Gezondheid armsten in Chili opgeofferd aan de vrije economie vragen aan Poolse leiders Oppositie hekelt harde optreden politie en justitie 1 [ATERDAG 4 DECEMBER 1976 BUITENLAND In een vraaggesprek met NRC- Handelsblad nam de ambassadeur van Chili deze week de verdediging op zich van de huidige Chileense regering. Over de beschuldiging dat in Chili voort durend de rechten van de mens op grote schaal en grove wijze worden geschon den, zei ambassadeur José Miguel Barros; „Er wordt hier één land, het kleine Chili, uitgepikt om als doelwit voor een geza menlijke aanval te dienen van een aantal landen die, ieder om verschillende reden, tegen Chili zijn." Op de vraag of de huidige Chileense leider Pinochet steun vindt bij een meerderheid van het Chileense volk, antwoordt de am bassadeur; „Ik geloof stellig dat de meer derheid niet terug wil naar de chaotische situatie van ruim drie jaar geleden onder Allende. De meerderheid in Chili beseft dat wij een noodtoestand doormaken en is daarom bereid met het huidige regime samen te werken." In onderstaand verfhal komt een andere Chileen aan het woord. Hij kan zijn naam er niet bij zetten want hij woont nog in Chili en daar is het openlijk uiten van kritiek op de regering letterlijk levensgevaarlijk. Zijn verhaal gaat overigens niet over de onder drukking in Chili maar over de ge zondheidszorg. Het geeft aan hoe diep het beleid van het militaire regime ingrijpt in het dagelijks leven van de Chilenen. In de noodtoe stand, die nu al ruim drie jaar duurt, zijn ze niet alleen hun politieke vrijheid kwijt ge raakt, maar worden ze ook nog eens in hun alledaagse bestaan bedreigd, aldus onze Chileense medewerker. OPHWE „Meisje moet drie jaar wach ten op operatie". Dat stond als kop boven een artikel in de Chileense krant El Mercu- rio over de toestand van de kleine Barbara Rivera J., een meisje van elf jaar. Zij is het dochtertje van een nederige en bezorgde vrouw uit een klein restaurant in het centrum van Santiago en lijdt aan een chronische ont steking van de amandelen. „Eind juni ben ik met mijn dochtertje naar het zieken huis gegaan om haar te laten onderzoeken, maar ze zeiden dat ik één oktober maar te rug moest komen", vertelde de moeder. „In september was het veel erger geworden met de kleine. Daarom ben ik f,oen met geleend geld naar een dokter gegaan, voor ei- len rekening. Die zei toen dat let dringend nodig was dat de amandelen werden wegge haald." Voor iemand uit een arbei dersgezin, dat 600 pesos per maand verdient, is het een heldendaad om naar een spe cialist te gaan. die zich 150 pesos voor één consult laat betalen. Het spreekt vanzelf dat het voor deze mensen zin loos is om te denken aan de mogelijkheid van een opera tie in een particuliere kliniek, geheel op kosten van de pa tiënt of diens familie. De moeder had daarom geen an dere keuze dan te wachten tot de eerste oktober. Zij was er natuurlijk van overtuigd dat haar dochtertje in deze ernstige toestand onmiddel lijk in het ziekenhuis zou worden opgenomen. Wachttijd De dokter in het ziekenhuis bevestigde de diagnose van zijn collega, maar hij zei dat de operatie niet zou kunnen plaats vinden voor twin tig december 1979. „Maar dat is onmogelijk", riep de moeder. „U zelf zegt dat het meisje zo vlug moge lijk moet worden geope reerd!" „Ik weet het mevrouw, maar het kan niet eerder", antwoordde de arts. „De eni ge mogelijkheid is dat de kin deren die voor uw dochtertje op de lijst staan, achter el kaar dood gaan. Geloof me, het spijt me, maar ik kan niets voor u doen." El Mercurio loog, zoals ge bruikelijk, schaamteloos door dit geval een uitzonde ring te noemen. Maar de schending van het recht op gezondheid van de armen be hoort in het huidige Chili tot de dagelijkse werkelijkheid. Diepe crisis En dat is alleen maar het gevolg van een drastische in krimping van het budget dat de staat beschikbaar stelt voor de Nationale Ge zondheidsdienst. Deze dienst werd zo'n 25 jaar geleden op gericht om de gezondheid van alle Chilenen te bescher men en medische verzorging te bieden aan de gezinnen van de arbeiders. Ondanks al zijn beperkingen en zijn ge brekkige middelen slaagde deze dienst er in het verleden toch in, het sterftecijfer van de Chileense bevolking terug te dringen, vooral de sterfte onder de kinderen. De kin dersterfte was in 1972 lager dan ooit was geregistreerd. Ook op dit gebied stak Chili toen gunstig af bij de reét van Zuid-Amerika. Nu verkeert de Nationale Ge zondheidsdienst in een diepe crisis. De regering weigert de dienst de meest noodzakelij ke middelen te verstrekken. Het excuus van de regering is dat het onvermijdelijk is, zo veel mogelijk op de over heidsuitgaven te besparen om de inflatie te bestrijden. Maar na drie jaar van deze politiek bedraagt de gemid delde prijsstijging volgens de officiële opgave nog altijd acht procent per maand! En Pinochet zelf (de leider van de Chileense junta) verklaart dat hij al tevreden zal zijn als de totale inflatie dit jaar „niet meer dan" 180 procent zal zijn. Terwijl de overheids uitgaven voor de „nationale veiligheid" in een waanzinnig tempo blijven stijgen, kan de Nationale Ge zondheidsdienst honderden vacatures noteren; vacatures die niet zullen worden ver vuld met het oog op het her stel van de economie. De weinige artsen die op hun plaatsen zijn kunnen blijven, krijgen de tranen in de ogen van wanhoop bij het zien van de stroom van patiënten die ze niet kunnen helpen we gens gebrek aan de meest noodzakelijke spullen, zoals geneesmiddelen, verband en ziekenhuisruimte. Uitwassen Het is zeer waarschijnlijk dat El Mercurio bij het verhaal over het meisje Barbara ge dacht heeft dat het hier een zaak betrof die gemakkelijk als een uitzonderingsgeval was aan te merken. Het geval gaf het blad immers gelegen heid om de vinger te leggen bij de onbekwaamheid van bepaalde functionarissen, die zelf zonder twijfel de schuld bij de militaire regering wil len leggen. Het geval kan zelfs worden gebruikt om de aandacht weer eens te vesti gen op de ernstige uitwassen van een genationaliseerde ge zondheidszorg en de „voorde len" van particuliere diensten. Maar merkwaardigerwijs heeft El Mercurio zich deze keer, tegen zijn bedoelingen en gewoonte in. in dienst van de waarheid gesteld. De reac tie van het publiek op het verhaal in de krant dwong de directeur van de Nationale Gezondheidsdienst een ver klaring te geven. Dokter Re- né Merino sprak met een openhartigheid die hem best eens zijn baan zou kunnen kosten. Hij zei: „Wat er in het geval van dit meisje is ge beurd is geenszins een uit zondering. Het gaat hier om een ernstige situatie, die naar wij vrezen niet op betrekke lijk korte termijn is te verbe teren. Niet binnen zes maan den. zelfs niet binnen een jaar. Het zou misleiding van de bevolking zijn die verzeke ring te geven Catastrofaal Vervolgens verstrekte hij en kele gegevens die ons in staat stellen een idee te vormen van de catastrofale toestand waarin zijn dienst zich be vindt. In het ziekenhuis Ro berto del Rio. één van de grootste van het land dat ge specialiseerd is op kinderver zorging, is maar één neus-, keel- en oorarts. „Van januari tot september van dit jaar heeft deze functionaris 3580 consulten gegeven en 275 operaties verricht." Arme man, men kan van hem nau welijks meer verlangen. Er van uitgaande dat hij nooit vakantie neemt en nooit ge bruik maakt van het recht zelf ziek te worden, heeft hij gemiddeld achttien patiën ten per werkdag ontvangen en zeven operaties per week uitgevoerd. Volgens de direc teur van de ge zondheidsdienst zijn er in tal van grote ziekenhuizen in Santiago en elders helemaal geen neus-, keel- en oor- artsen. terwijl volgens zijn ei gen verklaring neus-, keel- en ooraandoeningen erg veel voorkomen in Chili. Handelswaar Natuurlijk kan men niet vol houden'dat er voor de arme delen van de Chileense bevol king toereikende medische zorg was. waar ieder mens recht op heeft, voordat de militairen aan de macht kwa men. Maar men maakte in die tijd op dit terrein onmis kenbare vorderingen en men was zich duidelijk bewust van de noodzaak nog meer te doen om de gezondheid van de allerarmsten te bescher men. omdat juist zij het meest gevaar lopen ziek te worden en een vroege dood te sterven. Op dit terrein is. zoals op zoveel andere, in Chili de klok vele tientallen jaren te ruggedraaid onder het be wind van Pinochet. Ondanks alle demagogische verklarin gen van deze dictator staat het vast dat het recht op ge zondheid in Chili bezig is te veranderen in een privilege van de bevoorrechte groepen. In het rationele kader van het momenteel heersende systeem is medische verzor ging vooral handelswaar. Dat is nodig om ook deze sector te kunnen voegen in het spel van „de vrije concurrentie". Het is daarom dat de over heidsuitgaven voor de ge zondheidszorg drastisch om laag zijn gegaan. Dit is tevens een wezenlijk aspect van de schending van de fundamentele rechten van een heel volk. Bij de duizen den die zijn verdwenen, ge marteld en vermoord door de geheime politie van Pino chet. komt ook nog eens de honger van de kinderen wier ouders werkloos zijn gewor den. (De gemiddelde werk loosheid is de laatste maand weer gestegen; volgens offi ciële cijfers moet zij zeven tien achttien procent be dragen.) Maar daarbij moet men ook nog eens rekenen de wanhoop van de talloze moe ders die jaren moeten wach ten voordat hun kinderen kunnen worden geopereerd en voor wie de wachttijd al leen maar kan worden ver kort door de dood van één van de kinderen die vóór het hare op de lijst staan. door J. den Boef De keiharde wijze waarop politie en justitie in Polen blijkbaar zijn opgetreden tegen deelnemers aan de arbeidsonlusten in juni, heeft geleid tot het ontstaan van een oppositionele groepe ring, die er niet voor terugschrikt harde woorden te richten aan het adres van de onzeker en nerveus geworden politieke leiders, van wie partijchef Edward Gierek nog altijd de belangrijkste is. van de leden van deze groepe ring (het „Comité ter verdediging ntb van de arbeiders", reeds uitvoerig v.d.1 vermeld in Trouw/Kwartet van 21.10 —521 - red.) is de dichter Jerzy Andrze- jewski. In een interview met een Westduits tv-station vertelde hij dat „de voornaamste moeilijkheid bij het streven naar verbetering van de situatie in Polen is gelegen in het |p wezen van het in de Oosteuropese ^■landen heersende communistische H| systeem, dat volledig door het Rus- Hl sische Imperium wordt beïnvloed en H|de elementaire waarden van mensen ^.en naties schendt. De verwezenlij- king van de vrijheid in het deel-van Europa waar dit systeem heerst ook in de DDR en Tsjechoslowakije is onmogelijk", aldus Andrze- jewski die voorts van mening is „dat in dit systeem, dat veel over mensen spreekt, de mens steeds minder waard is". ;ranl Fouten Een ander lid van het comité, de bekende econoom Edward Lipinski, stelde openlijk de vraag of het aan- is „dat de Sowjet- ambassadeur in Warschau zich op eenzelfde wijze meent te kunnen ge dragen als twee eeuwen geleden de vertegenwoordiger van tsarina Ka- (tharina". Lipinski meent dat voor het functioneren van „het om vele redenen noodzakelijke verbond met de Sowjet-Uni.e de ballast van het verleden overboord moet worden ge- gooid. De Sowjets moeten eindelijk un fouten (beginnende met het Rib- bentrop-Molotow-pact in 1938) open lijk toegeven, anders zal de atmos feer vergiftigd blijven". ten derde openlijke opposant is de jvroegere partijtheoreticus en minis- iter van opvoeding Wladislaw Bien- Jkowski. Deze 70-jarige politicus die al onder Gomoelka (in de periode tussen 1956 en 1970) aan de kant rerd gezet, heeft partijleider Gierek e vraag gesteld „of het aan de on- iacht van het regime ligt, dat de itholling van rechtsnormen en mo le waarden door politie en veilig- leidsdiensten wordt toegelaten, of at het bewust de willekeur steunt im het volk te intimideren". Bien- ;owski meent dat de uitwerking in beide gevallen „voor Polen fataal is". De vroegere partij theoreticus be schuldigde de autoriteiten van kortzichtigheid en onnadenkend heid. „Het is een tragische vergissing te geloven dat een systeem van ont wikkeld socialisme kan worden gere aliseerd met methoden, die overal door beschaafde mensen worden verafschuwd". Bienkowski meent dat „om nog erger te voorkomen, onmiddellijk politieke hervormin gen afgekondigd moeten worden, die het volk 'medezeggenschap geven, zulks in de naam van de burgerlijke en mensenrechten". Kerk Ook de (roomskatholieke) kerk neemt geen blad voor de mond. Zij heeft sinds de arbeidsonlusten op 25 juni herhaaldelijk een beroep op de autoriteiten gedaan, „amnestie te verlenen aan veroordeelde en ontsla gen arbeiders, die geen bestaansmo gelijkheid meer hebben, hun sociale rechten terug te geven". De kerk herinnerde voorts aan het recht van de arbeiders om op te komen voor hun persoonlijke en sociale verwor venheden. Zij kreeg geen antwoord, maar bleef haar oproepen herhalen „in het belang van het herstel van de sociale vrede". „Het gaat hier om het respecteren van rechten, die alle burgers heb ben. zonder dat mag worden gelet op de door hen beleden we reldbeschouwing, de aard van het werk dat zij verrichten en hun ver houding tot de partij", aldus de bisschoppen in een communiqué, waarin zij hun zorgen over het lot van de werkende mensen tot uitdrukking hebben gebracht: „Het is zeker ook zo dat het overwinnen van moeilijkheden zelfs econo mische slechts kan geschieden door uitbreiding en tegelijk waar borging van de burgerlijke vrij heden". De bisschoppen steunen de hulpac tie van het al genoemde comité, ten behoeve van de gezinnen van gear resteerde of uit hun werk ontslagen arbeiders. De kerk, die in Polen op nieuw een niet te onderschatten po litieke kracht is geworden, roept echter tevens op tot „matiging, tot gemeenschappelijke inspanningen, een goede werkprestatie, de bereid heid om tijdelijk af te zien van be paalde begrijpelijke verlangens en tot het in stand houden van een geordende samenleving". Stemming Deze oproep toont zonder meer aan hoe ernstig de bisschoppen de stem ming in Polen vinden een stem ming waarover zij beter zijn geïnfor meerd dan regerings- en partij apparaat. Het is echter de vraag of partijleider Gierek zich kan veroor loven amnestie te verlenen aan ver oordeelde arbeiders en alle betrok kenen te doen terugkeren in de be drijven waar zij voor de 25ste juni werkten. Een werkelijke verbetering van de voedselsituatie is nog niet merkbaar. De afschrikwekkende voorbeelden moeten blijkbaar nog dienst doen om de stadsbevolking in toom te houden en verder ge zichtsverlies te voorkomen. Harde aanpak Dat de arbeiders op en na de 25ste Juni hard zijn aangepakt, is de laatste tijd gebleken uit ooggetui gen-verhalen, die door het Comité ter verdediging van de arbeiders worden verspreid. Talrijke stakers en sympathisanten werden gearres teerd. Zij moesten spitsroedenlo- pen, werden in kamers of cellen ge worpen en geslagen. Aanvankelijk werden voorwaardelijke vrijheids straffen en boetes opgelegd, maar op bevel van hogerhand moesten de veroordeelden korte tijd later op nieuw terechtstaan om onvoorwaar delijke gevangenisstraffen over zich te horen uitspreken. De processen waren volgens de oog getuigenverslagen een farce. Verde digers die wilden protesteren tegen een ongeoorloofde gang van zaken, werden gemolesteerd. Mensen die niets met de staking te maken hadden, maar sympathie hadden voor de stakers, werden bij het ver laten van gerechtsgebouwen aange vallen. In de verslagen die door het Comité worden verspreid, staan de namen vermeld van de leden van het politie apparaat die zich op er gerlijke wijze hebben misdragen. Na de processen volgden ontslagen in de fabrieken en werd verhinderd dat op straat gezette arbeiders ergens anders werk vonden. Sommigen werden uit hun woning gezet. Socia le uitkeringen werden niet verstrekt. Tegenwerking Naar aanleiding van deze gang van zaken .werd het genoemde Comité gevormd, dat financiële en me dische hulp ging organiseren voor de in moeilijkheden gekomen gezin nen van veroordeelde en uitgestoten arbeiders. Het comité ondervindt enorme tegenwerking. Enkele van zijn leden zijn al eens gearresteerd, en worden ongeoorloofde huiszoe- keingen gedaan en het beleggen van bijeenkomsten wordt vrijwel onmo gelijk gemaakt. Officieel is gezegd dat het Comité niet kan worden erkend volgens een wet uit de jaren dertig (toen Polen nog een militaire dictatuur kende). De Poolse regering verdedigt zich met de opmerking dat zij een rege ring van arbeiders is en dat niemand de arbeiders tegen haar hoeft te beschermen. Zij ontkent dat men sen zijn vervolgd omdat zij gestaakt of gedemonstreerd zouden hebben. Veroordeeld werden alleen degenen die zich schuldig zouden hebben ge maakt aan criminele vergrijpen (zo als diefstal en beschadiging van za ken). die overal strafbaar zijn. Ont slagen werden alleen arbeiders die het bedrijf grote schade hadden toe gebracht. Maar niemand blijft zon der werk, want de grondwet garan deert recht op werk. Zwarte lijsten zouden niet bestaan. Achteraf Intussen beweren de Poolse autori teiten nu, dat de stakingen en de monstaties niet veel om het lijf had den. Achterai kan deze interpretatie aannemelijk lijken. Maar in de be wogen Junidagen dacht men er in leidende kringen in Polen (en in Oost-Dultsland en Tsjechoslowa kije, waar men snel maatregelen nam om het overslaan van de „brand" te voorkomen) anders over. Niet voor niets werden de prijsver hogingen, die aanleiding waren tot de onlusten, nog dezelfde dag onge daan gemaakt. Sindsdien probeert partijchef Gierek alleen maar de le vensomstandigheden van de Polen te verbeteren (met hulp van de Sow- Jet-Unie) en wordt er over prijzen niet gepraat. Overigens hoeft niemand In Polen honger of kou te lijden, ook al zijn kolen en verschillende levensmid delen gerantsoeneerd Dat er voort durend tekorten zijn. wordt ook door het hamsteren m de hand ge werkt. Er is een tekort aan vlees en vleeswaren, maar desondanks zijn er veel Polen die er moeite mee hebben met rundvlees genoegen te nemen, omdat zij liever (schaars ge worden) varkensvlees plet». *Tt sen pratea de Polen óver' oieb ders dan de voedselsituatie, waar door een crlslsmentaliteit ontstaat, die een spoedige verbetering niet bevordert. r

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 17