Literatuur is geen privilege van volwassenen Ontwerp-resolufie regeer-akkoord is bom voor Den Uyl Boeiend jeugdboek over de oorlog „Kinderen zijn de beste critici van hun eigen boeken" Dienstregeling van internationale treinen verbetert EO gaat magazine voor gezin uitgeven Meisje verongelukt Politie pakt meer kleinen dan groten" Burgemeester De Bilt weg wegens scheiding ZATERDAG 16 OKTOBER 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET 13 door W. A. Wijnands Ofschoon niemand eraan zal twijfelen, dat er opwindender functies beètaan dan die van leraar Nederlands, kennen zij die dit beroep met meer of minder toewijding uitoefenen toch wel degelijk stormachtige momenten, waarop de zich doorgaans zo rustig ontwikkelende boom der zelfverzekerdheid op bedenkelij ke wijze aan het schudden gebracht kan worden. Zo komt het veelvuldig voor dat een leerling in op zichzelf prijzenswaar dige dorst naar kennis informeert naar de motieven die zijn docent en allen die tot diens vakwereld beho ren ertoe leiden een bepaald boek of gedicht al of niet als „literatuur" te kwalificeren. Zijn literaire leidsman raakt hier door enigermate In verlegenheid: hij beseft dat zijn pupil een definitie verwacht die in boekwinkel en bibli otheek een lamp voor zijn voet zal zijn, maar hij weet evenzeer dat hij niet bij machte is een dergelijke om schrijving te citeren of te produce ren. Nog nooit is iemand erin ge slaagd het fenomeen „literatuur" zo danig ln woorden te knevelen, dat niet iemand anders het meéstal zelfs zonder veel moeite weer de volle vrijheid kon schenken. Deze overtuiging behoeft volstrekt niet tot neerslachtigheid te leiden. Er zijn heel wat uiterst waardevolle dingen in het leven die uit de naden van iedere denkbare definitie barsten. Het leven zelf en de leven de mens zijn er voorbeelden van, en juist met dat menselijk leven en die levende mens is literatuur onverbre kelijk verbonden. Spanning Iemand kan gedichten of verhalen schrijven uit eerzucht en geldings drang of om brood op de plank te krijgen. „Literatuur" zal die activi teit in de meeste gevallen niet ople veren: literatuur ontstaat uit de spanning die Vondel verwoordt met: maer wat op 's harten grond kyd. Dat weltrne na de keel: ick word te stijf geparst, In 't werckt als nieuwe wijn, die lol de spon uytbarst. ffl Marsman met: Folk, ik ga zinken als mijn lied niet klinkt; ik moet verdrogen als gij mij niet drinkt: verzwelg mij, smeek ik De literator zoekt contact met ieder die zijn werk maar lezen wil. Hij schrijft omdat hij niet anders kan. omdat schrijven voor hem de enige manier is waarop hij kan voorkomen dat zijn hart een moordkuil wordt. Anderzijds moet de lezer de bereid heid hebben zich open te stellen voor wat de tekst hem wil doorgeven. Hij moet daar soms veel moeite voor doen en zijn pogingen mislukken wel eens volledig - vandaar dat er diep gaande menigsverschillen kunnen bestaan omtrent de waarde van lite raire werken. De opmerking, dat een gedicht, een boek of een toneelstuk „je iets moet doen", is méér dan een ge meenplaats. Wie leest, kan getroffen worden door de vormgeving van z'n gedicht, genieten van „taalmuziek", maar hij kan ook ervaren dat wat hij leest hem op het lijf geschreven is: hij kan er een mens in aantreffen die worstelt met existentiële problemen hij kan zichzelf er in ontdekken: zijn eigen kleinheid, angst, twijfels en vreugden. Literatuur kan een on verwachte confrontatie inhouden met een spiegelbeeld dat ik voor het eerst zie en dat „doet me wat!" Deze ontmoeting met de ander of zichzelf is uiteraard niet voorbehou den aan volwassénen .die „grote- mensenboeken" lezen. Ook kinderen kunnen de schok der herkenning er varen als ze met hun boeken bezig zijn. Veel van wat wij als kinderen lezen, blijft ons ons leven lang bij. en voegt zich bij de talloze jeugderva ringen waarvan wij nooit meer los komen. Wie dat beseft, zal er weinig moeite mee hebben het kinderboek volkomen serieus te nemen. Aandeel Kinderboeken hebben een vitaal aandeel in het continue bouwproces dat wij „vorming der persoonlijk heid" noemen, en dat niet als geëin digd beschouwd kan worden als wij achttien, eenentwintig of vijfenzes tig jaar geworden zijn. „Kinderliteratuur" bestaat niet, want literatuur impliceert waarden voor het leven in al z'n ontwikke lingsfasen. De boodschap die een boek aan z'n lezer wil doorgeven, verliest niet plotseling zijn waarde als die lezer stemgerechtigd wordt of autorijles gaat nemen. Er bestaat wel „kinderlectuur", zoals er ook sprake is van „lectuur voor de vrouw", die in de supermarkt naast hopjesvla en ontbijtkoek wordt ver handeld, en van „lectuur voor de man", waarin de sexshop ruim gesor teerd is. Lectuur wordt niet zozeer als lering dan wel tot vermaak geproduceerd en kan als zodanig onmiskenbaar waarde hebben. De auteur heeft in de regel een bepaalde groep lezers op het oog: kinderen bijvoorbeeld, die hij,op een min of meer aangename wijze een boek lang hoopt bezig te houden. Kinderen die bij de slotre gels van dat boek aangeland zijn, zullen mikschien even moeite heb ben de wereld die hun voorgetoverd werd te verlaten, maar gaan daarna over tot de orde van het alledaagse, en halen opgewekt een nieuw exemplaar uit de bibliotheek. Het jeugdboek, in het verleden hoogstens enigszins vertederd beke ken, heeft de laatste jaren niet te klagen over toegewijde belangstel ling. Lieden die vroeger blozend toe gaven in een infantiele opwelling wel eens een boek voor kinderen afge scheiden te hebben, presenteren zich thans zonder merkbare frustraties als auteurs met wie rekening gehou den dient te worden; uitgevers lon ken begerig naar gerenommeerde il lustrators; ernstige kritici vormen jury's die vaststellen wat goede, be tere en beste kinderboeken zijn; er worden kinderboekenweken georga niseerd en er verschijnen kinderboe kengidsen. Allerwegen dus ontroerend zorg ron dom het kind en z'n boek. Koren en kaf moeten nadrukkelijk gescheiden worden, leesvoer is uit den boze kinderen zijn literatuur waard. Deze en gelijkgerichte leuzen zijn zonder twijfel voortreffelijk bedoeld, maar openen toch ietwat beklemmende perspektieven. In hun ijver om kinderen vooral iets van waarde aan te bieden, iets waar ze wat van meenemen, literatuur waarin een „boodschap" wordt over gedragen, dreigen producten van jeugdboeken te royaal te gaan tap pen uit het vat van moralisatie, dat sinds de activiteiten van Hiërony- mus van Alphen en Nicolaas Anslijn een nogal kwade reuk verspreidt. Taboes De schappen in de boekwinkel kreu nen onder het gewicht van anti- autoritaire kinderboeken, boeken die seksuele taboes doorbreken en waarin traditionele rolverdelingen over de hekel gehaald worden, boe ken waarin de produktiemaatschap- pij er van langs krijgt en waarin milieuvervuilers aan de kaak gesteld worden. In wezen verschilt de instel ling van veel jeugdboekenschrijvers- van-nu niet zoveel van die van hun voorgangers. Achter heel wat modeme kinder boeken rijst de schim op van de alleswetende, bezorgde negentiende- eeuwer, die vermanend de vinger op heft tegen de misstanden van zijn tijd: Wilt nooit in slechte zeden deelen, Maar houdt uw zieltjens rein van 't kwaad. De uitspraak dat kinderen de beste kritici van hun eigen boeken zijn, moge dan niet fonkelen van origina liteit, maar is daardoor nog niet min der waar. Het meeste vernietigende oordeel dat een jeugdige lezer over zijn lec tuur kan vellen, is dat 't „een stom boek" is. De auteur kan zich nog zo hebben uitgesloofd om zijn publiek te confronteren met „literatuur", vol indrukwekkende waarheden, boodschappen en spiegeleffecten, hij blijkt stom geweest te zijn. het was stom van hem om te menen dat hij levenswaarden kunstmatig in een verhaal kon pompen en hij is stom gebleven voor het kind dat hij op die manier niet kon aanspreken. Literatuur of ze nu gericht is op volwassenen of op kinderen is bij voorbaat tot mislukken gedoemd als de schrijver niet zelf door zijn ver haal gegrepen wordt, zodat hij zijns ondanks uit zijn rol van zedepredi ker valt en werkelijk iets te vertellen blijkt te hebben. Door P. L. van Enk DEN HAAG De ontwerp resolutie over een nieuw regee rakkoord waarmee het PvdA- bestuur deze weekzovelen aan genaam heeft verrast, heeft met andere blunders in de poli tiek dit gemeen dat zij duide lijkheid verschaft: namelijk dat wanneer Den Uyl na mei '77 het Catshuis zou moeten verla ten, hij dat vooral aan zijn ei gen partij zou moeten wijten. Als er ooit een volmaakt overtuigen de voorkeur van het „midden" uit voor een bepaalde politieke combi natie is uitgesproken en dat ver, Ja zelfs Jaren voor de verkiezingen dan is het deze keer. De fracties van de KVP en ARP hebben met volle dige steun van hun partij-organen en tegen druk en tarting van veel kan ten in een kabinet overeind gehou den waarin de progressieven een do minerende positie hadden. Maar bo vendien zijn zij jaar in jaar uit niet moe geworden te verklaren dat zij erop uit waren, de combinatie met PvdA en/of progressieven voort te zetten. Het is alles precies wat het nieuwe progressieve denken van „het midden" verlangt en zelfs meer dan dat. Als Den Uyl straks zou worden ge wipt, dan kan hij zijn vrienden daar voor bedanken. Dit keer zal er geen plaats zijn voor verhalen over „moord met voorbedachte rade" of het moet zijn dat Den Uyl zijn Brutus in eigen kring te duchten heeft. Andriessen en Aantjes hebben donderdag terecht een buiginkje naar de PvdA gemaakt: de heren zoeken het maar uit. wij horen de uitslag wel. Er was geen spoor van vijandigheid of overdrijving bij, maar alleen de puur zakelijke mede deling: zoals het PvdA-bestuur het nu wil bakken, gaat het niet. Geen evenwicht riet vreemde is dat de resolutie van de PvdA-top de opvattingen van de uiterste linkervleugel vertolkt en niet zoals partijbesturen plegen te doen een soort evenwicht zoekt. Sommigen zeggen dat de resolutie uit paniek over de enquéteuitslagen van „In de Rooie Haan" is doorge schoten, maar dat klopt weer niet met het feit dat het ontwerp al lange tijd in voorbereiding is. Het stuk omhelst de PPR, schijnt de christen-democraten van zich weg te willen trappen en trekt met ijzeren consequenties de lijn van de polari satie-strategie van vier jaar geleden door. Dat laatste wijst niet op pa niek. maar op de weloverwogen in vloed van figuren als staatssecreta ris Meyer, het Tweede Kamerlid (en partijbestuurslid) Kombrink en dr. A. Peper, raadsadviseur van minister Van Doorn op CRM. Bekwame maar weinig en weinigen ontziende politici die zich met groot gemak weer zou den instellen op de oppositie. Zij leveren hun kiezers dan wel uit aan het „rampzalige alternatief" dat naar zij zelf zeggen Wiegel te bie den heeft, maar dat doet hen niets: op zulke kleinigheden let men niet, op weg naar de schone toekomst van de progressieve meerderheid. Zelfvernietiging De feitelijke gewelddadigheid van zulke inzichten uit zich in tendenzen van zelfvernietiging die de PvdA-top deze week in onthutsend korte tijd te zien heeft gegeven: de gewillig heid waarmee men duurbetaalde en- quêtecijfers uitlevert teneinde de partij het electorale graf in te pra ten; het feit dat de PvdA-voorzitter mevrouw Ien v.d. Heuvel subiet linksaf slaat op het moment dat zij met eigen ogen ziet dat de kiezers de tegengestelde richting opwandelen, de knulligheid waarmee de partijlei ding de publiciteit van haar eigen minister-president steelt (de resolu tie heeft de publieke aandacht voor de beschouwing van Den Uyl in de Kamer weggetrokken: „Ze willen Den Uyl zeker niet in de krant heb ben", zei een bewindsman berus tend). Wat tegenover deze linkse spits staat, heeft zich (nog) niet duidelijk gemanifesteerd: het is het grijze midden, de meerderheid van de frac- tk n de Kamer, curieus genoeg zon der Ed van Thijn die weliswaar tot de v doeners met de christen- democrater behoort maar ver knocht blijft aan de mede door hem zelf uitgevonden strategie van de tweedeling. Duisenberg De man die zich, tot dusverre voor namelijk intern, heeft sterkgemaakt voor de normalisering van de betrek kingen met de christen-democraten en dus voor een coalitie PvdA-CDA is minister Duisenberg. In het partij blad heeft hij onlangs de ouderwetse opvatting verdedigd dat democratie delegatie van vertrouwen is, dat de partij haar afgevaardigden en be windslieden niet tot de letter nauw keurig het beleid moet willen dicte ren, maar voornamelijk achteraf ver antwoording van hen moet vragen Den Uyl zelf heeft sinds het begin van de jaren eigenlijk niet veel an ders in de partij gedaan dan tussen het type Kombrink en Duisenberg gemiddelen, plooien, gladstrijken masseren en praten, praten, praten Alles met eindeloos geduld en uit houdingsvermogen. Wat die man aan onzin over zich heen heeft moeten laten gaan is met geen pen te beschrijven. Deze week zag je hem wegkrimpen elke keer als de ontwerp-resolutie ter sprake kwam. Het is de zoveelste bom die hij moet zien te demonteren. Het ziet ernaar uit dat de resolutie zelf het gereedschap kan leveren: het zwakke punt is het voorstel dat bij de „invulling" van het akkoord de stemmen van de radicalen relatief aanmerkelijk zwaarder zullen wegen dan die van de socialisten. Het schijnt dat veel gewestelijke be stuurders er niet over piekeren om dat te accepteren en dat kan het akkoord tussen de besturen van bei de partijen doen springen. Maar als het niet mocht lukken, de resolutie op die manier weg te werken of te ontkrachten, dan zal Den Uyl moge lijk publiekelijk moeten kiezen, het geen een geheel nieuwe ervaring zou toevoegen aan zijn zo rijkgescha keerde politieke leven. De heer W.A. Wijnands is leraar Ne derlands aan de christelijke pedago gische academie Groen van Prinster- er in Doetinchera. Van een onzer verslaggevers UTRECHT De nieuwe internatlo-* nale zomerdienst van de spoorwe gen. die op 22 mei volgend jaar in gaat. zal heel wat verbeteringen brengen. Alle D-trelnen naar Parijs krijgen splinternieuw materieel, hetgeen vooral voor de reiziger in de tweede klas een belangrijke com- fort-verbetering betekent. De Franse spoorwegen nemen tus sen 1975 en 1979 2500 nieuwe rijtui gen in gebruik. Deze komen volgend jaar ter beschikking voor de route Amsterdam-Parijs. In de tweede klas kan de reiziger dan kiezen uit een rijtuig met middengang en uit rijtuigen met zijgang. Het gebeurt niet elke dag dat er een jeugdboek over de tweede wereldoorlog op de boekenmarkt komt. B. Dubbelboer waagde zich eraan en zo verscheen bij Uitgeverij Westfriesland te Hoorn het boek „Joël en de veenheks" 15,90). Veehandelaar Meier en zijn vrouw, die joden zijn, worden midden in de oorlog weggevoerd naar een gevan genkamp. Zoon Joël, enig kind, had van zijn vader gehoord dat zij zich moesten schuilhouden alsof ze mis dadigers waren. Joél weet te ont snappen en hoe het hem in die af schuwelijke jaren vergaat wordt meeslepend verteld. Dat ouders en zoon Meier worden herenigd is de uitzondering die de trieste regel bevestigt. Het boek, dat 155 dichtbedrukte bladzijden telt, is zeer geschikt voor kinderen vanaf twaalf jaar. We kondigen tegelijkertijd vijf ande- fé kinderboeken aan die bij Westfriesland verschenen: voor kin deren van negen tot ongeveer twaalf jaar: „Nijltje", door Mia Mossinkoff met illustraties van Bep Thijsse 12,90). Een nogal griezelig verhaal over een nijlpaard dat op een flatje logeert. Veel (goede) illustraties en naar verhouding weinig tekst (115 blz.). ..Valko Vos en zijn vrienden", door A. D. Hildebrand. Dit is het tweede en laatste deel over Valko Vos die vader ls geworden van een heleboel vosjes. Valko beleeft een vreselijke tijd, maar toch zorgt hij er tenslotte voor dat alle dieren in het bos het naar hun zin hebben. Een eenvoudig ver teld verhaal met (enkele) tekeningen van Jan Wesseling. (138 blz., 12,90). ..Jasmijn", door Barbara Sleigh, ver taald door Hannie van Till. De avon tuurlijk ingestelde Jasmijn logeert ln een oud en deftig huis en daar beleeft ze van alles. Een aardig boek 8peciaal voor meisjes met een avon tuurlijke Inslag (137 blz., 13.90). Voor de wat jongere garde verscheen bij Westfriesland „Lari Fari Jokke- land, de leeuwereis", door Janosch en uit het Duits vertaald door Martin Lammes. Lari Fari Jokketand, de l^ugenbaron met zijn jokgebit, gaat op reis met zijn vriend, leeuw Hans, de eerlijkheid zelve. Er volgen wel wat veel onwaarschijnlijke beleve nissen, die toch goed aflopen. Dat er veel jonge lezers van zo'n verhaal genieten betwijfelen we. (107 blz., 9,90). Oudere meisjes kunnen hun hart op halen aan het verhaal over de ta lentvolle violiste Diane, die een glansrijke toernee door Europa maakt en tenslotte geluk vindt bij Jules. Dat alles staat in „Vrijheid voor Diane", door Hans de Groot- Canté (139 blz., 12,90). Kosmos De uitgeverij Kosmos te Amsterdam zond ons twee boekjes voor meisjes en jongens van tien jaar en ouder: „Uit de brand" door Margaret Potter (126 blz., 14,90). De belevenissen van Blnkie, Henriet en Hein, die al eerder beschreven werden in Marga ret Potters „In de put", zijn zo een voudig verteld dat kinderen ze in één ruk zullen willen uitlezen. Dat kan niet worden gezegd van „Wat een rot kind", door Isabelle Holland. Een pittig boek over een steeds weer dwarsliggend meisje, dat nogal wat uit te staan heeft met de niet malse Manuel. De titel „dekt" de inhoud volledig maar dat houdt dan ook in dat niemand het boek voor zijn plezier zal lezen. Het is wel een leerzaam verhaal. (150 blz., 16,90). Ook verscheen bij Kosmos „Pico- Ptki gaat op reis", door Werner Schrader. Het piepkleine ventje Pi- co-Piki moet een gevaarlijke tocht ondernemen om weer bij zijn huis te komen. Een boek vol spanning, dat ons geschikt lijkt voor kinderen van af acht jaar en niet vanaf zes jaar, zoals Kosmos meedeelt. Voor hen is het te ingewikkeld en bevat het te veel moeilijke woorden (astronau ten, uitmuntend, bouillon en pro viand). (160 blz., 15,90). Debuut Willem Wilmink maakt bij Kosmos een goed debuut als schrijver voor kinderen met zijn boekje „Het Ban- gedierenbos" met geslaagde teke ningen van een andere debutante: Heido Daamen. Wilmink was ook een van de tekstschrijvers van de alom gewaardeerde Stratemaker-op- zee-show. Wat Lena allemaal in het bos beleeft beschrijft Wilmink aller aardigst. Dit boekje (64 blz., 9,90) is ook geschikt om voor te lezen. Van Uitgeverij Van Goor te Den Haag kondigen we aan: „Het myste rie van de bamboevogel", door Caro lyn Keene, uit het Amerikaans ver taald door Hanna Nouwen. Het is het negende boek uit de reeks Dana De tectives en uitsluitend bestemd voor meisjes vanaf twaalf jaar die van een „wild" verhaal houden. Er is gebruik gemaakt van een zeer klein letterty pe 4,95). En voor meisjes van tien jaar en ouder vestigen we de aandacht op „Door het gat in de schutting", door Anneke Bloemen, uitgegeven door De Fontein bv te De Bilt. Het ver haal sluit aan op „Zo'n Grieks kind" van dezelfde schrijfster. Teneur: kin deren helpen hun vader die in de problemen zit.(94 blz., 9,75). Huisdieren Huisdieren, maar dan wel liefst zeer ondernemende exemplaren, blijven de aandacht vragen op de jeugdboe- kenmarkt. Ditmaal gaat het in het boek ,;Het is maar een straathond", om een Spaans bastaardhondje, ge boren in een buitenwijk van Madrid en voorbestemd tot een avontuur lijk, zwervend bestaan. Een speels geschreven en onderhoudend ver haal van Helen Griffiths, uit het En gels vertaald, en met beslist goede tekeningen van Victor Ambrus. (prijs: 16,90). A. D. Hildebrand vertaalde uit het Duits „De Oma met de vliegende schommelstoel", dat vermoedelijk voor de aanspreekbaarheid in Rotterdam is gesitueerd en de langzamerhand geëigende conceptie van werkelijkheid en fantasie ver toont. Die grootmoeder is de ideale oma. waarvan kleintjes kunnen dro men en die voor hoofdpersoontje Babsi een openbaring is. Een speels en begrijpelijk verhaal van Antoi nette Baker, dat erg aardig geïl lustreerd 12,90 kost. Ploegsma Voor kinderen van 8 jaar en ouder introduceert uitgeversmij Ploegsma, Amsterdam „Ze snappen er niets van", een debuut van Rita Törnqvist, die de edities van bijna alle Lindgren-titels in het Neder lands heeft vertaald. De bedoeling van het verhaal is te laten uitkomen, dat de ouders van Heieen de ik figuur maar ook alle volwassenen er niets van begrijpen, van de fanta siewereld van het meisje en haar vriendje Waldemar, die samen een droomoord hebben, het verboden Rattenlandje. Hun fantasiewereld na schooltijd en hun onschuldige, veelal veroverende gedragingen, vallen minder goed bij ouderen. De auteur geeft een heel eigen kijk op de kinderwereld en doet dit op een wijze, waarop jongens en meisjes zich zo nu en dan zullen herkennen. Fijnzinnige tekeningen van Nance Post. Prijs: 11,90 (Paperback). De schrijfster An Rutgers van der Loeff schreef onder het herkenbare pseudoniem van Rutger Bas „Het goud van Pech-zonder-end", voorde leeftijd van 10 jaar en ouder. Een aardige vondst is de presentatie vooraf van de hoofdpersonen, met getekende „pasfoto" en uitspraken over zichzelf en hun omgeving: Over ons gaat het verhaal. En dat speelse, eigentijdse verhaal gaat dan over het krottenbuurtje Pech-zonder- end, dat een bouwterrein is gewor den en waar een opzienbarende vondst wordt gedaan. Het verhaal, gelardeerd met spanning en geheim zinnigheid, laat zich vooral door de levendige dialogen vlot lezen. De illustraties van Carl Hollander die nen vermeld te worden. De prijs is 12,90. Eveneens een Ploegsma- uitgave. Van onze radio- en tv-redactie HILVERSUM De Evangelische Omroep zal met ingang van decem ber een familie-magazine uitgeven, onder de naam Zie. Een proefnum mer van Zie wordt toegestuurd aan 160.000 contribuanten van de EO. waaronder de abonnees op het pro grammablad Visie. De nieuwe uitgave verschijnt een maal per kwartaal, telt 48 pagina's en is voor een belangrijk deel in kleuren uitgevoerd. De inhoud be staat uit artikelen en rubrieken voor verschillende leeftijdsgroepen, in terviews, actueel nieuws over radio en televisie, een rubriek voor de vrouw en haar gezin, het huis en de tuin, gegevens over zending en evan gelisatie. Van een verslaggever HELVOIRT Het dertienjarige meisje Henriette Hinsbergh uit Hel- voirt is bij een verkeersongeval om het leven gekomen. Zij werd op een kruispunt door een militaire colon ne gegrepen. GRONINGEN De maatschappe lijke positie van iemand bepaalt in sterke mate of hij bij het plegen van een delict door de politie „gepakt" zal worden. Een onderzoek, uitge voerd door het criminologisch insti tuut van de rijksuniversiteit in Gro ningen, heeft uitgewezen dat de „pakkans" het grootste ls voor twee types dader. De ene groep bestaat uit ongehuwde jongens van 18 tot 25 jaar. die werkloos zijn of onge schoold werk verrichten en een mi nimumloon of nog minder verdie nen. De meest voorkomende delic ten bij deze groep zijn Inbraak, joy riding. mishandeling en in mindere mate verkeersdelicten. De tweede groep betreft ongehuwde of geschei den mannen van 26-45 jaar die werk loos zijn of werkzaam als havenar beider in een beroep waarvoor wei nig of geen scholing is vereist. Deze groep pleegt vooral verkeersmisdrij- ven en vermogensdelicten als in braak, heling en diefstal. De man onder wiens leiding het on derzoek plaatshad, de Groninger criminoloog Laurenz Veendrick, concludeert. „Criminaliteit is een vrij algemeen voorkomend ver schijnsel onder alle lagen van de bevolking. De overheid reageert echter vooral op de strafbare feiten van de mensen die qua kennis, macht en inkomen onder aan de ladder hangen." Inwoners van hel Zuidmolukse barakkenkamp in Vaassen. dat gis teren door de politie werd ontruimd en daarna gesloopt zoeken hiertus sen de puinhopen van de barakken naar nog bruikbare huisraad en kleding. Van een onzer verslaggevers DE BILT Burgemeester A. A. J. Goldberg (51) van De Bilt, lid van de WD, heeft zijn ontslag aangeboden. Aanleiding voor zijn vertrek is voor de heer Goldberg de schelding van zijn tweede echtgenote. In een per soonlijke verklaring heeft de burge meester meegedeeld dat de publieke geaardheid van zijn functie" het niet mogelijk maakt langer zijn ambt uit te oefenen. De burgemeeester zou aldus Bil- tenaren vrezen dat er ln geval van aanblijven in zijn gemeente twee partijen zouden ontstaan. In de ver klaring zegt hij: „Het is bekend dat buitenstaanders in zo'n situatie (bij een echtscheiding; red.) zich wel eens gedrongen voelen een dergelij ke beslissing kritisch te moeten be naderen. Hoezeer dat naar mijn me ning ook ten onrechte is. het is wel een feit. Het is dan ook uit die ach tergrond dat ik mij zeer tot mijn spijt persoonlijk gedreven voel en het als mijn plicht ervaar de beslis sing te nemen die ik zoéven heb genoemd".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 13