Manusama: vrijheidsdrang is niet te onderdrukken Solovlieger dacht vier maal aan opgeven Rechtuit om een hoekje Nederland speelt met vuur, zegt president in ballingschap Rob Kok in spoor van de eerste KLM-vlucht naar Indonesië KTERDAG 4 DECEMBER 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTTTn door Jan Sloothaak CAPELLE AAN DEN IJS- SEL Vanuit zijn flat aan de rand van Capelle aan den IJssel heb je een weids uitzicht. Dat wel, imaar het is natuurlijk geen Ambon of Ceram. „Of ik heimwee heb? O ja, enorm, ik zou moren terug wil len. mijn vrouw en ik hebben het er bijna dagelijks over hoe dat zou zijn." Ir. J. A. Manusa ma (66) constateert dat er ei- •genlijk nog niet zo veel ge beurd is om de terugkeer van de Zuid-Molukkers naar hun land mogelijk te maken, al is er wel een toenemend besef dat er wel iets móet gebeuren. „Al- i gemeen ziet men nu tenminste in dat er een probleem is; in het verleden bekommerde men zich er niet om." Praten over het feit dat de gijzelingsacties in Beilen en i Amsterdam nu een jaar gele- 1 den zijn? Aan de andere kant van de lijn is het even stil. Dan „Nee. ik wil niet praten als het in. die sfeer wordt getrokken. Er zijn doden gevallen; nee. dat. kan ik niet doen. Maar u bent welkom als u komt praten over de Zuidmolukse zaak als zodanig." Je moet met de lift acht verdie pingen omhoog om bij de flat te komen die ir. Manusama, na zijn pehSionering bij het on derwijs. in Capelle aan de IJs sel heeft betrokken. De presi dent in ballingschap van de Zuidmolukse republiek (RMS) heeft er geen moeite mee van wal te steken. Hij praat al sinds hij in 1952 met een prauw van Ceram naar Nieuw-Guinea .overstak om de zaak van de RMS te bepleiten. Sindsdien is t veel gebeurd. Behalve pra- tn was er ook geweld Was- \t seiaar. Beilen. Amsterdam en k<*t geleden weer Vaassen er werd een commissie van overleg tussen de Zuidmoluk kers en de Nederlandse rege ring ingesteld. een rtc- Segijzelde richtte zelfs een lan delijk actiecomité op om de Zuid-Molukkers te steunen. Geen antwoord Manusama: „Ja. maar het blijft aan de oppervlakte, het belangrijkste blijft op de ach tergrond. Een betere verhou ding tussen de Nederlanders en de Zuidmolukkers hier in Nédérland is belangrijk, maar daar gaat het niet om. Alleen maar begrip voor de Zuidmo lukkers hier. zonder daden in het beleid ten aanzien van In donesië, dat is niet vol doende". Ir Manusama zijn woorden altijd zorgvuldig overwegend zou wel eens willen weten waarom er geen antwoord komt op brieven die ver zetsgroepen op de Zuid- Molukken zelf naar premier Den Uyl hebben gezonden. Die brieven zijn in oktober aange komen. Hij Manusama zelf heeft er afschriften van ge kregen. Er staat het verzoek in om het antwoord via hem te laten gaan. De heer Den Uyl heeft (nog) niet gereageerd. Jammer, vindt de heer Manu sama. Een voor hem belangrijke bij komstigheid is dat het verzoek om het antwoord via hem als president in ballingschap is ge- daan, door alle drie ver zetsgroepen is gedaan. Hij ziet er een zekere erkenning in. Die groepen zijn de Verzetsorgani satie Zuid-Molukken, de De mocratische Partij in de Zuid- Molukken en de Islamitische Verzetsorganisatie. „De Isla mieten zijn nog fanatieker dan de christenen. Dat bewijst ook al weer dat het verzet niet een zaak is van maar een paar christenen, zoals Indonesië in het begin altijd zei". „Hele volk" Enkele dagen geleden is er in Assen een ontmoetingsdag met Zuidmolukkers geweest, georganiseerd door de PSP, in samenwerking met de PPR, de PvdA en het GPV. Ir Manusa ma is vooral ook gelukkig met die linkse belangstelling. „Wij hebben altijd gevonden dat onze zaak niet een kwestie is van links of rechts, maar van het gehele Nederlandse volk." Links had zich echter noon druk om ons gemaakt; men was het eens met Indonesië." Ir. Manusama constateert met genoegen dat de PSP in haar ontwerp-program verantwoor delijkheid erkent ten aanzien van de Zuidmolukse zaak, maar hij werpt zich daarom nog niet meteen in de armen van links. „De taal van rechts is ons ver trouwder; we moeten wel in de gaten houden met welk doel links dit doet." Zorgvuldig zoe kend naar goede formulerin gen: de linkse belangstelling is gewekt door bevrijdingsbewe gingen overal in de wereld die strijden tegen de „kapitalis tische overheersing." „Als links Nederland zich dan nu wil inzetten voor bijvoorbeeld de vervolgde communisten op Burn, akkoord; maar het moet niet alléén gaan om de bevrij ding van die linkse bewegin gen. Na de bevrijding moet er ook plaats zijn voor andere groeperingen". Als die gezind heid er is, ziet Manusama kan sen voor een samenwerking tussen communisten en rechtse groeperingen. De linkse belangstelling in Neder land en de feitelijke strijd in Indonesië zelf komen pas dan op één lijn. Van binnenuit Hoe belangrijk de strijd op an dere fronten (vooral in Neder land) ook is, de werkelijke doorbraak zal toch van binne nuit moeten komen, in Indone sië zelf. De strijd kan alleen gelukken als die van onderaf komt. en daarbij is de onder linge solidariteit van de ver zetsbewegingen van belang. Daarom vindt Manusama het jammer dat een linkse bewe ging als het Fretilin op Oost- Timor zich afzet tegen de Zuid- Molukken. „Fretilin-leider Horta heeft gezegd de Zuidmo lukse zaak te beschouwen in het licht van de onafhankelijk heidsproclamatie van Indone sië; hij zegt daarmee dat de Zuid-Molukken op één lijn zit ten met Indonesië. Dat is voor ons onaanvaardbaar. Ik vind het onverstandig van Horta dat hij dit heeft gezegd. Je kunt je eigen positie verster ken door te erkennen dat je vooi hetzelfde doel strijdt, ook al verschil Je van politieke op vatting." De Papoea's op Nieuw-Guinea zien het volgens Manusama beter. „Wij voelen ons overigens wel verbonden met de mensen op Oost-Timor. Die worden ook verdrukt. Daarom willen wij wel samen werken." Tragisch Als de erkenning van de zelfstandige rol die elke ver zetsbeweging afzonderlijk kan spelen er niet komt. is het ver zet volgens de RMS-leider tot mislukken gedoemd. In 1957, toen er een opstand was tegen het Soekarno-regime, heeft hij in Genève een onderhoud ge had met een vertegenwoordi ger van de verzetsleider, Sumi- tro, over mogelijke samenwer king. „Het tragische was dat er wel verzet was tegen het regime, maar dat tegelijk werd vastge houden aan de eenheid van de Indonesische staat. Men wilde wel met ons in zee. maar alleen als we erkenden deel uit te maken van de Indonesische staat. Het is toen heftig gegaan en ik heb gezegd dat een gele genheid om het Indonesische regime omver te werpen voor bijging. Ik ben in het gelijk gesteld; twee jaar later is de beweging ln elkaar gestort. Al leen verzet van onderaf, met erkenning van ieder rechten, kan slagen. Er is nog nooit een generaalsregime geweest dat zich heeft kunnen handhaven. Vrijheidsdrang is niet te onder drukken." Is het Indonesische juk een maal afgeworpen dan valt er best mee te praten over een nieuwe eenheid, althans met ir. Manusama. „Maar dat moet dan van onderaf, in vrijheid, zoals ook de Europese Ge meenschap (zij het moeizaam) werkt aan het tot stand komen van een eenheid." Eens een opstand Manusama gelooft dat er eens een opstand zal uitbreken op de Zuid-Molukken en hij maakt zich er zorgen over dat Nederland daar —volgens hem niet op is voorbereid. „Het broeit er zo dat er nü een opstand zou kunnen uitbre ken," meent hij. Maar hij voegt eraan toe: „Ik moet wel voor zichtig zijn met zulke uitspra ken, want ondanks onze goede contacten met de Zuid- Molukken is het moeilijk de toestand van een afstand vol ledig te beoordelen". Het grote probleem is volgens de RMS- leider dat Nederland niet is voorbereid. „Als er een opstand zou uitbreken, hoe denkt u dan dat dit uitwerkt op de Zuidmolukkers in Neder land? Ik ben bang dat de ramp niet te overzien zou zijn." De Zuidmolukkers zeker de jongeren zouden volgens Manusama niet meer in de hand te houden zijn en het geweld zou opnieuw de kop kunnen opsteken. „Nederland hoeft van ons niet de oorlog te verklaren aan In donesië, maar het is wel het eerst aangewezen land om zijn stem te verheffen. Aan de fi nanciële hulpverlening aan In donesië en Nederland speelt daarbij ook Internationaal een belangrijke rol moeten voor waarden worden gekoppeld, niet als drukmiddel maar uit ethische overwegingen". Spel met vuur Volgens Manusama zal Neder land aan Indonesië duidelijk moeten maken ingeval van een opstand solidair te zullen zijn met de Zuid-Molukken. „Niet alleen wegens ons historische recht maar ook uit eigen be lang, alleen al omdat men hier ook met een opstand te maken zou krijgen. Zo'n houding zou Indonesië wellicht aansporen ons volk nog meer onder druk te zetten, maar dat kan dan misschien ook weereen oplaai end verzet veroorzaken". Nederland speelt volgens de RMS-leider met vuur door niet tegen te spreken als Indonesië beweert dat de Zuidmolukse kwestie een zuiver Neder landse zaak is. Er kan een ge vaarlijke situatie ontstaan. „Indonesië is er alleen maar op uit ons in diskrediet te bren gen en onrust te zaaien. Als de Indonesische ambassade ermee doorgaat brochures te versturen naar de Zuidmoluk kers in Nederland en dat gebeurt! dan krijg Je onrust. Dergelijke provocaties maken het niet ondenkbaar dat op nieuw situaties ontstaan waar in geweld mogelijk is". De heer Manusama straalt ver ontwaardiging uit als hij ver telt dat de Indonesische am bassade een Indonesisch ge zinde Zuidmolukker heeft aan gesteld, die speciaal belast is met de Zuidmolukse zaak in Nederland. „Hoe rijmt dat met hun opvatting dat onze zaak een zuiver Nederlandse aange legenheid is? Als Nederland dit op zijn beloop laat, maakt men zich mede schuldig. Nederland zal tegen Indonesië moeten zeggen; wij houden rekening met jullie; houden Jullie dan ook rekening met dit probleem voor ons. In geval van een opstand zullen wij solidair moeten zijn met de Zuid- Molukken, omdat we er hier anders ook de dupe van worden". Spreekverbod Toen Manusama indertijd als minister van defensie van de RMS de wijk nam naar Nieuw- Guinea en Nederland om de Zuidmolukse zaak te beplei ten. trof hij een politiek kli maat dat het hem niet gemak kelijk maakte. De Nederlandse autoriteiten waren weinig ge lukkig met zijn activiteiten en legden hem tot 1957 een spreekverbod op. Nu. gepensi oneerd bij het onderwijs en ge promoveerd van minister tot president ln ballingschap, vecht hij nog steeds. Oelooft hij zelf ooit nog eens terug te keren? „Ik zou niets liever willen, maar het gaat om mijn volk. Ik denk altijd maar aan het ge dicht van Roland Holst, „Ik zal de halmen nooit meer zien. Als de bevrijding niet tijdens zijn presidentschap komt, dan wellicht onder zijn opvolger, de huidige vice-president in ballingschap P. W. Lokollo. „De tijd werkt voor ons. Niet alleen dat er nu eindelijk een overlegorgaan komt, niet al leen door de belangstelling uit het linkse kamp maar ook door een algemene wijziging van het politieke klimaat. De gene ratie van de politici die er zelf bij betrokken zijn geweest, verdwijnt. Er is nu een genera tie gekomen die er niet zelf bij betrokken was, maar de kwes tie als een sociaal maatschap pelijk vraagstuk ziet. „De vori ge generatie politici zat nog met de gedachte dat Neder land een koloniale mogend heid was geweest. Men wilde niet de indruk wekken op een sluwe manier toch weer in vloed in Indonesië te krijgen De jongere generatie zit na tuurlijk wel met een stuk erfe nis, maar heeft veel meer res pect voor de behoefte aan vrij heid". Van een onzer verslaggevers TEUGE „Ik denk dat ik me onderweg, voornamelijk als de weersomstandigheden bijzonder slecht waren, een maal of vier heb afgevraagd of ik moest doorgaan of dat ik er beter aan deed terug te keren". Aldus de 32-jarige Rob Kok uit Barneveld, die donderdagavond veilig neerstreek op het vliegveld Teuge na een solo-vlucht met een éénmotorige Cessna 182 naar Indonesië (ruim 15.000 kilometer). Rob Kok; wapens aan boord. Kok —'enthousiast sportvlieger, ver tegenwoordiger in medische artike len vloog naar Indonesië in het spoor van de eerste postvlucht die in 1924 door de H-NACC, een Fokker F VII, naar Nederlands-Indië werd ge maakt. De fokker had een driehoof dige bemanning met als gezagvoer der A. N. J. Thomassen Thuessink van der Hoop. Kok deed het in zijn Cessna op zijn eentje. Op zijn eentje, dat wil zeggen, op een paar duizend kilometer na. Toen hij namelijk op zaterdag 30 oktober wil de vertrekken, zat Teuge potdicht. Toch wilde hij zich graag aan het schema houden, dat hij tijdens een voorbereidingstijd van ruim een Jaar nauwgezet had uitgestippeld. Om dat hij geen bevoegdheid bezit om op instrumenten te vliegen, loodste een collega-vlieger hem door de mist naar Belgrado, vanwaaraf hij de reis alleen voortzette. Op 13 november kwam hij behouden in Djakarta aan, na zestig vlieguren in twaalf vliegdagen. Een gemiddel de snelheid van 230 kilometer per uur. De Fokker had er destijds 127 uur over gedaan, verdeeld over twin tig dagen, wat neerkwam op 120 kilo meter per uur. Van der Hoop en zijn mannen moesten een noodlanding maken in het Bulgaarse Plowdiw. De motor werd daarbij zo zwaar bescha digd dat een nieuwe moest worden aangevoerd. Na aankomst in Bata via werd de kist gedemonteerd en met de bemanning verscheept naar Nederland. Vice versa Kok wilde met de Cessna een re tourvlucht Nederland-Indonesië ma ken. De terugreis verliep naar wens tot aan Selahiye. vijftig kilometer ten zuiden van Kayseri in Turkije Doordat op een gegeven moment de oliedruk wegviel, moest hij een noodlanding maken Het toestel vloog over de kop en was total loss. De vlieger zelf kwam er bijzonder goed af. Van drie kanten werd hem een toe stel aangeboden om de reis te kun nen voortzetten. Waarom nam hij dat aanbod niet aan en kwam hij per KLM terug? Kok: „Ik had wat schrammen opgelopen. Aan het hoofd vooral, maar dat had niets te betekenen. Erger was cjat ik het ge voel had een gescheurde spier te hebben. Zo'n vliegtuigje moet volle dig met de handen bestuurd worden, en dat vertrouwde ik niet helemaal." Kok is een wat zuinige prater wat betreft deze onderneming, waarbij hij meer dan 25.000 kilometer alleen heeft gevlogen. „Ik ben met stille trom vertrokken, ik had gedacht ook met stille trom te zullen terugko men", zei hij. toen hij anderhalf uur later dan verwacht op Teuge landde. Een paar honderd mensen hebben hem met applaus, bloemen, cadeaus en speeches gehuldigd. Ook de KLM. die in alle opzichten heeft meege werkt. was present. Een vertegen woordiger daarvan bood een medail le aan met een toepasselijke inscrip tie („In het spoor van de H-NACC" enz.). Hij sprak, hoewel het niet hele maal verliep zoals de Barnevelder zich had voorgesteld, van een unieke prestatie. „Bij ons mag iemand pas als tweede man mee naar Indonesië na vier jaar vliegen op Europa. We kennen de route. Die is gevaarlijker dan men denkt. Met kansen op zandstormen en dergelijke. Ambtenarij Kok heeft ongeveer vijftien tus senstops gemaakt. Hoewel hij drie kilogram aan reisdocumenten bij zich had, vierde de bureaucratie on derweg hoogtij. „Vooral in de Oost- Europese landen. Dat heeft me zes uur per dag gekost". Hij vloog niet als het weer al te slecht was. Avondvllegen was er ook niet bij. Hij is niet van plan te leren vliegen op instrumenten. Zegt dat hem dat drie jaar zou kosten, en tenslotte heeft hij ook nog een zaak. Kok had drie vuurwapens aan boord, waaronder een karabijn. „Niet om daarmee op mensen te schieten. Maar om eventueel aan wild te ko men als de Cessna in de bush-bush verzeild was geraakt en dan in leven te kunnen blijven". Hoewel de eenzaamheid ook wat is tegengevallen, denkt hij erover de vlucht misschien toch nog eens te herhalen door Rob Foppema Met een televisiescherm en c?n extra doosje vol elektronica zijn allerlei spelletjes l? s.>elen De oudste vorm is een kruising tussen tennis en b'i'irten. meteen „balletje" op het scherm dat tegen tie rarrien terugge kaatst" wordt. Er zijn allerlei variaties in ontwikkeling, waarmee de producenten de huiskamennarkt willen bestormen. Met zo'n scherm en lichtende balletjes ls ook serieus onder zoek mogelijk naar de manier waarop mensen bewegingen zien. De Amerikanen Hochberg en Fallon hebben een situatie bekeken waarin een balletje midden op het scherm een hoek om gaat ter wijl elke kijker volhoudt dat het rechtuit blijft bewegen. De plaatjes 1-3 geven moment opnamen van hun bewegende situatie. Een kijker die die be weging moet beschrijven zou het zo kunnen uitdrukken: „De balletjes A en C gaan van links naar rechts. En tegelij kertijd beweegt het balletje B van onder naar boven, van C naar A." Die kijker zou daar mee een eigenaardigheid van onze waarneming bevestigen die in 1950 werd beschreven door de Zweed Johansson. Balletje B beweegt namelijk niet gewoon van onder naar boven op het scherm. Het be weegt schuin, van links-onder naar rechts boven. De afgeleg de weg is ln plaatje 4 getekend. Toch blijkt, bij het bekijken van de situatie, de beweging van onder naar boven veel meer indruk te maken dan de beweging van links naar rechts. Het is alsof alle ballet jes op één latje liggen, dat in zijn geheel van links naar rechts beweegt. Wat Je van dat balletje B ziet is dat het over dat latje van C naar A rolt. Het Johansson-effect blijkt vrij algemeen op te treden. Als je naar een groep bewegende dingetjes kijkt, zie je in de eerste plaats de beweging van de groep. Bewegingen van de dingetjes onderling, worden gezien als bewegingen ten op zichte van die groep (in ons geval het denkbeeldige latje). Niet als bewegingen ten op zichte van een vast punt (in ons geval de randen van het beeldscherm). Dat is ook zinvol Als vóór mijn voeten een schildpad van mij weg loopt, en op zijn rug loopt een vlieg van links naar rechts, dan is dat een waarneming die mij redelijk voorkomt. Je kunt dat ook omschrijven door te zeggen dat er een vlieg schuin voor mij langs loopt, toevallig over een schildpad heen Maar dat doet wat kunstmatig aan. Het merkwaardige van het Jo hansson-effect is dat het werkt zonder verstandelijke begrip pen als „zinvol" en „kunstma tig." Je hoeft niet aan een latje te denken om die misvatting over het balletje B van Hochberg en Fallon te koeste ren. De Amerikanen demon streerden dat overtuigend door het denkbeeldige latje halverwege weg te halen c-- A-> c A C In de situatie van plaatje 2 lieten zij de bewegende ballet jes A en C plotseling van het scherm verdwijnen. Tegelijk veranderden zij de richting van balletje B, zodat het ver der recht naar boven ging. Dat was de richting waarin hun proefpersonen het toch al .za gen" bewegen. Zij zagen inder daad het balletje zonder on derbreking in rechte lijn door gaan. Plaatje 5 geeft de werke lijk afgelegde weg aan. Sterker nog. wanneer het balletje op het scherm echt rechtdoor gaat (plaatje 6). ziet de kijker het een hoek om gaan Dat betekent dat op de infor matie van het scherm, geheel onwillekeurig, de wiskundige operatie is toegepast die in plaatje 7 wordt weergegeven. De beweging van het complete ballenpatroon wordt aangege- vend door de pijlen a en c. (De lengte van de pijlen komt over een met de snelheid van de beweging) De beweging van balletje B wordt aangegeven door pijl b. Een automatische procedure in onze informatieverwerking moet die beweging b in twee onderdelen gescheiden heb ben. de bewegingen b" en b" De pijl b' is in grootte en rich ting gelijk aan a en c Die geeft de beweging van het ballenpa troon als geheel aan. en wordt niet apart „gezien.' De over blijvende beweging van pijl b" wordt Juist wél apart gezien Zulke pijlen heten in de wis kunde „vectoren." Ons kijk- systeem blijkt van nature een stukje vector-rekening te be heersen dat scholleren zich moeizaam eigen moeten ma ken. Het algemene geval is ge geven in plaatje 8. Als ik met een touw aan het paaltje P trek volgens pijl F (hoe hard ik trek. wordt aangegeven door de lengte van de pijl) en ie mand anders trekt met een an der touw volgens pijl O. dan wordt de kracht waarmee wij samen aan het paaltje trekken, de som van de vectoren F en G, gegeven door dé vector F+O. Omgekeerd kun Je iemand die volgens F+G staat te trekken, door afzonderlijke trekkers F en G vervangen. Dat is wat in plaatje 7 gebeurde. De bewe gingsvector b is gesplitst in b' (-c-a) en de dan overblijven de b" Wie een vlieg op een schildpad ziet lopen, bedrijft wiskunde zonder het te weten. Hochberg en Fallon konden een boeiend bezwaar tegen de opvatting van Johansson weerleggen. In 1973 had Stoker de mogelijkheid opgeworpen dat j^ met het oog de schildpad volgt, en niet de vlieg. Als het oog met het bal lenpatroon meedraait, staat het beeld daarvan op het netvlies stil. Dan worden al leen de relatieve beweging ten opzichte van het patroon ook op het netvlies als beweging ervaren. Dat kan het Jo hansson-effect verklaren zon der een beroep te doen op zoiets raars als automatisch toegepaste wiskunde. Maar de Amerikanen konden die verklaring uitsluiten Zij lieten hun proefpersonen voortdurend kijken naar de rechteronderhoek van het scherm. Dat inderdaad hun ogen niet met het patroon meebewogen, werd zorgvuldig gecontroleerd Overigens bleek het Johansson-effect niet absoluut te werken Als de proefpersonen het balletje B mochten sturen in de richting die zij zelf als „rechtuit" zagen, kozen zij meestal hoeken tus sen 60 en 80 graden (plaatje fi (Julian Hochtttf (ft r| l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 11