Een onbegrijpelijke 'Pinokkio' van vlees en bloed Vrijgezellenmachines - JlTERDAG 4 DECEMBER 1976 KUNST door G. Kruis Om maar direct met de deur in huis te vallen: nog nooit heb ik een tentoonstelling ge zien, die zo als droog zand aan elkaar hing als de „Vrijgezel lenmachines", die tot 2 janua ri 1977 in het Stedelijk Mu seum te Amsterdam gehou den wordt. En afgezien daarvan, van de ondui delijke manier van presenteren be doel ik. begrijp ik ook niet hoe een museum het aandurft zijn dage lijks publiek met een dergelijke ingewikkelde, maar vooral raadsel achtige materie op te zadelen. Even in 't kort de voorgeschiedenis zoals ik die vond in het bulletin van het Stedelijk. De Zwitserse kunsthistoricus Haral Szeemann organisator o.a. van de laatste Do- cumenta in Kassei, 1972 kreeg het idee voor deze expositie door het lezen van een boek van de Franse filosoof Michel Carrouges, „Les machines célibataires", de vrijgezellenmachines dus. Carrouges stelt daarin dat toen na de industriee revolutie de cultuur niet meer in staat was al haar ver schillende elementen in een door iedereen!!) begrepen beeld onder te brengen, allerlei kunstenaars onbe wust of soms bewust, werken maakten waarin dat wèl gebeurde. De naam „vrijgezellenmachine" leende hij van Marcel Duchamp, die zijn op twee glaspanelen ge schilderde „De bruid ontbloot door haar vrijgezellen, zelfs" zo noemde. En hij zei daar eens van: .Men kan het glas niet op zichzelf beschou wen doch slechts tezamen met de catalogus, die ik nooit gemaakt heb". Een meesterproeve van Duchamps beroemde vaagheid die zelfs een van de grote voorvechters van de moderne kunst. Sir Herbert Read verwarde. Want die duidde Du champ aan als een van de meest raadselahtige persoonlijkheden van de moderne beweging en vroeg zich zelfs af of zijn grote invloed niet vooral een gevolg was van die raadselachtigheid. Maar goed, uit een en ander kun je dus afleiden dat vrijgezellenma chines. soms helemaal geen machi nes hoeven te zijn. 't Kan allerlei kunstvormen betreffen, 't gaat om het idee erachter: „Een kunstwerk te scheppen dat alle aspecten van h*t wereldbeeld in zich verenigt" en die kunstwerken zouden dan .M samengaan van mechanische l tn organische eigenschappen in I een gesloten circuit" gemeen heb- I ben. Hoofdthema's: religie, autori- teit. erotiek. f Toen de moderne machine zijn in- trede deed. ontstond er een nieuwe toestand voor de mens; bij zijn eventuele religieuze relaties, die met de medemens en die met zijn liefsten. kwam er nu ook de machi ne en hij is zich kennelijk vanaf dat begin direct gaan afvragen wat daarvan uiteindelijk moest te rechtkomen. In een film als „Metropolis" van Fritz Lang (1926) is die mens zo met hart en ziel aan die machine toege wijd, dat hij er door opgeslokt wordt en de. dan wel niet machina le. maar toch kunstmatige schep ping als het „monster" van Fran kenstein, veroorzaakt tenslotte toch ook de ondergang van zijn maker. Nutteloos Niet alleen literatoren en filmma kers. maar ook beeldende kunste naars werden door de machine be zig gehouden. Machines, technische installaties in 't alge meen kunnen soms prachtig zijn om te zien rijd 's avonds maar eens door een industriegebied als Europoort en kunstenaars zagen die schoonheid en beperkten zich tot het gebruik van bepaalde, hun aansprekende vormen daarvan, zonder zich verder te bekommeren over de eventuele werking. De ma chines die zij afbeelden zijn dus in feite helemaal nutteloos, volkomen onzinnig, onmogelijk, dienen tot niets, maar stellen wèl wat voor: een machine. En dat is dan (o.a.) een vrijgezellenmachine. Maar dat is lang niet alles, (want tenslotte gaat het om een „door lederen begrepen beeld") dan word je en ik hou me nog steeds aan de folder weer geconfronteerd met de „mannelijke en vrouwelijke ele menten" die zo'n „machine" ook moet bevatten, zoals „Het 'Grote Glas" (een kortere naam voor dat paneel) van Duchamp of het aan de hand van diens beschrijving nage bouwde martelwerktuig uit Kaf ka's „Strafkolonie". „De vrijgezellenmachine is een fan tasiebeeld", lees je dan ik moet steeds citeren omdat ik er zelf geen zinnig woord over zeggen kan „dat liefde en libido omvormt tot een doodstechniek. (Vrijgezel bete kent in deze context ook niet onge huwd, kuis of iemand die in een staat van onthouding leeft, maar het slaat op een conflict tussen twee passies, tussen libido en wens. die nooit één worden). De vrijgezel lenmachine is niet alleen een me chaniek, maar het is ook een situa tie." En zo gaat het maar door, alles op drie pagina's samengeperst: de vrijgezellenmachine wijst niet de erotiek af, maar wel de voortplan ting. afgeleide vormen van seksue le energie, zoals bij de religieuze secte van de Shakers, liefdesmachi nes, homoseksualiteit, vrouwen haat of de rol van de media op weg van de tweedimensionale wereld naar de vierdimensionale Dat ik steeds de gewone maande lijkse folder van het museum aan haal is omdat ik ervan uitga, dat de meeste bezoekers van deze ten toonstelling het daarmee zullen moeten doen. De catalogus, een hele dikke weliswaar, kost 19.50 dat kan niet iedereen zomaar neertellen en is bovendien alleen maar verkrijgbaar in een gecombi neerde Frans-Duitse of Engels- Italiaanse uitgave. Als je die een paar weken tevoren koopt, je ook verdiept in het boek van Carrouges en je komt dan nog eens terug, welnu dan is er misschien een mo gelijkheid dat je er niet al te vreemd meer tegenover staat. Leonardo Maar ik zou me kunnen voorstel len, dat je ook dan nog met de handen in het haar blijft ronddo len. Want zó is je op 't hart gedrukt dat b.v. fantasiemachines van vroe ger. die later uitvoerbaar bleken, zoals de ontwerpen voor een pantserwagen, de helicopter of de afstandsmeter van Leonardo da Vinci in ieder geval géén vrijgezel lenmachines zijn en zó zie je de modellen ervan op de tentoonstel ling. 't Is natuurlijk ook aantrekke lijk om dat soort zaken te laten zien. Maar zo'n fraaie, echt tekenende of schrijvende 18e eeuwse pop en daar zijn jammer genoeg dan weer alleen foto's van telt weer wèl mee. omdat het een machine is om kunst te maken, net als die beruch te bibberdingen van Jean Tinguely. Hoewel diens programmering niet zo nauwkeurig behoefde te zijn 't Is een wonderlijke rondgang, langs de blikkerige robot Anatole uit 1947. die er, afgezien van zijn enorme afmetingen en zijn indruk wekkende relais, toch erg speelgoe dachtig uitziet; langs foto's uit Frankenstein-films (en -strips) en Metropolis, kom Je in een zaal. waar naast een vroege prent van de latere kubist Kupka. een foto uit „Modern Times" (machines!) (èn een beroemdheid als Chaplin! plot seling geconfronteerd wordt met een aantal werken van Eduard Munch:het prototype van de vrijgezelle-kunstenaar voor wie de vrouw een pijnlijke en kwellende verschijning is 't Is ook een manier om diens bewogen oeuvre te benaderen, maar niet de mijne 't Gaat ook kennelijk ook niet zo zeer om kunst dan wel om het idee Carrouges'Szeemann te visualise ren. Een idee. waar Je alle kanten 'mee uit kunt. want zo na de prach tige bladen van Munch sta je weer voor de ontwerpen voor en foto's van de wonderlijke en verdrietige machines van Heinrich Anton Mtil- ler die ook al op de Documenta te zien waren. Müller was een boe renknecht. die in 1903 een machine uitvond om wijnranken te snoeien. Dat idee werd hem afhandig ge maakt en anderen brachten het ap paraat op de markt. Dat zal wel tot een verergering geleid hebben van de hem kwellende geestesziekte, waarvoor hij in 1906 werd opgeno men. In de inrichting bouwde hij al maar machine-achtige toestanden uit metaalresten, oud brood en zelfs van zijn eigen uitwerpselen. Hij zocht naar het perpetuum mo bile zoals zovelen voor (en na) hem. Vervelend Uiteraard is Duchamp vertegen woordigd met zijn beroemde (ge componeerde) ready made van het fietswiel op het keukenkrukje dat kent iedereen een levensgro te reproductie van „Het Grote Glas" en zijn uitermate vervelende Mona Lisa met de snor. De woorddronken, maar zeer originele Jarry is er en (hij zal er niet zijn) Andy Warhol met zijn serie electrtsche stoel, want ook de electriciteit en de bliksem behoren net als de gewichtloosheid, de tijd. de fiets, het voyeurisme en dat al eerder genoemde perpetuum mobi le. tot de thema's van de vrijgezel lenmachines. En niet alleen kunst; nog een paar namen Dall uiteraard Klap- heck. Picabia, Lindner. Ernst. Ray. De Chirico maar ook tekeningen en (zelfs foto's van ongelukken met) primitieve en obscene lustma- chlnes die eigenlijk bijster trieste illustraties zijn van een ontstellen de menselijke eenzaamheid. Zelfs, als ze. zoals bij Tomi Ungerer. zoge naamd humoristisch bedoeld zijn. Ik ben me ervan bewust een zeer vage indruk te hebben gegeven van wat er precies op deze expositie te zien is. De preciese bedoelingen achter dit alles zijn me ook bij een tweede bezoek niet werkelijk dui delijk geworden. En ik denk dat het te velen zo is en zal vergaan. Ik pleit helemaal niet voor een ver trossing van het museumwezen, het publiek mag er best eens ge confronteerd worden met niet al te alledaagse zaken, mag best eens opgepept worden verder te kijken dan zijn neus lang is. maar dan moet dat wel op een museale ma nier gebeuren. Hoogmoed Want dit is een liefhebberij-project van enkele hoogmoedige lieden, die wat aan 't dollen geweest zijn met wazige filosofieën, mensen, die er kennelijk zeker van zijn dat de in hen opkomende ideeën, van univer sele betekenis waren. Dat was allemaal nog niet zo erg geweest als ze een en ander binnen de muren van een kunsthistorisch instituut hadden gehouden, 't Be treft zoals gezegd een idee. 't onder zoek is nog maar net op gang. nog lang niet afgerond en er valt nog genoeg over te discussiëren. Maar hoe interessant dat onderzoekje voor de ingewijden, voor de specia listen zeker geweest zal zijn. de tentoonstelling, die eruit is voort gekomen zegt erg weinig. De bege leiding zou het hier moeten doen en die begeleiding deugt niet. Het vouwblad is te summier, de catalo gus te specialistisch en. voor een dergelijk in feite toch ook nou weer niet bepaald wereldschokkend pro ject. overdreven uitgebreid. Kortom, een puur elitaire aangele genheid. wat ook blijkt uit het ont breken van een Nederlandstalige catalogus. De mensen, die een mu seum „frequenteren", spreken al tijd wel een paar talen, nietwaar? TROUW/KWARTET 13 J t. J 'V. door T. van Deel Van de boeken uit je jeugd weet je meestal alleen nog details. Zo zal ik nooit de blote voetjes, „rood en blauw van de kou", vergeten waarmee het kleine meisje van Van de Hulst de torentrap opklimt, in haar witte nachtpon, om boven bij de grote klokken haar gebed om beterschap van haar doodzieke broertje door hen kracht bij te laten zetten. Ook Is uit mijn hoofd niet meer weg te denken het beeld van het kleine meisje met de zwavelstokken, ge hurkt tegen de muur. Ijskoud en al stervend ziet ze er dwars doorheen een feestmaal aan de gang, en de gans waggelt van de tafel met het mes In z'n rug. Wat me verder sterk van dat schitterende Andersen- verhaal bijbleef is de bevrijdende slotpassage, waarin de grootmoeder het meisje meeneemt en waarheen ze gaat daar bestaat „geen koude en honger, geen vrees". Beelden, beelden. Een takshond, een paar jongens op een eiland in de Zuidzee, een leeuw in de wildernis, een paar rennende haasjes in hun pootjes snijdt de sneeuw met hon den achter ze aan, die ze net niet te pakken krijgen want de deuren van het kerststalletje sluiten zich voor hun neus. Dat was een katholiek verhaal. Lange neus „Pinokkio" heb ik nooit zo'n aardig boek gevonden. Wat ik me ervan herinner is wat iedereen er zich minstens van herinneren zal. Bij voorbeeld dat Pinokkio als hij liegt een lange neus krijgt en als hij ermee doorgaat een nog langere. Daar zal ik dan wel eens bang voor zijn geweest als ik loog Ook zie ik Pinokkio zitten in het binnenste van een enorme vis, een houten Jona die tenslotte de weg naar buiten vindt en zelfs een Jonge tje van vlees en bloed wordt. Misschien was het wel om dat hout van z'n lijf, dat lk Pinokkio niet zo mocht. Die bliksemse kwajongen kon met dat houten onderstel van hem lopen dat niemand hem bij hield, hing men hem op, dan duurde het uren voor hij begon te stikken en dan was er nog alUjd een turkoois- blauwe fee die hem redde, sprong hij In zee dan bleef hij drijven, kwam hij in het gevang dan was het geluk met hem en werd hij bij vergissing vrijge laten. Dat weet lk nu, want ik heb zojuist Pinokkio herlezen. Ik weet nu ook zeker waarom lk het destijds maar niks vond. want déze Pinokkio ken lk niet Ik ken alleen Pinokkio van Walt Disney. Als Pinokkio bij Disney liegt groeit zijn neus aan en komt er op de punt een vogelnestje te zitten. Dat is sensationeel verzinsel want de échte vader van Pinokkio. de Itali aanse auteur Carlo Lorenzi (pseudo niem: Collodi). schreef dat rond 1880 In 't geheel niet. Ok was de vis geen walvis, maar een reusachtige haai. Maar dit zijn kleinigheden. Walt Dis ney is veel érger. De echte Collodl's „Pinokkio" de enige éch te Pinokkio Is een boek dat geen bewerking behoeft. Het is springle vend, zoals dat heet. De marionet is een weergaloze schavuit, een luie do moor. een zwerver die op z'n tijd in snikken uitbarst, maar hij is daar tenminste iemand. Op gezette tijden deelt Collodi die enorm helder schrijven kon mee dat het brandhout een goed hart heeft en ik denk dat niet alleen de pedagoog hiervoor verantwoordelijk is. Pinok kio még eenvoudig niet uitsluitend van hout zijn. want anders zou hij geen boeiende held van een verhaal kunnen wezen. We weten dat Collodi in een eerdere versie Pinokkio heel onpedagogisch liet hangen aan de grote Eik en hem daar liet sterven In die afronding zit geen troost, het is zelfs een beetje vreselijk. Op verzoek knoopt Collodi voor de boekuitgave er nog een reeks avonturen aan vast. die uitlopen op Pinokkio's hereni ging met zijn vader en op een complete verandering van gedrag. De schelm wordt een fatsoenlijke marionet, en zelfs een fatsoenlijke jongen Het hout heeft een hart van goud gekregen en is daar vlees en bloed van geworden. De duidingen van „Pinokkio" zul len wel menigvuldig zijn, ik ken ze niet De vertaalster van deze nieuwe uitgave schrijft in een kort nawoord dat Pinokkio's avonturen een duide lijke reeks vormen: belofte, verzoe king. aarzeling, schuld, straf, be rouw, op de proefstelling, redding, beloning. Een kind zal zich deze psy chologische opeenvolging der ge beurtenissen natuurlijk nooit reali seren, maar ik geloof wel dat er een algemeen effect van uitgaat. Pinok kio maakt het bont. maar hij zoekt zijn vader en moeder. Pinokkio ver kwanselt de liefde van zijn vader, maar hij duikt pardoes in de woeste zee om diens leven te redden; Pinok kio doodt de sprekende krekel, maar tenslotte luistert hij naar dit dier dat als zijn geweten gaat functioneren. Het ligt er aan hoe moralistisch men zo'n slot vindt mij stoort het niet. Ik ervaar het gevoel van bevrijding, van een veilig thuis, een nieuw leven. Juweel Daargelaten dus alle vergelijkingen met de Klassieken, met de grote Italiaanse vertellers, met Collodl's biografie, met de toestand in Italië tijdens het Risorgimento, daargela ten ook de dikwijls vulgaire wijze waarop Pinokkio de jeugd onder ogen kwam (Walt Disnev is daar een pijnlijk voorbeeld van) het origi nele Pinokkio-verhaal pleit voor zichzelf. Na Mazzanti, die de eerste druk illus treerde. na onder meer Rie Cramer die een Nederlandse editie ver luchtte. heeft nu William D Kuik „Pinokkio" voor zijn rekening geno men Wie zijn werk kent weet hoe goed hij dat kan. De uitgave van deze échte „Pinokkio" is ook boektechnisch gezien een Juweel. Carlo Collodi. De avonturen van Pi nokkio. de geschiedenis van een ma rionet. Vert. d. J H. Klinkert - Pot ters Vos. met ill. van William D. Kuik. Amsterdam, Arbeiderspers, 1976, 216 bladz. ingebonden 37 50. (ADVERTENTlEt UNIEBOEK TOP TIEN D« tien meest oefcoebte boeken In november 1978 1. Ren Poortvliet en Wil Huvgen LEVEN EN WERKEN VAN DE KABOUTER'4S.80 IVen HoAeme 6 Warendorl) 2. Men Poonvhet HIJ WAS EEN VAN ONS MI.SO (Ven Holkema Warendorf) 3. Ren Poortvliet TE HOOI EN TE ORAS<49.» (Vsn Holkama b Warendorl) 4 Günter Schomeekers OC AMERIKAANSE BURGEROORLOG724.10 (Fibula-Van Dtshoeck) 5. Leonard «Je Vrws BLOEMPJES DER VREUGDF1S.S0 (F<hjte-Van Dohoeck) 6. Mana Oomken» MIJN El EN IKM4J0 (Van Holkema Warendorf) 7. Leo Heaps DE GANS IS GEVLOGEN724.K IVan Holkema b Warendorl» 8. HubrnJW Duiker DE COMPLETE WIJNLIEFHEBBER MS.I0 (Van Oishoeckl 9. O'ck Laan PINKELTJE EN DE BIBELEBONSE PAP IVan Holkema b Warendorll 10. LeeMackeruie IDs Gocxse Uitgever») h Max Ernst: „von minimax dadamax selbst konstruiertes maschinchen. Scène uit de film ,,Het monster van Frankenstein". Machine om liefde op te wekken, gebouwd naar de ideëen in ,,Le Surmale" (Superman) van Alfred Jarry Een tekenende pop van Jaquet-Droz, 1770 in beide richtingen te J. Carelman: „Byridette Symetrique" om blindelings kunnen fietsen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 13