in de nieuwe, grote Audi 100
Audi lOO
Ongewoon heer met ongewone besognes
Mooi voorbeeld van vernuft
Scheffer over Tindal: een schitterend boek
slooieidscarrosserie met computer-berekende kreukelzones is een
srga tóe garantiejn extreme situaties.
er vopar een won der laat zich eigenlijk niet verwoorden. Stap er zélf
ing zllaat de soepele, geruisloze 85 en 115 pk motoren u het verhaal
ïurstafi. Uw dealc.r verwacht u!
Enoq
voor kort zei de naam
nry Tindal niemjind meer
t. In het laatste |:wart van
vorige eeuw was^hij toege
it en verguisd, als poli-
pamflettist, als tiitvinder,
kr an te-eigenaar- Maar al
uw was iedere historicus
m compleet vergelen.
dr. H. J. Scheffer tzljn naam
rtlen Jaar geleden toevallig te-
ikwam, een berg archieven en
lere bronnen ging ctoorworste-
en op het spoor kwam van in-
daad „een ongewoo* heer met
lewone besognes." HHet boek
l r deze kleurrijke flgnur is wer-
IJk schitterend, zow^l voor de
genoot als voor de „algemene
Vierhonderd bladzijden over
Tindal; over zijn vreemde om-
lng; over koning Wifiem en de
urige staat waarin de politiek
keerde; over de opkomst van de
relindustrie en de oprichting
De Telegraaf; ower Domela
uwenhuis en dienst vreemde
irkeur voor een verlopen Frei-
r, en over nog zovael meer.
T
hof
'S
leer H. J. Tindal! (1852-1902)
een telg uit een ged lacht waar-
ridderschap van tie Militaire
orde zowat edfelljk was.
vader werd in 18^> niettemin
rol ontslagen als, kamerheer
Willem m, «en Scheffer
lult de altijd geheim gebleven
van het ontslag: Willem Frê
le Tindal was de minnaar van
lingin Sophie. Nu wi|s de koning
niet brandschoon op het ge-
van de echtelijke 1 trouw, en de
klieden leefden allrlng geschei-
maar blijkbaar wiss de affaire
Tindal niet binnenskamers ge
ren en moest de koning de ma-
wel wegjagen.
kleine Henry was uiM raard met-
zijn speelkameraad/kwijt, want
was prins Alexander. Later zou
over dezelfde konintg nog eens
open brief schrijven, die veel
chudding teweegbracht: ln 1890
paar maanden vooi; 's konings
KL Tindal schreef dait Willem óf
de hofhouding gejvangen ge
iden werd óf door zie kte buiten
*t was de regering waar te ne-
x In dat geval had er een regent
loemd moeten worden, en de
teterraad verzuimde; het Neder-
d«e volk ln te lichter*. Inderdaad
r«n er honderden staatsstukken
door W. F. Stafleu
onafgedaan liggen. Het moeilijke
karakter van de vorst was daar
mede debet aan. en Scheffer vertelt
daarover op menige bladzij van
zijn boek treffende en verdrietige
staaltjes.
Mislukt
Henry Tindal was eerst ook in het
leger gegaan, maar werd al gauw
afgekeurd. Zijn benoeming, daarna
tot ridder MWO sloeg nergens op.
Het ridderschap belette hem overi
gens niet, al spoedig in het openba
re leven op te treden op een lastige,
noncorformlstische, ontactische en
voor velen Irritante wijze. Scheffer
concludeert dat Tindal lang niet
altijd ongelijk had, maar dat hij de
verhouding tussen doel en middel
altijd uit het oog verloor, en dat
werd zijn ondergang.
Tindal was meer dan een mislukt
politicus. Hij was ook zuivelfabri-
kant en had een hartstocht voor
een vinding waar hij een grootse
toekomst voor zag: de „ozonisatie"
van drinkwater, een manier van
zuiveren die later wel werd toege
past. Scheffer zegt dat Tindal niet
zomaar een goedwillende fantast
was, die zichzelf en anderen daar
door in de grootste financiële ellen
de stortte. Ik citeer: „Inderdaad
hoopte men grote dingen tot stand
te kunnen brengen en fortuinen te
kunnen verdienen. Maar daarmee
waren zij kinderen van hun tijd.
Het was een tijd waarin allerlei
vindingen met durf en optimisme
werden toegepast. Er woedde een
ware rage om telkens wat nieuws te
bedenken, niet wat betreft ontdek
kingen van fundamentele beteke
nis, maar kleinere ontdekkingen,
die tot opzienbarende successen
zouden kunnen lelden als zij wer
den toegepast. Men moest als uit
vinder al een heel vreemde en onbe
trouwbare Indruk maken, wilde
men er niet in slagen een of meer
financiers te vinden die bereid wa
ren kapitaal te fourneren om te
trachten een nieuwe ontdekking in
Henry Tindal in 1884 (illustratie ontleend aan
het hierbij besproken boek)
Freiherr von Barnekow, in de tijd dat hij lid
was van de Sociaal-Democratische Bond.
F. Domela Nieuwenhuis
G. A. Heineken, zwager van Tindal en te
genspeler van zwager von Barnekow.
de kortst mogelijke tijd ln praktijk
te brengen. Iedereen zag gouden
bergen voor zich en men verschilde
hooguit van opvatting over de
vraag op welke afstand ze lagen en
of men op weg erheen veel of weinig
hindernissen zou tegenkomen. De
wens om geld te verdienen was
daarbij niet de enige beweegreden:
men was ervan overtuigd dat de
mensheid ten zeerste gebaat was
bij een snelle ontwikkeling en toe
passing van allerlei nieuwigheden."
Aldus Scheffer.
Kranten
Behalve met zuivel en drinkwater
heeft Tindal zich met de krantewe
reld bemoeid. Hij richtte de Tele
graaf op omdat hij zo'n hekel had
aan het Handelsblad, en hij was ook
eigenaar van het dagblad De
Amsterdammer. Zijn optreden als
courantier was nog onstuimiger dan
dat als zulvelproducent, maar zijn
activiteiten in de Amsterdamse
krantewereld waren heel wat zinni
ger. Toch liep het fout: hij ver
vreemdde goede medewerkers van
zich en wist met zakendoen geen
maat te houden. Tindal dacht dat
hij heel de wereld wel aankon, maar
toen hij stierf, ver van huls ln Sint-
Petersburg, was hij verlopen, be
rooid, en nog maar 49 jaar oud.
Socialisten
Rondom Tindal groepeert Scheffer
met kundige hand vele boeiende
mensen uit de omgeving. Tindal was
een heer van stand, een van zijn
zwagers was Gerard Heineken, die
het bier-imperium stichtte. Maar
vooral op een andere zwager, von
Barnekow geheten, valt het volle
licht. Deze verlopen Pruisische offi
cier voerde een eeuwige strijd om
het kapitaal van de schoonfamilie,
en reageerde zijn gram daarover af
in venijnige artikelen ln Recht Voor
Allen, het socialistische blad van
Ferdinand Domela Nieuwenhuis.
Het is, ook na lezing van 8cheffers
boek, voor mij nog een raadsel hoe
Domela Nieuwenhuis zo'n warhoofd
de gelegenheid heeft gegeven zijn
gal over zijn familie te spuwen.
Scheffer meent dat Nieuwenhuis al
les mooi vond wat de kapitalisten ln
hun hemd zette en lezers voor zijn
blad trok. Maar von Barnekow waa
ook niet vies van anti-Joodse
schimpscheuten. Nu was dat tóch al
minder ongewoon dan tegenwoor
dig, en ook in socialistische kring
was eind vorige eeuw het antisemi
tisme geen onbekend verschijnsel.
Ook Barnekows hoge sprongen wa
ren tenslotte gedaan. HIJ moest de
wijk nemen naar Amerika, werd er
journalist, bordenwasser, huls
knecht, hulsschilder en sneeuwrui
mer en heeft er aan paardensport
gedaan. Hij ging ln 1920 terug naar
Europa, naar Duitsland, noemde
zich schrijver en hlppoloog en werd
financieel geholpen door zijn zuster,
en die was grootmeesteres aan het'
hof van Mecklenburg-Schwerln. In
1930 ls hij gestorven. Alleen desa
man ls al een boek waard.
Beschrijving en analyse van al dew
personen en gebeurtenissen lever*
den een voortreffelijk gedocumen
teerd en ook voortreffelijk leesbaar
boek op, waarin bovendien nog veel'
aandacht wordt gewijd aan de
persgeschiedenis, die er volgens de
schrijver bedroevend bij staat.
Daarom heeft hij ook de verdere
geschiedenis van De Telegraaf na
Tindals dood, en vooral het regime
van de Holderts, ln een apart hoofd
stuk onder de loep genomen. Schef
fer heeft ervaring op dit punt: hij la
vele jaren journalist geweest en
heeft eerder geschreven over het
ontstaan van het Rotterdamsch
Nieuwsblad. Eigenlijk zou Scheffers
boek de aanzet kunnen zijn vooreen
hele nieuwe reeks publikaties over
een zo boelende periode als het
laatste kwart van de negentiende
eeuw.
Henry Tindal, een ongewoon beer
met ongewone besognes, door dr H.
J. Scheffer Uitgave Fibula-van Dla-
hoeck, Bussum, 397 bladzijden plua
76 pag. noten, 39.50.