Evangeliseren is niet meer op zeepkistjes staan Tante zonder koffie Uw probleem ook het onze Katoentjes bij Metz Co Joke van der Velden nam uitdaging aan MAANDAG 4 OKTOBER 1976 BINNENLAND/MODE TROUW/KWARTET 5 door Fred Lammers UTRECHT Het begint nu te wennen, maar eerst keken ze in Utrecht toch wel vreemd aan tegen de nieuwe hervormde evangelisatiepredikante Joke van der Velden. Niet alleen om dat zij een vrouw is en tot op heden zelfs de enige die zich als predikante zo uitgesproken met evangelisatie bezighoudt. Maar ook omdat het een hele overgang is, als je meer dan een kwart eeuw een ietwat deftige stadspredikant gewend bent en dan ineens te maken krijgt met een vlotte jonge vrouw van midden twintig. Een vrouw die er geen probleem mee heeft als mensen haar bij de voor naam noemen, op raambiljetten voor speciale kerkdiensten zelfs bij voorkeur als Joke van der Velden Wordt vermeld. „Ik weet dat zoiets niet gebruikelijk is. maar ik heb ge merkt dat het een functie heeft. Het verkleint de afstand tot de mensen en dat is belangrijk. Het klinkt ook wat gewoner." zegt Joke van der Velden, als ik met haar zit te praten in haar werkkamer aan de Bemuur- de Weerd in Utrecht. Voor gewoon doen is zij erg gevoelig. „Als predikant moet je niet op een voetstuk staan, maar temidden van de mensen. Dat geldt voor je hele doen en laten. Ook in je manier van spreken moet je het niet mooi willen maken. De tale Kanaans spreken de meeste predikanten niet meer. maar het vertalen van het evangelie in hedendaagse stijl kun je toch op allerlei manieren doen." Het zal duidelijk zijn voor welke methode Joke van der Velden heeft gekozen. Dat Van der Velden is trou wens Jokes meisjesnaam. De naam van haar man Van Giessen gebruikt ze bijna nooit, al zal zij iemand die dat wel doet er niet boos om aankijken." ..Afgezien van de praktische bezwa ren al mijn papieren van kerkelij ke examens staan op naam van Van dtr Velden vind ik het onzin een andere naam te gaan voeren als je tróuwt. Door het huwelijk word je niet ineens iemand anders. Het komt er voor anderen helemaal niet op aan of je'getrouwd bent. Voor veel vrou wen is het huwelijk nog een status. Daar wil ik niet aan meedoen," zegt ze. Die theologische studie kwam onver wacht. „Ik was in 1969 van plan scheikunde te gaan studeren. Op het laatste moment, ik was al ingeschre ven in Utrecht, ben ik van studie richting veranderd en theologie gaan doen. Waarom ik dat heb gedaan kan ik niet uitleggen. Maar ik geloof wel dat. voorzover je je daarvan als achttienjarige bewust bent. heilige idealen daarbij een rol hebben ge speeld: als ik in God geloof zou ik daarover best aan anderen willen vertellen." Onbewust was Joke al een tijdlang met dat predikant worden bezig. „Met ds Klap. mijn wijkpredikant in Zeist, heb ik wel eens gepraat over wat predikant zijn inhoudt. Hij keek er dan ook niet van op toen hij van mijn beslissing hoorde. Ds. Klap was een predikant die door zijn eenvoud opviel. Er ging bezieling van hem uit. Joke van der Velden Als ik bij hem in de kerk zat voelde ik: die man meent wat hij zegt. Bij veel predikanten mis je dat. Aan ds. Klap zag ik dat het ook anders kon. Als je predikant bent vind ik het een voorwaarde dat je er helemaal achter staat wat je op de mensen wilt overbrengen. Dat je roeping voor dit werk moet hebben is in wezen zo. maar dat is zo'n groot woord, dat ik het maar voor mezelf houd. Ik weet dat ik mag werken in Gods naam. Voor de rest is het mijn enthousiasme en mijn eigen geloof waarmee ik op pad ga. Misschien ben ik zelfs wel een beetje te geestdriftig en wil ik alles wel even regelen, terwijl veel dingen tijd no dig hebben." De studie in Utrecht was niet een voudig. „Tachtig procent van dege nen die hier theologie studeren beho ren tot de gereformeerde bond en zijn tegen de vrouw in het ambt. Sommige studenten vonden het tot op zekere hoogte nog wel leuk dat ik met nog vier meisjes theologie stu deerde. als het maar bij een bijzon dere belangstelling bleef. Toen ik na een paar jaar als enige van de vijf voor de pastorale kant koos, waren ze daarmee niet zo gelukkig. Er wa ren zelfs bepaalde figuren die mij als mede-student gewoon 'negeerden. Dat gold niet voor de hoogleraren. Van hen heb ik geen enkele tegen werking ondervonden. Al viel het vaak niet mee. er zaten toch ook pluspunten aan die studie in Utrecht. Het dwong me al in een vroeg stadium voor mezelf duidelijk te formuleren waarom ik voor deze levensrichting had gekozen." Suriname Joke van der Velden maakte het zichzelf niet gemakkelijk. Dat toonde ze door als eerste gemeente in plaats van een dorpje een grote stad te kiezen, maar ook bij de verplichte stage van 1974, vlak voor het afronden van haar studie. Sa men met haar man, toen nog haar verloofde, die dierenarts is bij de rijksuniversiteit in Utrecht, trok zij naar Suriname om er in Paramari bo te gaan werken. „Ik ben altijd avontuurlijk geweest en ging van het standpunt uit: als het anders kan lijkt me dat wel leuker. Het was heel boeiend. Wat me in Suri name vooral trof was dat iedereen daar een vrouwelijke predikante zonder meer accepteert, terwijl het hier nog vaak een moeilijk punt is." Terug in Nederland kreeg ze op een dag het verzoek van Jokes voor ganger. dr. Dronkers. eens te ko men praten. „Hij vertelde dat hij met emeritaat ging en ook dat ve len in Utrecht niet zo gelukkig wa ren met de opzet van het evangeli satiewerk. het eigenlijk niet meer zagen zitten. Ze waren opzoek naar een jong iemand die de mogelijkhe den voor een nieuwe opzet van het evangelisatiewerk, wilde bekijken. Met name dr. Dronkers deed een beroep op mij. Ik wist toen ik eraan begon dat het geen gemakkelijke taak zou zijn. maar de uitdaging die erin ligt heeft me ja doen zeg gen. En ik heb er nog geen spijt van gehad." Zo werd Joke van der Velden predi kante in Utrecht met een bijzonde re opdracht: het evangelisatiewerk. Daaraan gekoppeld is het direc teurschap van het Centraal Bureau voor Evangelisatie van de ruim honderd jaar bestaande Vereniging Stadszending, een benaming die Joke nooit gebruikt, omdat dit „een vreselijke typering" vindt. Te christelijk Het werk dat eraan vastzit doet zij uiteraard wel en dat is niet te ver waarlozen. Het bestaat met name uit het geregelde contact met de mensen die ervoor zorgen dat op 2500 adressen in Utrecht het evan gelisatieblad „De Open Deur" in de bus komt en de lezers die daar prijs op stellen af en toe worden bezocht. Wat dat blad betreft ziet Joke niet veel perspectieven. „Het is erg ge richt op mensen die al kerkelijk zijn. Het klinkt gek. maar ik vind de inhoud van dat blad te christe lijk voor evangelisatiedoeleinden." In het jaar dat Joke van der Velden nu in Utrecht werkzaam is heeft zij geleerd dat er inderdaad veel moet veranderen in de opzet van de evangelisatie. „Wij moeten af van het idee dat evangeliseren is op zeepkistjes staan en zingen in een koortje. Dat heeft vroeger mogelijk nut gehad, maar nu moet je de mensen anders benaderen. Evange lisatie blijft noodzakelijk, dat staat voor mij voorop, zelfs nog meer dan vroeger. Vooral dicht bij huis is er een zendingstaak. Als predikante in een grote stad word je dagelijks geconfronteerd met eenzaamheid en ellende. De meeste kerkmensen weten daar weinig vanaf. Ze zou den best eens wat meer belangstel ling voor de ander mogen tonen en dan geen vrijblijvende belangstel ling maar echte interesse, die uit het hart komt. Nu schrikken we er vaak voor terug iemand, van wie we weten dat die eenzaam is. te bezoeken, omdat we bang zijn dat we er dan aan vast zitten en regel matig naar zo iemand toe moeten." Joke van der Velden zegt dat je met evangelisatie met de beide benen op de grond moet blijven. „Velen vinden het nog altijd schitterend als je een heleboel mensen bij el kaar kunt brengen door er een koor of een andere attractie tegenaan te gooien. Maar dat is het volgens mij niet. Het gaat bij de evangelisatie niet om grote aantallen. Je moet niet meteen over resultaten gaan spreken, maar gewoon vlakbij huis beginnen, niet door krampachtig te doen. maar je zelf te zijn. oprecht met je medemensen om te gaan. zodat degenen met wie je krijgt te maken, die op je weg worden ge plaatst. zien aan je levenshouding dat het christenzijn werkelijk iets in je leven betekent. Wat dat uit werkt moeten we maar aan God overlaten." Andere opzet Plannen voor een andere opzet van de evangelisatie heeft Joke van der Velden de afgelopen maanden ook gemaakt, al vindt zij hetgeen tot nu toe uit de bus is gekomen maar matig. „Ik vraag me soms wel eens af of ik de meest geschikte persoon voor dit werk ben. Wat ik graag zou willen is een eigen centrum te hebben waar ik regelmatig, in elk geval eens per veertien dagen, een bijeenkomst kan houden. Nu preek ik ook bijna elke zondag in een van de Utrechtse kerken. Ik ben dan gastpredikante, wat betekent dat ik me moet aanpassen aan de ge bruiken die er in zo'n kerk bestaan. Ik zou een kerkdienst heel anders opzetten. De eigenlijke dienst, in clusief de preek, zou bij mij niet langer dan een half uur duren. Daarna wil ik in een informeel ge deelte de bezoekers die ervoor voe len gelegenheid geven met allerlei vragen te komen. Ik denk dat je ook niet-kerkelijken best zou kun nen overhalen een keer de moeite te nemen naar zo'n bijeenkomst te komen. Ze kunnen zich dan op de hoogte stellen van wat er nu eigen lijk in de kerk gebeurt en vooral zien dat men ook daar met de tijd is meegegaan." door Mink van Rijsdijk Te weinig, vrees ik, vragen volwassenen zich af hoe hun gedrag op kinderen overkomt. Dan denk ik niet in de eerste plaats aan ..het grote voorbeeld" van gul en niet gierig, eerlijk en niet jokken of lief zijn en niet stout. Het is inmiddels wel tot het mensdom doorgedrongen hoe gewichtig het voorgaan op het pad der goede zede van ouderen voor het jonge volkje is. Maar ik vroeg me deze dagen af wat een kind denkt als het grote mensen bezig ziet met of hoort over doodgewone dingen. Ik ben al jaren uit de kleine kinderen en dat zal wel de oorzaak zijn dat Annetje van zes me vorige week zo frappeerde. Het meisje was met haar ouders in ons buurtje op bezoek. Misschien verveelden haar de gesprekken van de volwassenen? Of was zij, onder het motto dat kleine potjes grote oren hebben even handig naar buiten gemanipuleerd? Hoe dan ook, ze vereerde mij met een bezoek. Heel parmantig merkte ze op: „Ik kom maar eens even hier binnen wippen."Daar na trok ze een \tfht zorgelijk smoeltje. Spontaan maakte ze me deelgenote van haar kommer. ,,Moet u horen, tante kon geen koffie zetten voor mamma en pappa. Tante had geen koffie in huis, geen boontje meer.",,Zóóó," reageerde ik, me niet hevig verbazende over de tante, die wel vaker huishoude lijke regiefoutjes maakte."Wil je een glaasje prik, Annetje?" Dat wilde ze. Peinzend zei ze: „Tante zal ook vast geen prik meer hebben." Ik was er niet helemaal bij met mijn gedachten, anders had ik dat signaal wel opgevangen. Ik babbelde wat op de populaire toon, zoals die gebruikelijk is van me vrouw tot kind. Want je wilt toch aardig en leuk gevonden worden door iedereen en een kinderhand is gauw gevuld. Bah. Ik vertelde opgewekt dat de hond stout was geweest en dat Blanche, onze tortelduif naar buiten was gevlogen. Dat zijn toch fijne verhaaltjes voor een kind, dacht ik veel te zeker van mijn zaak. Annetje echter luisterde nau- welijk. Hoe ik ook uitpakte over de jacht achter de duif aan, ze liet zich er niet door meeslepen. Omdat ik het haar toch naar de zin wilde maken en ook nog steeds aardig gevonden wenste te worden bood ik haar royaal een tweede glaasje prik aan. hoe stereotiep om via een consumptie de situatie weer bij te sturen. Weer bah. Terwijl ze bedachtzaam met kleine slokjes haar synthetische drankje nuttigde, zei ze: „Wat zullen mamma en pappa nu drinken? Water, denk ik." Ineens werd ik klaarwakker en waren de gedachten van het meisje glashelder voor me. Natuurlijk interesseerden hond noch duif haar. Sterker nog, ze wilde zich absoluut niet laten aflei den door leuke verhalen. Die verstoorden haar eigen gedachten. Ze wilde verder werken aan haar eigen verhaal, dat helemaal niet leuk, maar erg zielig was. Tante heeft ook vast geen prik in huis. Wat zielig, wat lekker zielig. Daar kon toch ook geen enkel leutig dierenverhaal tegenop? Moest ik haar nu vertellen dat tante soms wat vergeetachtig was, dat ze echt wel geld had om koffie te kopen? Toch maar niet. Had ik als kind ook niet, compleet met een traan in het oog, gesmuld van een zielig verhaal? Bovendien kwam de barre smart van armoede niet uit een boekje, maar van tante en dat leverde een aparte sensatie op. Annetje zette haar lege glas op tafel en zuchtte ouwelijk:,.Tja - 't is me wat." De grens tussen werkelijkheid en fantasie was weggeval len. Toen ze verdween, zei ze: „Ik hoop wel dat tante nog eten in huis heeft." Het klonk innig bezorgd, maar de ondertoon van tevredenheid viel niet te ontkennen. In de koepel van Metz Co. van waaruit men een prachtig uitzicht heeft over Amsterdamse grachten- tuinen, wordt tot en met vrijdag 8 oktober een tentoonstelling gehou den die is georganiseerd door het International Institute for Cotton en het Nederlands Katoeninstituut. De expositie is geheel gericht op kinde ren. er zijn ideëen op kleding, speel goed en op interieurgebied. Onder de buitenlandse bijdragen be vinden zich kinder-laken dessins uit Frankrijk, zacht speelgoed en aarde werk met benen en voetjes uit Enge land. Confectie fabrikanten en de taillisten kunnen ontwerpen en des sins kopen en ideeën voor hun collec tie opdoen tijdens deze tentoonstel ling. De oude kleertjes waaronder keurige jongenspakjes met aanknoopbroek en een bovenstukje met een matro zenkraag van verwassen katoen, stij ve zwarte glanskatoenen schoolschorten met plooien, kleine onderjurkjes die nu als jurk worden gedragen; ze dienen allemaal als voorbeeld voor een nieuwe serie kin derkleren die voor een gedeelte door het Katoeninstituut werden ontwor pen en uitgevoerd. De andere kleertjes komen uit bestaande col lecties van ontwerpers en confectie fabrikanten. Liberty leverde stoffen, uiteraard de Liberty bloemetjes, waarvan snoezige kussentjes, schortjes, schoentjes en jurken zijn gemaakt. Er zijn functionele kleertjes, van warme en stevige katoen (trainings pakken, overalls, jacks met capu chon), als tweede groep de roman tische kleren van vroeger (kantjes, bloemetjes, schorten, bretelbroeken en kleine ruitjes hemden), en de exo tische voorbeelden uit verre landen (kimono. Hawaihemd, zonnekleren met fruitmotieven en gewatteerde katoen voor dikke winterjassen). De tentoonstelling bij Metz is tijdens de winkeluren geopend. Keizersgracht 455, Amsterdam. Vragen (één per brief) zenden naar uw probleem ook bet onze, Postbus 507. Voorburg. Naam en adres ver melden. Eén gulden aan postzegels bijsluiten. Geheimhouding is verze kerd. Vraag: Mijn moeder van 88 jaar breit steeds maar zwachtels voor het Al- bert Schweitzerziekenhuis in Lam- barene. Heeft dit nog steeds zin en zou ik het adres mogen weten waar ze heenmoe ten? Antwoord: De zwachtels, die uw moeder vervaardigt, worden met blijdschap en grote dank aanvaard in het A.S. Centrum, Brink 89 te Deventer. Vertel uw moeder dat zij daar prachtig werk mee doet. dat niet alleen door de verpleegkundi gen. maar ook door de patiënten zeer gewaardeerd wordt. Als u uw verbandmiddelen verstuurt, doe er dan eens een briefje bij. waarin u vertelt, hoe oud uw moeder is, die dit werk met zoveel plezier doet. Hartelijk dank voor alle goede raad gevingen, die wij door konden zen den naar de. oude lezeres, met de blaasjes in de mond. Wij vroeger haar verzorgster de prettige taak van het persoonlijke bedanken van ons over te nemen. Naar aanleiding van de vraag over adervernauwing zonden wij een brief met een vriendelijke raadgeving door. alsmede een bericht van het Voorlichtingsbureau voor de Voe ding betreffende Lecithine, dat ge noemd wordt als belangrijke stof bij het zgn. Rinse-dieet. De slotzin van dit persbericht no. 1645 wil ik hier toch bijvoegen: In Nederland en in de VS zijn geen massale vitamine- of mineralentekorten bekend. Het ad vies van de Voedingsraad om de totale hoeveelheid suiker en vet in de voeding te verminderen en het verzadigde zichtbare vet voor een deel te vervangen door vetten rijk aan meervoudig verzadigde vetzu ren lijkt, in leder geval voor Neder land. aan te bevelen boven het ge bruik van preparaten waarvan de werking niet is bewezen. Vraag: In welke bundel komen de volgende liederen voor:- Eens zal op die grote morgen - en Door de wereld gaat een woord. Antwoord: Het laatste lied komt in verschillende liedboeken voor en hoeft eigenlijk niet in deze rubriek nader aangeduid te worden. Het is te vinden o.a. in de bundel: U zij de glorie, no. 58 en in de Katholieke Randstadbundel no. 259. Het andere lied werd gedicht en getoonzet door Arie Pronk en uitgegeven door de firma Lex de Heer. Zaagmolenstraat te Rotterdam. De bundel heet waarschijnlijk. want mevrouw Pronk kon dit niet met zekerheid zeggen, 10 Geestelijke liederen. Het heeft ons vrij veel detectivewerk ge kost om dit lied te vinden tot we heel toevallig terecht kwamen bij de cantor organist Wim van de Panne, die dit lied op het repertoire van een van zijn jeugdkoren heeft staan. Vraag: Wij hebben een bonte cocker spaniel van zes maanden van haar achtste week af. Ze is een vriende lijk intelligent en gehoorzaam dier tje, in huis. in de auto en in winkels of restaurants, maar heeft één ge brek: ze kan niet alleen zijn en jam mert en huilt dan hemelhoog tot last van de buren. Hoe kunnen wij haar dit afleren? Antwoord: Als volslagen leken op het gebied van de opvoeding van cocker spaniels, kunnen we wel zeg gen dat we van een oudere hond van dit ras een maand of twee geleden precies hetzelfde meegemaakt heb ben en toen meenden dat het dier bang was alleen te zijn of dat het zich verveelde. Het gezelschap van een andere hond was ook geen suc ces. Hondenbazen en bazinnen: Als u een goede raad heeft zullen wij die gaarne doorgeven. Vraag: Bij een van onze lezers hangt een pentekening, van de hand van C. F. Balkema, voorstellende een paradijsachtige tuin, echter zonder mensen met een tekst daarbij: Gods macht is zonder grenzen/en Zijn goedheid heeft geen einde. Nu is het wonderlijke van deze prent dat er allerlei krullen en versieringen op voorkomen die bestaan uit bijbel teksten, die met zulke kleine letters geschreven zijn dat men dat met het blote oog nauwelijks kan lezen. De plaat is gedateerd 1842 te Winschoten. De vraag is: Heeft ie mand wel eens iets dergelijks gezien en wat zou de waarde ervan zijn? Antwoord: Merkwaardig is de prent zéker, meer curieus dan stichtelijk zouden we zeggen. We geven deze vraag graag door. Wij herinneren ons een afbeelding van het minuscu le bijbelboekje, waarvan een plaatje stond in een boek over bijbelver spreiding in onze Jeugdjaren en de ontzetting toen een meisje zei: Wat gek. Ja maar, dat is toch een bijbel. Nou dan vind ik het helemaal gek die moet Je toch kunnen lezen. Ook dit is een vraag voor de kenners. Gelukkig nu eens een vraag met een positief antwoord: Al maandenlang zoek ik een versje over een jager in een benedenkamertje, die z'n be hang vol hazen en konijnen had ge plakt en nu al toerrende op zijn jachthoorn die dieren liep te schie ten. Zijn bovenbuurman zag hierin een aanleiding om de heleboel onder water te zetten en te gaan vissen. Antwoord: In ons archief vonden we een afschrift van dit versje. Het was ons in 1961 toegezonden en nooit had er iemand naar gevraagd. Vraag: Weer over een versje, maar dan nemen we zeer beslist de eerste maanden geen aanvragen daarvoor meer aan. Ook kunnen we de vrien delijke lezers, die ons een reactie toezenden niet bedanken, in een per soonlijk briefje. Dat iemand, die nog de Boerenoorlog meemaakte en uit die tijd een versje kent is toch wel iets bijzonders en we zouden graag hierop een reactie zien. Het begint aldus: In Zuid-Afrika's landen in het vrije land. Is een hevige strijd voor de vrijheid ontbrand. Van vader landsliefde voor vrijheid en recht. Ze zijn liever dood dan Brit. slaaf of knecht: De vaders trokken met el kaar ten strijde en de vrouwen en kinderen verdedigden elkaar tot de laatste kogel. Een dramatisch gege ven, maar het is toch echt gebeurd. Onze oude abonnee zou het graag nog eens lezen. Vraag: Waar kan ik opgeleid worden voor pianostemmer? Is daar ook een vakschool voor? Antwoord: Helaas kunnen wij u niet helpen aan het adres van een oplei dingsinstituut. Men kan alleen opge leid worden bij een pianofabriek of bij grote pianozaken. Deze opleiding is dan.bovendien alleen maar voor het eigen personeel. Vraag: Hoeveel successie moet er betaald worden voor een broer en hoeveel voor neven en nichten en hoeveel verdient de notaris? Antwoord: Wij raden u aan contact op te nemen met een notaris, die u. wat heel normaal en logisch is. direct zal kunnen zeggen, wat het honorari um is in uw geval. Het bedrag van de successierechten hangt af van de grootte van het te erven kapitaal. Hierover kan de notaris u meteen inlichten. Vraag: Een van mijn kinderen was dit Jaar op de Tweede Pinksterdag jarig. Dit is nog eens op die dag gebeurd, ik meen zeven Jaar geleden. Een van de andere kinderen werd op de Goede Vrijdag geboren 27 maart 1964. Heb ik gelijk als ik beweer dat het samenvallen van deze jaardagen en die feestdagen na verloop van jaren steeds terugkomen? Antwoord: Er zijn soms merkwaar dige rijtjes van jaren, waarin de feestdagen op dezelfde datum val len. maar soms zijn er ook hiaten van zeer lange duur. somfc van 66 of 63 jaar, soms ook van meer dan een eeuw of langer. Uw zoon was Tweede Pinksterdag jarig, d wz. dat Pasen op 18 april viel evenals in 1813,1824. 1897. 1965 en 1976. daarna in deze eeuw niet meer. Uw andere kind is op Goede Vrijdag 27 maart 1964 gebo ren. d w z. dat Pasen op 29 maart viel evenals in 1807, 1812,1891,1959,1964 en 1970 en daarna in deze eeuw niet meer. Het wordt te ingewikkeld om uit te rekenen, hoe Pasen in de vol gende eeuw zal vallen, maar het is wel te doen. Een bepaalde regelmaat zou men niet uit deze gegevens kun nen opmaken, maar toch zal die over de eeuwen vast te stellen zijn. Vraag: Hoe verwijder ik waterglas, dat gemorst is op de roestvrijstalen plaat van een elektrisch fornuis en dat er als een spijkerharde laag opzit? Antwoord Verleden Jaar hebben we een dergelijke vraag gehad van wa terglas dat muurvast zat op de tegels van een aanrecht. We telefoneerden naar de merkwaardigste instanties en er kwam weinig vrolijks uit. Een eenvoudig middel, dat u waarschijn lijk wel in huis heeft, is een zilver poetsmiddel dat u zou kunnen ge bruiken; niet met het gebruikelijke zeer fijne schuurpapier of de dito fijne staalwol, want dan wordt de plaat er ook niet mooier op. maar met een grof stukje textiel. De firma Altena in Haarlem, tel. 023-286362. heeft een middel Pollsh-remover in de handel gebracht. Als u ook met het zilverpoetsmiddel aan het eind van uw Latijn bent gekomen, zou u bij deze firma kunnen vragen, waar bij u in de buurt dit middel te koop is. Vragen: over vuil geworden schape vachten. Antwoord: Dit is een typische begin- september-vraag. In oktober, voor spellen wij. komen de rendierhuiden en in november en december de ko nijnenvellen. Om bij september te blijven, zijn de schapenvachten van een synthetisch schaap (wol of nylon op textielbasls), dan kunnen deze vachten gewoon in de wasmachine, met 30 graden en een voorzichtig wasmiddel (zonder bleekmiddel) ge wassen en gecentrifugeerd worden, daarna de nog vochtige vachten op hangen op een ronde droogstok of dikke plastic buis. niet bij een warmtebron en niet in de zon. Bij echte schapenhuiden kan men op dezelfde manier wassen, niet war mer dan 30 graden, liever minder en met een wolmiddel of Dreft. Niet centrifugeren maar op een tochtige plek over een ronde stok of buis laten drogen met wol aan de buiten kant. Niet schrikken als de huid hard aanvoelt, want dat krijgt men wel in orde. De droge huid aan de achter kant met talkpoeder bestrijken en de huid met beide handen over de ronde stok of de bovenkant van een trapleuning of iets dergelijks heen en weer trekken. Zoiets kan natuur lijk niet als de vacht gevoerd is. Dan zou men de voering eerst moeten losmaken en de beide stukken apart reinigen. Dit is werk voor vakmen sen en dan moet u naar een bonthan del om advies gaan vragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 5