abinet moet bijsturen: inflatie op de loer drachtige bevordering eigen woningbezit an Afspraken nodig over publiciteit terrorisme lisico's van beleid worden te groot Wijziging subsidieregelingen per 1 januari op komst Aanvullende bijstand voor oudere zelfstandigen .Verantwoordelijkheidsgevoel van media moet nog verder ontwikkeld worden' Wachtlijst voor telefoon zal langer worden Lubbers wil minder steun aan bedrijven JENSOAG 22 SEPTEMBER 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET PS 13/RH 15 or prof. dr A. J. Vermaat Isteren heeft het zittende kabinet zijn laatste begroting ingediend. Mijn commentaar richt zich de bijbehorende Miljoenennota 1971. Wat betreft het voorgenomen economische beleid staat jr niet veel nieuws in na de onlangs verschenen struktuumota en de een procentsnota. Het der geschetste beeld wordt slechts aangepunt en afgerond. hoeft echter niet te betekenen, de algemeen politieke en finan- t beschouwingen in oktober even v en haastig zullen zijn als de houden debatten voor het zomer- ces. Immers, 1977 is een belangrijk r. Beleidstechnisch is dit zo. om- het kabinet het een toetssteen iemt voör het slagen van het uitge- ippelde beleid. olitiek is deze begroting van niet Ier belang, want in feite wordt rmee de verkiezingscampagne en formatie geopend. In dit verband s ik op de intensieve reacties van erse organisaties, zoals men de tste weken in deze krant heeft mnen lezen. anneer socialisten en christen- fmocraten elkaar in de komende eken kunnen vinden op een econo- isch gezond en politiek acceptabel deid. is dit een bijdrage tot het waren van de „sociale vrede" en larmee tot economisch succes. oede bedoelingen einigen zullen moeite hebben met 13 doelstellingen van het regerings- leid. Gesproken wordt van de alle- erste prioriteit voor het herstel van werkgelegenheid, dat wil zeggen c n halvering van de bestaande 'J1 rkloosheid tot circa 150.000 man- 11 en in 1980. De inflatie dient aan- 0 nlijk beperkt te worden en een ;u stel van de economische groei tot P na vier procent wordt voorzien. s!l ik blijft het streven naar een aan- e ardbare inkomensverdeling een ïtrale plaats innemen, terwijl re- luatie en devaluatie worden afge ven. Bij dit alles komt nog het in Structuurnota genoemde facet- ■^ïbeleid ter bewaring van het mi- i. beperking van het gebruik van ergie en grondstoffen en ter verbe- ing van de regionale en intemati- ale arbeidsverdeling. I aie K rgel jelijkt men deze schone verlan- met de realiteit anno 1976. dan grijpt men dat menig politicus ge- lagd wordt door slapeloze nach- De werkloosheid is groter dan ril sinds de Tweede Wereldoorlog, en de structurele kern blijkt steeds belangrijker te worden. Dit betekent niet alleen (de wijsheid achteraf) dat het beleid al jaren eer der had moeten worden bijgesteld, maar ook dat meerdere jaren nodig zijn om de mankementen te repa reren. Bovendien is haast geboden, omdat na 1980 een nieuwe groei in het ar beidsaanbod verwacht wordt. De in flatie is zeker in vergelijking tot han delspartners als West-Duitsland en de U.S.A. te hoog. Een snelle ombuiging fs echter nau welijks mogelijk zonder een stevige ingreep vanwege het automatisme waarmee stijgingen in lonen en prij zen zich in elkaar vertalen. Met deze opmerkingen wil gezegd zijn. dat er weinig ruimte is voor het opzetten van een beleid met grote resultaten op korte termijn. Smalle marges Bovenstaande uitspraak over de grlnge ruimte voor een succesvol beleid wil ik nader toelichten. De werkloosheid Is complex van aard. Gedeeltelijk is het een conjunctu reel verschijnsel, zodat de bestedin gen op peil gehouden moeten wor den. Gedeeltelijk kan er sprake zijn van verzadigingsverschijnselen, waarbij men de woningbouw noemt, maar er bestaat onzekerheid hiero ver. Gedeeltelijk passen vraag- en aanbod op de arbeidsmarkt niet bij elkaar. De belangrijkste kant van de werk loosheid is echter het ontbreken van voldoende arbeidsplaatsen. De te hoge reële arbeidskosten hebben ge leld tot verlies aan arbeidsplaatsen, terwijl de rendementen te laag zijn geworden om te zorgen voor vol doende nieuwe aantallen. Naast de mondiale recessie en de hogere guldenskoers is deze ontwik keling veroorzaakt door een te snel le stijging van lonen en sociale las ten. Dit laatste is weer mede veroor zaakt door de stijging van de belas tingdruk. die nodig werd geoordeeld voor de uitbreiding van de sociale voorzieningen en de collectieve be stedingen. Welke strategie volgt nu het kabi net? Het voorgenomen beleid bevat een aantal elementen. De be langrijkste hiervan naast meer institutionele wijzigingen zoals de VAD en de ondernemingsraad zijn de minder snelle groei van de collectieve sector (de zogenaamde 1%-norm), de blijvende aandrang tot loonmatiging en het stimuleren van nieuwe bedrijfsinvesteringen. Dit is bepaald geen eenvoudige ope ratie. De economische groei is niet hoog meer, zodat de jaarlijkse (in)groei- ruimte gering is; temeer wanneer ook nog ruilvoetverliezen optreden. Het afremmen van de collectieve uitgaven is niet gemakkelijk met allerlei autonome expansies. Het minimaliseren van de loonstijging valt niet mee, wanneer de prijsstij ging telkens tegenvalt, de zomer te droog uitvalt, de overheid haar ta rieven verhoogt en de operatie Jaren in beslag moet gaan nemen. En in vesteren op een beduidende schaal vergt een voldoende toekomstper spectief en een herstel van rentabili teit Kwade kansen Nu dan een eerste oordeel over de kans van slagen van het uitgestip pelde beleid. Op dit moment spreek ik alleen over de economische risi co's, niet over de politieke. Het be leid wordt vanaf 1976/1977 omgebo gen en men poogt met een zekere geleidelijkheid in 1980 het aantal werklozen (immers de hoofd doelstelling) te hebben gehalveerd tot 150.000. Op het eerste gezicht lijkt dit een sterke kaart, want een serie kleine stappen lijkt gemakke lijker te realiseren. Bij enig naden ken krijgt men oog voor de kwade kansen onderweg. In de eerste plaats wijs ik op de geplande financieringstekorten die extreem hoog zullen uitvallen. Het kabinet neemt dit risico met een Prof. dr. A. J. Vermaat verwijzing naar Inverdieneffecten, maar een tegenvallend resultaat on dergraaft door deze wankele op bouw de gehele opzet. Bovendien is het de vraag zelfs mèt die inverdieneffecten of de inmiddels gecreëerde monetaire ruimte niet zal leiden tot een hervat ting van de prijzenconjunctuur (lees: versnelling van de inflatie). De kans hierop is bijna een zeker heid, wanneer men denkt aan de instroming van de liquiditeiten via de overschotten op de lopende reke ning van de betalingsbalans, de te verwachten kredietexpansie ten be hoeve van de geplande opleving der bedrijfsinvesteringen en de huidige Intering van de sociale fondsen. In de tweede plaats kan men in de Macro-economische Verkenningen voor 1977 lezen, dat na 1977 vanuit het buitenland gerekend moet wor den op sterkere inflatoire Impulsen. Deze verwachting versterkt de bo vengenoemde kwade kans. In de derde plaats staat en valt het voorgenomen beleid met het van de grond komen van de bedrijfsinveste ringen, zowel voor het op peil bren gen van de bestedingsgroei als voor het creëren van arbeidsplaatsen in de economie. Teneinde dit te bewerkstelligen heeft het kabinet gekozen voor een nieuw stimulerend instrument (de investeringssubsidie) en de loonkos tensubsidie (ter reductie van de soci ale premies). Nu is het niet alleen de vraag hoe deze nieuwe instrumenten zullen werken in vergelijking tot de gebrui kelijke fiscale stimulansen, maar vooral op welke termijn de positieve gevolgen verwacht kunnen worden. Naar mijn mening is de raming voor wat dit betreft aan de optimistische kant. Ook het Centraal Plan Bureau vreest hiervoor. Dit is des te ernsti ger omdat hetzelfde gezegd kan wor den van de verwachte groei van de wereldhandel. Het politieke probleem Het bovenstaande overziende heb ik ernstige twijfels over het welslagen van het regeringsbeleid. Dat welslagen hangt voor een belangrijk deel af van de ontwikkelingen in 1977. De vraag is dan vanzelfspre kend of men de ombuiging in 1977 niet sterker zou moeten aanzetten. In het voorgaande heb ik geprobeerd als econoom te taxeren wat de kans op succes is van het voorgenomen regeringsbeleid. Die kans lijkt mij als „politicus" te gering. Ik vind dat een commentator na zo'n uitspraak niet kan stoppen, maar in globale termen moet aangeven welke wijzi gingen dan nodig zijn. Ik wijs er voor de duidelijkheid op. dat dan politie ke waarde-oordelen naast vakkennis aan bod komen. Wil men inderdaad op tamelijk korte termijn een betere economische ba sis leggen, waardoor een groeivoet van vier procent over het nationale inkomen en een vermindering van de structurele werkloosheid mogelijk wordt gemaakt, dan zal men andere accenten moeten leggen. Voor alles moet het risico van een nieuwe inflatiegolf worden verme den. Daarom is een reduktle van het financieringstekort noodzakelijk. De ruimte voor verdere lastenverzwa ring is niet aanwezig, integendeel de een procent norm lijkt mij bij een groei van vier procent eerder te hoog te zijn. Een verdere bijbuiging van de groei van de collectieve uitgaven is dan nodig. Ik weet dat dit een moeizame operatie is. vooral vanwege de poli tieke kanten er van. Men zal er echter van doordrongen moeten zijn. dat wanneer men dit nalaat de kans op een blijvende overmatige werkloosheid en een na dien noodzakelijke afbraak van col lectieve voorzieningen sterk stijgt. Naast herijking van overheidsactivi teiten vergt zo'n operatie het te rugbrengen van de groei van de over drachtsinkomens. Gezien de aan merkelijke groei van deze inkomens in het recente verleden lijkt mij een tijdelijk de pas inhouden geboden. Maar ook voor de ontwikkeling van de reële lonen geldt deze stelling. Ik besef heel wel dat hiermee het gevoerde inkomensbeleid tijdelijk van karakter zal veranderen. De nagestreefde nivellering zal een lage re prioriteit moeten ontvangen. Ik zal hieraan een aparte passage wij den, evenals aan de investeringspoli tiek. Op dit moment vraag ik de aandacht voor de keuze op korte termijn tus sen werkgelegenheid en inkomensni vellering. Beide tegelijk een eerste prioriteit geven lijkt mij onmogelijk. Vindt men de inkomensgelijkheid van groter belang, dan mag dat. maar laat men niet meer spreken over de werkgelegenheid -als volksvijand nummer één Inkomensbeleid Terecht zegt minister Dulsenberg in de Miljoenennota 1977 dat de loon matiging een van de meest essentië le elementen is voor herstel van de werkgelegenheid. Naar mijn mening vraagt dit veel van de arbeiders in Nederland. Wil men de initiële loonstijging zo beperkt mogelijk houden, dan is niet alleen een verlaging van de pro centsnorm vereist, maar eveneens een met de lonen evenredige ontwik keling van de overdrachtsin komsten. In de laatste Jaren is een aanmerke lijke inloop van de laagste inkomens opgetreden. Zo steeg de AOW- uitkering over de periode 1973-1976 met 25 procent, het minimumloon met 16,5 procent tegen het modale loon met zeven procent, terwijl de hoogste Inkomens er reeël opachter- uit gingen. Dezelfde tendens vindt men in de jaren vóór het kabinet-Den Uyl. Pen en Tinbergen becijferen dat na 1938 de inkomensongelijkheid zelfs met de helft is verminderd. Een verdere nivellering van de ar beidsinkomsten nu is vragen om af wenteling en extra inflatie, benevens het over de kling jagen van een aan tal arbeidsintensieve bedrijven. Daarom lijkt mij een tijdelijke te rugkeer naar een meer proportionele ontwikkeling een verstandige zaak,- vooral in een tijd waarin loonmati ging essentieel is voor het herstel èn het behoud van de werkgelegenheid. Overigens meen ik dat zulks een strakke loon- en inkomenspolitiek begeleid moet worden met een goede vermogensaanwasdelingsregellng. Ik mis de ruimte om het huidige V.A.D. -voorstel te bespreken. Daarom volsta ik met de opmerking, dat het laag houden van de jaarlijkse reële loonstijging ten opzichte van de macro-economische ruimte moet leiden tot aanspraak op de daardoor ontstane vermogensaanwas, wat mij betreft op 50/50 basis. Investeringsbeleid Tenslotte nog een enkele opmerking over het voorgenomen beleid ten aanzien van de bedrijfsinvesterin gen. Ik waag mij op dit moment niet aan een voorspelling aangaaifde in gangsdatum en effectiviteit van het nieuwe stimuleringsinstrument Ik heb namelijk de indruk, dat' de opleving van de bedrijfsinvesterin gen sterk samenhangt met het feit of men er tijdig in zal slagen een rende mentsperspectief voor de onderne mingen te scheppen. Een tijdelijk (conjunctureel) herstel in een be paald Jaar (1977) is daartoe onvol doende. Het gaat om eeq geleidelijke terugbuiging van de arbeidsinko mensquote tot een niveau waarop de rendementen ook internationaal gezien weer bevredigend zijn. Dit vergt een systematisch beleid en niet een ad hoe basis. Vandaar mijn ac centuering van een gewijzigd inko mensbeleid gedurende een aantal Ja ren. Een duidelijke uitspraak hiero ver vermindert de nu bestaande gro te onzekerheden.Het bovenstaande is een pleidooi voor herstel van ren tabiliteit, niet een pleidooi voor maatschappelijke bevriezing. De structuurnota geeft een aanzet voor een aantal nieuwe toetsstenen (in de zin van drempels) voor het investeringsproces. Een verdere de mocratisering van het bedrijfsleven, ondermeer via raad van commissa rissen en ondernemingsraad, is even eens wenselijk en mogelijk. Bovendien lijkt het mij wenselijk dat in het kader van het sector- structuurbeleid het investeringsbe leid van de verschillende be drijfstakken meer gestroomlijnd wordt. Prof. dr. A. J. Vermaat, oud-lid van de Tweede Kamer voor de ARP, is nu hoogleraar aan de Vrije Universiteit. n onze Haagse redactie JA EN HAAG De regering wil het komend jaar het eigen pningbezit krachtig bevorderen. Minister Gruijters wil per 1 nuari 1977 zodanige wijzigingen aanbrengen in de regelingen V >or de subsidiebijdragen voor eigen woningen, dat het eigen (V aningbezit nog meer in trek komt. 3 de memorie van toelichting op olkshuisvesting" wordt geconsta- j,gi erd dat er een sterke groet is van de :ig naar koophuizen, ook bij men- N met betrekkelijk bescheiden in- W imens. Een onderzoek heeft het A geven opgeleverd dat van de men- Cl i die een gesubsidieerde eigen wo- &j ig kopen, twee-derde deel een in- men geniet onder de 26.500 gulden - 1976). Wat de wijzigingen van de 'c" bsidieregeling voor koophuizen in- *ge 'uden zal minister Gruijters in de Hende maanden bekend maken. ,n5 de toelichting wordt de alarmklok igu luid over het feit dat er steeds ijg<fcnder bejaarden- en verzorginste- ]üzen tot stand komen, en dat er steeds minder bouwplannen ■■lor dergelijke huizen bij het minis- rie worden ingediend. Het geld. dat t ministerie in '75 en '76 voor luwsubsidie had uitgetrokken, zal et geheel worden gebruikt, vreest en. Samen met het ministerie van adlRM wil ministers Gruijters een de epgaand onderzoek naar de oor- len ak van deze problemen. Hij sugge- het ert dat het initiatief voor het bou- prlen van bejaardenwoningen wel- let ht is aangetast door de vergrote Jo< ndacht voor alleenstaanden en tv eepersoons-huishoudens en de /la ww van verzorgingstehuizen ach- ep rblijft omdat misverstanden over be n enige tijd geleden ingevoerde EG ocedure voor goedkeuring van de en luwplannen vertragend hebben >to werkt. id inister Gruijters verwacht dat over co et al te lange tijd de problemen defet de institutionele beleggers over t bouwen van premie-huurhuizen t de weg geruimd zijn. Begin dit ar kondigden belangrijke beleg- ri aan geen duurdere huurhuizen Jaar te zullen bouwen, omdat de euwe dynamische kostprijsbereke- ng van het ministerie hun proble- en gaf. Minister Gruijters wilde en dit gat in de woningbouwmarkt dfkn opvullen door de woningbouw- igingen. Nu schrijft hij overeen tructief overleg" met een aan- beleggers. dat waarschijnlijk tot i voor beide partijen bevredigend Rütaat zal leiden. De woningbouw verenigingen zullen dan in de pre mie-huursector alleen ingeschakeld worden oj> plaatsen waar behoefte bestaat en'geen belegger bereid is te investeren. In heel 197Q is geen enkele bouwver gunning voor een particuliere pre mie-huurwoning bij het ministerie aangevraagd. In 1977 verwacht men weer bouw omdat dan voor de finan ciering een beroep kan worden ge daan op het Kinderbijslagfonds. Wat betreft de stadsvernieuwing kondigt staatssecretaris Schaefer aan al volgend voorjaar met een tij delijke regeling vooruit te willen lo pen op de inwerkingtreding van zijn pas ingediende Wet op de Stadsver nieuwing. Dan zal hij een aantal ste delijke gebieden in Nederland be kend maken, waarvoor de zg. saldo regeling, kern van de wet op de stadsvernieuwing, alvast zal gaan gelden. Dat betekent dat het rijk aan de betrokken gemeenten volledige vergoeding kan verstrekken van het verschil tussen kosten en baten van de uitvoering van herindelings- of verbeterinsplannen. Verder wil de staatssecretaris een regeling treffen op grond waarvan gemeenten en woningbouwvereni gingen een bijdrage van het rijk kun nen krijgen als zij particuliere wo ningen in probleemgebieden aan kopen. Spreiding De regering zal uiterlijk begin vol gend jaar een beslissing nemen over de tweede fase van de spreiding van de rijksdiensten. Minister Gruijters kondigt aaan dat die beslissing geno men zal worden tegelijk met het for muleren van het regeringsstandpunt over de Verstedelijkingsnota. het tweede deel van de derde nota ruim telijke ordening. Die nota. en het regeringsbesluit over de spreiding rijksdiensten wil hij nog deze kabi netsperiode, dus voor mei volgend jaar, in de Tweede Kamer behandeld zien. Ook volgend voorjaar zal hij het vervolg op de Verstedelijkings nota publiceren, de nota Landelijke Gebieden. Woningbouw Het woningbouwprogramma voor volgend jaar bevat in totaal 105.500 woningen, met de volgende onder verdeling: 36.000 woningen in de sociale sector 8.000 duurdere huurwoningen 37.000 gesubsidieerde eigen ongesubsidieerde woningen 24.000 woningen Daarnaast denkt men totaal 37.000 woningen ingrijpend te verbeteren, als volgt onderverdeeld. 9.000 vooroorlogse woningwet woningen 11.000 na-oorlogse woningwetwo ningen 16.000 particuliere woningen 1.000 monument-woningen. Van onze sociaal economische redactie- Van onae Haagse redactie DEN HAAG Het verantwoordelijkheidsgevoel van de nieuwsmedia bij politieke terreurdaden als de treinkaping bij Wijster moet nog verder ontwikkeld worden. Als terroristen de kans krijgen om propaganda te maken voor hun politieke doeleinden en er daarbij voor radio of televisie blijk van geven trots te zijn op de door hen gepleegde daden, zou dit nieuw terrorisme wel eens in de handen kunnen werken. Dit schrijven de procureurs-generaal in hun jaarverslag over 1975, dat als bijlage bij de begroting van justitie gevoegd is. DEN HAAG Zelfstandigen van 58 jaar en ouder kunnen binnenkort aanvullende bijstand krijgen als hun bedrijfje hun onvoldoende in komen oplevert. Er is voor hen een speciale bijstandsregeling in de maak. Staatssecretaris Hazekamp spreekt in de toelichting op de begroting economische zaken de verwachting uit dat deze regeling in de eerste helft van 1977 in werking zal treden. De norm zal worden dat de oudere zelfstandige hetzelfde te besteden moet kunnen hebben als het netto minimumloon voor werknemers. Thans kunnen zelfstandigen alleen bijstand krijgen als overbrugging naar een moment waarop hun be drijf weer in staat is voldoende inko men op te leveren. Daarnaast kan een zelfstandige, net als elke andere Nederlander, in aanmerking komen voor bijstand als er geen andere inkomensbron meer voorhanden is. Eventueel aanwezig eigen vermogen moet dan eerst zijn opgesoepeerd tot een bepaald minimumbedrag. Voor oudere zelfstandigen betekent dat doorgaans liquidatie van het bedrijf Met de nieuwe regeling kun nen ze hun bedrijfje vpprtzetten. OOOH.DIE PRIJZEN PR'JSST'JGING GEZINS CONSUMPTIE JULI 1975-JULI1976 (in Er moet dan ook spoedig een ge dragscode tussen overheid en media ontwikkeld worden, vinden ze. Mi nister Van Agt heeft hiertoe al een studiecommissie ingesteld. In het verslag krijgen het politiek terrorisme en de burgerlijke onge hoorzaamheid. zoals in 1975 ver toond rond de blokkades van wegen en vaarwegen, speciale aandacht. Constateerden de procureurs generaal in hun verslag over 1974 reeds een toename van geweld en agressie in onze samenleving, in 1975 zien zij die ontwikkeling voortgezet, niet alleen door politieke terreurac ties maar ook in dè rellen rond. de Nieuwmarkt in Amsterdam. Zorgvuldig onderscheiden de procu reurs echter de terreurdaden van de blokkades enz., die men aanduidt als „massaal gepleegde delicten meteen politieke achtergrond". De eerste gaan tegen het hele rechtsbestel in. de tweede categorie slechts tegen een specifieke wet of beslissing. Doelstellingen bij het bestrijden van het terrorisme blijven zowel de wil om de slachtoffers te redden, als het niet toegeven aan de eisen der terro risten omdat zoiets aanmoedigend werkt. Hoe men deze doelstellingen beide kan verwezenlijken hangt van de concrete situatie af. In ieder geval moet het terrorisme hard bestreden worden. Behoedzaam Bij het bestrijden van rellen echter moet behoedzaam worden opgetre den. aldus het verslag. Harde aanpaK kan er al gauw toe leiden dat de zaak uit de hand loopt. Weliswaar zijn demonstraties en politieke protes ten. gepaard gaand met strafbare feiten niet geoorloofd, vinden de pro cureurs. en staat vanuit Juridisch oogpunt ook niets strafvervolging in de weg. Vanuit praktische beleids overwegingen is het toch de vraag of dat laatste dient te gebeuren Het best kan er mee volstaan worden, met politieke dwang een eind te ma ken aan de ongewenste toestand. De justitie zal zich doorgaans op de ach tergrond houden Alleen bij geweld tegen medemensen moet zij vervol gen. Als daar echter eenmaal toe besloten is. dan dient de strafvervol ging ook hard te zijn. zeker als het om verzet tegen de politie gaat. Van onze Haagse redactie DEN HAAG - De lijst van mensen die op een telefoo naansluiting wachten zal vol gend Jaar opnieuw langer wor den Die verwachting wordt uitgesproken in de toelichting op de begroting '77 van de PTT. Volgend jaar verwacht men 300.000. nieuwe aanvra gen voor een telefoonaanslui ting. voornamelijk van parti culieren in de lagere inko mensklassen. De telefoondienst heeft overi gens wel enige zorgen dat de sterke uitbreiding van het aan tal telefoonaansluitingen (meer dan 3.5 miljoen) voorlo pig niet zal leiden tot een echte uitbreiding van het telefoon verkeer. Nieuwe particuliere abonnees blijken de telefoon maar weinig te gebruiken, en het telefoonverkeer van bedrij ven vertoont bijzonder weinig groei. Bij de postdienst worden nieu we tariefsverhogingen voorbe reid. De gevolgen van de stij gende lonen kunnen anders bij de arbeidsintensieve postdienst <38.000 werkne mers» niet worden opge vangen. tt® Van onze sociaal-economische redactie DEN HAAO Ministers Lubbers vindt het noodzakelijk de financiële steun aan individuele bedrijven te beperken. „Deze steun zal in princi pe beperkt blijven tot gevallen in regio's met omvangrijke werkloos heid'aldus de bewindsman in de toelichting op zijn begroting. Regeringssteun wordt met name ge richt op bepaalde sectoren in het bedrijfsleven. Het steunbeleid ten aanzien van regio's wordt op nieuwe leest geschoeid. Het parlement ont vangt daarover nog dit jaar een nota. Zeer belangrijk acht de minister het bevorderen van nieuwe produkten en produktieprocessen. De „ontwik kelingskredieten". die daarvoor be schikbaar zijn. worden uitgebreid. Ook wordt geld beschikbaar gesteld voor veelbelovende, maar risicovolle economische activiteiten, die pasop langere duur de werkgelegenheid ten goede komen. De minister wil medewerking geven aan het bevor deren van hoogwaardige industrie, zoals computerindustrie en techno logie op het gebied van ruimtevaart.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 15