Van drie ravennesten vlogen acht jongen uit Ruim 100.000 werkloze vrouwen in ons land Pogingen om vogel hierheen terug te halen hebben succes Discussiestuk over vrouwenarbeid in Nederland „Meiden, wat een slechte tijden" Van Huiten zal Kamermotie over Van Gend en Loos niet uitvoeren Moeilijkste: leren zelf voedsel zoeken Rotterdam dwarsboomt aanleg van Voorhaven" i de buitenvolières, waarin geïmporteerde raven broeden. De jonge raven volière door Hans Schmit HARDERWIJK Eind augus- tus, begin september vlogen van drie nestén in Nederland acht jonge raven uit. Een ge beurtenis die de kranten niet haalde, maar die in een kleine groep vogeldeskundigen toch voor een meer dan gewone op winding zorgde. Want met het uitvliegen van de jonge raven werd een duidelijk succes be haald in de nu al meer dan tien jaar durende poging de raaf als broedvogel in Nederland terug te brengen. De raaf (Corvus corax), meer dan zestig centimeter lang. zwart met blauwe gloed en voorzien van een opmerkelijk stevige snavel, lijkt hiermee te zullen gaan bevestigen wat vogelliefhebbers al lang hoopten en ook verwachtten, namelijk dat deze karakteristieke vogel na een halve eeuw afwezigheid nog wel de gelijk in de Nederlandse bossen en duinen kan leven. Het is zaak. zo vertelt ing. A. Timmerman, ornitho loog bij het Rijksinstituut voor na tuurbeheer (RIN) in Leersum, nu er drie broedparen zijn, de populatie op te voeren: „Er zullen zeker twintig paren in Nederland moeten zijn, wil de raaf hier levensvatbaar zijn". (Foto: Rijksinsilutuut voor natuurbeheer). De raaf verdween uit Nederland in Door Cisca Dresselhuys AMSTERDAM Er staan in wis land 57.900 vrouwen als werkloos geregistreerd (dat is 5,8 procent van het totale aan tal werkende vrouwen), maar in werkelijkheid zijn er waarschijnlijk wel twee tot viermaal zoveel. Dit komt doordat bij de officiële cijfers geen rekening is gehouden met de „verborgen werkloosheid", die op papier staat. Zo zijn er dertig duizend meisjes jonger dan negen tien jaar die niet meer naar school gaan, niet getrouwd zijn, maar ook niet als werkzoekende of werkloze geregistreerd staan (meisjes die, vooral nu er zoveel werkloosheid is, na het afmaken van de school eerst j „gezellig een jaartje bij moeder thuis blijven om het huishouden te le- ren".) Verder zijn bij de officiële cij fers van werklozen niet de 12.655 vrouwen opgeteld, die staan inge- I schreven als part-time werk zoe kend; dan zijn er nog ongeveer 12.000 gehuwde vrouwen, die zich na het verliezen van hun baan niet meer opnieuw hebben laten inschrijven bij een arbeidsbureau, omdat ze toch geen recht hebben op een werkloos heidsuitkering en omdat het ar beidsbureau heeft laten merken, dat het hen toch niet aan werk kan hel pen (minister Boersma schatte dit aantal in augustus vorig jaar al op minstens 10.000). Als we deze cijfers optellen komen we tot ongeveer 110.000 werkloze vrouwen. Om het nog wat somberder te ma ken: uit een onderzoek dat Hedy d'Ancona in 1974 in opdracht van de ministeries van CRM en sociale za ken deed naar het aantal vrouwen, dat na een paar jaar thuisgezeten te hebben, weer een baan zou willen hebben, bleek dat maar liefst 300.000 vrouwen terug zouden willen in het arbeidsproces. Telt men deze groep nog eens op bij de vrouwelijke werklozen, dan komt men op een totaal van ruim 400.000. Deze gegevens zijn afkomstig uit het discussiestuk „Meiden, wat een slechte tijden" van het NW- secretariaat voor vrouwelijke werknemers, dat dezer dagen ver schenen is. Het is de bedoeling, dat er deze winter door vrouwen in het hele land over deze brochure gepraat wordt, waarna er een soort balans zal worden opgemaakt op vier regionale bijeenkomsten in Rotterdam, Amsterdam, Eindhoven en Assen. Daarna zal het NVV op grond van het besprokene een pakket eisen met betrekking tot de vrouwenar beid krijgen voorgelegd, met het ver zoek deze eisen in haar werk en on derhandelingen met bijvoorbeeld overheid en werkgevers op te nemen. In 1977 zal het project worden afge sloten met een landelijke manifes tatie. Die verborgen werkloosheid komt ei- I genlijk alleen bij vrouwen voor, aan gezien alle werkloze mannen en jon gens (als kostwinner) bij de ar beidsbureaus geregistreerd staan (anders krijgen ze geen werkloos heidsuitkering). De werkloosheid onder vrouwen is niet in alle delen van Nederlandeven groot. Zo werken er in de provincie Utrecht naar verhouding vrij veel vrouwen buitenshuis en zijn er, offi cieel, vrij weinig werkloos. In andere provincies is de situatie vaak omge keerd: er werken niet veel vrouwen buitenshuis, maar van diegenen die het doen, is een hoog percentage werkloos. Buiten de randstad wer ken naar verhouding vrij weinig vrouwen in een baan, de officiële werkloosheid is hier erg hoog. Het eerst ontslagen Hoe het komt dat de werkloosheid onder vrouwen zo hoog is? De Inter nationale Arbeidsorganisatie (ILO) heeft in een deze zomer uitgegeven rapport al gesteld, dat vrouwen in het algemeen het eerst ontslagen worden wanneer bedrijven in moei lijkheden raken. Daarbij komen ze het laatst weer in aanmerking voor een baan als er weer vacatures ont staan, aldus de ILO. Het NVV-vrouwensecretariaat voegt daar, voor Nederland, nog andere redenen bij: steeds meer vrouwen zoeken een baan; vrouwen kunnen nog steeds maar uit een beperkt aantal beroepen kiezen; een aantal bedrijfstakken en beroepen, waar van oudsher veel vrouwen werkten (zoals confectie, textiel en admini stratie) bieden steeds minder werkplaatsen; de opleiding van de werkzoekende vrouwen sluit vaak niet aan op de vraag, die vanuit het bedrijfsleven gesteld wordt, diplo ma's gaan, zeker als ze een aantal jaren in de linnenkast liggen, in waarde achteruit en de noodzakelij ke voorkeur voor aangepaste werktijden, die veel getrouwde vrou wen met een gezin hebben, verkleint de kans op werk nog verder. Van het overheidsbeleid gericht op terugdringing van het aantal werklozen, onder meer door het scheppen van aanvullende werkge legenheids-projecten. profiteren vrouwen ook weer minder dan man nen: zo zijn er op dergelijke projec ten 418 vrouwen werkzaam tegen 5164 mannen, een verhouding van een op twaalf terwijl zelfs de offi cieel geregistreerde werkloos heidscijfers wijzen op een verhou ding tussen mannelijke en vrouwe lijke werklozen van een op drie. houden met arbeidsbemiddeling, sterk tegen de uitzendbureaus: „Het vrije-vogel-leven bij een uitzendbu reau betekent ook dat je vogelvrij bent. Het uitzendwezen is gevaar lijk. Niet alleen omdat je als werkne mer alleen mooie woorden, maar geen rechten krijgt, maar ook voor je collega-werknemers. Vaste krach ten zijn immers duurder dan een uitzendkracht. Uitzendkrachten hebben verder geen rechtspositie en kunnen dus geen eisen stellen, ze hoeven geen promotiekansen, geen pensioenfonds, geen aanvulling op het ziektegeld, kortom: van uit zendkrachten kun je per dag af. Het uitzendbureau houdt rekening met alle wensen van werkgevers en met die van de werknemers alleen, als het toevallig zo uitkomt," aldus het NVV-vrouwensecretariaat. In een uitvoerig hoofdstuk gaat men in op maatregelen die genomen kunnen worden om meer vrouwen aan werk te helpen. Een daarvan is: voer het begrip „passende arbeid" in voor de werkgever. Werknemers zijn verplicht passende arbeid te aan vaarden, anders verliezen ze het recht op uitkering. Wanneer het werk passend is, maar de werkne mer weigert omdat-ie zijn toe komstige baas te dik, of te oud vindt, of omdat hij niet onder een vrouw wil werken, dan verliest hij zijn recht op uitkering. De ge meenschap hoeft toch niet voor de kosten op te draaien, redeneert men dan. Vindt een werkgever een werkzoekende te oud, of wil hij geen vrouw, dan moet die werkzoekende nog langer in de WW blijven. Hier mee heeft de werkgever dus wel een persoonlijke voorkeur op kosten van de gemeenschap, vindt het NVV. Het discussiestuk „Meiden wat een slechte tijden" is aan te vragen bij het NVV (Secretariaat voor vrou welijke werknemers), Postbus 8110, Amsterdam, telef. 020-134626. Van onze parlementsredactie UTRECHT Staatssecretaris Van Huiten is niet van plan om uitvoe ring te geven aan de afgelopen voor jaar in de Tweede Kamer aangeno men motie, waarin hem wordt ge vraagd een studie te verrichten naar de mogelijkheden om het ver voersbedrijf Van Gend en Loos los te weken van de staat om er een nor maal vervoersbedrijf als ieder ander van te maken,. Bij de behandeling in de Tweede Kamer van een nota over het goede renvervoer dienden de CDA-partijen afgelopen voorjaar de Van Gend en Loos-motie in, waartegen Van Hul- ten zich van het begin af aan hevig vereette. De motie werd met steun van de VVD toch aangenomen. De ondersteuners van de motie von den het niet langer noodzakelijk dat Van Gend en Loos als semi- staatsbedrljf op de gewone wegver- voersmarkt opereert. Staatssecreta ris Van Huiten waarschuwde tegen grote onrust onder het personeel, en zei principiële bezwaren te hebben. de jaren twintig en ook in de rest van midden-Europa werd hij steeds ver der teruggedrongen. De invloed van de mens is de voornaamste oorzaak het verdwijnen vam deze schuwe vo gel. Gróte stiltejgebieden werden kleiner; wouden aan de rand waar van de raaf zich tlmiisvoelt werden op grote schaal geikapt. Ook kon de raaf steeds minder voedsel vinden. Zo verminderde bijvoorbeeld de schapenteelt en de raaf voedt zich onder meer met de nageboorten van schapen. Voorts verdwenen, als voedselbron, de afvalhopen bij leer looierijen en nam het aantal kada vers in de openlucht af. Raven voe den zich ook graag met prooiresten van roofdieren, maar in almaar vol ler wordende gebieden is voor beren, wolven, wilde katten en dergelijke ook geen plaats meer. De mens vormde eahter ook een di recte bedreiging voor het voortbe staan van de raaf, doordat er nogal wat verkeerde opvattingen over deze vogel bestonden. Raven hadden (en hebben misschien nog wel) een slechte naam: wie veel steelt, steelt nog altijd als de raven. De raaf zou schadelijk zijn en is daarom lange tijd bestreden. Nog tot 1966 werd voor een afgeschoten raaf een pre mie toegekend, ofschoon de vogel in Nederland niet meer voorkwam. Ra ven werden ervan beschuldigd lam meren en pluimvee te doden, maar tegenwoordig wordt de raaf (hij is nu ook beschermd) als e en nuttige vogel beschouwd. Hij is een echte kadaver- opruimer en voedt zich verder met konijnen (in de dubaen liggen veel konijnen die door myxomatose zijn getroffen), ratten, mollen, insekten, eieren, slakken en zelfs vruchten. Een gevarieerd menu. Kooi op Veluwe De plannen om de raaf weer als broedvogel in Nederfend te introdu ceren ontstonden al iin het begin van de jaren zestig. Ini;. Timmerman: „Toen in 1966 de prenaie op het schie ten van de raven w«rd afgeschaft, hebben het RIN, het Wereldnatuur- fonds en Faunabeheer (van het mi nisterie van landboirw) besloten het toch eens te proberen. De eerste kooi werd op de Veluwe gebouwd en we importeerden vier jonge raven uit Sleeswijk-Holstein. Raven zijn na drie jaar geslachtsrijp en in 1969 kwamen de eerste jongen. We heb ben die toen te snel losgelaten en drie jongen zijn direct dood terugge vonden. Je moet de beesten die hier waarschijnlijk door de veranderde omstandigheden zijn weggegaan, weer leren in die omstandigheden te leven. En dat kan niet ineens". In de grote buitenvolières werden gescheiden ruimten aangebracht, waardoor de ouders de volière niet kunnen verlaten, maar de jongen wèl. Ing. Timmerman: „De jonge raven worden nu op een bepaalde manier vrijgelaten. Al snel kunnen ze boven op de volière klauteren, dan gaan ze op de volière fladderen, daarna kunnen ze naar een tak vlie gen en weer later kunnen ze een klein kringetje vliegen. Maar ze ko men steeds terug naar de kooi. Het is net als met Noach, die een raaf uitliet, die heen en weer vloog. De jonge raven komen terug, omdat ze de roep van de ouders horen en weten dat in de kooi voedsel is. Ten slotte, drie vier maanden na de geboorte, gaan de jongen steeds wijdere kringen maken en verlaten uiteindelijk de ouders. Het moei lijkste voor deze jonge vogels is zelf te leren voedsel zoeken, want van hun ouders kunnen ze het niet leren. Als ze voedsel vinden, zie je ze niet meer terug bij de volière. Dat we uitgevlogen jongen op de Veluwe, in de Betuwe en in Drente hebben te ruggezien. bewijst dat er voedsel is, dat ze nier kunnen leven." Dertig in leven Sinds 1969 zijn zo zeventig jonge Onvoldoende Het discussiestuk wijdt een hoofd stuk aan de verborgen werkgelegen heid. Men stelt hier dat er nog vol doende werkgelegenheid geschapen kan worden, bijvoorbeeld in de col lectieve sector (zoals welzijn en on derwijs). Dit gebeurt nu niet omdat er te weinig geld wordt uitgetrokken om de collectieve sector meer armslag (en dus meer werknemers) te geven. Ook zou er bijvoorbeeld meer werk geschapen kunnen wor den in bejaardentehuizen en zieken huizen, waar nu vaak met grote per soneelstekorten wordt gewerkt Ook hier is het weer een kwestie van geld: de hoognodige extra krachten gorden niet aangetrokken, men pro beert het te doen met de perso neelsleden die men heeft, waarbij de open plaatsen worden opgevuld door stagiaires, die werk op een koopje doen. Trouwens, ook in het bedrijfsleven is men er op gericht zoveel mogelijk werk met zo min mogelijk mensen te doen. inplaats van tot echt wel nodige personeels uitbreiding over te gaan. Uitzendbureaus Het NVV waarschuwt in het hoofd stuk over instellingen die zich bezig- Een jonge raaf, die de volière drie tot vier maanden na de geboorte heeft verlaten. (Foto: Rijksinstituut voor natuurbeheer). raven uit de Nederlandse buitenvo lières uitgevlogen en geschat wordt dat er nog dertig in leven zijn. Dat meer dan de helft van de joge raven het in de vrije natuur niet heeft gehaald, wil niet zeggen dat het ex periment is mislukt. Want in de na tuur immers blijft van de uitgevlo gen vogels ongeveer eenzelfde per centage gedurende langere tijd in leven. Maar het uitvliegen alleen van in gevangenschap geboren raven, is de raaf nog niet terug in Nederland: de uitgevlogen raven zullen ook tot broeden moeten komen. Ing. Tim merman: „Het viel niet te verwach ten dat de raven eerder dan dit jaar tot broeden zouden komen, ook ge zien het feit dat zij pas na drie jaar geslachtsrijp zijn. Het is mogelijk dat de raven al vorig jaar hebben gebroed (er is bij voorbeeld een baltsend paar raven in het Deeler- woud gezien) maar dat is niet be kend." De verwachting is uitgeko men: drie paren hebben dit jaar ge broed met als resultaat de eerder genoemde acht'è negen uitgevlogen jongen. De plaats waar de raven hebben gebroed, houdt ing. Tim merman liever voor zich: belangstel ling voor de broedende raven (de paartjes blijven bij elkaar en broe den ook de volgende jaren door gaans op dezelfde plaats) zou de schuwe vogels weer verjagen en de terugkeer doen mislukken. Tegenslagen Gedurende tien jaar dat aan het raven-experiment wordt gewerkt, zijn er vele tegenslagen geweest. Broedsels gingen verloren door het slechte weer (storm) of door de droogte, zoals deze zomer. Verder is het erg moeilijk, vooral bij jonge raven, de geslachten te onderschei den en paren te vormen of te ont dekken. Toch heeft de poging de raaf terug te brengen als broedvogel deze zomer succes gehad. Bij dat experiment is, aldus ing. Timmer man. ook de medewerking van de jagers en de jachtopzieners van be lang geweest Vanaf het begin werd hun medewerking gevraagd en dat de uitgevlogen raven voldoende voedsel vinden, is mede te danken aan het feit dat jagers na het ont weien (het verwijderen van de inge wanden van de geschoten dieren) de resten nu veelal laten liggen. Tien jaar inspanning om een vogel terug te brengen die hier meer dan vijftig jaar niet meer is geweest de vraag dringt zich gemakkelijk op of die inspanning wel op zijn plaats is. Ing. Timmerman heeft op die vraag een duidelijk en eenvoudig antwoord: „Raven horen in onze bossen, ze benadelen niets en nie mand, ze horen erbij, net als de mens. Dat ze er niet meer waren, is de schuld van de mensen. Wij moe ten dan ook zorgen dat ze terug komen." Scheepvaartvereniging Noord: AMSTERDAM De Scheep vaartvereniging Noord (SVN) in Amsterdam is „verbaasd en teleurgesteld" over de strek king van het memorandum over de Rotterdamse haven, dat haar zustervereniging in Rotterdam over de Rotter damse haven, dat haar zuster vereniging in Rotterdam en de Rotterdamse Kamer van Koophandel vorige week heb ben gepubliceerd. Vrouwen demonstreren in Amsterdam (foto genomen op 7 september, bij het 25-jarig bestaan van de Nederlandse Vrouwenbeweging. Volgens het memorandum is de ca paciteit van de havens in het water weggebied voldoende om de in 1990 te verwachten goederenstroom te kunnen verwerken. Door technische verbetering van de uitrusting zou Rotterdam zelfs tot het jaar 2000 aan de overslagbehoeften kunnen voldoen. Aanleiding tot het memo randum zijn de plannen tot aanleg van nieuwe zeehavens, zoals de voorhaven bij IJmuiden. Rotterdam vreest dat daarvoor een overcapaci teit zal ontstaan. In een uitvoerige reactie zegt de SVN het memorandum van de Scheepvaartvereniging Zuid en de Rotterdamse Kamer van Koophan del te beschouwen als een „onvrien delijke daad" Dit temeer, omdat al sedert jaren van Amsterdamse zijde actief is getracht de ook voor bui tenstaanders niet erg begrijpelijke controverse tussen de twee Neder landse zeehavens zoveel mogelijk af te vlakken Volgens de SVN heeft Amsterdam bij alle plannen, die bin nen het nationaal belang als uit gangspunt genomen. Hierbij was men zich ervan bewust, dat elke uitbreiding in het Waterweggebied of elders, potentieel ten koste van de Amsterdamse havenontwikkelingen zou kunnen gaan, aldus de SVN. De Scheepvaartvereniging Noord is vooral verbaasd, omdat vertegen woordigers van de twee Rotterdam se organisaties vier jaar lang actief hebben meegestudeerd op de kos- ten-batenanalyse van de Werkgroep-Voorhaven, die onder leiding stond van ir. S. A. Posthu mus. voorzitter van de commissie zeehavenoverleg. Die studie heeft, aldus de SVN, uiteindelijk geleid tot een positief advies tot aanleg van de voorhaven bij IJmuiden. De SVN noemt het een vaststaand feit. dat wanneer het NoordzeekS- naalgebied niet in staat wordt ge steld ook het grotere schip te ont vangen, vrijwel alle massagoed op den duur uit dit gebied zou verdwij nen. Hierdoor zou de totale omzet binnen het havengebied opzo'n laag peil komen, dat ook het voortbe staan van andere aan de haven ge bonden bedrijven in gevaar wordt gebracht. Onverklaarbaar „Inzicht in deze gevolgen moet ook in de Rijnmond bestaan. Het Rot terdamse memorandum is ook on verklaarbaar. omdat het de indruk wekt. dat nóch de Rotterdamse KVK. nóch de Scheepvaartvereni ging Zuid zich iets aan de werkgele genheid in het Noordzeekanaalge- bied gelegen laat liggen, terwijl toch beide instanties zich op nationaal niveau stellen achter bevordering van de werkgelegenheid in Neder land. aldus de SVN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 13