Beheerst verslag van leven in de hel De fantasiewereld van Wout van Heusden Verhalen van een vakman Rudolf Geel: Genoegens van weleer TROUW/KWARTET 13 door T. van Deel De dichter Chr. J. van Geel klaagde er soma over dat hl] werd aangezien voor de proza-schrijver Rudolf Geel. Dit zou er op kunnen wijzen dat de laatste in elk geval wat meer bekendheid genoot dan de eerste. Toch ls ook Rudolf Geel, voorzover lk weet, geen veelgelezen auteur. Mogelijk heeft zijn vorig Jaar verschenen verhalenbundel „Bitter en Zoet" daar enige verandering ln gebracht (kreeg tenminste spoe dig een tweede druk), maar nog geef lk hem weinig kans op een best-seller. Waar ligt zoiets aan, vroeg Nuis zich laatst af ln de Haagse Post, naar aanleiding van „Genoegens van weleer", de nieuwste Geel. Ja. waar ligt het aan dat een auteur als Gerrit Krol zonder meer de belangrijkste van de generatie na Mullsch, Hermans en Reve geen flinke oplagen haalt. Is hij te moeilijk? Waarom vliegt Peskens met zijn „Twee vorstinnen en een vorst" de winkels uit en krijgt hij een adverterende lofrede mee van Carmlggelt als er ln de Llbelle vijf verhalen uit gepubliceerd wor den? Is Peskens soms te gemak kelijk? Maar ook Rudolf Geel ls toch met de beste wil van de wereld niet zo'n moeilijke schrijver te noe men? In een vrolijk voorwoord bij de herdruk (acht Jaar later) van zijn roman „De weerspannige naaktschrijver" gaf Geel als zijn credo prijs: ,.Als het maar opwek kend ls om te lezen". Dat gaat al heel weinig diep en wie heeft daar geen behoefte aan? Luchtig Toen lk vorig Jaar „Bitter en Zoet" las, vond lk het eeni merkwaardige eigenschap van Geels verhalen dat zij weliswaar grote thema's aangaan als tijd en vergankelijkheid, heden en verle den. maar dat doen op een erg luchtige manier. Een dergelijke wijze van vertellen wordt wel Iro nisch genoemd, maar dat vind lk voor Geel toch niet het woord. Alles ls weliswaar tamelijk relati verend geschreven, bitter en zoet tegelijk, maar niet Ironisch: dat heeft voor mij meer met emotio nele scherpte en Intieme distantie te maken. Ironie ls wijzer. Geels verhalen delen wel Iets mee omtrent het falen ln de tijd, maar zwaarwichtig zijn ze daarover nooit Geel suggereert diepten, maar boort ze beslist niet aan. Ik beschouwde dat destijds niet als een zwakheid, maar als een el- genschap van dit werk en die stoorde me nergens. Waarom ls Geel dan niet beken der? Ik meen dat ook Nuis zoiets zegt: Geel ls niet opvallend. HIJ ls goed, hij kan schrijven, hij kan een plot bedenken, hij kan die structureren tot een verhaal, tot een verhaal dat opwekkend ls om te lezen al gaat het over droeve dingen maar er ontbreekt iets aan, iets eigens zal lk het maar noemen. Met „Iets eigens" bedoel lk ele menten ln de vertelling die ons confronteren met de persoonlijke visie van de auteur. Alle verhalen van de wereld gaan wel over leven en dood, over tijd en eeuwigheid, over schijn en wezen, maar Hoe. dat ls het punt. BIJ Krol ls alles wat hij schrijft doordrongen van een eigen kijk, een prlvé-filosofle. Bij Peskens ook, maar dan op een volstrekt onfilosofische manier: hij vertelt recht uit het hart en zonder omwegen. Mogelijk van wege dat gebrek aan reflectie slaan zijn verhalen zo aan Geel nu beheerst het vak van schrijven, zoals lk al zei, perfect. Maar hij heeft er moeite mee de nieuwe bundel benadrukt dat om zijn verhaal „eigen" implica ties te geven. Waarschijnlijk wil hij niet anders, afgaande op zijn credo, maar ik vind dat dan Jam mer. HIJ strijkt alles te glad, hij schrijft ln zekere zin zichzelf uit het verhaal weg. Stilistisch ls zijn taal op de een of andere manier precies de taal die voor het vertel len van een verhaal gereserveerd ls. Vlot, Ingehouden hier, expli ciet daar. spanningophopend, hier dialogen, daar gedachtegan gen, nergens vreemd of eigenzin nig. Een alinea als voorbeeld: „WIJ hadden ln korte tijd veel ln elkaar geïnvesteerd. En wij had den veelvuldig onze verhouding, onze verwachtingen voor de toe komst en onze mislukkingen van vroeger doorgepraat. Nu namen wij afscheid in de wetenschap dat wij dit belden nauwelijks konden verdragen. Dit gebeurde nu twee weken geleden. Vanaf dat tijdstip hadden mijn gedachten steeds gecirkeld rondom haar." Al de genoemde bezwaren kun nen gemakkelijk ln lof verkeren. Want lk ben er anderzijds natuur lijk heel blij mee dat Geel ten minste een goed, stevig en boel end verhaal schrijft, zich van het métier bewust is en een verhalen bundel tot een thematische een heid maakt. Maar wie zoveel kan wil ik alleen maar zeggen kan misschien wel meer. „Genoegens van weleer" heeft de zelfde thematiek als „Bitter en Zoet", alleen wordt deze nu niet aan extreme personages gede monstreerd (zoals een wonder kind of een filmster). De vergan kelijkheid, het ln verval raken en vergeten worden, de herinnering, het beeld van het verleden dat ln het heden opdoemt en weer een rol gaat spelen al deze dingen overkomen nu redelijk gewone mensen. De plots zijn in wezen eenvoudig, maar door Geel vak kundig gecompliceerd, zonder ooit onhelder te worden. De sim pelste en kleinste en minst ver rassende is die van een ge trouwde man en zijn getrouwde vriendin: door van ver telstandpunt te wisselen wordt duidelijk dat hun beider huwelijk vast zit, maar ook dat alle dro men. tussen hen. bedrog zijn. In een ander verhaal strandt een man 's avonds ln zijn geboorte plaats. waar hij tenslotte aanbelt bij een Jeugdvriendin. Intussen zijn de vroegere gebeurtenissen al uitvoerig geïntroduceerd. Mooi ls ook het titelverhaal, waarin een Jeugdervaring opduikt in de her innering en onvermoede Implica ties krijgt. In het vierde verhaal brengt het toneelstuk dat een vrouw over haar huwelijk ge schreven heeft, veranderingen ln haar en andermans bestaan te weeg. maar weinig opwekkende. Het klinkt zo kort gezegd alle maal danig treurig en het is waar dat er nauwelijks bestendiging in Geels verhalen voorkomt: relaties vervallen, tijd tikt weg. men zoekt naar iemand die nog niet verge ten is dat men bestaat. Maar. lk zeg het nogmaals, Geel pakt deze zaken opgewekt aan, hij maakt ons niet verdrietig. En dat is wat mij betreft de kracht en de zwak te van zijn werk. Rudolf Geel. Genoegens van wel eer. Amsterdam, De Bezige Bij, 1976. 160 bit. 19,50. Alexander Dolgun beëindigt zijn lijvige roman „Een Amerikaan in de Goelag" aldus: „Arvid AtsintsJ, die tegen mij zei toen ik hem voor het laatst zag: ,Wat je ook doet. schrijf over ons. Laat de wereld weten over ons. De mensen moeten het weten.' Ik beloofde toen dat ik het zou doen." Deze hier als citaat niet correct aandoende zin ls ln de roman wel degelijk correct, daar zij het einde is van een opsomming van perso nen die de schrijver zo graag had meegenomen naar de Verenigde Staten, waarnaar hij na vele jaren ellende ln. Rusland heeft kunnen vertrekken. Alexander Dolgun was een Jonge Amerikaan, werkzaam bij de Ame rikaanse ambassade in Moskou. Hij werd ln december 1948 midden op straat in hechtenis genomen. Beschuldigd van spionage werd hij maandenlang aan afschuwelijke verhoren onderworpen, waarna hij zonder proces tot vijfentwintig Jaar strafkamp veroordeeld werd. In 1956, na de dood van Stalln, kreeg hij amnestie, doch moest onder voortdurende bewaking van de KGB. de Russische geheime poli tie. leven. Pas in 1971 gelukte het hem. naar de Verenigde Staten te rug te keren. Solzjenitsyn Een van de bepalingen die aan zijn amnestie waren toegevoegd, was dat hij ln Moskou verblijven moest. In die stad heeft hij Solzjenitsyn ontmoet, die in diens beroemde „Goelag Archipel" het geval Dol gun aanhaalt, uiteraard zonder de naam te noemen. Dolgun noteert in het einde van zijn relaas de ont moeting met Solzjenitsyn. De ouders van Alexander waren Amerikanen die in de jaren 30 naar Rusland waren gekomen, omdat daar werk was dat goed betaald werd. Na de oorlog, toen de koude oorlog tussen Rusland en de Ver enigde Staten uitbrak, bleef het echtpaar, dat een zoon en een doch ter had, in Rusland. Het zou het zwaar opbreken. De dochter wist het land te verlaten en zou een zeer grote rol spelen in het bevrijden van haar broer. Alexander was een luchthart-en- treurniet die graag ln dure auto's van de ambassade door Moskou reed. graag vrijde en even graag borrelde met Jonge Russische offi cieren. Hij had maar een onderge schikt baantje en dus waren zijn gedragingen verdacht. Dat was in 1948 voldoende Maar hij was geen spion Hij doorstond vele maanden van scher pe verhoren en martelingen zonder iets los te laten. Hij hód namelijk niets los te laten Afschuwelijk Het verslag van de verhoren en martelingen is afschuwelijk. De eerste tweehonderd bladzijden van zijn boek zijn nauwelijks te lezen. Hoe is het mogelijk dat mensen andere mensen zoveel leed kunnen 'aandoen. Ik zal hier verder niet op Ingaan, omdat dit al vaak gedaan ls. Alexander blijkt, als ik hem gelo ven mag, een niet kapot te maken moreel te hebben en een onbe schaamdheid die zijn ondervragers heftig moet hebben geprikkeld. Ik moet zeggen dat ik achter sommige van die onbeschaamdheden een vraagteken zet. Had hij werkelijk de moed om zijn wrede ondervra gers zo te treiteren als hij verhaalt? Maar dat is een kleinigheid. HIJ werd van strafkamp naar straf kamp gebracht. Het door hem ge schetste beeld komt geheel overeen met de beschrijvingen van andere auteurs. Na enkele Jaren wist de intelligente Alexander zich als hulp van een kamparts een naar omstandigheden draaglijke positie te verwerven. Hij wist zijn weg te vinden tussen de twee groepen ge vangenen: criminelen en politieke gevangenen. Criminelen en bewa kers speelden samen. Bevrijding De lezer maakt ln dit boek mee hoe de „dooi" na de dood van Stalin in de kampen beleefd werd. Een grote bevrijding maakt zich meester van de lezer, die honderden bladzijden leed en onrecht heeft moeten ver werken. Letterlijk miljoenen gevangenen worden vrijgelaten. Ook Alexander Dolgun kreeg amnestie. Maar hij werd niet werkelijk vrij. HIJ was namelijk zonder vonnis veroor deeld. Na zijn amnestie bleek dat zijn ouders eveneens waren opgepakt en verhoord. Zijn oude moeder bleek toen hij haar terugzag, ver minkte handen te hebben. Men had de vrouw gemarteld om haar een bekentenis over haar zoon te ont wringen. Een van de bepalingen waaronder Alexander moest leven, was dat hij zich niet tot de Amerikaanse am bassade mocht wenden. De autori teiten begrepen best dat hij naar Amerika wilde uitwijken. Maar vol gens de Russische wet was hij Rus. HIJ was dat automatisch geworden doordat hij zo lange tijd ln Rusland had „gewoond". Hij werd zelfs na zijn kamptijd voor militaire dienst opgeroepen. Zijn slechte gezond heid redde hem ervan. Onthutsend Het meest spannende en onthut sende gedeelte van het boek ls het einde. Alexanders zuster heeft he mel en aarde bewogen om haar broer vrij te krijgen. Aanvankelijk wilden de Amerikaanse autoritei ten niet eens meewerken. De ver houding tussen Rusland en Ameri ka was zó delicaat dat geen tram melant gemaakt mocht worden om een persoon die een dubbele natio naliteit bezat. Alexander was im mers volgens een krankzinnige Sovjet-wet een Rus? Nadat zijn ouders waren gestorven ls het zijn zuster gelukt, haar broer een visum naar de Verenigde Sta ten te bezorgen. Maar met hoeveel ellende, treiterijen en bureaucra tische pesterijen ls dat gepaard gegaan. Zoals dat het geval ls ln bijna elk boek dat het leven ln dictatoriaal geregeerde landen beschrijft, komt de lezer te staan voor een feno meen, dat volstrekt ondoorgronde lijk ls. Ik bedoel het kwaad. De oerzonde van de mens: te willen heersen over zijn naaste en daarbij zijn eigen wetten te stellen, dus God te zijn. maakt uit het diepste van de mens een duivelse vreugde los. En die bestaat ln het genot scheppen uit het UJden van die naaste. Sadisme la het zwartste mysterie dat de aarde kent. Dat sadisme krijgt een geweldige kans ln een bureaucratische dictatuur, die een nieuwe elite vormt van machtswellustelingen. Het vreem de doet zich voor. dat zulk een staat zich gedraagt alsof het een rechtsstaat ls. Vooral Rusland is daarvan het bewijs. Een diepe per fiditeit. Terughoudend Wie dit boek gelezen heeft, vraagt zich af of er wel iemand ln ons land kan zijn die, na een boek als het hier besprokene gelezen te hebben, nog ook maar de gerinste sympa thie voor het communisme zoals dat ln Rusland heerst, gevoelen kan. Het boek ls geschreven met de hulp van een Canadese Journalist, Pa trick Watson. Het ls een goed leesbaar en span nend boek geworden. De schrijvers hebben beslist niet op het senti ment van de lezers gemikt. Er ls terughoudendheid ln de beschrij vingen van martelingen. Dat is een verdienste. De vertaling lijkt me goed. Slechts ls het Jammer dat de vertaalster het verschil niet weet tussen „de moraal" en „het mo reel". Alexander Dolgun en Patrick Wat son: „Een Amerikaan in de Goelag". Oorspronkelijke titel: „Alexander Dolgun's Story". In de reeks „Else vier documentair". Bij Elsevier te Amsterdam en Brussel. Vertaald door Adelaide H. van Loon. Paper back. Aantal pagina's 524. Prijs 29.50. lAG 18 SEPTEMBER 1976 at me het meest trof op de rereichtstentoonstelling van sen en litho's van Wout van eusden tot 29 september i het Museum Boymans-Van euningen te Rotterdam jn de vele bladen van de atste tijd. Ik heb ze niet eturfd, maar alleen al uit de ren 1975 en 1976 zijn dat er 1 enige tientallen. En dat zou lemaal niet zo bijzonder zijn dit geen ere- «ntoonstelllng was, die het iuseum ter gelegenheid van an Heusdens tachtigste ver- lardag organiseerde. KUNST achtig Jaar, waarvan zo'n zestig iar schilder en graficus. Vooral at. En daarbij ook nog een kleine jftlg Jaar winkelier: het kunstnij- rheidszaakje „De Zonnebloem" an de Groene Zoom ln het Rotter- imse Tuindorp Vreewijk draait Dg steeds al is de sortering er niet ieer zo uitgebreid als vroeger, ïn ding is hetzelfde gebleven: als out van Heusden Je Iets verkoopt, rijg Je meermalen de indruk, dat it hem spijt dat hij het dan kwijt- akt. Verrast alsof hij het artikel |f voor het eerst te zien krijgt, an hij dan een stuk aardewerk, >n kop en schotel of wat dan ook, wonderend ronddraaien. „Mooi zegt hij dan en pakt het dan rel voorzichtig en nog steeds niet rlemaal vakkundig voor Je in. Zo rb Je altijd het idee, dat Je de and op iets heel bijzonders hebt rlegd. t moet bekennen dat lk mezelf iln of meer citeer, iets dergelijks ihreef lk ook toen Wout van Heus- en 65 werd. 't Is niet anders: over Ijn leven valt weinig anders te ertellen. In de catalogussen, die ln e loop der jaren over zijn werk rrschenen vind je wel ellenlange pgaven van tentoonstellingen ln *lnnen- en buitenland, van 1926 af, Haar zijn "biografie wordt meestal ■gedaan met een: Wout van Heus- i|pn werd op. 25 september 1896 te ■otterdam geboren, zocht daar op ■jn twaalfde jaar een baantje bij huisschildersbedrijf (omdat hij Mo graag tekende), ging later dan Siok naar de academie, eerst de m vond- en toen de dagcursus, en ■leef daarna ook in Rotterdam wo- ïiien en werken. gjïerder niets. Hij maakte geen rus- sSjeloze wereldreizen, komt zelden op t* ilaatsen waar kunstenaars elkaar intmoeten. Je ziet hem nooit op ipenlngen van tentoonstellingen i hij vermijdt ook zoveel mogelijk edere publiciteit. laar mijn weten had hij, zoals an- tre oudere kunstenaars nogal ras plegen te doen, ook nooit gere geerd op bepaalde uitwassen van hedendaagse kunst, tot lk ln 974, onverwacht, een mede door \em ondertekende brief zag ln het _JseumJournaal. HIJ heeft zich (enneiljk niet meer kunnen inhou- jen toen Frans Haks, wetenschap- ielijk medewerker aan het kunsthistorisch Instituut van de ^Rijksuniversiteit te Utrecht in een Jaltgebreld artikel, ook in het Mu seumjournaal, de Fred Haché-show an de VPRO tot Kunst verklaar- e. („In het kunsthistorisch lnsti- uut waart het spook rond van het ultuurh.lstorisch idiotisme"). Maar at zal wel de eerste en waarschijn- Jk ook wel de laatste keer geweest Un. Verken ïerken ln zijn volkomen kale ate- ier, af en toe onderbroken t/bor het rtnkelbelletje, zo is dat al die Jaren iegaan. Niet bepaald een leven dat de Ir^in Stones of de Pierre la Mu- es zal inspireren. „Daar ln Vree wijk evenwel," schreef de destijds eer bekende kunstcriticus Cees )oelman in 1962, „ls Wouter van leusden steeds op reis. Veel verder dan zij. die naar Griekenland, Alas ka of Timboektoe vertrekken. Veel dieper dan de pioniers der speleolo gie. Hoger van de aarde dan de I Dolgun als „vrijwilliger" actief bij dc verkiezingscampagne van 16 Waart 1958 te Moskou. Wout van Heusden: „Paard van Don Quichotte", 1976, ets. chistlsch (toepassing van vlekken en spetters) voordat die term zelfs nog uitgevonden was. Hoe Van Heusden werkt, weet lk niet. Maar lk geloof, dat hij, als hij begint, helemaal niet precies weet wat er zal gaan gebeuren en zeker niet wat er uiteindelijk zal ont staan. Picasso definieerde het kubisme eens als een kunst die zich In de eerste plaats met de vorm bezig hield, die als die er dan eenmaal ls, zijn eigen leven gaat lelden. Bij Wout van Heusden krijg Je daarentegen telkens weer de in druk dat hijzelf die onbewust, die „toevallig" ontstane vormen, die wonderlijke vlekken, die ln eerste Instantie nog chaotische bewegin gen tot een eigen leven rangschikt. Ordening Je zou kunnen zeggen, dat hij de chaos ordent en er daarna een ge heel eigen fantasie-wereld omheen bouwt, schept, die wel dikwijls maar ook lang weer niet altijd uit abstracte elementen bestaat. Een volkomen persoonlijke wereld. Van Heusden ls aan niets gebon den, hoort nergens bij. werkt alleen omdat hij niet anders kan. omdat hij zonder meer móet. Een wonder wereld, dit grafische oeuvre, een onvergetelijk. onvergelijkbaar brok pure schoonheid. Maar Je belandt op volkomen onbe kend terrein, waarin Je je wèl vreemd, maar. ls mijn ervaring, al tijd licht en nooit onbehaaglijk voelt. Waarschijnlijk omdat het al leen maar een tijdelijke ver vreemding is. het al lang vergetene is even terug. Plotseling immers kan het gebeu ren dat veel je toch eigenlijk weer bekend voorkomt, net als die vreemde vage flarden van herinne ringen, die wel eens kunnen blijven hangen na een droom, die je, als het erop aankomt totaal vergeten bent. door G. Kruis ruimtevaarders. Hij verkent de grotten van het onbewuste. En hij wiekt op naar de regionen van droom en verbeelding. Hij ontmoet vele gestalten: dieren, dichters en demonen." Wat pompeus uitgedrukt misschien, maar als Je, ook hier weer, Van Heusdens werk ziet, kun Je Je zo'n ontboezeming, zelfs van een over het algemeen nogal nuch tere criticus, heel goed voorstellen. Want 't ls puur poëzie wat Van Heusden maakt, geen dichterlijk heid die ln woorden is te vertalen, maar een poëzie der sferen. ,'t Is „mooi" ln de meest volledige zin van dat woord, mooi van mate rie, van stof, mooi van opbouw, mooi van toon en dat alles kon toch eigenlijk alleen maar ontstaan door een opzienbarende technische vaardigheid: de aanduiding alche mist ls vaak gebruikt Van Heusdens grafiek is, zoals alle werkelijk grote kunst, niet onder een noemer onder te brengen, 't Is een volkomen eigen visuele wereld. Natuurlijk werd hij als Jong kunstenaar ln de alleszins woelige twintiger Jaren beïnvloed door het expressionisme en later ook door het magisch realisme. Onbewust Maar, ook al heel vroeg, op de aca demie nog. doen zich al die ver schijnselen voor van de onbewuste verwantschap. Zo vroeg zijn leer meester (en die van vele andere bekende grafici) Derkzen van An- geren hem eens. wat hem toch ei genlijk zo aantrok en boeide in het werk van Odilon Redon Hij had toen zelfs die naam nog nooty ge hoord En wat Wout van Heusdens techniek betreft: hij werkte al ta- Wout van Weusden: „Branding" 1952, ets en aquatint.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 13