulta ten van het werk van de inlichtin gendienst zelfs nu geschikt voor pu- blikatie kan worden gemaakt. Wat zouden deze mannen Carter ver tellen als zij voor deze baan zouden worden gevraagd? Cline gelooft dat de nieuwe centrale inlichtingen dienst geleid moet worden door een man die in de sociale wetenschappen is opgeleid, liefst ruime regeringser varing heeft en dan met name in de sector van de inlichtingendiensten. Dit is een beschrijving die (om be grijpelijke redenen) goed bij hem zelf past. Schlesinger zegt dat de juiste man bekend moet zijn met de analyse van inlichtingen of met de technologie die nu zo'n belangrijk onderdeel is van de inlichtingendienst. Hij meent dat de man geen ervaring hoeft te hebben met „operaties", dat wil zeg gen 'smerige streken'; iets waarmee Schlesinger geen ervaring heeft. Toen Hughes gevraagd werd welke eisen aan de kandidaat voor deze baan moeten worden gesteld zei hij dat je bij het zoeken naar een CIA- directeur 'naar iemand moet uitkij ken die geen alom bekende duidelij ke opvattingen over het beleid heeft' Hughes vreest dat een man met duidelijke politieke opvattingen de ..inlichtingengemeenschap zou manipuleren in het belang van het beleid dat hij zou voorstaan. Vooringenomenheid Andere ervaren personen in Was hington, die naar hun mening ge vraagd werden, suggereerden dat Carter waakzaam moet zijn voor de ideologische vooringenomenheid van Schlesinger die volgens hem dui delijk bleek zowel bij de CIA als op het Pentagon. Maar Schlesinger zelf onderstreept dat het werk van de inlichtingendiensten zoveel moge lijk van ideologische vooringeno menheid vrij moet zijn. Des te hoger de graad van ideologische vooringe nomenheid. zegt hij. des te groter zullen de blinde vlekken zijn. Schle singer ziet zichzelf als een analyticus die zo onbevooroordeeld is als je maar kunt 'enken. Wanneer hem naar voorbeelden hiervan wordt ge vraagd. herinnert hij zich onder meer dat hij tegen de Amerikaanse inmenging in Vietnam was. „Ik voor spelde dat dit als een bloedige oorlog zou eindigen, waarin wij de mantel van het kolonialisme zouden erven", zegt hij. Dit is niet het beeld van Schlesinger dat bij de meeste mensen leeft en het maakt hem nog steeds niet zo onbe vooroordeeld als hij gelooft dat hij is. Wij allen geloven dat wij onbevoor oordeeld zijn en des te meer wij dat geloven des te vooringenomener wij waarschijnlijk zijn. Schlesingers kwaliteiten als degene die het conglomeraat van het Amerikaanse inlichtingennetwerk zou kunnen hervormen worden zelfs door sommi ge van de meest uitgesproken en best ingevoerde critici, zowel binnen als buiten het netwerk, erkend Maar zij geloven ook dat elke neiging die hij misschien heeft om zijn eigen visie op te dringen zelfs catastrofaler voor het Amerikaanse beleid en voor de CIA zou kunnen zijn dan alles wat in de afgelopen jaren is gebeurd. Gevaar afwenden Dit gevaar zou misschien kunnen worden afgewend door een reorgani satie die in het bestaan van verschil lende met elkaar concurrerende centra van analyse zou voorzien. Hughes argumenteerde op overtui gende wijze in zijn bróchure „Bui tenlands beleid en het analyseren", tegen het idee van één groot centraal inlichtingenapparaat met goed afge bakende onderafdelingen, zonder overlappingen en daarom zonder meningsverschillen. Hij is niet tegen 'dubbel werk' omdat een onderwerp vanuit verschillende invalshoeken bekeken kan worden. Die verschillen kunnen voor de beleidsmakers zelfs nuttig zijn. Met elkaar concurrerende centra van analyse van inlichtingen zoals de CIA, het Pentagon en het ministe rie van buitenlandse zaken om maar drie te noemen, bestaan, maar hun concurrentie is in het verleden niet altijd nuttig geweest. Wanneer Schlesinger aan Carter een werkbaar voorstel kan voorleggen dat alle in lichtingendiensten onder één dak zou brengen, zoals door de meeste hervormers wordt bepleit maar dat tegelijkertijd de diensten de vrijhgifL. zou laten om hun eigen conclusies te trekken zonder ideologisch vooroor- James Schlesinger deel. hetzij van Schlesinger. hetzij van wie dan ook. dan zou hij het verdienen om de taak van ..inlichtin gen-opperhoofd" l«f*rtjgtn. Maar als hij Carter dit, met kan waarborgen dan kan de functie net zo goed aan een andere kandidaat gegeven wor jÜêd; en er zijn meer kandidaten dan de drie "aTe Irt dll üPllkël genoemd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 7