„Organisaties van leraren
werkten vernieuwing tegen"
Show, humor en informatie
samen in „een dure grap"
Personalia
Bonte
stoet in
vrolijke
shows
Zondagavond feestprogramma over 25 jaar televisie
Onderwijsbeleid van 1945 tot 1970 onderzocht
Jaren van de mammoetwet
en van verzet
Geen algemene
legitimatie
bij verkiezingen
r
IPAG 1 OKTOBER 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 9
door Piet Hagen
ROTTERDAM Het oordeel dat dr. J. M. G. Leune over de (nu gefuseerde) lerarenorganisaties
van het middelbaar onderwijs velt is hard. In het proefschrift waarop hij gisteren in Rotterdam
promoveerde komt hij tot de conclusie dat zij remmend gewerkt hebben op de vernieuwing van
het voortgezet onderwijs.
Dr. Leune heeft 2ich in zijn studie
.Onderwijsbeleid onder druk"
(Tjeenk Willink, Groningen) beperkt
tot de (vier) organisaties van leraren
bij het (vroegere) voorbereidend ho
ger en middelbaar onderwijs. Daar
bij heeft hij aan de hand van notu
len, artikelen en interviews met
sleutelfiguren" proberen na te
gaan, wat de invloed van deze bon
den is geweest op het onderwijsbe
leid in de periode van 1945 tot 1970.
Hij komt tot de slotsom dat die
invloed op onderwijskundig gebied
gering was: de mammoetwet is er
ondanks het verzet van deze groep
leraren toch gekomen. Als vakbond
hebben de lerarenorganisaties wel
de nodige successen geboekt bij het
rerbeteren van de rechtspositie en
de salarissen der leraren
Het boek van Leune telt meer dan
herhonderd bladzijden en bevat een
«chat van gegevens. De verdienste
tan zijn studie is dat hij een samen
hangend overzicht geeft van onder
wijskundige en politieke ontwikke
lingen over een periode van vijf
entwintig jaar. Zijn minutieuze on
derzoek van schriftelijke bronnen is
aangevuld door gesprekken met 66
sleutelpersonen. Behalve leidingge
vende mensen uit de organisaties,
(ex-)leden van het parlement en to
pambtenaren zijn dat ook vroegere
bewindslieden.
De KVP-er Gielen die van 1946 tot
1P48 minister van onderwijs,
hinsten en wetenschappen was zegt:
-Als ik u zeg dat bij de docenten van
bet v.h.m.o. één procent vernieu
wingsgezind was. dan zit ik
•nisschien nog te hoog." De leraren
"aren meer geïnteresseerd in salaris
verhoging dan in onderwijsvernieu
wing, aldus Gielen.
Negatief
en negatief is het oordeel van Gle-
partijgenoot en opvolger Rut
ten. die zelf voor een nota zorgde die
men met recht zou kunnen beschou
wen als een eerste „contourennota"
voor het hele onderwijs. Rutten zegt:
„Ik stelde de mening van de leraren
verenigingen op prijs. Ik moest met
de mensen van de onderwijspraktijk
contact houden. Ik kon geen onder
wijsbeleid maken zonder hen.(...). Als
zij zich enthousiast hadden ingezet,
dan had ik misschien gezegd: ik blijf.
Zij maakten op mij de indruk: daar
is geen beweging in te krijgen, die
zijn zo bang en voorzichtig. Die kun
je niet meekrijgen voor een plan, dat
zonder enige twijfel goed zou zijn
geweest voor het onderwijs."
De vroegere anti-revolutionaire
staatssecretaris Grosheide ver
klaart: „Als je de invloeden van de
lerarenorganisaties) allemaal gaat
optellen zijn het tenslotte allemaal
remmende invloeden. Waarbij ik
remmend niet identiek vind met
slecht. Het kan ook zijn het verhin
deren dat anderen te snel gaan".
Conservatief
In de periode 1945 tot 1970 zijn de
onderzochte lerarenbonden volgens
dr. Leune uitermate conservatief ge
weest. Ze hielden vast aan het be
staande systeem. Bijna elke poging
tot vernieuwing werd gezien als een
aanslag op de kwaliteit van het mid
delbaar onderwijs. Vertegenwoordi
gers van het protestants-christelijk
onderwijs hebben daarenboven het
argument van de vrijheid van onder
wijs gehanteerd. Dr. A. la Fleur,
kampioen van het protestantse ver
zet. schreef toen de mammoetwet
was aangenomen aan minister Cals:
„Het bijzonder onderwijs heeft opge
houden te bestaan. Of de naam er
van nog in de wet voorkomt is voor
mij irrelevant, het wezen is in ieder
geval verdwenen".
Het is de overtuiging van dr. Leune
dat de overheid vrij centraal, zo men
wil centralistisch moet bepalen wat
er met ons onderwijsbestel zal ge
beuren. Daarom kan hij zich goed
vinden in het beleid dat minister
Van Kemenade op dit moment voert
en dat op dit punt niet veel van dat
van de meeste zijner voorgangers
verschilt.
Gezien het maatschappelijke belang
van het onderwijs en de hoge kosten
(een kwart der rijksuitgaven) lijkt
het Juist dat de overheid een actieve
politiek voert en probeert de organi
satie van het onderwijs telkens weer
aan te passen aan de maatschappe
lijke ontwikkelingen. Het spreekt
vanzelf dat daarbij de materiële be
langen en (hiervan moeilijk te schei
den) ideële argumenten van ëën
groep leraren (op dit moment slechts
zeventienduizend) niet de d<?orslag
kunnen geven Voorzover het histo
risch overzicht van dr. Leune die
stelling onderbouwt, kun Je daarmee
instemmen. Maar dan blijven er nog
wel enkele vragen onbeantwoord.
Lijn doorgetrokken
Vooral in zijn slotbeschouwing trekt
dr. Leune de lijn van 1945 tot 1970 te
gemakkelijk door naar de polemiek
van minister Van Kemenade met het
huidige genootschap van leraren.
Weliswaar spelen ook nu materiële
belangen (denk aan de demonstratie
van twaalfduizend leraren vorig Jaar
in Den Bosch) een doorslaggevende
rol in het verzet tegen bepaalde ver
nieuwingen. Maar het soms heftige
De periode 1945 tot 1970 wordt
beheerst door de voorbereiding,
parlementaire behandeling en in
voering van de mammoetwet De
vier op levensbeschouwelijke
gronden gescheiden (nu in het
Genootschap van Leraren veren
igde) bonden van leraren van
gymnasia en hogere burgerscho
len) hebben zich hier fel tegen
verzet, zoals blijkt uit het volgen
de overzicht:
1945 - De regering stelt een reorga
nisatie van het onderwijs in het
vooruitzicht. Voorstellen van de
vernieuwingsraad (een initiatief
van mensen als Kees Boeke) wor
den kritisch ontvangen.
1946 - Plan van oud-minister Bol-
kestein, gebaseerd op diens wets
ontwerp uit 1940, wordt met in
stemming van KVP-mlnister Gie
len gepubliceerd. Mede door de
kritiek van de lerarenorganisaties
blijven wetsontwerpen uit.
1951 - Gielens partijgenoot en op
volger Rutten maakt een soort
contourennota voor heel het on
derwijs. De organisaties zijn bij
de vooi bereiding betrokken,
maar hun wensen blijken niet in
gewilligd te zijn.
1952 - Eén week voor de Kamer
verkiezingen dient Rutten twee
wetsontwerpen in. Met de bezwa
ren tegen zijn nota blijkt nauwe
lijks rekening gehouden te zijn.
1955 - Nota van Cals. de derde
KVP-mlnister op onderwijs na de
oorlog. De reactie is afwachtend:
„alweer een nota."
1958 - Cals dient voorontwerp van
latere mammoetwet in. De le
raren: „een onding."
1959 - Cals houdt rekening met
enkele bezwaren van leraren,
maar in zijn definitieve wets
ontwerp zet hij op hoofdpunten
zijn eigen zin door.
1963 - Het parlement aanvaardt de
mammoetwet.
1968 - Invoering van de mammoet
wet De leraren hebben: wel aan
zienlijke invloed bij het „invul
len" (en afzwakken) van de wet.
met informatie. KRO's Richard
Schoonhoven is wanhopig over de
geringe belangstelling van de kij
kers voor informatie. Suèr gelooft
dat nog lang niet alle vormen die
beschikbaar zijn voor informatie
voor televisie zijn gebruikt. Even
min meent hij dat er een televisie
crisis hoeft te bestaan. Daarom
komt de NOS nu op de proppen
met een nieuw procédé: een docu
mentaire-show. Daarin laat men de
televisie kijken naar de televisie al
gebeurde dat laatste al eerder in
een vroeger programma als Video.
Of hij gelijk krijgt, of de opzet bij de
kijkers aanslaat en of het. zoals hij
hoopt, een meerderheidsprogram
ma wordt is de vraag waarop een
kij kernonderzoek van de NOS
antwoord op moet geven. Daarin wil
men verder gaan dan het optellen
van het aantal kijkers en het toe
kennen van een waarderingscijfer.
Hoofdvraag is: wat is er blijven han
gen Zo wil men eindelijk eens de
routine van de programmamakers
doorbreken en nadenken over vorm
en samenstelling voor de toekomst.
Stoet
„Een dure grap" bestaat uit vier
vrolijke shows waarin een bonte
stoet van show-girls, quizleiders,
programmamakers, komieken en
mediadeskundigen verschijnt. Voor
een belangrijke episode uit de ge
schiedenis zorgen de krachtsinspan
ningen van Philips om de televisie
erdoor te krijgen in Nederland en;
op de achtergrond spelen de inter
nationale belangen van de gloeilam
penfabriek mee.
Daarom wordt in de eerste afleve
ring „De televisie en het geld" Phi-
lipsdirecteur jhr. H. A. C. van
Riemsdijk behoorlijk aan de tand
gevoeld. Als argument om televisie
in Nederland er door te drukken
werd indertijd door Philips het argu
ment gebruikt dat het een econo
mische noodzaak was. Men vroeg
zich later af voor wie precies.
Een leuk stukje beurtzang ontstaat
wanneer de uitspraken van oud-
Van onze parlementsredactie
DEN HAAQ Kiezers zullen zich
bij toekomstige verkeizingen niet in
alle gevallen behoeven te legitime
ren. De Tweede Kamer verwierp gis
teren bij de behandeling van het
wetsontwerp dat enkele veranderin
gen in de kieswet beoogt, het amen
dement. dat mevrouw Kappeyne
Van de Coppello (WD) had inge
diend met het doel door middel van
een algemene legitimatie bedrog te
beperken. Naast de WD stemde al
leen de PSP voor dit amendement.
De wijzigingen zelf (verruiming van
de mogelijkheden om bij volmacht
en in andere gemeente te stemmen)
werden unaniem aanvaard.
door Riet Diemer
HILVERSUM Een jubi-
leumuitvoering op z'n Hol
lands bestaat meestal uit
twee hoofdschotels. De eerste
is een historisch overzicht hoe
het allemaal was in de afgelo-
•pen jaren en met een beetje
.goede wil wordt er dan hier en
daar nog wat toekomstvoor
spelling doorheen gemengd.
Naar het tweede gerecht
wordt meestal met meer ver
langen uitgezien, dat is het
feest met vlaggetjes, slingers
en „de hap en de zoop".
En omdat we om precies te zijn
zaterdag en zondag 2 en 3 oktober
het heuglijke feit herdenken dat
Nederland 25 jaar geleden televisie
kreeg is er wat te vieren. Volgens
bovengenoemd recept de hele za
terdag overdag en de hele zondag
overdag, te beginnen om acht uur,
veel oude programma's op het
scherm, die de omroepen naar ei
gen keus van de rommelzolder heb
ben gehaald, als ze tenminste nog
niet weggegooid waren.
bertsmaprijs 1976 toegekend aan de
heer D J. van der Meer te Roorda-
huizum. De prijs wordt elke twee
jaar toegekend aan iemand die zich
verdienstelijk maakt op het gebied
•Jran de Friese geschiedenis en heem-
kumde. De heer Van der Meer krijgt
de prijs voor zijn gehele werk (onder
meer een publikatie over Friese
plaatsnaamkunde. Friese schilders
in de zestiende eeuw. de Friese dich
ter Gysbert Japicx en Friese graf
schriften). De heer Van der Meer. die
hoofd van een basisschool is doet dit
werk als amateur.
Ambassadeur Binnenkort is de
benoeming te verwachten van mr. P
C Witte, momenteel gedetacheerd
bij de wereldbank te Washington,
tot buitengewoon gevolmachtigd
ambassadeur te Oslo Hij volgt dr. J
H. Lubbers op. die per 1 januari 1977
hoofd van de permanente vertegen
woordiging bij de Europese ge
meenschappen te Brussel wordt.
In de beginjaren van de televisie
kon niets worden bewaard, maar
daarna zijn de omroepen vaak slor
dig omgesprongen met hun pro
gramma's, zodat van heel be
langrijke uitzendingen niets meer
is terug te vinden. Maar wat we wel
mogen verwachten zijn: „Ik ben
met Catootje naar de botermarkt
geweest., van Wim Sonneveld, het
toneelstuk „Kaas" naar Elsschots
roman en een aflevering van „Zo is
het toevallig ook nog eens een
keer", naast tal van andere uitzen
dingen die Je als kijker min of meer
zijn bijgebleven. (Onze krant van
morgen zal zoals gewoonlijk tijden
en programma's vermelden, nu dus
over de viering van 25 jaar tv op
Nederland2.
Heb je zondagavond doodver
moeide ogen van het kastjekijken
als je tenminste niet selectief
kijkt dan komt pas het klapstuk:
het feest met de vlaggetjes en de
slingers. „Een dure grap" is de titel
van vier NOS-programma's die op
originele manier een bijdrage zal
leveren aan de feestvreugde. Van
een mengsel van documentaire en
show zijn heel leuke dingen op te
steken over het medium televisie.
Henk Suèr
dat zo'n .belangrijke plaats in onze
samenleving is gaan innemen.
Mensen zetten het televisietoestel
aan om vermaakt te worden en
omdat televisie nu eenmaal een
pretfabriek is geworden hebben de
belangrijkste samenstellers Jef Ra
demakers en Berend Boudewijn ge
kozen voor een ratjetoe van show
en humor en toch ook voor een
serieus brok informatie. Ze zijn uit
gegaan van de vraag: Wat hebben
de mensen met televisie gedaan en
wat doet de televisie met de
mensen?
Documentaires waarom je kunt la
chen! Henk Suèr. chef informatieve
programma's van de NOS-televisie
staat steeds als eindverantwoorde
lijke onder iedere aflevering.
„Henk Suèr presenteert" is analoog
aan de eer die Jos van der Valk op
eenzelfde manier „Jos van der
Valk presenteert" bij sommige
KRO-programma's krijgt. Ze pre
senteren beiden helemaal niets,
maar zijn dé ontwerpers en dege
nen die achter de schermen de
touwtjes in handen hebben.
Diezelfde Suèr gelooft helemaal
niet in de krasse uitspraken die
over informatieve programma's
voor televisie zijn gedaan.
NCRV's mr. Van Maanen gelooft
dat de kijkers overvoerd worden
De samenstellers van de documentaire show bij 25 jaar Nederlandse televisie „Een dure grap".
Berend Boudewijn en Jef Rademakers. Op de voorgrond een dansmeisje van het Helen
Leclerq-ballet.
minister-president dr. Willem Drees
worden gemonteerd achter de uit
spraken van de heer Van Riemsdijk.
Een beurtzang, die overigens niet
altijd in het voordeel van belde spre
kers is. De heer Drees meent dat er
absoluut geen sprake is geweest van
pressie van Philips op de regering.
Gelukkig weet de pas gepromoveer
de dr. W. J. de Gooijer precies uit de
doeken te doen hoe het precies zat.
Philips drong de regering en het
publiek de televisie op.
André van Duin
André van Duin in de rol van een
antieke schoolmeester legt de krom
me redenering uit. dat omdat er in
de eerste jaren zo weinig televisie
toestellen werden verkocht bij de
regering op zendtijduitbreiding
werd aangedrongen In 1951 begon
men met twee avonden in de week,
in 1960 werd dé week volgemaakten
in 1964 kwam het tweede net
Om de belangstelling van de kijker
25 JAAR TELEVISIE IN NEDERLAND
voor informatie vooral niet te laten
verslappen vertelt prof. dr. Marten
Brouwers; hoogleraar massacom
municatie aan de GU te Amsterdam
liggend in bad met een televisie aan
zijn voeten iets over de invloed van
televisie. Zijn houding Is bedoeld
om te ondersteunen wat hij te mel
den heeft. Wanneer later de Engelse
Drie na-oorlogse (KVP-)ministers van onderwijs. Links dr Jos J.
Gielen (1945-1948), midden prof. dr F. J. Th. Rutten (1948-1952),
rechts mr J. M. L. Th. Cals (1952-1963), wat zijn ministerschap van
onderwijs betreft, daarvóór was hij staatssecretaris onder Rutten
en daarna was hij minister-president).
debat tussen de ministers en zijn
tegenstanders van het N.G.L. wordt
toch zakelijker gevoerd dan het vaak
zeer emotionele debat rondom de
mammoetwet. Niet alleen het minis
terie. maar ook de positie van lera
ren heeft geprofiteerd van de kennis
vermeerdering op onderwijskundig
gebied. De discussie heeft daardoor
Iets meer niveau, al blijft de emotie
aan beide kanten een rol spelen. Dat
het N.G.L. minder negatief ls dan
zijn voorgangers in de tijd van Cals
zou kunnen blijken aan de niet ge
heel afwijzende houding tegenover
het middenschool-experiment. Dr.
Leune ziet daar het bewijs van
machteloosheid in. maar het zou ook
een teken van wat grotere openheid
kunnen zijn.
Vrijheid
Tenslotte springt dr. Leune wel wat
makkelijk om met het argument van
de vrijheid van onderwijs Hoewel
dit argument vaak misbruikt 1$ (en
wordt), moet men erkennen dat wat
Cals wilde met zijn maatschappelij
ke organen (met verordenende be
voegdheid) ons gebracht zou hebben
in de buurt van de corporatistische
staat, waarin het parlement weinig
te beslissen over houdt. Hoewel op
geheel andere wijze, is die dreiging
ook nu actueel. Rechtstreekse In
vloed van bijvoorbeeld leraren van
het gymnasia en athenea ls bijna
onmogelijk geworden door de verti
cale opbouw van het overleg, waarin
alleen de overkoepelende organisa
ties van de verschillende zuilen een
rol spelen. Dat is één van de oorza
ken van de ook nu veel gehoorde
klacht over het centralisme van de
overheid.
Dr. Leune maakt duidelijk dat lera
renorganisaties niet altijd een stimu
lans zijn voor de vernieuwing van het
onderwijs. Maar hij geeft niet aan
hoe men in de steeds ingewikkelder
onderwijspolitiek toch de stem der
betrokkenen (niet alleen leraren) tot
gelding kan brengen.
professor James Halloran, hoogle
raar aan het centrum voor massa
communicatie in Leicester enkele
wetenschappelijke uitspraken doet
gebeurt dat in een gefingeerde huls
kamer bij een gefingeerd echtpaar.
En de hoogleraar is nog niet uitge
sproken of hij wordt omringd door
dansmeisjes, aangevoerd door Rijk
de Gooijer. Deze prof. Halloran zal
tevens het kijkersonderzoek van de
NOS begeleiden.
Maar tijdens de geschiedenisles, die
Simon van Collem met behulp van
het afdraaien van films geeft, loopt
hij van alle deskundigen dankzij
ontploffingen van het toestel de
meeste klapperf op. Jef Radema
kers: „WE hebben van tevoren aan
al deze mensen heel duidelijk uitge
legd wat de bedoeling was en ze
hebben allemaal hun volle mede
werking verleend." Aon het gezicht
van de Britse professor ls dat eerlijk
gezegd niet helemaal te zien. Hij
komt pas voor in de tweede afleve
ring „De televisie en de mensen die
op zondag 10 oktober wordt uitge
zonden
Goed en kwaad
In die tweèöe aflevering, die deze
week vooraf werd vertoond de
andere twee zijn nog niet klaar
wordt Ingegaan op de goede en kwa
de eigenschappen die men de televi
sie bij diens komst had toegedicht
Deze zou de cultuur bevorderen, aan
maatschappijvorming doen, begrip
voor andersdenkenden kweken,
maar er zou ook verwildering van
zeden door veroorzaakt worden, eve
nals ontwrichte gezinnen en
oogkwalen.
Als een vredesduif fladdert het toe
stel voorzien van twee vleugels door
de lucht omdat televisie de mensen
dichter bij elkaar zou brengen.
Schitterend gemonteerd is daarna
het stukje schletfilm van de cow
boys van Pondorosa
In een gat van Nederlandachtig
item zorgen de televisiehoofden van
de verschillende omroepen voor die
pe ernst als ze die ln een credo
uitspreken wat hun omroep bezielt
Bij de meesten gaat het niet verder
dan een opgezegd lesje, waar hun
programmamakers in de practijk
waarschijnlijk niet zo mee uit de
voeten kunnen.
Een dergelijke programmamaker is
Gied Jaspars. Hij is altijd meer eer
lijk dan bescheiden en vertelt onom
wonden televisie te maken om be
roemd te worden. „Het is natuurlijk
leuk om een verhaal aan je vrouw en
kind te vertellen, het is nog leuker
om dat van de kansel te doen. maar
het allerleukste is het dat voor tele
visie te doen. Ik heb wat te zeggen
aan het Nederlandse publiek." Gied
heeft dan ook geen vaste omroep
baas om voor te werken. Hij is free
lance „De televisie en de invloed"
en .JJe televisie en de toekomst"
vormen tenslotte deel drie en vier.
die op zondag 17 en 24 oktober de
lucht ingaan.
Prijs Het provinciaal bestuur van
Friesland heeft de Joost Hal-
Burgemeesters Per 16 oktober is
jhr. Alberda van Ekenstein be
noemd tot burgemeester van Peize.
met gelijktijdig eervol ontslag als
burgemeester van Rockanje. De
heer Alberda (59) is hervormd en lid
van de PvdA. Hij was vanaf 1 juli
1967 burgemeester van Rockanje.
Per dezelfde datum is drs. L W
Stam uit Castricum benoemd tot
burgemeester van Wieringen. De
heer Stam (38) ls wethouder, tevens
ioco-burgemeester van Castricum.
Hij is lid van de PvdA