Kind in ziekenhuis voelt zich meestal machteloos Zwolle „helaas" nog uniek voor spastische kinderen Confectieindustrie wacht vergeefs op toegezegde subsidie Werkgroep in Dordrecht zoekt naar verbeteringen Voorbereiding vaak niet goed Blokkering door overheid onredelijk" Or. H. van Wiechen: achterstand tot vijf jaar in te halen Expositie in Singer geopend Prinses opent nieuwbouw „De groenteman" bestaat 25 jaar UW KIND ALLEEN IN HET ZIEXENHUIS MAANDAG 4 OKTOBER 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET RH 7 door Kees de Leeuw Wanneer een kind in het zie kenhuis wordt opgenomen, is dat een hele gebeurtenis. De vertrouwde en veilige banden met het gezin worden verbro ken. Het kind voelt zich vaak machteloos, evenals de ouders die hun kind nauwelijks kun nen helpen en weten dat zij er niet zijn, wanneer het kind hen het meest nodig heeft. Dat gevoel van machteloosheid blijkt bij veel ouders te leven. Zij vinden het vaak erg moeilijk hun kind in een ziekenhuis achter te la ten. De kinderen zijn doorgaans ver drietig en angstig, als ze moeten wor den opgenomen en de ouders weten niet wat er gebeurt, wanneer ze weer buiten staan. Dit alles leidt tot vra gen als: „Is dat allemaal wel nodig?" en „Kan daar niets aan worden ge daan?" Een werkgroep in Dordrecht be staande uit ouders, die ervaring heb ben opgedaan met een kind in het ziekenhuis heeft daar een onder zoek naar ingesteld. Niet alleen wer den bezoeken gebracht aan de kin derafdelingen van de (drie) Dordtse ziekenhuizen, maar daarnaast on dervroeg men ook een kleine 250 ouders, van wie op dat moment een kind in het ziekenhuis lag. De bevindingen en resultaten zijn neergelegd in een vrij lijvig rapport, dat onder de voor de hand liggende titel „Uw kind alleen in het zieken huis" is verschenen. Enkele opzien barende conclusies daaruit: Kinde ren die moeten worden opgenomen, zijn meestal niet goed voorbereid op wat hun te wachten staat. Ook hun ouders worden onvoldoende betrok ken bij dit gebeuren. De ziekenhui zen voeren geen actief beleid om daar verandering in te brengen en de medewerkers in het ziekenhuis zijn onvoldoende of niet bereid om infor matie uit te wisselen. dat veel ouders zich zo laten ai- schrikken door de „wetenschappe lijke sfeer" en de ingewikkeld aan doende ziekenhuisorganisatie, dat zij denken lastig te zijn met hun vragen. Is er voorlichting, dan komt dit meestal door het initiatief en de vindingrijkheid van de ouders. In het rapport wordt ook ingegaan op de situatie thuis tijdens en na de opname van het kind in het zieken huis. Bijna tachtig procent van de ouders met meer kinderen moet een beroep doen op anderen om op be zoek te kunnen gaan. Voor meer dan de helft levert dat onderbrengen van hun kinderen weliswaar geen moei lijkheden op. maar niettemin stellen bijna al deze ouders het op prijs, wanneer de ziekenhuizen voor een opvangmogelijkheid zorgen. Een ander (belangrijk) punt is de nazorg: volgens 28 procent van de ouders deden zich na afloop van een eerdere ziekenhuisopname van één van hun kinderen moeilijkhe den voor bij de aanpassing thuis: onrustig slapen, bang om alleen te zijn. weer in bed plassen enz. De werkgroep meent, dat het een taak van de ziekenhuizen zou moeten zijn de ouders te wijzen op eventuele moeilijkheden na het ontslag. Die kunnen namelijk moeilijk te her kennen zijn als gevolg van de opna me en het is belangrijk, dat het kind zijn ervaringen zo goed mogelijk kan verwerken. Nu is het zo, dat de ziekenhuizen het kind veel te veel als een alleenstaand wezen benade ren. Het wordt geïsoleerd van zijn huisgenoten in een situatie, waarin het juist hun liefde, begrip en steun nodig heeft. Van enige hulp bij moeilijkheden achteraf is niet of nauwelijks sprake. Mijlpaal Over de opname wordt opgemerkt, dat het verblijf aldaar later vaak een mijlpaal blijkt te zijn in het leven van het kind. Ouders spreken dan in termen als: dat gebeurde vóór en dat nó de opname. Ongeacht de leeftijd- betekent een ziekenhuisopname voor het kind een ingrijpende veran dering in zijn leventje. Een plotselin ge opname kan medisch gezien noodzakelijk zijn, maar zou verme den moeten worden, wanneer dit mo gelijk is. Een abrupte scheiding van het gezin (de moeder) en de ver trouwde omgeving kan ingrijpende gevolgen hebben. Vooral kinderen in de leeftijd van 1 tot 7 jaar moeten daarop worden voorbereid en op al les wat hun in het ziekenhuis te wachten staat. Uit het onderzoek blijkt dat 68 pro cent van de kinderen acuut wordt opgenomen. De werkgroep vraagt zich af of deze plotselinge opnamen in alle gevallen wel beslist noodzake lijk zijn geweest. Of werkt een moge lijk aantal leegstaande bedden mee aan het hoge percentage acute opna men? Uitstel desnoods voor één dag betekent in ieder geval, dat het kind nog enigszins kan worden voorbereid. Angst met betrekking tot de ziekte, angst om van de ouders gescheiden te worden en angst voor al die onbe grijpelijke dingen die in een zieken huis gebeuren, zal men vrijwel bij ieder kind bespeuren. Om deze za ken begrijpelijk te maken zal men hierover moeten praten. Het gaat daarbij natuurlijk niet alleen om de gesprekken die de ouders met het kind hebben. Eenmaal in het zieken huis zullen de kinderen moeten kun nen praten met iedereen, die ze om zich heen zien en die belangrijk voor hen is. Bijna alle ouders zeiden des gevraagd het belangrijk te vinden, dat er met hun kind wordt gepraat, maar het onderzoek wijst uit. dat het toch vaak niet goed werd voorgelicht of voorbereid. Veel ouders krijgen bovendien niet genoeg informatie, teveel kinderen worden acuut opge nomen. huisarts, specialist en ver pleegkundigen wijzen de ouders niet genoeg op heLbelang van een goede voorlichting en voorbereiding en ne men ook geen initiatieven om met het kind te praten. Regels Eén van de aspecten van de voor lichting is het geheel aan regels en gewoonten binnen de ziekenhuizen. De bekendheid van ouders met die regels en gewoonten is vrij hoog. maar opmerkelijk is wel. dat de be kendheid lager is als het gaat om het spreekuur van de kinderarts en de mogelijkheid bij de verzorging te assisteren. Bovendien zijn veel ou ders het niet eens met deze regels en gewoonten. Met name de bezoekre geling vormt of vormde een pro bleem. Dit alles weerhoudt de ou ders er niet alleen van meer deel te nemen aan het hele gebeuren rond hun kind. maar blijkt tevens een extra belasting te zijn voor beiden. In het rapport wordt dan ook met nadruk gepleit voor open bezoektij den. waardoor er meer contact zal kunnen zijn tussen medisch perso neel en de ouders. De werkgroep concludeert verder, dat de regels en gewoonten meer gericht zijn op de werkmethoden van het ziekenhuis het vlot laten verlopen van de werkzaamheden dan op het natuurlijke ritme van spelen en rusten van het kind. „Mochten deze regels en gewoonten gewijzigd worden, dan hopen wij dat deze meer worden afgestemd op het welzijn van kind en gezin." In het hoofdstuk „Verpleging en verzor ging" zegt de werkgroep, dat die tot nu toe te eenzijdig zijn gericht op het lichamelijk welzijn. Het meer openstellen van de kinderafdeling voor de ouders zou op z'n minst mogelijkheden scheppen om te wer ken aan de tot standkoming van een klimaat, waarin alle betrokkenen kunnen samenwerken, met respect voor eikaars deskundigheid en ver antwoordelijkheid. Dit kan het zie ke kind alleen maar ten goede komen. Ouders van jonge kinderen zijn ge schrokken van de nadelige invloed, die een ziekenhuisopname op de ontwikkeling van hun kind had. Zij voelden zich machteloos en waren nauwelijks in staat hun kind goed op te vangen. Opvallend veel ouders willen echter meer betrokken wor den bij de dagelijkse verzorging van hun kind in het ziekenhuis, maar het contact tussen ouders en verpleeg kundig personeel verloopt onbevre digend. Zowel van de kant van de ouders als van die van de verpleeg kundigen blijkt er weinig begrip te zijn voor eikaars problemen en de situatie, waar de ander zich in bevindt. Informatie Ten aanzien van de voorlichting wordt opgemerkt, dat de ziekenhui zen de ouders maar beperkte infor matie geven over de toestand van hun kind. Het wordt volledig aan henzelf overgelaten of ze van die mogelijkheden gebruik maken, want zowel artsen als verpleegkun digen nemen bijna nooit het initia tief met de ouders te praten. Ook dezen nemen weinig initiatief. „Het onderzoek kan daarvoor geen bevre digende verklaring geven", aldus de werkgroep. Zij vermoedt evenwel. knelpunten AMSTERDAM De confectie-ondernemers hebben in een brief aan minister Lubbers van economische zaken hun ongerustheid uitgesproken over het uitblijven van toegezegde investerings subsidies. De subsidieregeling is in mei na een jaar wachten afgekondigd. Aanvragen worden echter nog steeds niet ingewil ligd, omdat de vereiste geldmiddelen nog niet beschikbaar zijn gesteld. De NEVEC, de Nederlandse Econo mische Vereniging voor de Confec- tie-industrie, wijst er op dat de subsi dies zijn verleend op grond van de zogenaamde Kaderregeling confec tie. Eventuele subsidies zouden in vesteringen ten goede moeten ko men die de rentabiliteit van de on derneming duurzaam kunnen her stellen of verbeteren. Intussen zijn al 64 subsidieaanvragen met een to taalbedrag van 26 miljoen in be handeling genomen bij de Neder landse Herstructureringsmaat schappij (NEHEM) maar uitgekeerd is nog niets. De reden daarvan zou zijn. zeggen de confectiefabrikanten. dat de NEHEM de aanvragen niet kan toetsen aan structuurplannen voor de kledingindustrie. Dit is on derdeel van de subsidie voorwaarden maar de struc tuurplannen zijn nog niet gereed. Namens de confectie-industrie drin gen de NEVEC en de werkgeversor ganisatie in de confectie er op aan de subsidieregeling doelmatig te laten functioneren. Men vindt het zeer on redelijk dat de overheid eerst een subsidieregeling afkondigt en. deze later blokkeert om redenen waar de confectiefabrikanten niets aan kun nen doen. De kledingfabrikanten vinden een structuurplan niet het eerste vereis te. Wel moet systematisch per onder neming worden nagegaan welke mo gelijkheden er zijn. Bedrijfstakana lyses en prognoses zijn onmisbare hulpmiddelen maar de structuur van de bedrijfstak wordt pas zichtbaar als het werk is voltooid en alle le vensvatbare ondernemingen een zo danige plaats hebben gekregen dat zij zo goed mogelijk functioneren Op de foto rechts het nieuwe gebouw van de Stichting tot hulp aan spastische patiënten te Zwolle. Steeds komen in het rapport drie belangrijke knelpunten naar voren: het grote gebrek aan informatie bij de ouders; de onvoldoende of niet aanwezige bereidheid bij de zieken huismedewerkers om informatie uit te wisselen en de onatuurlijke grote afstand die door de ziekenhuizen tussen kinderen wordt aangebracht. De werkgroep „Uw kind alleen in het ziekenhuis" wil het overigens niet bij het constateren van deze knelpunten laten. Zij wil in overleg met de ziekenhuismedewerkers hieraan iets doen door het sa menstellen van beter voorlichtings materiaal en het mogelijk maken van vrije bezoektijden, waardoor de afstand tussen ouders en kinderen tot een minimum beperkt kan wor den en de contacten tussen ouders en ziekenhuismedewerkers gemak kelijker kunnen plaatsvinden. Daarnaast is de werkgroep van plan om in Dordrecht een voorlichtings campagne op te zetten in samenwer king met je moet tenslotte aan de basis beginnen peuterspeelzalen, kleuter- en basisscholen. Eén van de uitgangspunten zal daarbij zijn. dat de kennis die de ouders van hun kind hebben, het begrip en de liefde die zij daarvoor voelen, van ten minste even groot belang zijn bij het genezingsproces als de medische kennis en (verpleeg-)kunde. En tot slot: de werkgroep heeft de indruk dat wat in het rapport aan de orde wordt gesteld ook landelijk geldt voor kinderafdelingen van zie kenhuizen. Pas na bepaalde acties gingen sommige ziekenhuizen in het land ertoe over de situatie op die afdelingen te veranderen. „Er zijn wel gunstige uitzonderingen", stelt men. „maar het blijven nog steeds uitzonderingen". Wat de drie zieken huizen in Dordrecht betreft hoopt de werkgroep dat ook hier binnen afzienbare tijd van een gunstige uitzondering kan worden ge sproken. Tanja Koen van de NCRV heeft in het Singermuseum in Laren de tentoonstelling Vierduizend jaar bloemsierkunst geopend. Op de foto mevrouw Koen met arrangeur Johan Weiss bij het beeldje van Diana, die godin van de wilde natuur. door Jac. Lelsz ZWOLLE „Hoewel bepaalde aanpasssingen daarna nog wel mogelijk blijven, kan de ach terstand bij spastische kinde ren alleen maar worden inge haald tot vijf jaar. Daarom is het nodig dat de handicap vroegtijdig wordt opgespoord en dat er op zo jeugdig mogelij ke leeftijd met de fysiothera- peutische behandeling wordt begonnen". Aldus dr. H. J. van Wiechen die als „projectleider- arts-cineast" een centrale fi guur is bij de werkzaamheden, die in het Winthrop Phelps Centrum te Zwolle worden ver richt. Op donderdag 7 oktober zal prinses Beatrix aan de rand van de Overijs selse hoofdstad de nieuwbouw van de „Stichting tot hulp een spastische patiënten", officieel openen. Het centrum dat gezegd moet worden „helaas" nog steeds uniek is voor Nederland, krijgt bij die gelegenheid tevens een nieuwe naam. In Zwolle hoopt men dat ook elders in Nederland dergelijke centra van de grond komen. De patiëntjes ko men, een enkele uitzondering daar gelaten, uit een gebied in een straal van 35 kilometer om Zwolle. Het wekt eigenlijk enige bevreemding, dat tot nu toe het door Zwolle gege ven voorbeeld nog nergens anders navolging heeft gevonden. In Zwolle werd al in 1956. na een lezing van de Engelse arts Bobath. die een nieuwe methode ter behandeling van spasti- ci had ontwikkeld, met de hulp aan deze patiënten in zijn geest be gonnen. Twaalf specialismen Het werk is geleidelijk uitgebreid. In de loop der jaren rijpte het inzicht dat men er niet mee klaar was vast te stellen dat een kind spastisch is en welke behandeling het nodig heeft. Even belangrijk is het aan de psy chologische. de pedagogische en de speciale problemen de nodige aan dacht te geven. Zodoende bestaat er thans een werkgroep waarin twaalf specialismen vertegenwoordigd zijn. De werkgroep heeft tot nog toe al over bijna duizend kinderen advies uitgebracht. De beoordeling van de spastische kinderen, wier berschadiging over wegend is ontstaan tijdens, vlak voor of kort na de bevalling, vindt in Zwolle plaats aan de hand van een vast schema van oefeningen, dat op film en tegenwoordig ook op vide oband wordt vastgelegd. Eenmaal per half jaar komen de patiënten voor controle. In het bijzijn van de ouders wordt eerst de vroegere film gedraaid, waarna de toestand van het kind. zijn vooruitgang of eventu eel achteruitgang, beoordeeld wordt door de beelden daarvan te vergelij ken met nieuwe oefeningen, die ook weer worden vastgelegd. Na verwerking van de onderzoeken (dr. H. J. van Wiechen schreef er zijn proefschrift over) kwam als be langrijkste conclusie naar voren, dat zo vroeg mogelijk met de fysiothera- peutische behandeling moet worden begonnen. Patiënten beneden de vijf jaar. die voor hét eerst onder behan deling komen, verbeteren daardoor duidelijk; boven die leeftijd is de prognose veel minder gunstig. Het is gebleken dat de fysiotherapie, gege ven in de tijd dat het kind zich zeer sterk ontwikkelt, van grote waarde is. Op vijfjarige leeftijd is de funda mentele ontwikkeling maximaal, daarna is het voor behandeling vaak te laat. Ontwikkelingstest Huisartsen, wijkzusters en consulta tiebureaus kunnen in eerste instan tie bevorderen dat kinderen tijdig Kijkje in een van de speel/werkruimten in het nieuwe gebouw voor revalidatie van spastische kinderen in Zwolle. Intussen heeft de Stichting tot Hulp aan Spastische Patiënten een nieuw gebouw, dat donderdag door prinses Beatrix zal worden geopend Het werd in samenspel ontwikkeld door het architectenbureau Lankhorsten dr Van Wiechen. Alle onderdelen moesten direct op de praktische waarden ervan worden onderzocht. Noch in Nederland noch daarbuiten had men een voorbeeld voor een dergelijk medisch-sociaal instituut. Het meest kenmerkende onderdeel ervan is het elektronisch hart. een centrum van waaruit de verrichtin gen van de patiëntjes op enige tele visieschermen direct worden ge volgd door middel van in de speel- en werkruimten en in het oe fenzwembad opgestelde camera's onder behandeling worden gesteld. Bij vergelijkbare leeftijdsgroepen vertoonden de onderzochte patiën ten. die twaalf maanden therapie egen. een duidelijke verbetering ten opzichte van anderen, die het zon der therapie hadden moeten e stel len. Uitgaande hiervan is gezocht naar een methode om alle spas tische kinderen onder de vijf jaar op te sporen, hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot het maken van de zoge naamde motorische ontwikkelings test door dr Van Wiechen. Deze tekst vraagt slechts vier minuten per kind onder het jaar. Ook voor het ontdekken van stoornissen bij het zien of horen levert de test gege vens op. Ook elders in het land wordt van de test gebruik gemaakt. De werkgroep in Zwolle komt nu al twintig jaar lang één keer per week een avond bijeen zonder daarvoor betaling te ontvangen. In 1962 kon dankzij de financiële medewerking van de Winthrop Phelps Stichting, genoemd naar een Amerikaans spe cialist. die zich het lot van het spas tisch kind bijzonder aantrok, een centrum worden gesticht De zie kenfondsen waren, hoewel deze acti viteiten strikt genomen niet binnen het „pakket" vallen, eveneens be reid te steunen Er bleven tekorten, maar door allerlei acties, onder meer van de zijde der burgerij, kon het werk worden voortgezet. In de laatste jaren is de financiering van het geheel aanmerkelijk verbe terd. Wat de poliklinische revalida tie betreft voor nul- tot vijfjarigen (waarvan er drie groepen van elk zes kinderen zijn), deze gebeurt nu meer officieel door ziekenfondsen en ziek tekostenverzekeringen. Verder is er een voorlopig door CRM erkend dagverblijf voor dubbelgehandicap- te kinderen van vijf tot vijftien jaar, die niet meer te revalideren zijn. maar waarvan verwacht wordt dat zij vla een dagbehandeling in het eigen milieu gehandhaafd kunnen worden Deze opvang is onder de Algemene Wet Bijzondere Ziekte kosten gebracht. Zij bestaat uit vier groepen met in totaal 26 kinderen. Van onze radio- en tv-redactie HILVERSUM Naast het televisie- jubileum wordt nog een klein Jubi- leumpje gevierd met 25 jaar „De groenteman" Op 2 oktober 1951 be gon Henk de Wolf bij de Avro-radio met het rubriekje, dat de wat droge gegevens die het centraal bureau voor tuinbouwveilingen aan de om roepen verstrekte in een soort mini- hoorspelletje verwerkte. Voorafgegaan door het alom beken de lied „Groenteman wat zullen we eten" werd de huisvrouw bijgestaan bij het altijd weer moeilijke pro bleem uit te zoeken wat er op tafel komt. Misschien zijn er mensen, die altijd hebben gedacht dat er een echte groenteman voor de micro foon staat. Die mensen wordt nu een illusie ontnomen. Henk de Wolf, de uitvinder van de rubriek, was in 1951 programmaleider Avro-radio en een paar jaar na het begin volgde zijn zoon Kees de Wolf. eveneens Avro- radioman hem op „Klant" is zijn echtgenote Hermien de Wolf-van der Horst, in het dage lijks leven onderwijzeres In het nieuwe seizoen zal „De Groente man" er op dinsdag zijn om kwart voor negen op Hilversum 2 Op don derdag blijft hij in „Rondom 12" gehandhaafd om half twaalf op Hil versum 2. verslag van een onderzoek

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 7