Evangeliseren is niet meer
op zeepkistjes staan
Tante zonder koffie
Uw probleem ook het onze
Katoentjes bij Metz Co
Joke van der Velden nam uitdaging aan
MAANDAG 4 OKTOBER 1976
BINNENLAND/MODE
TROUW/KWARTET 5
door Fred Lammers
UTRECHT Het begint nu te
wennen, maar eerst keken ze in
Utrecht toch wel vreemd aan
tegen de nieuwe hervormde
evangelisatiepredikante Joke
van der Velden. Niet alleen om
dat zij een vrouw is en tot op
heden zelfs de enige die zich als
predikante zo uitgesproken
met evangelisatie bezighoudt.
Maar ook omdat het een hele
overgang is, als je meer dan een
kwart eeuw een ietwat deftige
stadspredikant gewend bent
en dan ineens te maken krijgt
met een vlotte jonge vrouw van
midden twintig.
Een vrouw die er geen probleem mee
heeft als mensen haar bij de voor
naam noemen, op raambiljetten
voor speciale kerkdiensten zelfs bij
voorkeur als Joke van der Velden
Wordt vermeld. „Ik weet dat zoiets
niet gebruikelijk is. maar ik heb ge
merkt dat het een functie heeft. Het
verkleint de afstand tot de mensen
en dat is belangrijk. Het klinkt ook
wat gewoner." zegt Joke van der
Velden, als ik met haar zit te praten
in haar werkkamer aan de Bemuur-
de Weerd in Utrecht.
Voor gewoon doen is zij erg gevoelig.
„Als predikant moet je niet op een
voetstuk staan, maar temidden van
de mensen. Dat geldt voor je hele
doen en laten. Ook in je manier van
spreken moet je het niet mooi willen
maken. De tale Kanaans spreken de
meeste predikanten niet meer. maar
het vertalen van het evangelie in
hedendaagse stijl kun je toch op
allerlei manieren doen."
Het zal duidelijk zijn voor welke
methode Joke van der Velden heeft
gekozen. Dat Van der Velden is trou
wens Jokes meisjesnaam. De naam
van haar man Van Giessen
gebruikt ze bijna nooit, al zal zij
iemand die dat wel doet er niet boos
om aankijken."
..Afgezien van de praktische bezwa
ren al mijn papieren van kerkelij
ke examens staan op naam van Van
dtr Velden vind ik het onzin een
andere naam te gaan voeren als je
tróuwt. Door het huwelijk word je
niet ineens iemand anders. Het komt
er voor anderen helemaal niet op aan
of je'getrouwd bent. Voor veel vrou
wen is het huwelijk nog een status.
Daar wil ik niet aan meedoen," zegt
ze.
Die theologische studie kwam onver
wacht. „Ik was in 1969 van plan
scheikunde te gaan studeren. Op het
laatste moment, ik was al ingeschre
ven in Utrecht, ben ik van studie
richting veranderd en theologie gaan
doen. Waarom ik dat heb gedaan
kan ik niet uitleggen. Maar ik geloof
wel dat. voorzover je je daarvan als
achttienjarige bewust bent. heilige
idealen daarbij een rol hebben ge
speeld: als ik in God geloof zou ik
daarover best aan anderen willen
vertellen."
Onbewust was Joke al een tijdlang
met dat predikant worden bezig.
„Met ds Klap. mijn wijkpredikant in
Zeist, heb ik wel eens gepraat over
wat predikant zijn inhoudt. Hij keek
er dan ook niet van op toen hij van
mijn beslissing hoorde. Ds. Klap was
een predikant die door zijn eenvoud
opviel. Er ging bezieling van hem uit.
Joke van der Velden
Als ik bij hem in de kerk zat voelde
ik: die man meent wat hij zegt. Bij
veel predikanten mis je dat. Aan ds.
Klap zag ik dat het ook anders kon.
Als je predikant bent vind ik het een
voorwaarde dat je er helemaal
achter staat wat je op de mensen
wilt overbrengen. Dat je roeping
voor dit werk moet hebben is in
wezen zo. maar dat is zo'n groot
woord, dat ik het maar voor mezelf
houd. Ik weet dat ik mag werken in
Gods naam. Voor de rest is het mijn
enthousiasme en mijn eigen geloof
waarmee ik op pad ga. Misschien
ben ik zelfs wel een beetje te
geestdriftig en wil ik alles wel even
regelen, terwijl veel dingen tijd no
dig hebben."
De studie in Utrecht was niet een
voudig. „Tachtig procent van dege
nen die hier theologie studeren beho
ren tot de gereformeerde bond en
zijn tegen de vrouw in het ambt.
Sommige studenten vonden het tot
op zekere hoogte nog wel leuk dat ik
met nog vier meisjes theologie stu
deerde. als het maar bij een bijzon
dere belangstelling bleef. Toen ik na
een paar jaar als enige van de vijf
voor de pastorale kant koos, waren
ze daarmee niet zo gelukkig. Er wa
ren zelfs bepaalde figuren die mij als
mede-student gewoon 'negeerden.
Dat gold niet voor de hoogleraren.
Van hen heb ik geen enkele tegen
werking ondervonden. Al viel het
vaak niet mee. er zaten toch ook
pluspunten aan die studie in
Utrecht. Het dwong me al in een
vroeg stadium voor mezelf duidelijk
te formuleren waarom ik voor deze
levensrichting had gekozen."
Suriname
Joke van der Velden maakte het
zichzelf niet gemakkelijk. Dat
toonde ze door als eerste gemeente
in plaats van een dorpje een grote
stad te kiezen, maar ook bij de
verplichte stage van 1974, vlak voor
het afronden van haar studie. Sa
men met haar man, toen nog haar
verloofde, die dierenarts is bij de
rijksuniversiteit in Utrecht, trok zij
naar Suriname om er in Paramari
bo te gaan werken. „Ik ben altijd
avontuurlijk geweest en ging van
het standpunt uit: als het anders
kan lijkt me dat wel leuker. Het
was heel boeiend. Wat me in Suri
name vooral trof was dat iedereen
daar een vrouwelijke predikante
zonder meer accepteert, terwijl het
hier nog vaak een moeilijk punt is."
Terug in Nederland kreeg ze op een
dag het verzoek van Jokes voor
ganger. dr. Dronkers. eens te ko
men praten. „Hij vertelde dat hij
met emeritaat ging en ook dat ve
len in Utrecht niet zo gelukkig wa
ren met de opzet van het evangeli
satiewerk. het eigenlijk niet meer
zagen zitten. Ze waren opzoek naar
een jong iemand die de mogelijkhe
den voor een nieuwe opzet van het
evangelisatiewerk, wilde bekijken.
Met name dr. Dronkers deed een
beroep op mij. Ik wist toen ik eraan
begon dat het geen gemakkelijke
taak zou zijn. maar de uitdaging
die erin ligt heeft me ja doen zeg
gen. En ik heb er nog geen spijt van
gehad."
Zo werd Joke van der Velden predi
kante in Utrecht met een bijzonde
re opdracht: het evangelisatiewerk.
Daaraan gekoppeld is het direc
teurschap van het Centraal Bureau
voor Evangelisatie van de ruim
honderd jaar bestaande Vereniging
Stadszending, een benaming die
Joke nooit gebruikt, omdat dit
„een vreselijke typering" vindt.
Te christelijk
Het werk dat eraan vastzit doet zij
uiteraard wel en dat is niet te ver
waarlozen. Het bestaat met name
uit het geregelde contact met de
mensen die ervoor zorgen dat op
2500 adressen in Utrecht het evan
gelisatieblad „De Open Deur" in de
bus komt en de lezers die daar prijs
op stellen af en toe worden bezocht.
Wat dat blad betreft ziet Joke niet
veel perspectieven. „Het is erg ge
richt op mensen die al kerkelijk
zijn. Het klinkt gek. maar ik vind
de inhoud van dat blad te christe
lijk voor evangelisatiedoeleinden."
In het jaar dat Joke van der Velden
nu in Utrecht werkzaam is heeft zij
geleerd dat er inderdaad veel moet
veranderen in de opzet van de
evangelisatie. „Wij moeten af van
het idee dat evangeliseren is op
zeepkistjes staan en zingen in een
koortje. Dat heeft vroeger mogelijk
nut gehad, maar nu moet je de
mensen anders benaderen. Evange
lisatie blijft noodzakelijk, dat staat
voor mij voorop, zelfs nog meer dan
vroeger. Vooral dicht bij huis is er
een zendingstaak. Als predikante
in een grote stad word je dagelijks
geconfronteerd met eenzaamheid
en ellende. De meeste kerkmensen
weten daar weinig vanaf. Ze zou
den best eens wat meer belangstel
ling voor de ander mogen tonen en
dan geen vrijblijvende belangstel
ling maar echte interesse, die uit
het hart komt. Nu schrikken we er
vaak voor terug iemand, van wie
we weten dat die eenzaam is. te
bezoeken, omdat we bang zijn dat
we er dan aan vast zitten en regel
matig naar zo iemand toe moeten."
Joke van der Velden zegt dat je met
evangelisatie met de beide benen
op de grond moet blijven. „Velen
vinden het nog altijd schitterend
als je een heleboel mensen bij el
kaar kunt brengen door er een koor
of een andere attractie tegenaan te
gooien. Maar dat is het volgens mij
niet. Het gaat bij de evangelisatie
niet om grote aantallen. Je moet
niet meteen over resultaten gaan
spreken, maar gewoon vlakbij huis
beginnen, niet door krampachtig te
doen. maar je zelf te zijn. oprecht
met je medemensen om te gaan.
zodat degenen met wie je krijgt te
maken, die op je weg worden ge
plaatst. zien aan je levenshouding
dat het christenzijn werkelijk iets
in je leven betekent. Wat dat uit
werkt moeten we maar aan God
overlaten."
Andere opzet
Plannen voor een andere opzet van
de evangelisatie heeft Joke van der
Velden de afgelopen maanden ook
gemaakt, al vindt zij hetgeen tot nu
toe uit de bus is gekomen maar
matig. „Ik vraag me soms wel eens
af of ik de meest geschikte persoon
voor dit werk ben. Wat ik graag zou
willen is een eigen centrum te
hebben waar ik regelmatig, in elk
geval eens per veertien dagen, een
bijeenkomst kan houden. Nu preek
ik ook bijna elke zondag in een van
de Utrechtse kerken. Ik ben dan
gastpredikante, wat betekent dat
ik me moet aanpassen aan de ge
bruiken die er in zo'n kerk bestaan.
Ik zou een kerkdienst heel anders
opzetten. De eigenlijke dienst, in
clusief de preek, zou bij mij niet
langer dan een half uur duren.
Daarna wil ik in een informeel ge
deelte de bezoekers die ervoor voe
len gelegenheid geven met allerlei
vragen te komen. Ik denk dat je
ook niet-kerkelijken best zou kun
nen overhalen een keer de moeite
te nemen naar zo'n bijeenkomst te
komen. Ze kunnen zich dan op de
hoogte stellen van wat er nu eigen
lijk in de kerk gebeurt en vooral
zien dat men ook daar met de tijd is
meegegaan."
door Mink van Rijsdijk
Te weinig, vrees ik, vragen volwassenen zich af hoe
hun gedrag op kinderen overkomt. Dan denk ik niet
in de eerste plaats aan ..het grote voorbeeld" van gul
en niet gierig, eerlijk en niet jokken of lief zijn en
niet stout. Het is inmiddels wel tot het mensdom
doorgedrongen hoe gewichtig het voorgaan op het
pad der goede zede van ouderen voor het jonge
volkje is. Maar ik vroeg me deze dagen af wat een
kind denkt als het grote mensen bezig ziet met of
hoort over doodgewone dingen. Ik ben al jaren uit
de kleine kinderen en dat zal wel de oorzaak zijn dat
Annetje van zes me vorige week zo frappeerde. Het
meisje was met haar ouders in ons buurtje op
bezoek. Misschien verveelden haar de gesprekken
van de volwassenen? Of was zij, onder het motto dat
kleine potjes grote oren hebben even handig naar
buiten gemanipuleerd? Hoe dan ook, ze vereerde
mij met een bezoek. Heel parmantig merkte ze op:
„Ik kom maar eens even hier binnen wippen."Daar
na trok ze een \tfht zorgelijk smoeltje. Spontaan
maakte ze me deelgenote van haar kommer. ,,Moet
u horen, tante kon geen koffie zetten voor mamma
en pappa. Tante had geen koffie in huis, geen
boontje meer.",,Zóóó," reageerde ik, me niet hevig
verbazende over de tante, die wel vaker huishoude
lijke regiefoutjes maakte."Wil je een glaasje prik,
Annetje?" Dat wilde ze. Peinzend zei ze: „Tante zal
ook vast geen prik meer hebben." Ik was er niet
helemaal bij met mijn gedachten, anders had ik dat
signaal wel opgevangen. Ik babbelde wat op de
populaire toon, zoals die gebruikelijk is van me
vrouw tot kind. Want je wilt toch aardig en leuk
gevonden worden door iedereen en een kinderhand
is gauw gevuld. Bah. Ik vertelde opgewekt dat de
hond stout was geweest en dat Blanche, onze
tortelduif naar buiten was gevlogen. Dat zijn toch
fijne verhaaltjes voor een kind, dacht ik veel te
zeker van mijn zaak. Annetje echter luisterde nau-
welijk. Hoe ik ook uitpakte over de jacht achter de
duif aan, ze liet zich er niet door meeslepen. Omdat
ik het haar toch naar de zin wilde maken en ook nog
steeds aardig gevonden wenste te worden bood ik
haar royaal een tweede glaasje prik aan. hoe
stereotiep om via een consumptie de situatie weer
bij te sturen. Weer bah. Terwijl ze bedachtzaam met
kleine slokjes haar synthetische drankje nuttigde,
zei ze: „Wat zullen mamma en pappa nu drinken?
Water, denk ik." Ineens werd ik klaarwakker en
waren de gedachten van het meisje glashelder voor
me. Natuurlijk interesseerden hond noch duif haar.
Sterker nog, ze wilde zich absoluut niet laten aflei
den door leuke verhalen. Die verstoorden haar
eigen gedachten. Ze wilde verder werken aan haar
eigen verhaal, dat helemaal niet leuk, maar erg zielig
was. Tante heeft ook vast geen prik in huis. Wat
zielig, wat lekker zielig. Daar kon toch ook geen
enkel leutig dierenverhaal tegenop? Moest ik haar
nu vertellen dat tante soms wat vergeetachtig was,
dat ze echt wel geld had om koffie te kopen? Toch
maar niet. Had ik als kind ook niet, compleet met
een traan in het oog, gesmuld van een zielig verhaal?
Bovendien kwam de barre smart van armoede niet
uit een boekje, maar van tante en dat leverde een
aparte sensatie op. Annetje zette haar lege glas op
tafel en zuchtte ouwelijk:,.Tja - 't is me wat." De
grens tussen werkelijkheid en fantasie was weggeval
len. Toen ze verdween, zei ze: „Ik hoop wel dat
tante nog eten in huis heeft." Het klonk innig
bezorgd, maar de ondertoon van tevredenheid viel
niet te ontkennen.
In de koepel van Metz Co. van
waaruit men een prachtig uitzicht
heeft over Amsterdamse grachten-
tuinen, wordt tot en met vrijdag 8
oktober een tentoonstelling gehou
den die is georganiseerd door het
International Institute for Cotton en
het Nederlands Katoeninstituut. De
expositie is geheel gericht op kinde
ren. er zijn ideëen op kleding, speel
goed en op interieurgebied.
Onder de buitenlandse bijdragen be
vinden zich kinder-laken dessins uit
Frankrijk, zacht speelgoed en aarde
werk met benen en voetjes uit Enge
land. Confectie fabrikanten en de
taillisten kunnen ontwerpen en des
sins kopen en ideeën voor hun collec
tie opdoen tijdens deze tentoonstel
ling.
De oude kleertjes waaronder keurige
jongenspakjes met aanknoopbroek
en een bovenstukje met een matro
zenkraag van verwassen katoen, stij
ve zwarte glanskatoenen
schoolschorten met plooien, kleine
onderjurkjes die nu als jurk worden
gedragen; ze dienen allemaal als
voorbeeld voor een nieuwe serie kin
derkleren die voor een gedeelte door
het Katoeninstituut werden ontwor
pen en uitgevoerd. De andere
kleertjes komen uit bestaande col
lecties van ontwerpers en confectie
fabrikanten. Liberty leverde stoffen,
uiteraard de Liberty bloemetjes,
waarvan snoezige kussentjes,
schortjes, schoentjes en jurken zijn
gemaakt.
Er zijn functionele kleertjes, van
warme en stevige katoen (trainings
pakken, overalls, jacks met capu
chon), als tweede groep de roman
tische kleren van vroeger (kantjes,
bloemetjes, schorten, bretelbroeken
en kleine ruitjes hemden), en de exo
tische voorbeelden uit verre landen
(kimono. Hawaihemd, zonnekleren
met fruitmotieven en gewatteerde
katoen voor dikke winterjassen). De
tentoonstelling bij Metz is tijdens de
winkeluren geopend. Keizersgracht
455, Amsterdam.
Vragen (één per brief) zenden naar
uw probleem ook bet onze, Postbus
507. Voorburg. Naam en adres ver
melden. Eén gulden aan postzegels
bijsluiten. Geheimhouding is verze
kerd.
Vraag: Mijn moeder van 88 jaar breit
steeds maar zwachtels voor het Al-
bert Schweitzerziekenhuis in Lam-
barene. Heeft dit nog steeds zin en
zou ik het adres mogen weten waar
ze heenmoe ten?
Antwoord: De zwachtels, die uw
moeder vervaardigt, worden met
blijdschap en grote dank aanvaard
in het A.S. Centrum, Brink 89 te
Deventer. Vertel uw moeder dat zij
daar prachtig werk mee doet. dat
niet alleen door de verpleegkundi
gen. maar ook door de patiënten
zeer gewaardeerd wordt. Als u uw
verbandmiddelen verstuurt, doe er
dan eens een briefje bij. waarin u
vertelt, hoe oud uw moeder is, die
dit werk met zoveel plezier doet.
Hartelijk dank voor alle goede raad
gevingen, die wij door konden zen
den naar de. oude lezeres, met de
blaasjes in de mond. Wij vroeger
haar verzorgster de prettige taak
van het persoonlijke bedanken van
ons over te nemen.
Naar aanleiding van de vraag over
adervernauwing zonden wij een brief
met een vriendelijke raadgeving
door. alsmede een bericht van het
Voorlichtingsbureau voor de Voe
ding betreffende Lecithine, dat ge
noemd wordt als belangrijke stof bij
het zgn. Rinse-dieet. De slotzin van
dit persbericht no. 1645 wil ik hier
toch bijvoegen: In Nederland en in
de VS zijn geen massale vitamine- of
mineralentekorten bekend. Het ad
vies van de Voedingsraad om de
totale hoeveelheid suiker en vet in
de voeding te verminderen en het
verzadigde zichtbare vet voor een
deel te vervangen door vetten rijk
aan meervoudig verzadigde vetzu
ren lijkt, in leder geval voor Neder
land. aan te bevelen boven het ge
bruik van preparaten waarvan de
werking niet is bewezen.
Vraag: In welke bundel komen de
volgende liederen voor:- Eens zal op
die grote morgen - en Door de wereld
gaat een woord.
Antwoord: Het laatste lied komt in
verschillende liedboeken voor en
hoeft eigenlijk niet in deze rubriek
nader aangeduid te worden. Het is
te vinden o.a. in de bundel: U zij de
glorie, no. 58 en in de Katholieke
Randstadbundel no. 259. Het andere
lied werd gedicht en getoonzet door
Arie Pronk en uitgegeven door de
firma Lex de Heer. Zaagmolenstraat
te Rotterdam. De bundel heet
waarschijnlijk. want mevrouw
Pronk kon dit niet met zekerheid
zeggen, 10 Geestelijke liederen. Het
heeft ons vrij veel detectivewerk ge
kost om dit lied te vinden tot we
heel toevallig terecht kwamen bij de
cantor organist Wim van de Panne,
die dit lied op het repertoire van een
van zijn jeugdkoren heeft staan.
Vraag: Wij hebben een bonte cocker
spaniel van zes maanden van haar
achtste week af. Ze is een vriende
lijk intelligent en gehoorzaam dier
tje, in huis. in de auto en in winkels
of restaurants, maar heeft één ge
brek: ze kan niet alleen zijn en jam
mert en huilt dan hemelhoog tot last
van de buren. Hoe kunnen wij haar
dit afleren?
Antwoord: Als volslagen leken op
het gebied van de opvoeding van
cocker spaniels, kunnen we wel zeg
gen dat we van een oudere hond van
dit ras een maand of twee geleden
precies hetzelfde meegemaakt heb
ben en toen meenden dat het dier
bang was alleen te zijn of dat het
zich verveelde. Het gezelschap van
een andere hond was ook geen suc
ces. Hondenbazen en bazinnen: Als
u een goede raad heeft zullen wij die
gaarne doorgeven.
Vraag: Bij een van onze lezers hangt
een pentekening, van de hand van
C. F. Balkema, voorstellende een
paradijsachtige tuin, echter zonder
mensen met een tekst daarbij: Gods
macht is zonder grenzen/en Zijn
goedheid heeft geen einde. Nu is het
wonderlijke van deze prent dat er
allerlei krullen en versieringen op
voorkomen die bestaan uit bijbel
teksten, die met zulke kleine letters
geschreven zijn dat men dat met het
blote oog nauwelijks kan lezen. De
plaat is gedateerd 1842 te
Winschoten. De vraag is: Heeft ie
mand wel eens iets dergelijks gezien
en wat zou de waarde ervan zijn?
Antwoord: Merkwaardig is de prent
zéker, meer curieus dan stichtelijk
zouden we zeggen. We geven deze
vraag graag door. Wij herinneren
ons een afbeelding van het minuscu
le bijbelboekje, waarvan een plaatje
stond in een boek over bijbelver
spreiding in onze Jeugdjaren en de
ontzetting toen een meisje zei: Wat
gek. Ja maar, dat is toch een bijbel.
Nou dan vind ik het helemaal gek
die moet Je toch kunnen lezen. Ook
dit is een vraag voor de kenners.
Gelukkig nu eens een vraag met een
positief antwoord: Al maandenlang
zoek ik een versje over een jager in
een benedenkamertje, die z'n be
hang vol hazen en konijnen had ge
plakt en nu al toerrende op zijn
jachthoorn die dieren liep te schie
ten. Zijn bovenbuurman zag hierin
een aanleiding om de heleboel onder
water te zetten en te gaan vissen.
Antwoord: In ons archief vonden we
een afschrift van dit versje. Het was
ons in 1961 toegezonden en nooit had
er iemand naar gevraagd.
Vraag: Weer over een versje, maar
dan nemen we zeer beslist de eerste
maanden geen aanvragen daarvoor
meer aan. Ook kunnen we de vrien
delijke lezers, die ons een reactie
toezenden niet bedanken, in een per
soonlijk briefje. Dat iemand, die nog
de Boerenoorlog meemaakte en uit
die tijd een versje kent is toch wel
iets bijzonders en we zouden graag
hierop een reactie zien. Het begint
aldus: In Zuid-Afrika's landen in het
vrije land. Is een hevige strijd voor
de vrijheid ontbrand. Van vader
landsliefde voor vrijheid en recht. Ze
zijn liever dood dan Brit. slaaf of
knecht: De vaders trokken met el
kaar ten strijde en de vrouwen en
kinderen verdedigden elkaar tot de
laatste kogel. Een dramatisch gege
ven, maar het is toch echt gebeurd.
Onze oude abonnee zou het graag
nog eens lezen.
Vraag: Waar kan ik opgeleid worden
voor pianostemmer? Is daar ook een
vakschool voor?
Antwoord: Helaas kunnen wij u niet
helpen aan het adres van een oplei
dingsinstituut. Men kan alleen opge
leid worden bij een pianofabriek of
bij grote pianozaken. Deze opleiding
is dan.bovendien alleen maar voor
het eigen personeel.
Vraag: Hoeveel successie moet er
betaald worden voor een broer en
hoeveel voor neven en nichten en
hoeveel verdient de notaris?
Antwoord: Wij raden u aan contact
op te nemen met een notaris, die u.
wat heel normaal en logisch is. direct
zal kunnen zeggen, wat het honorari
um is in uw geval. Het bedrag van de
successierechten hangt af van de
grootte van het te erven kapitaal.
Hierover kan de notaris u meteen
inlichten.
Vraag: Een van mijn kinderen was
dit Jaar op de Tweede Pinksterdag
jarig. Dit is nog eens op die dag
gebeurd, ik meen zeven Jaar geleden.
Een van de andere kinderen werd op
de Goede Vrijdag geboren 27 maart
1964. Heb ik gelijk als ik beweer dat
het samenvallen van deze jaardagen
en die feestdagen na verloop van
jaren steeds terugkomen?
Antwoord: Er zijn soms merkwaar
dige rijtjes van jaren, waarin de
feestdagen op dezelfde datum val
len. maar soms zijn er ook hiaten van
zeer lange duur. somfc van 66 of 63
jaar, soms ook van meer dan een
eeuw of langer. Uw zoon was Tweede
Pinksterdag jarig, d wz. dat Pasen
op 18 april viel evenals in 1813,1824.
1897. 1965 en 1976. daarna in deze
eeuw niet meer. Uw andere kind is op
Goede Vrijdag 27 maart 1964 gebo
ren. d w z. dat Pasen op 29 maart viel
evenals in 1807, 1812,1891,1959,1964
en 1970 en daarna in deze eeuw niet
meer. Het wordt te ingewikkeld om
uit te rekenen, hoe Pasen in de vol
gende eeuw zal vallen, maar het is
wel te doen. Een bepaalde regelmaat
zou men niet uit deze gegevens kun
nen opmaken, maar toch zal die over
de eeuwen vast te stellen zijn.
Vraag: Hoe verwijder ik waterglas,
dat gemorst is op de roestvrijstalen
plaat van een elektrisch fornuis en
dat er als een spijkerharde laag
opzit?
Antwoord Verleden Jaar hebben we
een dergelijke vraag gehad van wa
terglas dat muurvast zat op de tegels
van een aanrecht. We telefoneerden
naar de merkwaardigste instanties
en er kwam weinig vrolijks uit. Een
eenvoudig middel, dat u waarschijn
lijk wel in huis heeft, is een zilver
poetsmiddel dat u zou kunnen ge
bruiken; niet met het gebruikelijke
zeer fijne schuurpapier of de dito
fijne staalwol, want dan wordt de
plaat er ook niet mooier op. maar
met een grof stukje textiel. De firma
Altena in Haarlem, tel. 023-286362.
heeft een middel Pollsh-remover in
de handel gebracht. Als u ook met
het zilverpoetsmiddel aan het eind
van uw Latijn bent gekomen, zou u
bij deze firma kunnen vragen, waar
bij u in de buurt dit middel te koop
is.
Vragen: over vuil geworden schape
vachten.
Antwoord: Dit is een typische begin-
september-vraag. In oktober, voor
spellen wij. komen de rendierhuiden
en in november en december de ko
nijnenvellen. Om bij september te
blijven, zijn de schapenvachten van
een synthetisch schaap (wol of nylon
op textielbasls), dan kunnen deze
vachten gewoon in de wasmachine,
met 30 graden en een voorzichtig
wasmiddel (zonder bleekmiddel) ge
wassen en gecentrifugeerd worden,
daarna de nog vochtige vachten op
hangen op een ronde droogstok of
dikke plastic buis. niet bij een
warmtebron en niet in de zon.
Bij echte schapenhuiden kan men
op dezelfde manier wassen, niet war
mer dan 30 graden, liever minder en
met een wolmiddel of Dreft. Niet
centrifugeren maar op een tochtige
plek over een ronde stok of buis
laten drogen met wol aan de buiten
kant. Niet schrikken als de huid hard
aanvoelt, want dat krijgt men wel in
orde. De droge huid aan de achter
kant met talkpoeder bestrijken en
de huid met beide handen over de
ronde stok of de bovenkant van een
trapleuning of iets dergelijks heen
en weer trekken. Zoiets kan natuur
lijk niet als de vacht gevoerd is. Dan
zou men de voering eerst moeten
losmaken en de beide stukken apart
reinigen. Dit is werk voor vakmen
sen en dan moet u naar een bonthan
del om advies gaan vragen.