abinet moet bijsturen: inflatie op de loer
drachtige bevordering
eigen woningbezit
an
Afspraken nodig over
publiciteit terrorisme
lisico's van beleid worden te groot
Wijziging subsidieregelingen per 1 januari op komst
Aanvullende bijstand
voor oudere zelfstandigen
.Verantwoordelijkheidsgevoel van media
moet nog verder ontwikkeld worden'
Wachtlijst voor
telefoon zal
langer worden
Lubbers wil
minder steun
aan bedrijven
JENSOAG 22 SEPTEMBER 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET PS 13/RH 15
or prof. dr A. J. Vermaat
Isteren heeft het zittende kabinet zijn laatste begroting ingediend. Mijn commentaar richt zich
de bijbehorende Miljoenennota 1971. Wat betreft het voorgenomen economische beleid staat
jr niet veel nieuws in na de onlangs verschenen struktuumota en de een procentsnota. Het
der geschetste beeld wordt slechts aangepunt en afgerond.
hoeft echter niet te betekenen,
de algemeen politieke en finan-
t beschouwingen in oktober even
v en haastig zullen zijn als de
houden debatten voor het zomer-
ces. Immers, 1977 is een belangrijk
r. Beleidstechnisch is dit zo. om-
het kabinet het een toetssteen
iemt voör het slagen van het uitge-
ippelde beleid.
olitiek is deze begroting van niet
Ier belang, want in feite wordt
rmee de verkiezingscampagne en
formatie geopend. In dit verband
s ik op de intensieve reacties van
erse organisaties, zoals men de
tste weken in deze krant heeft
mnen lezen.
anneer socialisten en christen-
fmocraten elkaar in de komende
eken kunnen vinden op een econo-
isch gezond en politiek acceptabel
deid. is dit een bijdrage tot het
waren van de „sociale vrede" en
larmee tot economisch succes.
oede bedoelingen
einigen zullen moeite hebben met
13 doelstellingen van het regerings-
leid. Gesproken wordt van de alle-
erste prioriteit voor het herstel van
werkgelegenheid, dat wil zeggen
c n halvering van de bestaande
'J1 rkloosheid tot circa 150.000 man-
11 en in 1980. De inflatie dient aan-
0 nlijk beperkt te worden en een
;u stel van de economische groei tot
P na vier procent wordt voorzien.
s!l ik blijft het streven naar een aan-
e ardbare inkomensverdeling een
ïtrale plaats innemen, terwijl re-
luatie en devaluatie worden afge
ven. Bij dit alles komt nog het in
Structuurnota genoemde facet-
■^ïbeleid ter bewaring van het mi-
i. beperking van het gebruik van
ergie en grondstoffen en ter verbe-
ing van de regionale en intemati-
ale arbeidsverdeling.
I aie
K rgel
jelijkt men deze schone verlan-
met de realiteit anno 1976. dan
grijpt men dat menig politicus ge-
lagd wordt door slapeloze nach-
De werkloosheid is groter dan
ril sinds de Tweede Wereldoorlog,
en de structurele kern blijkt steeds
belangrijker te worden.
Dit betekent niet alleen (de wijsheid
achteraf) dat het beleid al jaren eer
der had moeten worden bijgesteld,
maar ook dat meerdere jaren nodig
zijn om de mankementen te repa
reren.
Bovendien is haast geboden, omdat
na 1980 een nieuwe groei in het ar
beidsaanbod verwacht wordt. De in
flatie is zeker in vergelijking tot han
delspartners als West-Duitsland en
de U.S.A. te hoog.
Een snelle ombuiging fs echter nau
welijks mogelijk zonder een stevige
ingreep vanwege het automatisme
waarmee stijgingen in lonen en prij
zen zich in elkaar vertalen. Met deze
opmerkingen wil gezegd zijn. dat er
weinig ruimte is voor het opzetten
van een beleid met grote resultaten
op korte termijn.
Smalle marges
Bovenstaande uitspraak over de
grlnge ruimte voor een succesvol
beleid wil ik nader toelichten. De
werkloosheid Is complex van aard.
Gedeeltelijk is het een conjunctu
reel verschijnsel, zodat de bestedin
gen op peil gehouden moeten wor
den. Gedeeltelijk kan er sprake zijn
van verzadigingsverschijnselen,
waarbij men de woningbouw noemt,
maar er bestaat onzekerheid hiero
ver. Gedeeltelijk passen vraag- en
aanbod op de arbeidsmarkt niet bij
elkaar.
De belangrijkste kant van de werk
loosheid is echter het ontbreken van
voldoende arbeidsplaatsen. De te
hoge reële arbeidskosten hebben ge
leld tot verlies aan arbeidsplaatsen,
terwijl de rendementen te laag zijn
geworden om te zorgen voor vol
doende nieuwe aantallen.
Naast de mondiale recessie en de
hogere guldenskoers is deze ontwik
keling veroorzaakt door een te snel
le stijging van lonen en sociale las
ten. Dit laatste is weer mede veroor
zaakt door de stijging van de belas
tingdruk. die nodig werd geoordeeld
voor de uitbreiding van de sociale
voorzieningen en de collectieve be
stedingen.
Welke strategie volgt nu het kabi
net? Het voorgenomen beleid bevat
een aantal elementen. De be
langrijkste hiervan naast meer
institutionele wijzigingen zoals de
VAD en de ondernemingsraad
zijn de minder snelle groei van de
collectieve sector (de zogenaamde
1%-norm), de blijvende aandrang
tot loonmatiging en het stimuleren
van nieuwe bedrijfsinvesteringen.
Dit is bepaald geen eenvoudige ope
ratie.
De economische groei is niet hoog
meer, zodat de jaarlijkse (in)groei-
ruimte gering is; temeer wanneer
ook nog ruilvoetverliezen optreden.
Het afremmen van de collectieve
uitgaven is niet gemakkelijk met
allerlei autonome expansies. Het
minimaliseren van de loonstijging
valt niet mee, wanneer de prijsstij
ging telkens tegenvalt, de zomer te
droog uitvalt, de overheid haar ta
rieven verhoogt en de operatie Jaren
in beslag moet gaan nemen. En in
vesteren op een beduidende schaal
vergt een voldoende toekomstper
spectief en een herstel van rentabili
teit
Kwade kansen
Nu dan een eerste oordeel over de
kans van slagen van het uitgestip
pelde beleid. Op dit moment spreek
ik alleen over de economische risi
co's, niet over de politieke. Het be
leid wordt vanaf 1976/1977 omgebo
gen en men poogt met een zekere
geleidelijkheid in 1980 het aantal
werklozen (immers de hoofd
doelstelling) te hebben gehalveerd
tot 150.000. Op het eerste gezicht
lijkt dit een sterke kaart, want een
serie kleine stappen lijkt gemakke
lijker te realiseren. Bij enig naden
ken krijgt men oog voor de kwade
kansen onderweg.
In de eerste plaats wijs ik op de
geplande financieringstekorten die
extreem hoog zullen uitvallen. Het
kabinet neemt dit risico met een
Prof. dr. A. J. Vermaat
verwijzing naar Inverdieneffecten,
maar een tegenvallend resultaat on
dergraaft door deze wankele op
bouw de gehele opzet.
Bovendien is het de vraag zelfs
mèt die inverdieneffecten of de
inmiddels gecreëerde monetaire
ruimte niet zal leiden tot een hervat
ting van de prijzenconjunctuur
(lees: versnelling van de inflatie).
De kans hierop is bijna een zeker
heid, wanneer men denkt aan de
instroming van de liquiditeiten via
de overschotten op de lopende reke
ning van de betalingsbalans, de te
verwachten kredietexpansie ten be
hoeve van de geplande opleving der
bedrijfsinvesteringen en de huidige
Intering van de sociale fondsen.
In de tweede plaats kan men in de
Macro-economische Verkenningen
voor 1977 lezen, dat na 1977 vanuit
het buitenland gerekend moet wor
den op sterkere inflatoire Impulsen.
Deze verwachting versterkt de bo
vengenoemde kwade kans.
In de derde plaats staat en valt het
voorgenomen beleid met het van de
grond komen van de bedrijfsinveste
ringen, zowel voor het op peil bren
gen van de bestedingsgroei als voor
het creëren van arbeidsplaatsen in
de economie.
Teneinde dit te bewerkstelligen
heeft het kabinet gekozen voor een
nieuw stimulerend instrument (de
investeringssubsidie) en de loonkos
tensubsidie (ter reductie van de soci
ale premies).
Nu is het niet alleen de vraag hoe
deze nieuwe instrumenten zullen
werken in vergelijking tot de gebrui
kelijke fiscale stimulansen, maar
vooral op welke termijn de positieve
gevolgen verwacht kunnen worden.
Naar mijn mening is de raming voor
wat dit betreft aan de optimistische
kant. Ook het Centraal Plan Bureau
vreest hiervoor. Dit is des te ernsti
ger omdat hetzelfde gezegd kan wor
den van de verwachte groei van de
wereldhandel.
Het politieke probleem
Het bovenstaande overziende heb ik
ernstige twijfels over het welslagen
van het regeringsbeleid. Dat
welslagen hangt voor een belangrijk
deel af van de ontwikkelingen in
1977. De vraag is dan vanzelfspre
kend of men de ombuiging in 1977
niet sterker zou moeten aanzetten.
In het voorgaande heb ik geprobeerd
als econoom te taxeren wat de kans
op succes is van het voorgenomen
regeringsbeleid. Die kans lijkt mij
als „politicus" te gering. Ik vind dat
een commentator na zo'n uitspraak
niet kan stoppen, maar in globale
termen moet aangeven welke wijzi
gingen dan nodig zijn. Ik wijs er voor
de duidelijkheid op. dat dan politie
ke waarde-oordelen naast vakkennis
aan bod komen.
Wil men inderdaad op tamelijk korte
termijn een betere economische ba
sis leggen, waardoor een groeivoet
van vier procent over het nationale
inkomen en een vermindering van de
structurele werkloosheid mogelijk
wordt gemaakt, dan zal men andere
accenten moeten leggen.
Voor alles moet het risico van een
nieuwe inflatiegolf worden verme
den. Daarom is een reduktle van het
financieringstekort noodzakelijk. De
ruimte voor verdere lastenverzwa
ring is niet aanwezig, integendeel de
een procent norm lijkt mij bij een
groei van vier procent eerder te hoog
te zijn.
Een verdere bijbuiging van de groei
van de collectieve uitgaven is dan
nodig. Ik weet dat dit een moeizame
operatie is. vooral vanwege de poli
tieke kanten er van.
Men zal er echter van doordrongen
moeten zijn. dat wanneer men dit
nalaat de kans op een blijvende
overmatige werkloosheid en een na
dien noodzakelijke afbraak van col
lectieve voorzieningen sterk stijgt.
Naast herijking van overheidsactivi
teiten vergt zo'n operatie het te
rugbrengen van de groei van de over
drachtsinkomens. Gezien de aan
merkelijke groei van deze inkomens
in het recente verleden lijkt mij een
tijdelijk de pas inhouden geboden.
Maar ook voor de ontwikkeling van
de reële lonen geldt deze stelling.
Ik besef heel wel dat hiermee het
gevoerde inkomensbeleid tijdelijk
van karakter zal veranderen. De
nagestreefde nivellering zal een lage
re prioriteit moeten ontvangen. Ik
zal hieraan een aparte passage wij
den, evenals aan de investeringspoli
tiek.
Op dit moment vraag ik de aandacht
voor de keuze op korte termijn tus
sen werkgelegenheid en inkomensni
vellering. Beide tegelijk een eerste
prioriteit geven lijkt mij onmogelijk.
Vindt men de inkomensgelijkheid
van groter belang, dan mag dat.
maar laat men niet meer spreken
over de werkgelegenheid -als
volksvijand nummer één
Inkomensbeleid
Terecht zegt minister Dulsenberg in
de Miljoenennota 1977 dat de loon
matiging een van de meest essentië
le elementen is voor herstel van de
werkgelegenheid. Naar mijn mening
vraagt dit veel van de arbeiders in
Nederland.
Wil men de initiële loonstijging zo
beperkt mogelijk houden, dan is niet
alleen een verlaging van de pro
centsnorm vereist, maar eveneens
een met de lonen evenredige ontwik
keling van de overdrachtsin
komsten.
In de laatste Jaren is een aanmerke
lijke inloop van de laagste inkomens
opgetreden. Zo steeg de AOW-
uitkering over de periode 1973-1976
met 25 procent, het minimumloon
met 16,5 procent tegen het modale
loon met zeven procent, terwijl de
hoogste Inkomens er reeël opachter-
uit gingen.
Dezelfde tendens vindt men in de
jaren vóór het kabinet-Den Uyl. Pen
en Tinbergen becijferen dat na 1938
de inkomensongelijkheid zelfs met
de helft is verminderd.
Een verdere nivellering van de ar
beidsinkomsten nu is vragen om af
wenteling en extra inflatie, benevens
het over de kling jagen van een aan
tal arbeidsintensieve bedrijven.
Daarom lijkt mij een tijdelijke te
rugkeer naar een meer proportionele
ontwikkeling een verstandige zaak,-
vooral in een tijd waarin loonmati
ging essentieel is voor het herstel èn
het behoud van de werkgelegenheid.
Overigens meen ik dat zulks een
strakke loon- en inkomenspolitiek
begeleid moet worden met een goede
vermogensaanwasdelingsregellng.
Ik mis de ruimte om het huidige
V.A.D. -voorstel te bespreken.
Daarom volsta ik met de opmerking,
dat het laag houden van de jaarlijkse
reële loonstijging ten opzichte van
de macro-economische ruimte moet
leiden tot aanspraak op de daardoor
ontstane vermogensaanwas, wat mij
betreft op 50/50 basis.
Investeringsbeleid
Tenslotte nog een enkele opmerking
over het voorgenomen beleid ten
aanzien van de bedrijfsinvesterin
gen. Ik waag mij op dit moment niet
aan een voorspelling aangaaifde in
gangsdatum en effectiviteit van het
nieuwe stimuleringsinstrument
Ik heb namelijk de indruk, dat' de
opleving van de bedrijfsinvesterin
gen sterk samenhangt met het feit of
men er tijdig in zal slagen een rende
mentsperspectief voor de onderne
mingen te scheppen. Een tijdelijk
(conjunctureel) herstel in een be
paald Jaar (1977) is daartoe onvol
doende. Het gaat om eeq geleidelijke
terugbuiging van de arbeidsinko
mensquote tot een niveau waarop de
rendementen ook internationaal
gezien weer bevredigend zijn. Dit
vergt een systematisch beleid en niet
een ad hoe basis. Vandaar mijn ac
centuering van een gewijzigd inko
mensbeleid gedurende een aantal Ja
ren. Een duidelijke uitspraak hiero
ver vermindert de nu bestaande gro
te onzekerheden.Het bovenstaande
is een pleidooi voor herstel van ren
tabiliteit, niet een pleidooi voor
maatschappelijke bevriezing.
De structuurnota geeft een aanzet
voor een aantal nieuwe toetsstenen
(in de zin van drempels) voor het
investeringsproces. Een verdere de
mocratisering van het bedrijfsleven,
ondermeer via raad van commissa
rissen en ondernemingsraad, is even
eens wenselijk en mogelijk.
Bovendien lijkt het mij wenselijk
dat in het kader van het sector-
structuurbeleid het investeringsbe
leid van de verschillende be
drijfstakken meer gestroomlijnd
wordt.
Prof. dr. A. J. Vermaat, oud-lid
van de Tweede Kamer voor de
ARP, is nu hoogleraar aan de
Vrije Universiteit.
n onze Haagse redactie
JA
EN HAAG De regering wil het komend jaar het eigen
pningbezit krachtig bevorderen. Minister Gruijters wil per 1
nuari 1977 zodanige wijzigingen aanbrengen in de regelingen
V >or de subsidiebijdragen voor eigen woningen, dat het eigen
(V aningbezit nog meer in trek komt.
3 de memorie van toelichting op
olkshuisvesting" wordt geconsta-
j,gi erd dat er een sterke groet is van de
:ig naar koophuizen, ook bij men-
N met betrekkelijk bescheiden in-
W imens. Een onderzoek heeft het
A geven opgeleverd dat van de men-
Cl i die een gesubsidieerde eigen wo-
&j ig kopen, twee-derde deel een in-
men geniet onder de 26.500 gulden
- 1976). Wat de wijzigingen van de
'c" bsidieregeling voor koophuizen in-
*ge 'uden zal minister Gruijters in de
Hende maanden bekend maken.
,n5 de toelichting wordt de alarmklok
igu luid over het feit dat er steeds
ijg<fcnder bejaarden- en verzorginste-
]üzen tot stand komen, en dat er
steeds minder bouwplannen
■■lor dergelijke huizen bij het minis-
rie worden ingediend. Het geld. dat
t ministerie in '75 en '76 voor
luwsubsidie had uitgetrokken, zal
et geheel worden gebruikt, vreest
en. Samen met het ministerie van
adlRM wil ministers Gruijters een
de epgaand onderzoek naar de oor-
len ak van deze problemen. Hij sugge-
het ert dat het initiatief voor het bou-
prlen van bejaardenwoningen wel-
let ht is aangetast door de vergrote
Jo< ndacht voor alleenstaanden en
tv eepersoons-huishoudens en de
/la ww van verzorgingstehuizen ach-
ep rblijft omdat misverstanden over
be n enige tijd geleden ingevoerde
EG ocedure voor goedkeuring van de
en luwplannen vertragend hebben
>to werkt.
id inister Gruijters verwacht dat over
co et al te lange tijd de problemen
defet de institutionele beleggers over
t bouwen van premie-huurhuizen
t de weg geruimd zijn. Begin dit
ar kondigden belangrijke beleg-
ri aan geen duurdere huurhuizen
Jaar te zullen bouwen, omdat de
euwe dynamische kostprijsbereke-
ng van het ministerie hun proble-
en gaf. Minister Gruijters wilde
en dit gat in de woningbouwmarkt
dfkn opvullen door de woningbouw-
igingen. Nu schrijft hij overeen
tructief overleg" met een aan-
beleggers. dat waarschijnlijk tot
i voor beide partijen bevredigend
Rütaat zal leiden. De woningbouw
verenigingen zullen dan in de pre
mie-huursector alleen ingeschakeld
worden oj> plaatsen waar behoefte
bestaat en'geen belegger bereid is te
investeren.
In heel 197Q is geen enkele bouwver
gunning voor een particuliere pre
mie-huurwoning bij het ministerie
aangevraagd. In 1977 verwacht men
weer bouw omdat dan voor de finan
ciering een beroep kan worden ge
daan op het Kinderbijslagfonds.
Wat betreft de stadsvernieuwing
kondigt staatssecretaris Schaefer
aan al volgend voorjaar met een tij
delijke regeling vooruit te willen lo
pen op de inwerkingtreding van zijn
pas ingediende Wet op de Stadsver
nieuwing. Dan zal hij een aantal ste
delijke gebieden in Nederland be
kend maken, waarvoor de zg. saldo
regeling, kern van de wet op de
stadsvernieuwing, alvast zal gaan
gelden. Dat betekent dat het rijk aan
de betrokken gemeenten volledige
vergoeding kan verstrekken van het
verschil tussen kosten en baten van
de uitvoering van herindelings- of
verbeterinsplannen.
Verder wil de staatssecretaris een
regeling treffen op grond waarvan
gemeenten en woningbouwvereni
gingen een bijdrage van het rijk kun
nen krijgen als zij particuliere wo
ningen in probleemgebieden aan
kopen.
Spreiding
De regering zal uiterlijk begin vol
gend jaar een beslissing nemen over
de tweede fase van de spreiding van
de rijksdiensten. Minister Gruijters
kondigt aaan dat die beslissing geno
men zal worden tegelijk met het for
muleren van het regeringsstandpunt
over de Verstedelijkingsnota. het
tweede deel van de derde nota ruim
telijke ordening. Die nota. en het
regeringsbesluit over de spreiding
rijksdiensten wil hij nog deze kabi
netsperiode, dus voor mei volgend
jaar, in de Tweede Kamer behandeld
zien. Ook volgend voorjaar zal hij
het vervolg op de Verstedelijkings
nota publiceren, de nota Landelijke
Gebieden.
Woningbouw
Het woningbouwprogramma voor
volgend jaar bevat in totaal 105.500
woningen, met de volgende onder
verdeling:
36.000 woningen in de sociale
sector
8.000 duurdere huurwoningen
37.000 gesubsidieerde eigen
ongesubsidieerde
woningen
24.000
woningen
Daarnaast denkt men totaal 37.000
woningen ingrijpend te verbeteren,
als volgt onderverdeeld.
9.000 vooroorlogse woningwet
woningen
11.000 na-oorlogse woningwetwo
ningen
16.000 particuliere woningen
1.000 monument-woningen.
Van onze sociaal economische redactie-
Van onae Haagse redactie
DEN HAAG Het verantwoordelijkheidsgevoel van de nieuwsmedia bij politieke terreurdaden
als de treinkaping bij Wijster moet nog verder ontwikkeld worden. Als terroristen de kans krijgen
om propaganda te maken voor hun politieke doeleinden en er daarbij voor radio of televisie blijk
van geven trots te zijn op de door hen gepleegde daden, zou dit nieuw terrorisme wel eens in de
handen kunnen werken. Dit schrijven de procureurs-generaal in hun jaarverslag over 1975, dat als
bijlage bij de begroting van justitie gevoegd is.
DEN HAAG Zelfstandigen van 58
jaar en ouder kunnen binnenkort
aanvullende bijstand krijgen als
hun bedrijfje hun onvoldoende in
komen oplevert. Er is voor hen een
speciale bijstandsregeling in de
maak.
Staatssecretaris Hazekamp spreekt
in de toelichting op de begroting
economische zaken de verwachting
uit dat deze regeling in de eerste
helft van 1977 in werking zal treden.
De norm zal worden dat de oudere
zelfstandige hetzelfde te besteden
moet kunnen hebben als het netto
minimumloon voor werknemers.
Thans kunnen zelfstandigen alleen
bijstand krijgen als overbrugging
naar een moment waarop hun be
drijf weer in staat is voldoende inko
men op te leveren. Daarnaast kan
een zelfstandige, net als elke andere
Nederlander, in aanmerking komen
voor bijstand als er geen andere
inkomensbron meer voorhanden is.
Eventueel aanwezig eigen vermogen
moet dan eerst zijn opgesoepeerd
tot een bepaald minimumbedrag.
Voor oudere zelfstandigen betekent
dat doorgaans liquidatie van het
bedrijf Met de nieuwe regeling kun
nen ze hun bedrijfje vpprtzetten.
OOOH.DIE
PRIJZEN
PR'JSST'JGING GEZINS
CONSUMPTIE
JULI 1975-JULI1976
(in
Er moet dan ook spoedig een ge
dragscode tussen overheid en media
ontwikkeld worden, vinden ze. Mi
nister Van Agt heeft hiertoe al een
studiecommissie ingesteld.
In het verslag krijgen het politiek
terrorisme en de burgerlijke onge
hoorzaamheid. zoals in 1975 ver
toond rond de blokkades van wegen
en vaarwegen, speciale aandacht.
Constateerden de procureurs
generaal in hun verslag over 1974
reeds een toename van geweld en
agressie in onze samenleving, in 1975
zien zij die ontwikkeling voortgezet,
niet alleen door politieke terreurac
ties maar ook in dè rellen rond. de
Nieuwmarkt in Amsterdam.
Zorgvuldig onderscheiden de procu
reurs echter de terreurdaden van de
blokkades enz., die men aanduidt als
„massaal gepleegde delicten meteen
politieke achtergrond". De eerste
gaan tegen het hele rechtsbestel in.
de tweede categorie slechts tegen
een specifieke wet of beslissing.
Doelstellingen bij het bestrijden van
het terrorisme blijven zowel de wil
om de slachtoffers te redden, als het
niet toegeven aan de eisen der terro
risten omdat zoiets aanmoedigend
werkt. Hoe men deze doelstellingen
beide kan verwezenlijken hangt van
de concrete situatie af. In ieder geval
moet het terrorisme hard bestreden
worden.
Behoedzaam
Bij het bestrijden van rellen echter
moet behoedzaam worden opgetre
den. aldus het verslag. Harde aanpaK
kan er al gauw toe leiden dat de zaak
uit de hand loopt. Weliswaar zijn
demonstraties en politieke protes
ten. gepaard gaand met strafbare
feiten niet geoorloofd, vinden de pro
cureurs. en staat vanuit Juridisch
oogpunt ook niets strafvervolging in
de weg. Vanuit praktische beleids
overwegingen is het toch de vraag of
dat laatste dient te gebeuren Het
best kan er mee volstaan worden,
met politieke dwang een eind te ma
ken aan de ongewenste toestand. De
justitie zal zich doorgaans op de ach
tergrond houden Alleen bij geweld
tegen medemensen moet zij vervol
gen. Als daar echter eenmaal toe
besloten is. dan dient de strafvervol
ging ook hard te zijn. zeker als het
om verzet tegen de politie gaat.
Van onze Haagse redactie
DEN HAAG - De lijst van
mensen die op een telefoo
naansluiting wachten zal vol
gend Jaar opnieuw langer wor
den Die verwachting wordt
uitgesproken in de toelichting
op de begroting '77 van de
PTT. Volgend jaar verwacht
men 300.000. nieuwe aanvra
gen voor een telefoonaanslui
ting. voornamelijk van parti
culieren in de lagere inko
mensklassen.
De telefoondienst heeft overi
gens wel enige zorgen dat de
sterke uitbreiding van het aan
tal telefoonaansluitingen
(meer dan 3.5 miljoen) voorlo
pig niet zal leiden tot een echte
uitbreiding van het telefoon
verkeer. Nieuwe particuliere
abonnees blijken de telefoon
maar weinig te gebruiken, en
het telefoonverkeer van bedrij
ven vertoont bijzonder weinig
groei.
Bij de postdienst worden nieu
we tariefsverhogingen voorbe
reid. De gevolgen van de stij
gende lonen kunnen anders bij
de arbeidsintensieve
postdienst <38.000 werkne
mers» niet worden opge
vangen.
tt®
Van onze
sociaal-economische redactie
DEN HAAO Ministers Lubbers
vindt het noodzakelijk de financiële
steun aan individuele bedrijven te
beperken. „Deze steun zal in princi
pe beperkt blijven tot gevallen in
regio's met omvangrijke werkloos
heid'aldus de bewindsman in de
toelichting op zijn begroting.
Regeringssteun wordt met name ge
richt op bepaalde sectoren in het
bedrijfsleven. Het steunbeleid ten
aanzien van regio's wordt op nieuwe
leest geschoeid. Het parlement ont
vangt daarover nog dit jaar een
nota.
Zeer belangrijk acht de minister het
bevorderen van nieuwe produkten
en produktieprocessen. De „ontwik
kelingskredieten". die daarvoor be
schikbaar zijn. worden uitgebreid.
Ook wordt geld beschikbaar gesteld
voor veelbelovende, maar risicovolle
economische activiteiten, die pasop
langere duur de werkgelegenheid
ten goede komen. De minister wil
medewerking geven aan het bevor
deren van hoogwaardige industrie,
zoals computerindustrie en techno
logie op het gebied van ruimtevaart.