'Tot Lering en Vermaak' Warschause Herfst is meer dan een muziekfeest Breytenbach's „Skryt": verrijkt met vertalingen de symbolisten van de 17e eeuw TERDAG 2 OKTOBER 1976 KUNST TROUW/KWARTET 13 door G. Kruis De titel van de tentoonstel ling over de betekenissen van 117e eeuwse Hollandse genre- Ischilderijen, „Tot Lering en Vermaak" slaat vooral op de (77) schilderijen waar het daar om draait, maar je kunt hem ook uitstekend toepassen op wat er voor de bezoekers van deze expositie te beleven valt. 't Is een manifestatie waarvoor te voren heel wat wetenschappelijk onderzoek is gedaan door een werkgroep van het Kunsthistorisch Instituut van de Rijksuniversiteit te Utrecht en ik kan me voorstel len dat die en gene daar, door vroe gere ervaringen, wel eens wat voor terug zal schrikken. Want 't ge beurt nogal eens dat zo'n onder zoek voor de betrokkenen zeer de moeite waard was. maar dat de tentoonstelling die daar dan uit voortkwam in ieder geval voor het publiek weinig te bieden had. Maar over deze tentoonstelling zal nog lang gesproken worden. Zodra )e binnenstapt, zit je er middenin. Er is een prachtige catalogus ver schenen met een inleiding van de leider van de werkgroep, prof. E. de Jongh en afbeeldingen (met uitge breide verklaringen) van ieder geëxposeerd kunstwerk. Voor zo'n boekwerk is 25 geen geld. Maar t plezierige van deze expositie is. dat je zonder die catalogus even goed. en eigenlijk nog eenvoudiger, de weg vindt. Ieder schilderij wordt begeleid door duidelijke tekstkaar- ten. in een plezierige niet gewild vlotte maar wel een beetje dich terlijke stijl. Zeepbel Bijvoorbeeld bij Jan Steens ..Het toneel van de wereld", waarop een groot gezelschap zich op allerlei manieren vermaakt: „Het gordijn is opgetrokken als op een vol toneel geeft een gezelschap zich over aan wereldse genoegens Men eet, drinkt, flirt en speelt Maar op zolder bij het raam is de waarschuwing verstopt naast een doodshoofd ligt een jongen die bellen blaast De rol van de mens op aarde is kort als de duur van een zeepbel". Wat dan gelijk de bedoeling van deze expositie duidelijk maakt. Ik kan me voorstellen, dat er mensen zijn, die door dat overal wat achter zoeken enigszins geïrriteerd raken, de schilder bedoelt dit. de schilder bedoelt dat Al te vaak immers weerlegden kunstenaars die hun met klem aan geprate ideeën en achtergronden. 01 aanvaardden ze alleen maar om dat ze dat op de een of andere manier goed uitkwam of omdat de ..aanprater" een man van groot ge wicht was. Maar dat geldt dan in de meeste gevallen alleen maar voor onze eigen tijd. In de 19e eeuw ontstond het idee. dat de grote 17e eeuwers alleen maar „voor het mooi", om de schoonheid zonder meer geschilderd zouden hebben. Dat gebeurde uiteraard ook vaak - een zeepbel is. net als bijvoor beeld een ei verrukkelijk om te schilderen maar uit de vele on derzoekingen van de laatste tijd blijkt, dat het zinnebeeldig denken typerend was voor de 17e eeuw. „De bevindinge leert ons", zei Ja cob Cats, „dat veel dingen beter aert hebben alse niet ten volle ge- sien, maer eeniger maten bewim pelt en overschaduwet ons voorko men". En dat gold ook. vooral, voor de schilderkunst. Zo had Samuel van Hoogstraeten het over de be langrijkheid van het „bywerk dat bedektlijk iets verklaert". Op alle mogelijke manieren is dat hier te vinden. Zoeken hoeft niet, want de schilderijen hangen the matisch bij elkaar. Zoals de „Ver gankelijkheid, over de betrekke lijkheid van leven en wereld" en daar is dan een paneel waarin de allegorische elementen niet be paald verstopt zijn, een „Vanitas" van Hendrick Pot. Een zittende jonge vrouw aan tafel met daarach ter een zich vooroverbuigende oude Geheel boven: Gabrïl Metsu: "Het zieke kind Pieter van Noort: "De tamme spreeuw". Meisje houd je kooitje dicht, het jongetje lokt straks je vogeltje weg. vrouw, die ln de ene hand een ver lepte bloem en in de andere hand een schedel houdt: „Liefde en schoonheid" (is de tekst daarbij) „jeugd en rijkdom" bedenk, mooi meisje dat gaat allemaal voorbij de Dood heeft er maling Of over de "Lichtzinnige liefde", over geld. drank en vrouwen, ris kante verleidingen. Geweldige on derwerpen lijkt me. vooral voor schilderende moralisten, die dat waarschijnlijk meer om den brode dan uit fanatieke overtuiging waren Soms. zoals op het schllderij- „Handjeklap" van Komells de Man. Is de moraal nauwelijks her kenbaar. Dat „handjeklap" van Kornelis was een onnozel ge zelschapsspelletje. waarbij een man het hoofd in de schoot van een vrouw moest leggen en een van zijn handen op zijn rug. En dan maar raden wie daar op geslagen had. 't Ziet er allemaal heel inschuldlg uit. naar mijn gevoel was het een 17e eeuws soort pluisjeblazen. maar o. nee. een (echte moralist Johan de Brune wijdde er een embleem aan onder het motto „Een hoeren schoot is duyvels boot" en daarin gaat hij fel tekeer tegen de „wel lust des lichaems", waaraan de deelnemers van dit spel lijden „Het vrolijk gezelschap" van Jacob Duck wordt al wat pittiger: daar laat een man zich, zonder te genspartelen door een paar, overi gens tot de nok ingepakte dames ontkleden. En Gerard van Honthorst illustreert met zijn schil derij ,,De soldaat en het meisje" een frase uit een oud liefdes lied. een welgemaeckte Meyd, doet als een Pikstok branden". Het meisje heeft zo'n pekfakkel in de hand en blaast die aan. „Het vuur", alweer een van de teksten, „wordt aangewakkerd en de liefde wordt opgehitst maar spelen met liefde is spelen met vuur". Maar er is ook de echte, de ware liefde en bij 'het thema „Liefdesbrieven" han delt het „over hat hart. dat is als een scheepje op zee". Zomaar tus sen al die andere schilderijen hangt het daar weer, alsof er nooit wat mee gebeurd is: Vermeer's „De lief desbrief" en ook daarop, tegen een muur op de achtergrond, een schil derij met een scheepje, "al zijt ghy vert „nooyt uyt het Hrt". On deugden, die doen het natuurlijk ook uitstekend, over luiheid gaat het. gierigheid en plichtsverzaking. Een slapende keukenmeid (van Ni- colaes Maes) die wordt betrapt door haar meesteres. Die richt zich. als in een stuk van Feydeau. tot het publiek, glimlachend, dat wel. een beetje begaan met het meidje, maar toch in feite minachtend; tenslotte gold de luiheid als een van de zeven hoofdzonden. Er zijn ook verschillende raadsel achtige zaken, dingen die voor veel meer dan één uitleg vatbaar zijn of zelfs misschien wel helemaal geen dubbele bodem hebben. Zo hebben de onderzoekers er wel even aan gedacht in ..Het zieke kind" van Gabriël Metsu. een Cari tas. een symbolische uitbeelding van de christelijke liefde te moeten zien. En dat is het, uiteraard ook, maar voor mijn gevoel helemaal niet in de iconografische sfeer, 't Is gewoon gewoon!— een moeder die haar zieke kind op schoot geno men heeft en het troostend toe spreekt. het zegt dat het heel gauw beter zal zijn. Er is niets symbo lisch. niets écht bijzonders aan dat kind. dat misschien een beetje grie perig, een tikkeltje hangerig was en dat zich een paar dagen alles wat minder geïnteresseerd dan anders, liet aanleunen. Voor en na Metsu een steeds terugkerende gebeurte nis in miljoenen gezinnen. Daarom is het schilderij wèl bijzonder. Om dat Metsu. die toch als regel, net als de meeste van zijn toenmalige col lega's zijn modellen vooral zag als picturale onderwerpen zonder meer en misschien ook wel eens gebruikte in zinnebeeldige voor stellingen. hier het medeleven toont van alle vaders van de we reld. en een zo doorwrocht beeld geeft van het" zieke kind van alle tijden, dat het zijn weerga niet kent. Een van de mooiste schilde rijen, vind ik. die ooit gemaakt zijn. Tot Lering en Vermaak: je kijkt ook zonder dat op deze tentoonstel ling je ogen uit.' door Hans Ester De ln 1972 bij Meulenhoff verschenen, door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde bekroonde bundel „Skryt Om 'n sin- kende skip blou te verf" van de Zuidafrikaanse dichter en schilder Breyten Breytenbach werd in juni 1975 door de „Publi- kasieraad", het Zuidafrikaanse censuurlichaam, verboden. Algehele verbazing en verontwaardi ging onder schrijvers en letterkundi gen ln Zuld-Afrlka waren hiervan het gevolg. De bundel had Immers drie Jaar de Ujd gehad, om de weg naar zijn vooral ln de letteren geschool de lezers te vinden. „Skryt" werd (dit kan lk uit eigen ervaring bevesti gen) aan de universiteiten reeds als studieobject gebruikt en zou door zijn allerminst eenvoudige inhoud nooit dié lezers bereiken, die de ver- bodsultspraak bedoelde te be schermen. Onder schrijvers en letterkundigen werd het verbod als teken uitgelegd, dat hen er van hogerhand aan wilde herinneren, dat hun vrijheid niet on beperkt was en dat de door poëzie, proza en toneel gedragen oppositie zou worden getoetst aan andere dan literaire normen. Deze tweede confrontatie tussen schrijvers en overheid de eerste vond in 1974 naar aanleiding van het verbod van André Brink's roman „Kennis van die aard" plaats had belangrijke gevolgen. Zij leidde tot een bunde ling van de literaire oppositie in het zogenaamde „Skrywersgilde". Daar naast beseften ook behoudende dichters als Ernst van Heerden ln zijn bundel „Tyd van verhuising" de ernst van de situatie en gingen een kritische standpuntbepaling niet uit de weg. Er zijn sedert juni 1975 in het leven van Breytenbach meer belangrijke ontwikkelingen geweest. Hij werd op 19 augustus 1975 in Johannesburg gearresteerd. Op 26 november 1975 veroordeelde rechter-president Cillié hem tot 9 Jaar gevangenisstraf. Van de bundel „Skryt", die meer dan de andere dichtbundels het beeld van Breytenbach in Zuid-Afrika heeft bepaald, is onlangs bij Meulenhoff een tweede druk verschenen (prijs 19,50). Deze tweede druk is. wat Breytenbach's gedichten en tekenin gen betreft, volkomen gelijk aan de eerste. De bundel bestaat uit 20 gedichten en 15 tekeningen, waarvan het ge meenschappelijke element wordt ge vormd door de suggestie van het vertrouwde, herkenbare en het uiteindelijke gevoel bij de lezer van het ongerijmde en het totaal ondoor zichtige van deze getekende en ge schreven werkelijkheid. De gedich ten verzetten zich, ondanks de aan vankelijk bekende klank van hun woorden tegen een logische greep die er de onderliggende betekenis uit wil halen. Dit karakter van „weerspannigheid" wisselt per gedicht. Verontwaardiging Het minst aanwezig is het m.i. in gedichten als „Die beloofde land". „Die lewe in die grond", en „Brief uit die vreemde aan slagter". Uit deze gedichten spreekt Breytenbach's verontwaardiging over het in Zuid- Afrika gepleegde onrecht. Voor het laatstgenoemde gedicht vroeg de dichter tijdens het proces in novem ber 1975 om excuus aan de eerste minister van Zuid-Afrika. John Vorster. die daarin als .slagter" wordt aangeduid. Dit is hem door zijn vrienden overzee niet in dank afgenomen. ..en jy. slagter jy wat belas is met die veiligheid van die slaat waaraan dink jy as die nag haar skelet begin toon en die eerste babbelende skreev uit die prlsonier gepers word Alledaagse dingen worden in de ge dichten van „Skryt" met ontbinding, dood. vernietiging verbonden. Ook voor de taal als communicatiemid del geldt dit. De taal betekent een poging om in een ondoorzichtige we reld orde op zaken te stellen. Zulke pogingen nu. om de werkelijkheid ln kaart te brengen op grond van een bepaalde zintulgelijke ervaring of door het spreken over God. worden systematisch afgebroken. Deze tweede druk bevat in tegenstel ling tot de eerste, vertaling ln het Nederlands door Adriaan van Dis van alle gedichten. Voor de vertalin gen is een andere kleur papier ge bruikt. Daardoor krijgen zij het ka rakter van een bijvoegsel. De bedoe ling van de vertaling is om terug te - leiden naar de oorspronkelijke Afri kaanse tekst Afrikaanse woorden hebben voor Nederlandse oren dik wijls een bekende klank, die op schijn blijkt te berusten. De vertalin gen wijzen ln zulke gevallen de weg naar het Juiste begrijpen van de Afri kaanse woorden. Voor de zorgvuldig heid van de vertalingen verdient Adriaan van Dis alle lof. H. C ten Berge heeft aan zijn onver anderd overgenomen naschrift uit 1972 een naschrift 1975 toegevoegd en vermeldt daarin de gebeurtenis sen rondom Breytenbach. De be schouwing van de literaire situatie ln Zuid-Afrika ln deze naschriften vind ik onvoldoende. Door alleen schrij vers in ballingschap te noemen, sug gereert ten Berge, dat er van het literaire front binnen Zuid-Afrika zelfs niets nieuws te melden valt. Als dit de enige Informatie ls. die de lezer over de Afrikaanse literatuur krijgt, is hij over een complexe zaak slecht geïnformeerd. Drs. H. Ester is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Insti tuut Duits van de Katholieke Univer siteit te Nijmegen. ADVERTENTIEI UNIEBOEK-TOPTIEN 1 I Heaps DE GANS IS GEVLOGEN (Van Holkema b Warendorf) 7 24.50 2. Rien Poortvliet TE HOOI EN TE GRAS IVan Holkema b Warcndorll 749.50 3. O S Nock DIE STAMPENDE. STOMENDE LOCOMOTIEVEN (De Haan) f19 50 4 Jaap ter Haar GESCHIEDENIS VAN DE LAGE LANOEN 4 delen, per deel IFibuia van Oishoeckl 7 47.50 5 Robin Moore DUBAI (Van Holkema bWarendorll 7 24 90 6. Heieen A M Halverhout BAK MET PLEZIER IVan Dtshoeck! 9 90 7. E P Dutton JAPANSE PRENTEN (De Haan) 7 24 50 8. Nan de Vries PEPPI EN KOKKI BIJ DE MARINE (De Gooisc Uitgeverij) 7 4 95 9 Ulrich Klever GRILL b BARBECUE BOEK IVanDishoecM 7 14 90 10. Prol C R Bo.er DE RUYTER (De Boer Maritiem! 7 27.50 (verkrijgbaar in elke boekhandel) oor R. N. Degens in Polen en m het vervolg hebben we het in dit verband alleen maar over Warschau zijn van dien aard. dat men meer dan ooit de „kunst" als een van de weinige mogelijkhe den tot ontsnappen aan de deprime rende werkelijkheid aangrijpt. Kleine kring 'ARSCHAU Als je een Pool op zijn tenen trapt zegt hij in het ools „au", of hij is beledigd, al naar je het letterlijk of figuurlijk oet. Dat is een normale reactie, en niemand zou anders ver achten. normaal reageert men in Polen >k op eigentijdse muziek. Want on- L iks de roep die er van Polen en i speciaal van de hoofdstad irschau uitgaat, dat er zoveel in moderne kunst wordt gedaan, dat er voor kunstzinnige experi- tnten op allerlei terrein zo'n mstig klimaat heerst, blijft ook het gebruikelijke percentage de bevolking volkomen onver- hillig voor nieuwe, experimentele, in het algemeen van het traditio- tle afwijkende kunst. Van de ruim miljoen driehonderdduizend «nsen die in Warschau wonen, tón dan ook maar een paar duizend tór de concerten met hedendaagse ■uziek die tijdens de „Warschause frtst" in de Poolse hoofdstad gege- worden. En tijdens het normale iter-concertselzoen wijken de pro- tómma's met Brahms. Tsjaikowski 1 Chopin nauwelijks af van wat de fiaak van het publiek in andere toden dicteert. 1 zeker opzicht is het klimaat in de tote steden van Polen in het alge- leen. en in Warschau in het bijzon- misschien wel gunstig voor het [vorderen van de belangstelling kunst. Maar dat heeft andere "Raken De levensomstandigheden „Wij gaan nog maar heel weinig uit: we trekken ons thuis terug in onze eigen kleine kring, lezen veel en luis teren zoveel als mogelijk naar goede miziek." Dat vertelde mij een van de vooraanstaande figuren in het Pool se muziekleven. Veel tijd om uit te gaan hebben de meeste Polen ook niet. Om het hoofd boven water te kunnen houden moet zowel man als vrouw voor het gezin werken. Buiten zijn gewone baantje heeft de man dan meestal nog werk in zijn „vrije tijd". Wat in Nederland het mini mumloon is. wordt in Polen nog niet bij benadering in de best betaalde beroepen verdiend. Iemand die in de „intellectuele" sector zit, moet zijn basis-salaris met bijwerk zien te ver drievoudigen om enigermate gerief lijk te kunnen leven En dat „gerief" is dan vergeleken bij omstandighe den in het „westen" van een sober heid die aan de eerste jaren na werel doorlog twee herinnert. De berichten in de pers over de eco nomische. politieke en sociale misè re in Polen zijn in dit opzicht vol doende informatief. In de westerse pers dan. Want de Polen zelf worden niet ingelicht over de oorzaken die ertoe leiden dat ze dagelijks voor het bemachtigen van zowel bepaalde le vensmiddelen als gebruiksgoederen uren in de rij moeten staan. Meestal na een dag lang werken. Wat ook gewoon zittend niets-doen kan zijn. zoals in sommige grote staatswin kels met teveel personeel en te wei nig verkoopbare goederen Als ze dan zo tussen vier en zes (winkels sluiten pas om acht of ne gen uur 's avonds) meestal lopend (ik heb nooit en nergens zoveel voet gangers gezien als momenteel in Warschau) of met de zeer goedkope openbare vervoermiddelen naar huis gaan. en daar zowel wat kleding als voedsel betreft van niets iets gemaakt hebben, zouden ze naar een theater, een bioscoop of een concertzaal kunnen gaan. Avondje-uit Dat doen ze dan ook wel. en de vele (kleine) theaters en bioscopen wor den goed en serieus bezocht. Vooral serieus, want de versiering rondom „een avondje uit" is zelfs in Warschau. cultureel- en uit gaanscentrum van Polen, moeilijk te verwezenlijken. Plezierige café s of restaurants zijn er niet. met uit zondering van een paar gelegenhe den in de grote staatshotels. Die doorgaans voor gasten gereserveerd zijn en in elk geval om tien. hoogstens elf uur 's avonds sluiten. Het wordt derhalve na de voorstel ling gauw naar huis en het bed in. De straten tussen de immense ge bouwen zijn 's avonds uitgestorven, de werkelijk overstelpende hoeveel heid spitsuur-autobussen is terugge bracht tot een paar die avonddienst hebben, en behalve enkele perso nenauto's en taxi's hoort men zo waar af en toe gekletter van paarde- hoeven; de koets is als vervoermid del in Warschau nog niet helemaal verdwenen. In heel Polen wordt trouwens het paard als trekdier in ere gehouden; uit noodzaak, maar ook uit traditie. Polen is dan ook het enige land waar op de voortreffelijk onderhouden internationale ver keersweg de E8 hier en daar ouder wetse hopen paardepoep te vinden zijn. Die weten E8 leidt van het westen uit regelrecht naar Warschau, het politieke, wetenschappelijke en cul turele centrum van Polen. In we reldoorlog twee voor 87 procent ver woest en met onvoorstelbare ener gie. wilskracht en optimisme, en ten koste van nooit te vergeten ontbe ringen. in betrekkelijk korte tijd als het ware met de blote handen door de Polen weer herbouwd tot een wereldstad met een grootse allure. Laatste spectaculaire voorbeeld van die - krachtsinspanning is de we deropbouw van het koninklijk pa lels. waar vrijwilligers, meest stu denten en militairen nu al jaren aan bezig zijn. De muren en het dak van het grote complex zijn nu zo goed als klaar. Het nog lege omhulsel is een nieuwe bezienswaardigheid voor de duizenden (Poolse) toeristen die dagelijks, maar vooral 's zon dags. met bussen uit het hele land naar Warschau en zijn wonderlijke gereconstrueerde Oude Markt ko men kijken. Monument Voor hen is dat paleis een nationaal monument, symbool van een roem rijk verleden. Voor de buitenlandse toerist die door de onafgewerkte ra men en deuren van de facade in de leegte daarachter kijkt, is het eerder een symbool voor de volstrekt on efficiënte. bureaucratische manier waarop achter de indrukwekkende fagades van overheidsbureaus, mu sea. hotels en warenhuizen allemaal lieve en goedbedoelende mensen langs elkaar heen zitten te werken. Waardoor op belangrijke en onbe langrijke punten de zaken fout lo pen. stagneren of in elk geval einde loos veel tijd en geduld vergen. Wat door de Polen wordt ondergaan met een benijdenswaardige gelatenheid, en met als enig troostend perspec tief dat het ook bij hen wel eens zal veranderen; en dat zij in dat opzicht misschien nog een toekomst hebben die men in het westen al lang achter zich heeft gelaten. Tegen een ach tergrond van dergelijke omstandig heden en toestanden, die hier nog maar nauwelijks werden aangetipt en die ook te gek en te gecompli ceerd zijn om te geloven wanneer je Een plein in Warschau er niet direct mee te maken hebt gehad, in deze wonderlijke stad die, net als de rest van het land nog steeds lijdt aan de gevolgen van Hitlers duivelse plan heel Polen van de kaart te vegen, speelde zich vori ge week weer het internationale fes tival van hedendaagse muziek af. Dat voor de Polen niet zomaar een muziekfeest, maar vooral een Jaar lijks terugkerende gretig aangegre pen gelegenheid tot nauwer contact met het westerse buitenland ls. Ik hoop ln een volgend artikel op de strikt muzikale aspecten ervan ln te. gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 13