HARD OORDEEL OVER WEINREB
Hoe Weinrebs verhaal tot een kwestie werd
c
„Ik ben een man die zijn eigen weg gaat"
Rapport schetst beeld van oplichter, die met mensen en hun emoties manipuleerde
r
Oordeel oorlogsdocumentatie zwaarder dan van na-oorlogse rechters
Weinreb vecht conclusies aan
mv
1976 Corne Muller, rechterhand van een
I/OENSDAG 6 OKTOBER 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 9
Het gisteren uitgebrachte Weinreb-rapport van het
rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie vernietigt
het door Weinreb zelf systematisch opgebouwde
beeld over zijn rol in de oorlog.
In zijn oordeel over de feiten gaat het uiterst gedetail
leerde rapport verder dan de bijzondere rechters, die
in 1947 en 1948 Weinreb eerst tot 3'/i jaar en later in
hoger beroep tot zes jaar gevangenisstraf veroor
deelden.
door Jan Kuijk
Maar het rapport beperkt zich niet
tot het geven en beoordelen van fei
ten. Er wordt tussen de regels door
genadeloos geoordeeld over het ka
rakter van Weinreb, waaruit al deze
verwikkelingen (en de rechtvaardi
gingen achteraf) zijn voortgekomen.
Weinreb zelf toverde (met name in
rijn meer dan 1.800 pagina's tellende
gedenkschriften „Collaboratie en
Verzet 1940-1945") van zichzelf het
beeld van de intelligente helper en
trooster, die kans zag in zijn eentje
de hele logge bureaucratie van de
Duitse bezetters en hun Nederlandse
helpers voor aap te zetten; een on
baatzuchtige en wonderen verrich
tende be'oer en trooster ook: een
(Iguur die dikwijls voorkomt in de
Oosteuropese joodse uteraruur als
verwijzing naar de komst van de
Messias.
Het Weinreb-rapport daarentegen
schetst het uit de Westeuropese lite
ratuur bekende beeld van de mees-
ter-oplichter, dat wil zeggen: van de
man, die intuitief precies aanvoelt
wat de zwakke en sterke kanten van
de mensen tegenover hem zijn, die
weet welke verhalen zij willen horen
en die hen helemaal naar zijn hand
weet te zetten.
Egocentrisch
Wpftireb komt hier naar voren als
ee" mateioos ego
centrisch en in menig opzicnt a-
moreel mens, die ter bevrediging van
eigen behoeften aan geld, macht en
lust tot bedrog is gekomen en zich
niet ontzien heeft anderen daarvoor
op te offeren. „Het manipuleren met
mensen en hun emoties het optre
den als de alwijze raadgever en
1
trooster in Oostjoodse kring viel
meermalen het woord „masjiach" of
wel „messias" moeten Weinreb
diepe bevrediging hebben geschon
ken", aldus het rapport.
Zelfverheffing
Weinreb toont met zijn voortduren
de zelfverheffing weinig of geen ge
voel voor zijn medemens. Als hij
eens ruzie heeft met zijn schoonzus
ter over een uiterst banale geldkwes
tie. denkt hij er zelfs een ogenblik
over haar aan de Duitsers te verra
den. Alleen voor de leden van zijn
gezin maakt hij met zijn gevoelens
een uitzondering. „Hij had er veel. zo
niet alles voor over dat gezin te
redden".
Een groot deel van zijn handelen
zeker in de tweede fase van zijn
optreden is een poging om tijd te
winnen voor zijn gezin en zichzelf en
dat gezin voor deportatie naar één
van de vernietigingskampen voor jo
den te behoeden. Op zichzelf is die
drang tot zelfbehoud zeker in die
jaren en bij een Oosteuropese jood
die een verleden van vervolging met
zich draagt te begrijpen.
Toch maakt Weinreb het ons ook
als deze overwegingen in het oordeel
worden betrokken wel heel moei
lijk. bijvoorbeeld als hij in een brief
aan zijn vrouw in Westerbork uit
bundig de vele voordelen prijst die
hij in de Scheveningse gevangenis
krijgt („wittebrood, een hele pan
heerlijk gekookte aardappelen, een
schaal van de beste groenten, werke
lijk kostelijk toebereid"), in feite als
judasloon omdat hij zich door de
Duitse politie laat gebruiken voor
celspionage.
Hoger plan
In het bijzonder wordt dat wel moei
lijk als hij zijn hele handelen op een
religieus hoger plan zet en zijn vrouw
bijvoorbeeld schrijft, dat zijn slacht
offers in het hiernamaals nu „zelf wel
zullen inzien hoe zij met hun dood
een plaats hebben ingenomen in
Gods plan". Daarbij moet „Gods
plan" dan kennelijk begrepen wor
den als de uitzonderingspositie ten
opzichte van hun joodse landgeno
ten die de heer en mevrouw Weinreb
en hun kinderen op dat ogenblik
nastreven.
(Mevrouw Weinreb zit op dat
ogenblik wel in Westerbork. maar
Weinreb heeft de zekerheid dat zij
niet op transport hoeft naar Polen en
hij werkt er ook aan om zich blijvend
met vrouw en kinderen veilig te
stellen).
Religieus aspect
Het is juist dat religieuze aspect,
waaronder Weinreb alle ook de
meest schandelijke feiten plaatst,
dat dit optreden zo griezelig maakt.
Waarheid en leugen hebben voor
hem geen morele zin. Leugens kun
nen in zijn ogen een waardevolle
troost voor anderen zijn of moeten
als „hogere waarheid" worden opge
vat. En dan gaat het niet alleen om
leugens tegenover de Duitse politie,
maar ook om leugens tegen en ver
raad van joodse lotgenoten en ver
dienstelijke niet-joodse Nederlan
ders, die mede daaraan hun onder
gang of Duitse gevangenschap te
danken hebben. Waarschijnlijk
moet dat „hogere begrip" dan ook
gelden voor de leugens in de gedenk
schriften „Collaboratie en Verzet",
waarmee hij zoveel Nederlanders
heeft misleid, overlevenden uit die
jaren heeft gekrenkt en de nage
dachtenis van goede Nederlanders
heeft geschonden.
Weinreb
Friedrich Weinreb is op 18 november 1910 geboren in Lemberg
toen nog een stad in de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmo
narchie, na de eerste wereldoorlog een Poolse en nu een Rus
sische stad. In 1916 vluchten zijn ouders voor het oorlogsgeweld
naar Nederland, waar het gezin zich vestigt in Scheveningen. De
vader is daar grossier in rookartikelen. In 1927 krijgt het gezin de
Nederlandse nationaliteit.
De jonge Weinreb studeert in Rotter
dam economie. Hij doet doctoraal
examen in 1938, trouwt in 1936 met
de uit België afkomstige Esther Gut-
wirth (het echtpaar krijgt zes kinde
ren, waarvan er één in de oorlog in
Westerbork overlijdt) en is vanaf
1931 werkzaam op het Nederlands
économisch Instituut. Ook wordt hij
medewerker aan het weekblad Eco
nomisch Statistische Berichten,
waarin hij o.a. een kroniek over
Duitsland bijhoudt een feit. dat
töj in de oorlog gebruikt als verkla
ring voor zijn talrijke Duitse relaties.
Weinreb is in het begin van de oorlog
een man van aanzien in de (ortho
dox) joodse gemeenschap in Scheve
ningen. Daaruit moet verklaard wor
den dat velen bij hem kwamen toen
het eind 1941, begin 1942 duidelijk
werd dat de Duitse bezetters de Ne
derlandse joden niet ongemoeid zou
den laten. Hij vertelt deze mensen
dat hij van de Duitse autoritei
ten een lijst mag aanleggen van jo
den. die naar het onbezette deel van
Frankrijk kunnen emigreren.
Dat verhaal is bluf. maar het vindt
gretig geloof bij de Haagse joden en
zelfs bij de autoriteiten. Weinreb
wordt weliswaar op 11 september
1942 gearresteerd als een paar opge
pakte joden zich beroepen op hun
plaats op de„Weinreb-lijst", maar
Weinreb verzint bij de Sicher-
heitspolizei het verhaal van de
Wehrmachtgeneraal Von Schu
mann, wiens leven hij heeft gered
door hem op het Buitenhof in Den
Haag weg te trekken vlak voor een
voortrazende auto. Als beloning zou
Von Schumann hem de gunst ver
leend hebben om joodse landgeno
ten te mogen helpen met emigratie.
Het is de Duitsers al ras duidelijk
dat er helemaal geen generaal Von
Schumann bestaat. Toch wordt
Weinrebs verhaal geloofd. „Generaal
Von Schumann" zou wel eens een
truc kunnen zijn van een hoge offi
cier. die er op uit is zich materieel te
bevoordelen met de maatregelen te
gen de joden. Weinreb speelt het spel
nee. Hij toont zich verontwaardigd
over de manier, waarop hij en zijn
joodse landgenoten beduveld zou
den worden en belooft, als hij in
vrijheid wordt gesteld, hulp bij het
zoeken van die Von Schumann
Spel
Dat wordt een erg ingewikkeld ver
haal van een spel. dat Weinreb een
maand of vier volhoudt en waarbij
hij zelfs een vaste gevangenisklant
Hendrik Kotte tegen betaling bereid
vindt de rol te spelen van „jhr. Six"
een aan Weinrebs fantasie ont
sproten contactman van Von Schu
mann.
Kotte wordt volgens afspraak gear
resteerd, maar slaat door en vertelt
van het bedrog van Weinreb. Deze
wordt opnieuw gearresteerd (zodat
vijf- tot zeshonderd lijstdeelnemers
in Westerbork niet meer vrijgesteld
zijn voor deportatie naar het oosten,
want deze vrijstellingen zijn een ne
veneffect van de lijst zij het dat
anderen dan Weinreb daartoe het
initiatief hebben genomen).
Pas bi; deze tweede arrestatie begint
eigenlijk het afschuwelijke bedrijf
van Weinreb Over de gevolgen van
die eerste lijst moet nog voorzichtig
geoord cciu worden, maar na de
tweede arrestatie op 19 januari 1943
.s het mis.
Als gevolg van de eerste Weinreb-
lijst zijn er joden langer in Wester
bork gebleven dan mogelijk was
zonder bescherming en dat is al heel
wat. Immers: elke dag langer in Wes
terbork en niet in Auschwitz of Sobi-
bor was in die tijd een kostbaar
winstpunt een mogelijkheid tot
overleven. Alleen: het achterblijven
van de één betekende wel in heel
wat gevallen dat daarvoor in de
plaats een ander moest worden afge
voerd.
Naar zich toe
Weinreb zelf kwam na de oorlog met
het verhaal dat als gevolg van zijn
lijst er een poosje geen transporten
uit Westerbork zijn geweest, omdat
er te weinig niet-geblokkeerde, voor
transport beschikbare joden in het
kamp waren overgebleven. In het
onderzoek van oorlogsdocumenta
tie evenwel bleek dat een te gemak
kelijk „naar zich toe rekenen". De
oorzaak van het tijdelijk uitvallen
van de treinen naar het oosten was
o.a. het niet beschikbaar zijn van
voldoende materieel.
Bovendien heeft Weinreb met zijn
verhaal heel wat joden een vals ge
voel van veiligheid gegeven, waar
door zij andere reddingsmiddelen
als onderduiken niet gebruikten. Er
zijn zelfs gevallen bekend van men-
r i
J
Mr. D. Giltay Veth
sen, die bij de inschrijving van Wein
reb de verzekering kregen, dat hij de
betrokkenen uit welk kamp dan ook
zou terughalen als de trein naar
Zuid-Frankrijk vertrok. Waarom
zou men dan. bij zoveel zekerheid,
nog onderduiken?
Maar na de tweede arrestatie van 19
januari 1943 gaat het mis. Het staat
nu zeker na dit onderzoek van
oorlogsdocumentatie vast dat
Weinreb zich heeft laten inkapselen
door de Sicherheitspolizei en haar
Nederlandse helpers om hand- en
spandiensten te verlenen aan de po
litie van de bezetters. Dat gebeurde
in ruil voor een al of niet serieus
bedoelde, maar in elk geval door
Weinreb aangegrepen toezegging
van veiligheid voor het gezin Wein
reb. Eerst moeten zijn vrouw en kin
deren nog als gijzelaar in Wester
bork blijven, maar later mag het
hele gezin weer samenwonen in Den
Haag.
J. van der Leeuw
Doorslaan
Het is waarschijnlijk dat een aantal
van de in die periode gebleken ge
vallen van verraad moet worden toe
geschreven aan „doorslaan", aan
het niet bestand zijn tegen de ver
hoormethoden van de Sicher
heitspolizei. Zeker is echter ook dat
Weinreb zich later vrijwillig bereid
heeft getoond vrijheid en zekerheid
voor zichzelf en de zijnen te kopen
door in de Scheveningse gevangeni
scellen zwijgzame slachtoffers van
de Duitsers in de vertrouwelijke
sfeer van het gemeenschappelijk lot
in één cel uit te horen en hun ver
haal later aan de Duitsers over te
brieven.
Er zijn ook verraadzaken, waarin
Weinreb buiten de gevangenis, dus
weer in vrijheid gesteld, medewer
ker was. Verreweg het grootste deel
van het gisteren gepubliceerde rap
port wordt in beslag genomen door
het haarfijn uitpluizen van alle mo
gelijkheden in deze zaken.
Het meest spectaculaire en trieste
van deze verraadzaken is de zaak-
Reinkenstraat, waar door een tip
van Weinreb de Duitsers de kans
krijgen in één nacht 25 joodse onder
duikers uit een Haags pension weg te
halen (alle 25 komen in een kamp
om). Opzienbarend is, dat bij de be
handeling in beroep van de straf-
zaak-Weinreb bij de bijzondere raad
van cassatie in 1948 deze zaak wel
bekend is, maar vreemd genoeg niet
aan het oordeel van de rechter wordt
onderworpen.
Of. een ander voorbeeld, het verraad
van een organisatie voor hulp aan
joden, waardoor tien Nederlandse jo
denhelpers worden gepakt, plus nog
eens twintig joodse onderduikers.
Van die twintig komen er maar vijf
na de oorlog terug.
Ja, zelfs is een geval bekend dat
Weinreb persoonlijk bij een actie als
SD-man optreedt. Dat is in België,
waar Weinreb eveneens een poosje
wordt ingezet, onder andere om in de
vluchtwegen van Nederlandse joden
en illegale werkers te infiltreren. Hij
heeft namelijk door zijn huwelijk
nogal wat Belgische relaties.
Nog één keer krijgt Weinreb in zijn
Haagse woning de kans een tweede
Weinreb-lijst samen te stellen, nu
met medewerking van de Duitse po
litie. De bedoeling is daarmee joodse
onderduikers naar de trein te lok
ken, die dan natuurlijk niet naar
neutraal gebied, maar regelrecht
naar één van de kampen in het oos
ten zal rijden.
Ook in Westerbork worden nog men
sen op deze lijst ingeschreven. Dat
heeft dan in de praktijk onder ande
re tot gevolg dat enkele joden in
Westerbork hun kans op There-
siënstadt (dat was een „licht" joden
kamp) laten schieten omdat zij de
voorkeur geven aan emigratie. Voor
sommigen heeft dat een zekere dood
betekend.
Het succes van deze tweede lijst (die
werkte van november 1943 tot fe
bruari 1944) is naar Duitse maatsta
ven gezien, niet erg groot Er waren
niet zoveel joden meer buiten de
kampen en de meeste onderduikers
meenden reden genoeg te hebben
om Weinreb te wantrouwen.
Toen dan ook in februari 1944 de
Duitsers de tweede lijst ongeldig ver
klaarden en Weinreb. niet zeker van
Duitse toezeggingen, besloot om met
zijn gezin onder te duiken, kwam een
einde aan het verhaal van Weinreb.
dat na de oorlog tot de zaak-Weinreb
is geworden.
Optellen en aftrekken
Want dat is het wonderlijke van het
hele geval. Weinreb heeft in die
zelfde tijd bijvoorbeeld ook onder
duikers geholpen, zodat er om een
definitief oordeel over Weinrebs
houding te bepalen een ingewikkel
de optel- en af treksom (met heel wat
dubieuze posten) moet worden
gemaakt.
Als Weinreb dan ook na de oorlog
wordt gearresteerd op verdenking
van hulp aan de Duitsers, begint hij
met zijn advocaten een grote tege
nactie. Daardoor kan het bijzonder
gerechtshof eerst in 1947 de zaak-
Weinreb behandelen. Hij wordt dan
veroordeeld tot 37: Jaar gevangenis
straf wegens verraad ten behoeve
van de Duitsers. In hoger beroep bij
de bijzondere raad van cassatie
wordt dat in 1948 zelfs zes jaar, maar
kort daarop, bij het vijftigjarig rege
ringsjubileum van koningin Wilhel-
mina in 1948, komt hij voorwaarde
lijk vrij.
Hij is daarna werkzaam als econo
misch adviseur en hoogleraar, onder
andere in Ankara en Djakarta, maar
gaat zich allengs ook meer in joodse
theologie verdiepen. Hij geeft cur
sussen en oefent (zoals hij al heeft
gedaan als hij persoonlijk een aan
tal vrouwelijke deelnemers aan zijn
lijst „medische keurt") onbevoegd
de geneeskunst uit. Dat laatste
wordt een rechtzaak, op grond waar
van hij tenslotte in 1968 tot een
onvoorwaardelijke gevangenisstraf
wordt veroordeeld. Aan de uitvoe
ring van dat vonnis onttrekt hij zich
door uit te wijken naar Zwitserland,
waar hij op het ogenblik nog woont.
Presser
Intussen echter neemt prof. J. Pres
ser het in zijn in 1965 verschenen
geschiedenis van de Jodenvervol
ging ..Ondergang" op voor Weinreb,
die hij schetst als „de zondebok, die
moest boeten voor het falen van
talloze niet-joden". Dat trekt de
aandacht en Weinreb werkt zijn ge
denkschriften uit tot het in 1969 in
drie dikke delen verschenen boek
„Collaboratie en Verzet 1940-1945"
een groots èn meeslepend geschre
ven apologie.
Het is dit boek en de consternatie
die het wekt. plus de vragen in de
Tweede Kamer naar de mogelijk
heid tot revisie voor de rechtzaken
uit 1947-1948, die de aanleiding heb
ben gegeven tot de opdracht in 1970
door de ministers van onderwijs en
justitie tot dit onderzoek, waarvan
de gisteren gepubliceerde resultaten
Weinrebs eigen verhaal in omvang
nog even overtreft.
Het onderzoek is uitgevoerd door de
heren A. J. van der Leeuw, we
tenschappelijk medewerker van het
rijksinstituut voor oorlogsdocumen
tatie en mr D. Giltay Veth, een oud-
raadsheer in het Amsterdamse ge
rechtshof. Hij werd bij het onder-,
zoek betrokken vanwege de vele
moeilijkheden, die werden voorzien
op juridisch terTein.
Het was aanvankelijk de bedoeling
dat de heer Giltay Veth (die met het
plan rondliep te promoveren) een
paar dagen in de week zou meewer
ken, maar de zaak bleek weldra zo
gecompliceerd dat het ook voor hem
bijna zes jaar lang een volledige
dagtaak is geworden Bovendien
kregen de onderzoekers voor het on
dervragen van getuigen de hulp van
de heer J. van den Brink, een gepen
sioneerd inspecteur van de rijksre
cherche.
Voor het speurwerk en het geduld
van deze drie kan men slechts be
wondering hebben. Een groot aantal
getuigen (ook mensen die slechts
heel vaag in Weinrebs verhaal wer
den aangeduid) kon worden gevon
den en gehoord in binnen- en buiten
land. „Het herinneringsvermogen
van de getuigen was na dertig jaar
in het algemeen beter dan wij had
den verwacht. Hoewel talloze details
vergeten bleken, stonden hoofdza
ken en tekenende bijzonderheden
veelal scherp in het geheugen ge
grift. De verklaring is waarschijnlijk
daarin te zoeken, dat het destijds
om vragen van leven en dood ging",
aldus de schrijvers van het rapport.
Hoeveel het onderzoek heeft ge
kost? Reken maar één miljoen gul
den dan is men aan de veilige
kant. Voor 65 gulden kan iedere be
langstellende het resultaat van van
daag af in de boekhandel kopen.
ADVERTENTIE
Het geschreven woord zet zich voort. Veenman Tekst Schrijfautomaten.
Van een onzer verslaggevers
In wat hijzelf zijn „laatste woord" noemt, vecht Weinreb de
conclusie van het over hem uitgebrachte rapport aan. Na opge
merkt te hebben, dat zijn opzet „echt goed is geweest", zegt hij:
„Dat blijkt ook wel. Er zijn fouten gemaakt. Achteraf is het
echter heel gemakkelijk om te zeggen „dat is fout", maar op het
moment zie je het niet zo, moet je gauw beslissen en doe je wel
eens verdomd stom of gek".
AQC y PUf. ÓeRometnsekokCantinusdiNero
•■will, ontdekt tijdens het voorbereiden van
t~tjr~jr
een bacchanaal de ganzeveer als
schrijfinstrument.
Voor meer informatie over al onze schrijfautomaten: even bellen naar Veenman Tekst, tel. 010 13 49 80.
Groothandelaar in Pluimvee ontdekt de
efficiëntie van de Veenman Tekst
Schrijfautomaat.
De rapporteurs A. J van der Leeuw
en mr. D. Giltay Veth hebben Wein
reb gelegenheid gegeven tot deze
zelfrechtvaardiging tijdens een af
sluitend gesprek dat zij op U sep
tember 1974 in een hotel in Zürich
met hem voerden. De inhoud van dat
gesprek, dat bijna een uur duurde, is
als bijlage aan het rapport toege
voegd.
In zijn verdediging geeft Weinreb
uiting aan zijn twijfels over de waar
de. van het onderzoek. Met name
beticht hij de directeur van het Rijk
sinstituut voor oorlogsdocumentatie
ervan bevooroordeeld te zijn. „Dat is
zijn goed recht", zegt Weinreb.
„Maar dan rijzen er toch vragen be
treffende de onbevangenheid van
zo n instituut, dat onder zo'n leiding
staat. „Aan het slot van het gesprek
vraagt hij de rapporteurs: „Kan men
dit niet alsnog op een juiste, eerlijke
wijze doen, zodat men aan alle kan
ten het gevoel heeft: hier is inder
daad wetenschappelijk, dat wil zeg
gen eerlijk, objectief, van alle kanten
iets onderzocht en hier is niet gepro
beerd om die man nog maar gauw
een trap na te geven door te zeggen:
zie je nu wel, hij is schuldig".
Ter verklaring van zijn handelwijze
betoogt Weinreb dat hij een non
conformist is. „Ik ben", zegt hij, „een
individualist, die zijn eigen weg gaat.
Ik geloof, dat dit de andere kant van
de zaak is. Vele honderden mensen
die mij vele tientallen Jaren kennen,
zijn er toch van overtuigd, dat ik,
zoals men het kan noemen, toch een
net man ben. een behoorlijk man.
inderdaad ook wel met zijn hobby's
en zijn gekkigheden, een man die
zijn eigen weg gaat."
Met kracht ontkent Weinreb dat hij
zich aan zwendel heeft schuldig ge
maakt. Over die beschuldiging zegt
hij: „Ik moest zeker zwendelen in die
tijd, als men het zo wil noemen
Anderen zeggen: illegaal werk. Ik
ben een type. die altijd In zijn leven
op zijn eigen manier, zoals ik het zie.
de waarde van de mens laat gaan
boven andere waarden. Ik kan het
misschien fout hebben beoordeeld,
een keer fout gehandeld hebben,
maar dat andere is voor mij een
rustige overtuiging."
Met betrekking tot zijn memoires
merkt Weinreb op dat hij niet had
verwacht dat die op waarheid zou
den worden nageplozen. „Ik zeg naar
mijn vaste overtuiging dat het waar
is. Maar wat is objectieve waarheid?
Ik weet niet of die bestaat. (-) Het
boek is niet bedoeld om na te plui
zen, als een soort geschrift dat objec
tieve waarheid geeft. Het gaat in het
boek om mijn herinneringen, mijn
belevenissen, de dingen zoals ik ze
beleefd en gevoeld heb in de oorlog."
Overigens zegt Weinreb in een van
zijn lange monologen dat hij zich
„zonder meer" zal neerleggen bij een
visie op zijn handelwijze die afwijkt
van de zijne. „Ben ik schuldig, okay.
De gevangenis kan ik toch niet meer
ingaan na die tijd, nietwaar?"