Manusama: vrijheidsdrang
is niet te onderdrukken
Solovlieger dacht vier maal aan opgeven
Rechtuit om
een hoekje
Nederland speelt met vuur,
zegt president in ballingschap
Rob Kok in spoor van de eerste KLM-vlucht naar Indonesië
KTERDAG 4 DECEMBER 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTTTn
door Jan Sloothaak
CAPELLE AAN DEN IJS-
SEL Vanuit zijn flat
aan de rand van Capelle
aan den IJssel heb je een
weids uitzicht. Dat wel,
imaar het is natuurlijk
geen Ambon of Ceram.
„Of ik heimwee heb? O ja,
enorm, ik zou moren terug wil
len. mijn vrouw en ik hebben
het er bijna dagelijks over hoe
dat zou zijn." Ir. J. A. Manusa
ma (66) constateert dat er ei-
•genlijk nog niet zo veel ge
beurd is om de terugkeer van
de Zuid-Molukkers naar hun
land mogelijk te maken, al is er
wel een toenemend besef dat
er wel iets móet gebeuren. „Al-
i gemeen ziet men nu tenminste
in dat er een probleem is; in
het verleden bekommerde
men zich er niet om."
Praten over het feit dat de
gijzelingsacties in Beilen en
i Amsterdam nu een jaar gele-
1 den zijn? Aan de andere kant
van de lijn is het even stil. Dan
„Nee. ik wil niet praten als het
in. die sfeer wordt getrokken.
Er zijn doden gevallen; nee.
dat. kan ik niet doen. Maar u
bent welkom als u komt praten
over de Zuidmolukse zaak als
zodanig."
Je moet met de lift acht verdie
pingen omhoog om bij de flat
te komen die ir. Manusama, na
zijn pehSionering bij het on
derwijs. in Capelle aan de IJs
sel heeft betrokken. De presi
dent in ballingschap van de
Zuidmolukse republiek (RMS)
heeft er geen moeite mee van
wal te steken. Hij praat al
sinds hij in 1952 met een prauw
van Ceram naar Nieuw-Guinea
.overstak om de zaak van de
RMS te bepleiten. Sindsdien is
t veel gebeurd. Behalve pra-
tn was er ook geweld Was-
\t seiaar. Beilen. Amsterdam en
k<*t geleden weer Vaassen
er werd een commissie van
overleg tussen de Zuidmoluk
kers en de Nederlandse rege
ring ingesteld. een rtc-
Segijzelde richtte zelfs een lan
delijk actiecomité op om de
Zuid-Molukkers te steunen.
Geen antwoord
Manusama: „Ja. maar het
blijft aan de oppervlakte, het
belangrijkste blijft op de ach
tergrond. Een betere verhou
ding tussen de Nederlanders
en de Zuidmolukkers hier in
Nédérland is belangrijk, maar
daar gaat het niet om. Alleen
maar begrip voor de Zuidmo
lukkers hier. zonder daden in
het beleid ten aanzien van In
donesië, dat is niet vol
doende".
Ir Manusama zijn woorden
altijd zorgvuldig overwegend
zou wel eens willen weten
waarom er geen antwoord
komt op brieven die ver
zetsgroepen op de Zuid-
Molukken zelf naar premier
Den Uyl hebben gezonden. Die
brieven zijn in oktober aange
komen. Hij Manusama zelf
heeft er afschriften van ge
kregen. Er staat het verzoek in
om het antwoord via hem te
laten gaan. De heer Den Uyl
heeft (nog) niet gereageerd.
Jammer, vindt de heer Manu
sama.
Een voor hem belangrijke bij
komstigheid is dat het verzoek
om het antwoord via hem als
president in ballingschap is ge-
daan, door alle drie ver
zetsgroepen is gedaan. Hij ziet
er een zekere erkenning in. Die
groepen zijn de Verzetsorgani
satie Zuid-Molukken, de De
mocratische Partij in de Zuid-
Molukken en de Islamitische
Verzetsorganisatie. „De Isla
mieten zijn nog fanatieker dan
de christenen. Dat bewijst ook
al weer dat het verzet niet een
zaak is van maar een paar
christenen, zoals Indonesië in
het begin altijd zei".
„Hele volk"
Enkele dagen geleden is er in
Assen een ontmoetingsdag
met Zuidmolukkers geweest,
georganiseerd door de PSP, in
samenwerking met de PPR, de
PvdA en het GPV. Ir Manusa
ma is vooral ook gelukkig met
die linkse belangstelling. „Wij
hebben altijd gevonden dat
onze zaak niet een kwestie is
van links of rechts, maar van
het gehele Nederlandse volk."
Links had zich echter noon
druk om ons gemaakt; men
was het eens met Indonesië."
Ir. Manusama constateert met
genoegen dat de PSP in haar
ontwerp-program verantwoor
delijkheid erkent ten aanzien
van de Zuidmolukse zaak,
maar hij werpt zich daarom
nog niet meteen in de armen
van links.
„De taal van rechts is ons ver
trouwder; we moeten wel in de
gaten houden met welk doel
links dit doet." Zorgvuldig zoe
kend naar goede formulerin
gen: de linkse belangstelling is
gewekt door bevrijdingsbewe
gingen overal in de wereld die
strijden tegen de „kapitalis
tische overheersing." „Als
links Nederland zich dan nu
wil inzetten voor bijvoorbeeld
de vervolgde communisten op
Burn, akkoord; maar het moet
niet alléén gaan om de bevrij
ding van die linkse bewegin
gen. Na de bevrijding moet er
ook plaats zijn voor andere
groeperingen". Als die gezind
heid er is, ziet Manusama kan
sen voor een samenwerking
tussen communisten en
rechtse groeperingen. De
linkse belangstelling in Neder
land en de feitelijke strijd in
Indonesië zelf komen pas dan
op één lijn.
Van binnenuit
Hoe belangrijk de strijd op an
dere fronten (vooral in Neder
land) ook is, de werkelijke
doorbraak zal toch van binne
nuit moeten komen, in Indone
sië zelf. De strijd kan alleen
gelukken als die van onderaf
komt. en daarbij is de onder
linge solidariteit van de ver
zetsbewegingen van belang.
Daarom vindt Manusama het
jammer dat een linkse bewe
ging als het Fretilin op Oost-
Timor zich afzet tegen de Zuid-
Molukken. „Fretilin-leider
Horta heeft gezegd de Zuidmo
lukse zaak te beschouwen in
het licht van de onafhankelijk
heidsproclamatie van Indone
sië; hij zegt daarmee dat de
Zuid-Molukken op één lijn zit
ten met Indonesië. Dat is voor
ons onaanvaardbaar. Ik vind
het onverstandig van Horta
dat hij dit heeft gezegd. Je
kunt je eigen positie verster
ken door te erkennen dat je
vooi hetzelfde doel strijdt, ook
al verschil Je van politieke op
vatting." De Papoea's op
Nieuw-Guinea zien het volgens
Manusama beter. „Wij voelen
ons overigens wel verbonden
met de mensen op Oost-Timor.
Die worden ook verdrukt.
Daarom willen wij wel samen
werken."
Tragisch
Als de erkenning van de
zelfstandige rol die elke ver
zetsbeweging afzonderlijk kan
spelen er niet komt. is het ver
zet volgens de RMS-leider tot
mislukken gedoemd. In 1957,
toen er een opstand was tegen
het Soekarno-regime, heeft hij
in Genève een onderhoud ge
had met een vertegenwoordi
ger van de verzetsleider, Sumi-
tro, over mogelijke samenwer
king.
„Het tragische was dat er wel
verzet was tegen het regime,
maar dat tegelijk werd vastge
houden aan de eenheid van de
Indonesische staat. Men wilde
wel met ons in zee. maar alleen
als we erkenden deel uit te
maken van de Indonesische
staat. Het is toen heftig gegaan
en ik heb gezegd dat een gele
genheid om het Indonesische
regime omver te werpen voor
bijging. Ik ben in het gelijk
gesteld; twee jaar later is de
beweging ln elkaar gestort. Al
leen verzet van onderaf, met
erkenning van ieder rechten,
kan slagen. Er is nog nooit een
generaalsregime geweest dat
zich heeft kunnen handhaven.
Vrijheidsdrang is niet te onder
drukken."
Is het Indonesische juk een
maal afgeworpen dan valt er
best mee te praten over een
nieuwe eenheid, althans met ir.
Manusama. „Maar dat moet
dan van onderaf, in vrijheid,
zoals ook de Europese Ge
meenschap (zij het moeizaam)
werkt aan het tot stand komen
van een eenheid."
Eens een opstand
Manusama gelooft dat er eens
een opstand zal uitbreken op
de Zuid-Molukken en hij
maakt zich er zorgen over dat
Nederland daar —volgens hem
niet op is voorbereid.
„Het broeit er zo dat er nü een
opstand zou kunnen uitbre
ken," meent hij. Maar hij voegt
eraan toe: „Ik moet wel voor
zichtig zijn met zulke uitspra
ken, want ondanks onze goede
contacten met de Zuid-
Molukken is het moeilijk de
toestand van een afstand vol
ledig te beoordelen". Het grote
probleem is volgens de RMS-
leider dat Nederland niet is
voorbereid. „Als er een
opstand zou uitbreken, hoe
denkt u dan dat dit uitwerkt
op de Zuidmolukkers in Neder
land? Ik ben bang dat de ramp
niet te overzien zou zijn."
De Zuidmolukkers zeker de
jongeren zouden volgens
Manusama niet meer in de
hand te houden zijn en het
geweld zou opnieuw de kop
kunnen opsteken.
„Nederland hoeft van ons niet
de oorlog te verklaren aan In
donesië, maar het is wel het
eerst aangewezen land om zijn
stem te verheffen. Aan de fi
nanciële hulpverlening aan In
donesië en Nederland speelt
daarbij ook Internationaal een
belangrijke rol moeten voor
waarden worden gekoppeld,
niet als drukmiddel maar uit
ethische overwegingen".
Spel met vuur
Volgens Manusama zal Neder
land aan Indonesië duidelijk
moeten maken ingeval van een
opstand solidair te zullen zijn
met de Zuid-Molukken. „Niet
alleen wegens ons historische
recht maar ook uit eigen be
lang, alleen al omdat men hier
ook met een opstand te maken
zou krijgen. Zo'n houding zou
Indonesië wellicht aansporen
ons volk nog meer onder druk
te zetten, maar dat kan dan
misschien ook weereen oplaai
end verzet veroorzaken".
Nederland speelt volgens de
RMS-leider met vuur door niet
tegen te spreken als Indonesië
beweert dat de Zuidmolukse
kwestie een zuiver Neder
landse zaak is. Er kan een ge
vaarlijke situatie ontstaan.
„Indonesië is er alleen maar op
uit ons in diskrediet te bren
gen en onrust te zaaien. Als de
Indonesische ambassade
ermee doorgaat brochures te
versturen naar de Zuidmoluk
kers in Nederland en dat
gebeurt! dan krijg Je onrust.
Dergelijke provocaties maken
het niet ondenkbaar dat op
nieuw situaties ontstaan waar
in geweld mogelijk is".
De heer Manusama straalt ver
ontwaardiging uit als hij ver
telt dat de Indonesische am
bassade een Indonesisch ge
zinde Zuidmolukker heeft aan
gesteld, die speciaal belast is
met de Zuidmolukse zaak in
Nederland. „Hoe rijmt dat met
hun opvatting dat onze zaak
een zuiver Nederlandse aange
legenheid is? Als Nederland dit
op zijn beloop laat, maakt men
zich mede schuldig. Nederland
zal tegen Indonesië moeten
zeggen; wij houden rekening
met jullie; houden Jullie dan
ook rekening met dit probleem
voor ons. In geval van een
opstand zullen wij solidair
moeten zijn met de Zuid-
Molukken, omdat we er hier
anders ook de dupe van
worden".
Spreekverbod
Toen Manusama indertijd als
minister van defensie van de
RMS de wijk nam naar Nieuw-
Guinea en Nederland om de
Zuidmolukse zaak te beplei
ten. trof hij een politiek kli
maat dat het hem niet gemak
kelijk maakte. De Nederlandse
autoriteiten waren weinig ge
lukkig met zijn activiteiten en
legden hem tot 1957 een
spreekverbod op. Nu. gepensi
oneerd bij het onderwijs en ge
promoveerd van minister tot
president ln ballingschap,
vecht hij nog steeds. Oelooft
hij zelf ooit nog eens terug te
keren?
„Ik zou niets liever willen,
maar het gaat om mijn volk. Ik
denk altijd maar aan het ge
dicht van Roland Holst, „Ik zal
de halmen nooit meer zien.
Als de bevrijding niet tijdens
zijn presidentschap komt, dan
wellicht onder zijn opvolger,
de huidige vice-president in
ballingschap P. W. Lokollo.
„De tijd werkt voor ons. Niet
alleen dat er nu eindelijk een
overlegorgaan komt, niet al
leen door de belangstelling uit
het linkse kamp maar ook door
een algemene wijziging van
het politieke klimaat. De gene
ratie van de politici die er zelf
bij betrokken zijn geweest,
verdwijnt. Er is nu een genera
tie gekomen die er niet zelf bij
betrokken was, maar de kwes
tie als een sociaal maatschap
pelijk vraagstuk ziet. „De vori
ge generatie politici zat nog
met de gedachte dat Neder
land een koloniale mogend
heid was geweest. Men wilde
niet de indruk wekken op een
sluwe manier toch weer in
vloed in Indonesië te krijgen
De jongere generatie zit na
tuurlijk wel met een stuk erfe
nis, maar heeft veel meer res
pect voor de behoefte aan vrij
heid".
Van een onzer verslaggevers
TEUGE „Ik denk dat ik me onderweg, voornamelijk als de
weersomstandigheden bijzonder slecht waren, een maal of vier
heb afgevraagd of ik moest doorgaan of dat ik er beter aan deed
terug te keren". Aldus de 32-jarige Rob Kok uit Barneveld, die
donderdagavond veilig neerstreek op het vliegveld Teuge na een
solo-vlucht met een éénmotorige Cessna 182 naar Indonesië
(ruim 15.000 kilometer).
Rob Kok; wapens aan boord.
Kok —'enthousiast sportvlieger, ver
tegenwoordiger in medische artike
len vloog naar Indonesië in het
spoor van de eerste postvlucht die in
1924 door de H-NACC, een Fokker F
VII, naar Nederlands-Indië werd ge
maakt. De fokker had een driehoof
dige bemanning met als gezagvoer
der A. N. J. Thomassen Thuessink
van der Hoop. Kok deed het in zijn
Cessna op zijn eentje.
Op zijn eentje, dat wil zeggen, op een
paar duizend kilometer na. Toen hij
namelijk op zaterdag 30 oktober wil
de vertrekken, zat Teuge potdicht.
Toch wilde hij zich graag aan het
schema houden, dat hij tijdens een
voorbereidingstijd van ruim een Jaar
nauwgezet had uitgestippeld. Om
dat hij geen bevoegdheid bezit om
op instrumenten te vliegen, loodste
een collega-vlieger hem door de mist
naar Belgrado, vanwaaraf hij de reis
alleen voortzette.
Op 13 november kwam hij behouden
in Djakarta aan, na zestig vlieguren
in twaalf vliegdagen. Een gemiddel
de snelheid van 230 kilometer per
uur. De Fokker had er destijds 127
uur over gedaan, verdeeld over twin
tig dagen, wat neerkwam op 120 kilo
meter per uur. Van der Hoop en zijn
mannen moesten een noodlanding
maken in het Bulgaarse Plowdiw. De
motor werd daarbij zo zwaar bescha
digd dat een nieuwe moest worden
aangevoerd. Na aankomst in Bata
via werd de kist gedemonteerd en
met de bemanning verscheept naar
Nederland.
Vice versa
Kok wilde met de Cessna een re
tourvlucht Nederland-Indonesië ma
ken. De terugreis verliep naar wens
tot aan Selahiye. vijftig kilometer
ten zuiden van Kayseri in Turkije
Doordat op een gegeven moment de
oliedruk wegviel, moest hij een
noodlanding maken Het toestel
vloog over de kop en was total loss.
De vlieger zelf kwam er bijzonder
goed af.
Van drie kanten werd hem een toe
stel aangeboden om de reis te kun
nen voortzetten. Waarom nam hij
dat aanbod niet aan en kwam hij per
KLM terug? Kok: „Ik had wat
schrammen opgelopen. Aan het
hoofd vooral, maar dat had niets te
betekenen. Erger was cjat ik het ge
voel had een gescheurde spier te
hebben. Zo'n vliegtuigje moet volle
dig met de handen bestuurd worden,
en dat vertrouwde ik niet helemaal."
Kok is een wat zuinige prater wat
betreft deze onderneming, waarbij
hij meer dan 25.000 kilometer alleen
heeft gevlogen. „Ik ben met stille
trom vertrokken, ik had gedacht ook
met stille trom te zullen terugko
men", zei hij. toen hij anderhalf uur
later dan verwacht op Teuge landde.
Een paar honderd mensen hebben
hem met applaus, bloemen, cadeaus
en speeches gehuldigd. Ook de KLM.
die in alle opzichten heeft meege
werkt. was present. Een vertegen
woordiger daarvan bood een medail
le aan met een toepasselijke inscrip
tie („In het spoor van de H-NACC"
enz.). Hij sprak, hoewel het niet hele
maal verliep zoals de Barnevelder
zich had voorgesteld, van een unieke
prestatie. „Bij ons mag iemand pas
als tweede man mee naar Indonesië
na vier jaar vliegen op Europa. We
kennen de route. Die is gevaarlijker
dan men denkt. Met kansen op
zandstormen en dergelijke.
Ambtenarij
Kok heeft ongeveer vijftien tus
senstops gemaakt. Hoewel hij drie
kilogram aan reisdocumenten bij
zich had, vierde de bureaucratie on
derweg hoogtij. „Vooral in de Oost-
Europese landen. Dat heeft me zes
uur per dag gekost". Hij vloog niet
als het weer al te slecht was.
Avondvllegen was er ook niet bij. Hij
is niet van plan te leren vliegen op
instrumenten. Zegt dat hem dat drie
jaar zou kosten, en tenslotte heeft hij
ook nog een zaak.
Kok had drie vuurwapens aan boord,
waaronder een karabijn. „Niet om
daarmee op mensen te schieten.
Maar om eventueel aan wild te ko
men als de Cessna in de bush-bush
verzeild was geraakt en dan in leven
te kunnen blijven".
Hoewel de eenzaamheid ook wat is
tegengevallen, denkt hij erover de
vlucht misschien toch nog eens te
herhalen
door Rob Foppema
Met een televisiescherm en c?n extra doosje vol
elektronica zijn allerlei spelletjes l? s.>elen De oudste
vorm is een kruising tussen tennis en b'i'irten. meteen
„balletje" op het scherm dat tegen tie rarrien terugge
kaatst" wordt. Er zijn allerlei variaties in ontwikkeling,
waarmee de producenten de huiskamennarkt willen
bestormen.
Met zo'n scherm en lichtende
balletjes ls ook serieus onder
zoek mogelijk naar de manier
waarop mensen bewegingen
zien. De Amerikanen
Hochberg en Fallon hebben
een situatie bekeken waarin
een balletje midden op het
scherm een hoek om gaat ter
wijl elke kijker volhoudt dat
het rechtuit blijft bewegen.
De plaatjes 1-3 geven moment
opnamen van hun bewegende
situatie. Een kijker die die be
weging moet beschrijven zou
het zo kunnen uitdrukken:
„De balletjes A en C gaan van
links naar rechts. En tegelij
kertijd beweegt het balletje B
van onder naar boven, van C
naar A." Die kijker zou daar
mee een eigenaardigheid van
onze waarneming bevestigen
die in 1950 werd beschreven
door de Zweed Johansson.
Balletje B beweegt namelijk
niet gewoon van onder naar
boven op het scherm. Het be
weegt schuin, van links-onder
naar rechts boven. De afgeleg
de weg is ln plaatje 4 getekend.
Toch blijkt, bij het bekijken
van de situatie, de beweging
van onder naar boven veel
meer indruk te maken dan de
beweging van links naar
rechts. Het is alsof alle ballet
jes op één latje liggen, dat in
zijn geheel van links naar
rechts beweegt. Wat Je van dat
balletje B ziet is dat het over
dat latje van C naar A rolt.
Het Johansson-effect blijkt
vrij algemeen op te treden. Als
je naar een groep bewegende
dingetjes kijkt, zie je in de
eerste plaats de beweging van
de groep. Bewegingen van de
dingetjes onderling, worden
gezien als bewegingen ten op
zichte van die groep (in ons
geval het denkbeeldige latje).
Niet als bewegingen ten op
zichte van een vast punt (in
ons geval de randen van het
beeldscherm).
Dat is ook zinvol Als vóór mijn
voeten een schildpad van mij
weg loopt, en op zijn rug loopt
een vlieg van links naar rechts,
dan is dat een waarneming die
mij redelijk voorkomt. Je kunt
dat ook omschrijven door te
zeggen dat er een vlieg schuin
voor mij langs loopt, toevallig
over een schildpad heen Maar
dat doet wat kunstmatig aan.
Het merkwaardige van het Jo
hansson-effect is dat het werkt
zonder verstandelijke begrip
pen als „zinvol" en „kunstma
tig." Je hoeft niet aan een latje
te denken om die misvatting
over het balletje B van
Hochberg en Fallon te koeste
ren. De Amerikanen demon
streerden dat overtuigend
door het denkbeeldige latje
halverwege weg te halen
c--
A->
c
A
C
In de situatie van plaatje 2
lieten zij de bewegende ballet
jes A en C plotseling van het
scherm verdwijnen. Tegelijk
veranderden zij de richting
van balletje B, zodat het ver
der recht naar boven ging. Dat
was de richting waarin hun
proefpersonen het toch al .za
gen" bewegen. Zij zagen inder
daad het balletje zonder on
derbreking in rechte lijn door
gaan. Plaatje 5 geeft de werke
lijk afgelegde weg aan. Sterker
nog. wanneer het balletje op
het scherm echt rechtdoor
gaat (plaatje 6). ziet de kijker
het een hoek om gaan
Dat betekent dat op de infor
matie van het scherm, geheel
onwillekeurig, de wiskundige
operatie is toegepast die in
plaatje 7 wordt weergegeven.
De beweging van het complete
ballenpatroon wordt aangege-
vend door de pijlen a en c. (De
lengte van de pijlen komt over
een met de snelheid van de
beweging) De beweging van
balletje B wordt aangegeven
door pijl b.
Een automatische procedure
in onze informatieverwerking
moet die beweging b in twee
onderdelen gescheiden heb
ben. de bewegingen b" en b"
De pijl b' is in grootte en rich
ting gelijk aan a en c Die geeft
de beweging van het ballenpa
troon als geheel aan. en wordt
niet apart „gezien.' De over
blijvende beweging van pijl b"
wordt Juist wél apart gezien
Zulke pijlen heten in de wis
kunde „vectoren." Ons kijk-
systeem blijkt van nature een
stukje vector-rekening te be
heersen dat scholleren zich
moeizaam eigen moeten ma
ken. Het algemene geval is ge
geven in plaatje 8. Als ik met
een touw aan het paaltje P
trek volgens pijl F (hoe hard ik
trek. wordt aangegeven door
de lengte van de pijl) en ie
mand anders trekt met een an
der touw volgens pijl O. dan
wordt de kracht waarmee wij
samen aan het paaltje trekken,
de som van de vectoren F en G,
gegeven door dé vector F+O.
Omgekeerd kun Je iemand die
volgens F+G staat te trekken,
door afzonderlijke trekkers F
en G vervangen. Dat is wat in
plaatje 7 gebeurde. De bewe
gingsvector b is gesplitst in b'
(-c-a) en de dan overblijven
de b" Wie een vlieg op een
schildpad ziet lopen, bedrijft
wiskunde zonder het te weten.
Hochberg en Fallon konden
een boeiend bezwaar tegen de
opvatting van Johansson
weerleggen. In 1973 had Stoker
de mogelijkheid opgeworpen
dat j^ met het oog de
schildpad volgt, en niet de
vlieg. Als het oog met het bal
lenpatroon meedraait, staat
het beeld daarvan op het
netvlies stil. Dan worden al
leen de relatieve beweging ten
opzichte van het patroon ook
op het netvlies als beweging
ervaren. Dat kan het Jo
hansson-effect verklaren zon
der een beroep te doen op
zoiets raars als automatisch
toegepaste wiskunde.
Maar de Amerikanen konden
die verklaring uitsluiten Zij
lieten hun proefpersonen
voortdurend kijken naar de
rechteronderhoek van het
scherm. Dat inderdaad hun
ogen niet met het patroon
meebewogen, werd zorgvuldig
gecontroleerd Overigens
bleek het Johansson-effect
niet absoluut te werken Als de
proefpersonen het balletje B
mochten sturen in de richting
die zij zelf als „rechtuit" zagen,
kozen zij meestal hoeken tus
sen 60 en 80 graden (plaatje fi
(Julian Hochtttf (ft r|
l