Piramidale Problemen
Weekend puzzel
m
Twee nieuwe
grootmeesters?
Niet piekeren
maar puzzelen
(594e Opgave voor
Ladderwedstrijd)
JL E
ia
a m
a
aio a
a
a Ba
a®
B S3 AB
sB pa
Fragmenten uit het
wereldkampioenschap
tl Het wordt zo langzaam aan weer tijd de kamerplanten, die de
zomer in de tuin hebben doorgebracht, in huis te halen. Haast
is er nog niet bij, maar toch controleerde ik ze een paar dagen
geleden en tilde de potten van de tegels.
Onder elke plant wemelde het van
de grijze pissebedden, die zo snel
ze konden een goed heenkomen
r_jhten. want ze hebben een hekel
aan daglicht. Dat is geen wonder,
want pissebedden zijn kreeften die
lang geleden het water de rug heb
ben toegekeerd en een landleven
zijn gaan leiden, maar zich nooit
helemaal aan het droge element
hebben kunnen aanpassen.
Waterkreeften ademen door kieu
wen: hun bloed loopt door heel
dunne, door het water omspoelde
luidplaatjes, waardoor koolzuur
aan het water wordt afgegeven en
zuurstof in het bloed wordt opgeno
men. Dat ging bij de pissebedden
net zo. maar op het land moesten
hun kieuwen zich aanpassen voor
ademen in de lucht, waaruit ze nu
de zuurstof moesten halen. Lopen
doen ze met de krachtige borstpo-
ten, maar de achterlijf poten zijn
voor de ademhaling gereserveerd.
Ze zijn bladvormig geworden en
hun bloed stroomt er doorheen,
maar die tere kieuwen moeten al
tijd bedekt zijn met een water
filmpje, want in de lucht drogen ze
snel uit. Daarom kunnen ze zich
alleen maar ophouden op plaatsen
met een hoge luchtvochtigheid en
mijden ze het daglicht.
Pissebed In Champagne noe
men ze hem Sint Antonius' bigge
tje (porcelet de Saint-Antoine),
maar in Frankrijk heten meer din
gen anders dan hier. De paarde
bloem heet er pissebed (pissenlit),
dus pas maar op voor spraakver
warringen als u met een Franse
tuinliefhebber gaat discussiëren.
Trouwens, in een tijd dat men pis
sebed een vies woord vond. had
men in ons land tal van minder
choquerende namen zoals kelder
zog of keldermot. Dat „mot" slaat
natuurlijk nergens op, maar in kel
ders leven ze inderdaad, de pisse
bedden. En tussen dor blad en mos.
onder stenen en loszittende schors,
in schuren en plantenkassen, een
enkele zelfs in het aanspoelsel op
het strand en op havenhoofden.
Van de ongeveer achtentwintig
soorten die in ons land voorkomen
zeker weet je dat nooit, want er
kan zo weer een nieuwe soort bij
gevonden worden zijn er zo'n
tien gewoon op allerlei vochtige
plaatsen. Ze leven er van rottende
plantedelen en ook wel van schim
mels en algen. In de duinen over
spoelen ze 's nachts bij duizenden
de met korstmossen begroeide
boomstronken. Ook die grijsgroene
en gelige groeisels, waarover ik een
volgende keer eens zal schrijven,
eten ze. Heel onschuldig dus, behal
ve in kwekerijen, waar ze zich ook
wel eens aan zachte, sappige leven
de planten vergrijpen.
Zorgzaam voor jongen
Lange tijd heeft men niet geweten
hoe pissebedden zich voortplanten.
In de twee eeuwen oude, maar nog
steeds lezenswaardige „Dictionnai-
re raisonné universel d'histoire na
turelle" van Valmont de Bomare
(1776) vond ik er dit over: „Bourgu-
et zegt in een verhandeling over de
voortplanting van planten en die
ren dat „pissebedden hun eieren
ten getale van zestig of daar
omtrent alle tegelijk leggen: ze
hangen aan de moeder met een wit
draadvormig steeltje. De moeder
legt ze door middel van dit steeltje
heel ijverig op de rug. Een kleveri
ge stof verbindt de jongen, die op
hun beurt elk aan een wit draadje
hangen, dat hun als navelstreng
dient. Zo zijn ze voldoende beves
tigd in rijen, de een na de onderop
de rugsegmenten van de moeder,
het gemeenschappelijke steeltje
verdroogt en verdijnt. Dan hebben
de jongen hun natuurlijke vorm.
alle de kop gewend in dezelfde
richting als de moeder, die langza
merhand uitdroogt, terwijl ze ze
enige tijd meedraagtDe jongen
blijven nog op de rug van de moe
der. totdat het draadje uitdroogt,
waarna ze afstijgen en zelf hun
voedsel gaan zoeken.Deze gede
tailleerde waarnemingen doen
vermoeden dat men het geval ge
zien heeft en dat men de knoop der
onbeslistheid kan doorhakken.
Langius zegt te hebben waargeno
men dat de vrouwelijke pissebed
den hun jongen bevestigd aan hun
buik dragen, ongeveer zoals de ri
vierkreeften hun eiren dragen. Le-
mery zegt dat ze levendbarend zijn.
Volgens waarnemingen, opgeno
men in een Duits tijdschrift, heeft
men een zeer groot aantal welge
vormde jonge pissebedden zich
zien losmaken van een dode pisse
bed die men met het microscoop
onderzocht. Ze verlieten deze de
een na de ander aan een draadje
tussen het eerste potenpaar van
het insekt. Wij hebben deze dieren
in verschillende jaargetijden on
derzocht en ze leken ons eierleg-
gend. De heer De Cayeu heeft ont
dekt dat zij twee keer per jaar van
omhulsel verwisselen, en dat hun
eieren rond zijn, zo groot als een
maanzaadje, strokleurig, en ge
rangschikt onder de buik van de
moeder.
De tegenstrijdige berichten uit die
tijd kwamen daaruit voort dat men
toen nog geen soorten pissebedden
onderscheidde. Sommige soorten
leggen eieren, andere dragen die
eieren zo lang in het moederlijf met
zich mee dat ze al uitgekomen zijn
als ze gelegd worden. En inderdaad
bestaat er bij pissebedden een
soort broedzorg, doordat de
vrouwtjes hun jongen een tijdlang
onder de buik met zich meedragen.
Jonge pissebedden hebben wel
twee jaar nodig om volwassen te
worden en vervellen in die tijd een
paar maal. Dat laatste is nodig
omdat het stramme pantser, waar
in ze opgesloten zitten, niet mee
groeit. Direct na de vervelling is het
nog zacht en kan de jonge pissebed
een heel stuk uitdijen, tot het
pantser verhard is.
Gewone dieren
In mijn tuin leven vier soorten.
Tussen het afgevallen blad lopen
vrij rap de mospissebedden (Philo-
scia muscorum). Ze zijn een centi
meter lang, heel glad en licht- en
donkerbruin streperig gevlekt. Ru
we of kelderpissebedden (Porcellio
scaber) zitten in massa onder de
biels en onder bloempotten. Het is
de gewoonste soort, ook bin
nenshuis. heel donker grijs, vaak
met lichtere grijze vlekken. De rug-
pantsers hebben een korzelig op
pervlak en zien er daardoor ruw uit.
De muurpissebed (Oniscus asellus)
leeft met de ruwe onder de bloem
potten. Hij wordt ruim anderhalve
centimeter lang en heeft een heel
brede licht gekleurde zoom om zijn
hele lijf, omdat elk rugpantser naar
opzij ver uitloopt. De grijsbruine
grondkleur wordt vaak verleven
digd door rijen gele vlekken.
Alle pissebedden rollen zich bij
stoornis als een egel op. Tot een
volmaakt kogeltje doet dat de pil-
lepissebed (Armadillidium vulga-
re). Armadillidium betekent kleine
armadillo, en een armadillo is een
gordeldier. De pillepissebed doet
het ook om erg droge perioden zon
der schade door te komen, want hij
leeft op drogere plekken dan de
vorige soorten, bij mij aan de voet
van de zonnige zuidmuur. Zijn
kleur is leigrijs en hij is glimmend
glad. Sommige hebben twee rijen
gele streepjes over de rug. Soms zie
je hem ook overdag rondschar
relen.
Een heel merkwaardig pissebedje
(Platyarthrus hoffmannseggii) leeft
in mierennesten. Let er eens op als
u een tegel ligt, waaronder mieren
krioelen. Het diertje meet maar
vier millimeter, is kleurloos en
blind en leeft van de uitwerpselen
van de mieren, van schimmels en
van de honingdauw die de mieren
zo ijverig aanslepen.
En tenslotte: niks aan doen. aan
die pissebedden dan. Ook zij hel
pen afval om te zetten tot aarde en
behoren dus tot die nietige werkers
die de kringloop in de natuur in
stand houden.
Horizontaal: 1. netelachtige plan
ten, 6. oliehoudend zaad, 11. paard.
12. baan voor balspel. 14. wandver
siering. 16. voorzetsel. 18. dieren
tuin. 20. reeds. 21. inkeping. 22.
afschuring, 23. boom. 24. voorzet
sel. 26. voegwoord, 27. muzieknoot,
28. behoeftig. 30. soort, 32. graaf-
werktuig. 34. scheik. element. 35.
water in N.Br., 37. deel van de bij
bel. 38. onbekende, 40. loom. 41.
rund. 42. putemmertje. 43. pers.
voornaamw.. 44. lidwoord. 45.
sportterm. 47. maanstand, 49. bui
tenhaven, 51. schaakterm, 53. erg,
56. oude lengtemaat. 58. voedsel.
59. onder anderen (afk.), 61. rund.
62. oosters feestkleed. 64. treurig,
65. bouwland. 66. hijswerktuig, 69.
scheik. element, 70. bedorven. 72.
herdersgod, 73. een zekere, 75. soort
appel, 76. bosgrond.
Verticaal: 2. voertuig, 3. opgewekt.
4. boom, 5. geneesheer. 7. water in
Friesland. 8. kleverige stof. 9. over
blijfsel bij verbranding, 10. soort
hamer. 12. trustee (afk.), 13. mieren
eter. 15. gevolg, 17. stap, 18. zang
stem. 19. vreemde munt, 20. voor
komen. 25. voorvoegsel. 26. verlaag
de toon. 28. wijnmaat. 29. familie
lid, 31. meisjesnaam, 32. stoomtur
bine (afk 33. ijzeren muurklauw,
34. jongensnaam. 36. noorse god.
37. zwaardvis, 39. deel van de hals.
44. lidwoord. 46. rivier in Rusland.
48. ketting, 50. standaardmaat bij
de ijk, 51. onmeetbaar getal, 52.
meisjesnaam, 54. asbest, 55. orga
nische verbinding, 57. tussenzetsel,
58. peulvrucht. 60. onheil aanbren
gende godin, 61. plaats in N.Br., 63.
geestdrift. 67. waterstand, 68. voor
zetsel, 70. muzieknoot, 71. voorzet
sel, 73. en anderen (afk.), 74. errors
excepted (afk.).
Oplossing fm woensdag a.s. per
briefkaart zenden aan Trouw/Kwar
tet. postbus 859, Amsterdam. Links
boven vermelden: Weekendpuzzel.
Oplossing vorige puzzel
Horizontaal: 1. aker. 4. sol. 6. aver.
9 al. 10. last. 12 Este. 14. Ee. 16.
deze. 18. talon. 20. raar, 22. dragee,
24. orkaan. 26. e.t., 27. allegorie, 30.
L.S.. 31. Ens. 32. net. 33. ben, 35. ent.
36. geste, 38. rad. 40. alt, 41. arr., 42.
Eem, 43. gal. 44. SER, 46. egard. 48.
nel, 50. ram, 52. Ide, 53. kol, 55. em„
57. pepernoot, 60. me, 61. rappel, 63.
reiger, 65. Anio, 66. Assen, 69. toer,
70. Ni., 71. rage. 73. Peri, 75. na. 76.
erts. 77. toe, 78. eelt.
Verticaal: 1. alert. 2. elegant, 3. ra.
4. sta. 5.Leo. 6. at. 7. verkeer, 8.
reaal, 9. adder. 11. stel, 13. snor. 15.
Ernst, 17. z.a., 19. leges. 21.Aa, 23.
els, 25. rib. 28. energie, 29. otteren,
31. enter, 34. nagel. 35. els, 36. Gré,
37. eed. 39. dal, 45. rapport, 47.
adres. 48. notitie, 49. Meran. 51.
mee, 53. koe, 54. terra. 56. manie, 58.
plag, 59. Ome, 60. meent, 62. pi, 64.
go, 67. set. 68. Epe, 72. as. 74. re.
De prijswinnaars zijn: mejuffrouw
M. Peursem, Rivierdijk 613, Har-
dinxveld-Giessendam; W. Post sr.,
Klein Coolstraat41 a, Rotterdam; C.
de Looze, Ooltgensplaathof 41, Rot
terdam.
Ademloos aanschouwden ze het wonder: Eienvel, Tibas en
Dalgril. Het wonder van de piramide van Cheops. Vèr achter
over moesten zij het hoofd buigen om de top van het immense
bouwwerk te kunnen zien. Rappe Arabische jongens klauter
den langs de ribben omhoog hoewel de argeloze toerist op de
gevaren daarvan uitdrukkelijk wordt gewezen.
Was het te verwonderen dat zij 's
nachts alle drie droomden, dat zij
de piramide beklommen en langs
de ribben omlaag sulden? Later,
thuisgekomen, verhaalden zij mij
hun avonturen en hun dromen. En
op mijn beurt droomde ik mij een
puzzel, waarbij de tocht langs de
opstaande ribben en de grondrib-
ben de voornaamste rol speelde
In de eerste plaats vroeg ik mij af of
men een tocht kon maken langs
alle acht ribben. Daartoe tekende
ik een figuur (zie hieronder) van de
piramide van boven gezien waar
door de acht ribben duidelijker
uitkwamen. Punt 5 is de top. Een
tocht, van een hoekpunt uit waar
bij alle ribben doorlopen worden,
vereist, dat één der grondvlakrib-
ben tweemaal gepasseerd wordt,
bijvoorbeeld: 1-2-3-2-5-1-4-3-5-4,
waarbij dus de ribbe 2-3 tweemaal
doorlopen wordt. Begint men bij
hoekpunt 1, dan zijn daartoe ver
schillende mogelijkheden.
vertrekkend van 1 en 3 dan wel van
1 en 2)?
Men kan deze problemen ook tot
een spel maken, waarbij de ribben-
lopers om beurten vertrekken en
dan niet tegelijk op eenzelfde hoek
punt mogen komen?
Probleem 4: Hoe ver kan de ribben-
tocht daarbij worden volbracht
met vier spelers? Of kunnen zij in
dit geval alle vier de tocht volbren
gen? Zo neen, welke speler kan dat
het eerst niet „zetten" zonder op
een bezet hoekpunt te komen? De
volgorde der spelers is 1, 2, 3, 4.
Probleem 5: Kunnen drie spelers dit
spel (volgorde 1. 2, 3) tot het einde
(de volle ribbentocht) spelen?
Probleem 5a: Idem voor twee spe
lers, beginnend bij 1 en 3 of 1 en 2.
Het zal duidelijk zijn dat, als men
probleem 2 heeft opgelost, pro
bleem 3 en 3a niet meer nodig zijn.
En als probleem 4 tot volledige
ribbentochten voor alle vier spelers
leidt, dan behoeven probleem 5 en
5a niet meer te worden opgelost.
Evenzo als men probleem 3 en/of 5
heeft gevonden, dan zijn probleem
3a en 5a overbodig.
Voor probleem 1 krijgt men vier
punten, voor 2 tot en met 3a idem
en voor 4 tot en met 5a óók vier
punten. Deze punten zijn bestemd
voor onze doorlopende ladderwed
strijd en zij blijven altijd geldig ook
als u jaren lang niet inzendt. Blijft
u inzenden, dan stijgt uw puntento
taal zo lang totdat geen der andere
ladderklimmers een hoger totaal
heeft dan u en u de ladderprijs
wint. Waarna u weer met nul pun
ten start.
Oplossingen uiterlijk 9 oktober
binnen bij mr. G. van Vorden,
Postbus 58, Eerbeek, met op de
briefomslag of briefkaart „Niet Pie
keren maar Puzzelen 594" en in uw
schrijven uw volledige naam en
adres in blokletters (geschreven of
getikt). En geeft u vooral wijzigin
gen in naam en/of adres uitdrukke
lijk op?!
Niet slechts uw oplossingen maar
ook uw milde of scherpe humor, uw
oitwerkingen en kritiek, uw eigen
puzzelproblemen zijn zeer welkom,
iaar zij inspireren en de oplossing
kunnen kruiden.
Volgende maal start onze een
entwintigste serie problemen van
lezers.
Mr. G. van Vorden
De piramide, van boven op
de top gezien
Probleem l: Hoeveel mogelijkhe
den zijn er?
Probleem 2: Als vier personen elk
bij een hoekpunt (dus 1. 2, 3 en 4)
beginnen (de vierde persoon be
vindt zich op de tekening achter de
piramide!) en elke ribbe in dezelfde
tijd wordt afgelegd, is het dan mo
gelijk. dat zij de achtribbentocht
(waarbij dus één ribbe tweemaal
wordt gepasseerd) zó af leggen, dat
zij elkaar nooit ontmoeten; dus
niet gelijk op eenzelfde hoekpunt
of de top aankomen noch elkaar op
een ribbe tegenkomen?
Probleem 3: Als dit niet lukt is het
dan mogelijk met drie personen,
vertrekkend van de hoekpunten 1,
2 en 3?
Probleem 3a: Of, als <Jt niet lukt, Eienvel, Tibas en Dalgril dromen bun soms angstige achtribben-
met twee personen (naar believen tocht
Na de verrassende overwinning van Torre in de vierkamp in
Manila (vóór Karpow!) heeft een minder bekende Filippijnse
meester een nog sensationeler overwinning behaald in Odessa
en daarmee een grootmeesternorm bereikt; Balinas 10. Alburt
en Sawon 9. Lemer 8. Espig. Plachetka, Tarjan. Tringow en
Zeitlin 7'/2 uit 14, enzovoort. Een van zijn vele goede partijen
Siciliaans.
BALINAS-ESPIG
I. e4 c5 2. PR e6 3. «3 d5 4. e5 Ld7 5.
Pa3. De overgang naar het Frans
met 5. d4 is voor zwart gemakkelij
ker: Db6 6. Ld3 cd 7. cd Lb5.
5. Pc6 6. Pc2 f6 7. d4. 7. ef Pf6:
zou de zwarte ontwikkeling slechts
bespoedigen.
7. fe5 8. de5 Dc7 9. Lf4 Pge7 10.
H4! H6. Op Pg6 zou 11. Lg3 Pe5:??
12. Pe5: Pe5: 13. Dh5+ gevolgd zijn.
II. De2 0-0-0 12. h5 g5 13. hg6 e.p.
Pg6: 14. Lg3 Lg7 15. 0-0-0 Tdf8 (Pe5:?
16. Th5) 16. De3 Pce7 17. Ld3 Le8 18.
b4 d4 19. Del Pd5 20. bc5 dc3.Na
Pc3: was 21. Pfd4: Pdl: 22. Pe6:
sterk.
21. Le4 DcS: 22. Ld5: ed5 23. De3!
Een interessante stelling.
de wereldkampioen Karpow is wel
de vlijtigste van alle titeldragers
tot nu toe! Van de Spaanse deelne
mers was Calvo het meest succes
vol. Hij heeft ook aan de groot
meesternorm voldaan. In de vol
gende partij versloeg hij overtui
gend een der deelnemers aan het
interzonale toernooi in Biel:
Siciliaans
BYRNE—CALVO
1. c4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cd4 4. Dd4: a6 5.
c4 Pc6 6. Dd2 g6 7. b3 Lg7 8. Pc3 Lg4
9. Lb2 (Le2!) Lf3: 10. ff3 Pd4 11. Lg2
e5 12. f4! Pe7! (ef? 13. Pd5> 13. fe dc5
14. Pd5 0-0 15. 0-0 Pec6 16. 14 17. Tf4:
Lc5 18. Tg4 b5! 19. c5 Ta7 20. Tg3!?
Stand na 23. De3! Ondanks de pion
minder komt wit nu wat in het
voordeel 23. De3:+. <Da5 24.
Td3) 24. Pe3: Lc6 25. Pd5: Td8! 26.
Pc3: Lf3: 27. gf3 PeS:? De beslis
sende fout. Juist was Le5: geweest.
28. PbS! Td7 29. Pd6+ Kb8 30. Pf5
Tc8+ 31. Kbl Td:lt 32. Tdl: Lh8 33.
Pe7! De beslissende zet. Op Te8
volgt 34. Pg6 Lg7 35. Pe5: Le5: 36.
Tel.
33. Tc5 34. Td8t Kc7 35. TH8: Kd7
36. Th7 Pd3 37. a4 Tcl+ 38. Ka2 Pf2:
39. Pf5+ Zwart gaf op.
In het tradionele toernooi in Mon-
tilla won volgens de verwachtingen
Stand na 20. Tg3!?
Met deze toren heeft wit nogal wat
zorgen. Op de 18e zet moest hij
„onder schot" blijven, daar 18. Tfl
met Dh4 zou beantwoord worden.
Nu gaat weliswaar Lg3:? 21. hg niet,
maar de toren op g3 zal ook later
geen geschikte velden meer tot zijn
beschikking hebben.
20. f5! 21 Tfl fe4 22. Le4: Tfl:+ 23.
Kfl: DH4! 24. Te3Tf7t25. Kgl Lh2:+!
26. Dh2: Tflt 27. Kfl: DH2: 28. Lg2 h5
29. Te4 Dg3 30. Pf4 g5 31. Pe2 Pe2: 32.
Te2: Pb4 33. LcS Dd3 34. Ld6 Pd5 35.
Kei Pe3 36. Lb7 Ddlt 37. Kf2 Pg4L
Opgegeven.
LUDEK PACHMAN
Opvallend in het Elsevier-toernooi om het wereldkampi
oenschap dammen is wel, dat er bijzonder weinig scherpe
openingsvarianten zijn gespeeld. Van de partijen tussen de
titelkandidaten zijn eigenlijk alleen de duels Wiersma-
Tsjegolew en Gantwarg-Wiersma van groot belang voor de
openingstheorie, maar ik wil hier beslist niet mee zeggen, dat
hierdoor deze duels een grotere waardering verdienen.
Wereldkampioen Harm Wiersma is
de laatste jaren zelfs de mening
toegedaan dat het vooral in Neder
land. waar ontzettend veel aan ope
ningsstudie wordt gedaan (natuur
lijk door de jongere top- c.q. sub
topspelers). verstandiger is. de hy
permoderne openingen niet tot in
den treure te willen doorvoeren,
maar ook tijdens de partij creatie
vere wegen in te slaan. Een voor
beeld hiervan is eigenlijk wel zijn
partij tegen Tsjegolew, waarin hij
met wit op de zesde zet de relatief
bekende paden al verlaat op zoek
naar avontuur. Over deze partij wil
ik het echter niet hebben in deze
kolom, maar U enige fragmenten
tonen uit het WK.
In het volgende korte partijtje, al
weer van Rob Clerc, wordt aange
toond dat de Joegoslavische Mees
ter Lepsic weliswaar ijverig de ope
ningstheorie bestudeert, maar jam
mer genoeg niet ver genoeg. Lepsic
hanteert de witte stenen.
1.33-28 18-22 2.38-33 12-18 3. 42-38 7-12
4. 31-26 19-23 5.28x19 14x23 6.32-28
23x32 7.37x28 16-21 8.41-37 21-27 9.37-
31 (tot zover allemaal nog gesneden
koek) 20-24 10.48-42 10-14 11. 46-41 1-7
12. 34-29 (nu gaat het fout) 5-10
13.29x20 15x24 14.40-34 13-19 15.
41-37 8-13 16 45-40 10-15 17.50-45?
Hiermee tekent wit zijn doodvonnis.
Aangewezen was hier 37-32, waarna
de damcomhinatie bij de volgende
zet niet voldoende is voor zwart,
zodat 11-16 aangewezen is.
Dit eerste fragment is ontleend aan
de partij Clerc (wit) Marek. Na
29.41-36 meende de Tsjech, dat nu
de tijd gekomen was met 19-23 een
aanval in te zetten op de witte
schrijf op veld 27. Binnen luttele
zetten zal onze landgenoot de zwar
te stelling echter ontwrichten door.
gebruikmakend van zijn vele vrije
tempo's, een verraderlijke combi
natie in het spel te vlechten.
30.34-36! 12-17 31.33-28! en nu kwam
Marek tot de conclusie, dat de
schijfwinst met als tempo 2-7 ver
hinderd was door 37-31 gevolgd
door 38-33 en het is wit die wint.
Omdat 14-19 niet zo aantrekkelijk
lijkt besloot hij dan ook maar tot
31. .17-22 32 28x17 21x12 en van
een aanval op 27 is al geen sprake
meer, maar het is leerzaam om te
zien hoe wit het kwarwei afmaakt.
33. 39-33 14-19 (ook na 2-7 is het witte
voordeel beslissend) 34.43-39 2-7 35.
33-28 19-24 Zwart wordt het slachtof
fer van een lichte combinatie, maar
ook 7-11 36.30-25 geeft wit gewonnen
spel. Natuurlijk niet 36. 38-33 omdat
dan 19-24 wel mogelijk is.
36.28x19 24x35 37.37-31 26x28 38.27-
21! (hier draait het om!) 16x27 39.38-
33 13x24 40 33x11 10-14 41.11-6 en
zwart geeft op.
Een erg leuk fragment, waarin
wordt aangetoond hoe je met een
voudige middelen een speler van de
tweede garnituur voor grote pro
blemen kunt zetten.
17. 4-16 (zie diagram 2)
Partijverloop: 18. 47-41 27-32 1».
38x 27 24-29 20. 33x 24 22 x 33 en Wit
geeft op.
Op 18. 34-29 volgt natuurlijk 18-23
met winst.
Op 18. 34-30 27-32 19. 38 x 27 24-29
20. 33x24 22x33 21. 39x28 18-22 22.
27x18 12x41 23 42-37 41x32 en de
zwarte voorpost is niet meer terug
te winnen.
Het mooist is de zwarte winst na 18.
37-32 17-21! 19. 26x8 3x12 20. 28 x8
18-22! 21. 32x21 22-28 22. 33x22
24-29 enz. Nu blijkt goed welk ver
schil er is tussen 17. 37-32 en 18.
37-32. Een prachtige combinatie,
die het onthouden waard is.
Tijdens het wereldkampioenschap
hebben Jurg en Van Westerloo hun
nieuwe meesterwerk ten doop ge
houden: een 300 pagina's tellend
boek over de geschiedenis van het
Suikerdamtoernooi, dat naast een
terugblik op de eerste zes toernooi
en vele interessante analyses bevat
van de mooiste partijen uit het
laatste Suikertoernooi. De analy
ses zijn zeer goed. Harm Wierma is
goed op dreef, maar ook ex-
wereldkampioen Koe perm an.
Evert Bronstring, Rob Clerc en
Jannes van der Wal hebben hun
steentje bijgedragen.
FRANK DROST
1