Piramidale Problemen Weekend puzzel m Twee nieuwe grootmeesters? Niet piekeren maar puzzelen (594e Opgave voor Ladderwedstrijd) JL E ia a m a aio a a a Ba a® B S3 AB sB pa Fragmenten uit het wereldkampioenschap tl Het wordt zo langzaam aan weer tijd de kamerplanten, die de zomer in de tuin hebben doorgebracht, in huis te halen. Haast is er nog niet bij, maar toch controleerde ik ze een paar dagen geleden en tilde de potten van de tegels. Onder elke plant wemelde het van de grijze pissebedden, die zo snel ze konden een goed heenkomen r_jhten. want ze hebben een hekel aan daglicht. Dat is geen wonder, want pissebedden zijn kreeften die lang geleden het water de rug heb ben toegekeerd en een landleven zijn gaan leiden, maar zich nooit helemaal aan het droge element hebben kunnen aanpassen. Waterkreeften ademen door kieu wen: hun bloed loopt door heel dunne, door het water omspoelde luidplaatjes, waardoor koolzuur aan het water wordt afgegeven en zuurstof in het bloed wordt opgeno men. Dat ging bij de pissebedden net zo. maar op het land moesten hun kieuwen zich aanpassen voor ademen in de lucht, waaruit ze nu de zuurstof moesten halen. Lopen doen ze met de krachtige borstpo- ten, maar de achterlijf poten zijn voor de ademhaling gereserveerd. Ze zijn bladvormig geworden en hun bloed stroomt er doorheen, maar die tere kieuwen moeten al tijd bedekt zijn met een water filmpje, want in de lucht drogen ze snel uit. Daarom kunnen ze zich alleen maar ophouden op plaatsen met een hoge luchtvochtigheid en mijden ze het daglicht. Pissebed In Champagne noe men ze hem Sint Antonius' bigge tje (porcelet de Saint-Antoine), maar in Frankrijk heten meer din gen anders dan hier. De paarde bloem heet er pissebed (pissenlit), dus pas maar op voor spraakver warringen als u met een Franse tuinliefhebber gaat discussiëren. Trouwens, in een tijd dat men pis sebed een vies woord vond. had men in ons land tal van minder choquerende namen zoals kelder zog of keldermot. Dat „mot" slaat natuurlijk nergens op, maar in kel ders leven ze inderdaad, de pisse bedden. En tussen dor blad en mos. onder stenen en loszittende schors, in schuren en plantenkassen, een enkele zelfs in het aanspoelsel op het strand en op havenhoofden. Van de ongeveer achtentwintig soorten die in ons land voorkomen zeker weet je dat nooit, want er kan zo weer een nieuwe soort bij gevonden worden zijn er zo'n tien gewoon op allerlei vochtige plaatsen. Ze leven er van rottende plantedelen en ook wel van schim mels en algen. In de duinen over spoelen ze 's nachts bij duizenden de met korstmossen begroeide boomstronken. Ook die grijsgroene en gelige groeisels, waarover ik een volgende keer eens zal schrijven, eten ze. Heel onschuldig dus, behal ve in kwekerijen, waar ze zich ook wel eens aan zachte, sappige leven de planten vergrijpen. Zorgzaam voor jongen Lange tijd heeft men niet geweten hoe pissebedden zich voortplanten. In de twee eeuwen oude, maar nog steeds lezenswaardige „Dictionnai- re raisonné universel d'histoire na turelle" van Valmont de Bomare (1776) vond ik er dit over: „Bourgu- et zegt in een verhandeling over de voortplanting van planten en die ren dat „pissebedden hun eieren ten getale van zestig of daar omtrent alle tegelijk leggen: ze hangen aan de moeder met een wit draadvormig steeltje. De moeder legt ze door middel van dit steeltje heel ijverig op de rug. Een kleveri ge stof verbindt de jongen, die op hun beurt elk aan een wit draadje hangen, dat hun als navelstreng dient. Zo zijn ze voldoende beves tigd in rijen, de een na de onderop de rugsegmenten van de moeder, het gemeenschappelijke steeltje verdroogt en verdijnt. Dan hebben de jongen hun natuurlijke vorm. alle de kop gewend in dezelfde richting als de moeder, die langza merhand uitdroogt, terwijl ze ze enige tijd meedraagtDe jongen blijven nog op de rug van de moe der. totdat het draadje uitdroogt, waarna ze afstijgen en zelf hun voedsel gaan zoeken.Deze gede tailleerde waarnemingen doen vermoeden dat men het geval ge zien heeft en dat men de knoop der onbeslistheid kan doorhakken. Langius zegt te hebben waargeno men dat de vrouwelijke pissebed den hun jongen bevestigd aan hun buik dragen, ongeveer zoals de ri vierkreeften hun eiren dragen. Le- mery zegt dat ze levendbarend zijn. Volgens waarnemingen, opgeno men in een Duits tijdschrift, heeft men een zeer groot aantal welge vormde jonge pissebedden zich zien losmaken van een dode pisse bed die men met het microscoop onderzocht. Ze verlieten deze de een na de ander aan een draadje tussen het eerste potenpaar van het insekt. Wij hebben deze dieren in verschillende jaargetijden on derzocht en ze leken ons eierleg- gend. De heer De Cayeu heeft ont dekt dat zij twee keer per jaar van omhulsel verwisselen, en dat hun eieren rond zijn, zo groot als een maanzaadje, strokleurig, en ge rangschikt onder de buik van de moeder. De tegenstrijdige berichten uit die tijd kwamen daaruit voort dat men toen nog geen soorten pissebedden onderscheidde. Sommige soorten leggen eieren, andere dragen die eieren zo lang in het moederlijf met zich mee dat ze al uitgekomen zijn als ze gelegd worden. En inderdaad bestaat er bij pissebedden een soort broedzorg, doordat de vrouwtjes hun jongen een tijdlang onder de buik met zich meedragen. Jonge pissebedden hebben wel twee jaar nodig om volwassen te worden en vervellen in die tijd een paar maal. Dat laatste is nodig omdat het stramme pantser, waar in ze opgesloten zitten, niet mee groeit. Direct na de vervelling is het nog zacht en kan de jonge pissebed een heel stuk uitdijen, tot het pantser verhard is. Gewone dieren In mijn tuin leven vier soorten. Tussen het afgevallen blad lopen vrij rap de mospissebedden (Philo- scia muscorum). Ze zijn een centi meter lang, heel glad en licht- en donkerbruin streperig gevlekt. Ru we of kelderpissebedden (Porcellio scaber) zitten in massa onder de biels en onder bloempotten. Het is de gewoonste soort, ook bin nenshuis. heel donker grijs, vaak met lichtere grijze vlekken. De rug- pantsers hebben een korzelig op pervlak en zien er daardoor ruw uit. De muurpissebed (Oniscus asellus) leeft met de ruwe onder de bloem potten. Hij wordt ruim anderhalve centimeter lang en heeft een heel brede licht gekleurde zoom om zijn hele lijf, omdat elk rugpantser naar opzij ver uitloopt. De grijsbruine grondkleur wordt vaak verleven digd door rijen gele vlekken. Alle pissebedden rollen zich bij stoornis als een egel op. Tot een volmaakt kogeltje doet dat de pil- lepissebed (Armadillidium vulga- re). Armadillidium betekent kleine armadillo, en een armadillo is een gordeldier. De pillepissebed doet het ook om erg droge perioden zon der schade door te komen, want hij leeft op drogere plekken dan de vorige soorten, bij mij aan de voet van de zonnige zuidmuur. Zijn kleur is leigrijs en hij is glimmend glad. Sommige hebben twee rijen gele streepjes over de rug. Soms zie je hem ook overdag rondschar relen. Een heel merkwaardig pissebedje (Platyarthrus hoffmannseggii) leeft in mierennesten. Let er eens op als u een tegel ligt, waaronder mieren krioelen. Het diertje meet maar vier millimeter, is kleurloos en blind en leeft van de uitwerpselen van de mieren, van schimmels en van de honingdauw die de mieren zo ijverig aanslepen. En tenslotte: niks aan doen. aan die pissebedden dan. Ook zij hel pen afval om te zetten tot aarde en behoren dus tot die nietige werkers die de kringloop in de natuur in stand houden. Horizontaal: 1. netelachtige plan ten, 6. oliehoudend zaad, 11. paard. 12. baan voor balspel. 14. wandver siering. 16. voorzetsel. 18. dieren tuin. 20. reeds. 21. inkeping. 22. afschuring, 23. boom. 24. voorzet sel. 26. voegwoord, 27. muzieknoot, 28. behoeftig. 30. soort, 32. graaf- werktuig. 34. scheik. element. 35. water in N.Br., 37. deel van de bij bel. 38. onbekende, 40. loom. 41. rund. 42. putemmertje. 43. pers. voornaamw.. 44. lidwoord. 45. sportterm. 47. maanstand, 49. bui tenhaven, 51. schaakterm, 53. erg, 56. oude lengtemaat. 58. voedsel. 59. onder anderen (afk.), 61. rund. 62. oosters feestkleed. 64. treurig, 65. bouwland. 66. hijswerktuig, 69. scheik. element, 70. bedorven. 72. herdersgod, 73. een zekere, 75. soort appel, 76. bosgrond. Verticaal: 2. voertuig, 3. opgewekt. 4. boom, 5. geneesheer. 7. water in Friesland. 8. kleverige stof. 9. over blijfsel bij verbranding, 10. soort hamer. 12. trustee (afk.), 13. mieren eter. 15. gevolg, 17. stap, 18. zang stem. 19. vreemde munt, 20. voor komen. 25. voorvoegsel. 26. verlaag de toon. 28. wijnmaat. 29. familie lid, 31. meisjesnaam, 32. stoomtur bine (afk 33. ijzeren muurklauw, 34. jongensnaam. 36. noorse god. 37. zwaardvis, 39. deel van de hals. 44. lidwoord. 46. rivier in Rusland. 48. ketting, 50. standaardmaat bij de ijk, 51. onmeetbaar getal, 52. meisjesnaam, 54. asbest, 55. orga nische verbinding, 57. tussenzetsel, 58. peulvrucht. 60. onheil aanbren gende godin, 61. plaats in N.Br., 63. geestdrift. 67. waterstand, 68. voor zetsel, 70. muzieknoot, 71. voorzet sel, 73. en anderen (afk.), 74. errors excepted (afk.). Oplossing fm woensdag a.s. per briefkaart zenden aan Trouw/Kwar tet. postbus 859, Amsterdam. Links boven vermelden: Weekendpuzzel. Oplossing vorige puzzel Horizontaal: 1. aker. 4. sol. 6. aver. 9 al. 10. last. 12 Este. 14. Ee. 16. deze. 18. talon. 20. raar, 22. dragee, 24. orkaan. 26. e.t., 27. allegorie, 30. L.S.. 31. Ens. 32. net. 33. ben, 35. ent. 36. geste, 38. rad. 40. alt, 41. arr., 42. Eem, 43. gal. 44. SER, 46. egard. 48. nel, 50. ram, 52. Ide, 53. kol, 55. em„ 57. pepernoot, 60. me, 61. rappel, 63. reiger, 65. Anio, 66. Assen, 69. toer, 70. Ni., 71. rage. 73. Peri, 75. na. 76. erts. 77. toe, 78. eelt. Verticaal: 1. alert. 2. elegant, 3. ra. 4. sta. 5.Leo. 6. at. 7. verkeer, 8. reaal, 9. adder. 11. stel, 13. snor. 15. Ernst, 17. z.a., 19. leges. 21.Aa, 23. els, 25. rib. 28. energie, 29. otteren, 31. enter, 34. nagel. 35. els, 36. Gré, 37. eed. 39. dal, 45. rapport, 47. adres. 48. notitie, 49. Meran. 51. mee, 53. koe, 54. terra. 56. manie, 58. plag, 59. Ome, 60. meent, 62. pi, 64. go, 67. set. 68. Epe, 72. as. 74. re. De prijswinnaars zijn: mejuffrouw M. Peursem, Rivierdijk 613, Har- dinxveld-Giessendam; W. Post sr., Klein Coolstraat41 a, Rotterdam; C. de Looze, Ooltgensplaathof 41, Rot terdam. Ademloos aanschouwden ze het wonder: Eienvel, Tibas en Dalgril. Het wonder van de piramide van Cheops. Vèr achter over moesten zij het hoofd buigen om de top van het immense bouwwerk te kunnen zien. Rappe Arabische jongens klauter den langs de ribben omhoog hoewel de argeloze toerist op de gevaren daarvan uitdrukkelijk wordt gewezen. Was het te verwonderen dat zij 's nachts alle drie droomden, dat zij de piramide beklommen en langs de ribben omlaag sulden? Later, thuisgekomen, verhaalden zij mij hun avonturen en hun dromen. En op mijn beurt droomde ik mij een puzzel, waarbij de tocht langs de opstaande ribben en de grondrib- ben de voornaamste rol speelde In de eerste plaats vroeg ik mij af of men een tocht kon maken langs alle acht ribben. Daartoe tekende ik een figuur (zie hieronder) van de piramide van boven gezien waar door de acht ribben duidelijker uitkwamen. Punt 5 is de top. Een tocht, van een hoekpunt uit waar bij alle ribben doorlopen worden, vereist, dat één der grondvlakrib- ben tweemaal gepasseerd wordt, bijvoorbeeld: 1-2-3-2-5-1-4-3-5-4, waarbij dus de ribbe 2-3 tweemaal doorlopen wordt. Begint men bij hoekpunt 1, dan zijn daartoe ver schillende mogelijkheden. vertrekkend van 1 en 3 dan wel van 1 en 2)? Men kan deze problemen ook tot een spel maken, waarbij de ribben- lopers om beurten vertrekken en dan niet tegelijk op eenzelfde hoek punt mogen komen? Probleem 4: Hoe ver kan de ribben- tocht daarbij worden volbracht met vier spelers? Of kunnen zij in dit geval alle vier de tocht volbren gen? Zo neen, welke speler kan dat het eerst niet „zetten" zonder op een bezet hoekpunt te komen? De volgorde der spelers is 1, 2, 3, 4. Probleem 5: Kunnen drie spelers dit spel (volgorde 1. 2, 3) tot het einde (de volle ribbentocht) spelen? Probleem 5a: Idem voor twee spe lers, beginnend bij 1 en 3 of 1 en 2. Het zal duidelijk zijn dat, als men probleem 2 heeft opgelost, pro bleem 3 en 3a niet meer nodig zijn. En als probleem 4 tot volledige ribbentochten voor alle vier spelers leidt, dan behoeven probleem 5 en 5a niet meer te worden opgelost. Evenzo als men probleem 3 en/of 5 heeft gevonden, dan zijn probleem 3a en 5a overbodig. Voor probleem 1 krijgt men vier punten, voor 2 tot en met 3a idem en voor 4 tot en met 5a óók vier punten. Deze punten zijn bestemd voor onze doorlopende ladderwed strijd en zij blijven altijd geldig ook als u jaren lang niet inzendt. Blijft u inzenden, dan stijgt uw puntento taal zo lang totdat geen der andere ladderklimmers een hoger totaal heeft dan u en u de ladderprijs wint. Waarna u weer met nul pun ten start. Oplossingen uiterlijk 9 oktober binnen bij mr. G. van Vorden, Postbus 58, Eerbeek, met op de briefomslag of briefkaart „Niet Pie keren maar Puzzelen 594" en in uw schrijven uw volledige naam en adres in blokletters (geschreven of getikt). En geeft u vooral wijzigin gen in naam en/of adres uitdrukke lijk op?! Niet slechts uw oplossingen maar ook uw milde of scherpe humor, uw oitwerkingen en kritiek, uw eigen puzzelproblemen zijn zeer welkom, iaar zij inspireren en de oplossing kunnen kruiden. Volgende maal start onze een entwintigste serie problemen van lezers. Mr. G. van Vorden De piramide, van boven op de top gezien Probleem l: Hoeveel mogelijkhe den zijn er? Probleem 2: Als vier personen elk bij een hoekpunt (dus 1. 2, 3 en 4) beginnen (de vierde persoon be vindt zich op de tekening achter de piramide!) en elke ribbe in dezelfde tijd wordt afgelegd, is het dan mo gelijk. dat zij de achtribbentocht (waarbij dus één ribbe tweemaal wordt gepasseerd) zó af leggen, dat zij elkaar nooit ontmoeten; dus niet gelijk op eenzelfde hoekpunt of de top aankomen noch elkaar op een ribbe tegenkomen? Probleem 3: Als dit niet lukt is het dan mogelijk met drie personen, vertrekkend van de hoekpunten 1, 2 en 3? Probleem 3a: Of, als <Jt niet lukt, Eienvel, Tibas en Dalgril dromen bun soms angstige achtribben- met twee personen (naar believen tocht Na de verrassende overwinning van Torre in de vierkamp in Manila (vóór Karpow!) heeft een minder bekende Filippijnse meester een nog sensationeler overwinning behaald in Odessa en daarmee een grootmeesternorm bereikt; Balinas 10. Alburt en Sawon 9. Lemer 8. Espig. Plachetka, Tarjan. Tringow en Zeitlin 7'/2 uit 14, enzovoort. Een van zijn vele goede partijen Siciliaans. BALINAS-ESPIG I. e4 c5 2. PR e6 3. «3 d5 4. e5 Ld7 5. Pa3. De overgang naar het Frans met 5. d4 is voor zwart gemakkelij ker: Db6 6. Ld3 cd 7. cd Lb5. 5. Pc6 6. Pc2 f6 7. d4. 7. ef Pf6: zou de zwarte ontwikkeling slechts bespoedigen. 7. fe5 8. de5 Dc7 9. Lf4 Pge7 10. H4! H6. Op Pg6 zou 11. Lg3 Pe5:?? 12. Pe5: Pe5: 13. Dh5+ gevolgd zijn. II. De2 0-0-0 12. h5 g5 13. hg6 e.p. Pg6: 14. Lg3 Lg7 15. 0-0-0 Tdf8 (Pe5:? 16. Th5) 16. De3 Pce7 17. Ld3 Le8 18. b4 d4 19. Del Pd5 20. bc5 dc3.Na Pc3: was 21. Pfd4: Pdl: 22. Pe6: sterk. 21. Le4 DcS: 22. Ld5: ed5 23. De3! Een interessante stelling. de wereldkampioen Karpow is wel de vlijtigste van alle titeldragers tot nu toe! Van de Spaanse deelne mers was Calvo het meest succes vol. Hij heeft ook aan de groot meesternorm voldaan. In de vol gende partij versloeg hij overtui gend een der deelnemers aan het interzonale toernooi in Biel: Siciliaans BYRNE—CALVO 1. c4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cd4 4. Dd4: a6 5. c4 Pc6 6. Dd2 g6 7. b3 Lg7 8. Pc3 Lg4 9. Lb2 (Le2!) Lf3: 10. ff3 Pd4 11. Lg2 e5 12. f4! Pe7! (ef? 13. Pd5> 13. fe dc5 14. Pd5 0-0 15. 0-0 Pec6 16. 14 17. Tf4: Lc5 18. Tg4 b5! 19. c5 Ta7 20. Tg3!? Stand na 23. De3! Ondanks de pion minder komt wit nu wat in het voordeel 23. De3:+. <Da5 24. Td3) 24. Pe3: Lc6 25. Pd5: Td8! 26. Pc3: Lf3: 27. gf3 PeS:? De beslis sende fout. Juist was Le5: geweest. 28. PbS! Td7 29. Pd6+ Kb8 30. Pf5 Tc8+ 31. Kbl Td:lt 32. Tdl: Lh8 33. Pe7! De beslissende zet. Op Te8 volgt 34. Pg6 Lg7 35. Pe5: Le5: 36. Tel. 33. Tc5 34. Td8t Kc7 35. TH8: Kd7 36. Th7 Pd3 37. a4 Tcl+ 38. Ka2 Pf2: 39. Pf5+ Zwart gaf op. In het tradionele toernooi in Mon- tilla won volgens de verwachtingen Stand na 20. Tg3!? Met deze toren heeft wit nogal wat zorgen. Op de 18e zet moest hij „onder schot" blijven, daar 18. Tfl met Dh4 zou beantwoord worden. Nu gaat weliswaar Lg3:? 21. hg niet, maar de toren op g3 zal ook later geen geschikte velden meer tot zijn beschikking hebben. 20. f5! 21 Tfl fe4 22. Le4: Tfl:+ 23. Kfl: DH4! 24. Te3Tf7t25. Kgl Lh2:+! 26. Dh2: Tflt 27. Kfl: DH2: 28. Lg2 h5 29. Te4 Dg3 30. Pf4 g5 31. Pe2 Pe2: 32. Te2: Pb4 33. LcS Dd3 34. Ld6 Pd5 35. Kei Pe3 36. Lb7 Ddlt 37. Kf2 Pg4L Opgegeven. LUDEK PACHMAN Opvallend in het Elsevier-toernooi om het wereldkampi oenschap dammen is wel, dat er bijzonder weinig scherpe openingsvarianten zijn gespeeld. Van de partijen tussen de titelkandidaten zijn eigenlijk alleen de duels Wiersma- Tsjegolew en Gantwarg-Wiersma van groot belang voor de openingstheorie, maar ik wil hier beslist niet mee zeggen, dat hierdoor deze duels een grotere waardering verdienen. Wereldkampioen Harm Wiersma is de laatste jaren zelfs de mening toegedaan dat het vooral in Neder land. waar ontzettend veel aan ope ningsstudie wordt gedaan (natuur lijk door de jongere top- c.q. sub topspelers). verstandiger is. de hy permoderne openingen niet tot in den treure te willen doorvoeren, maar ook tijdens de partij creatie vere wegen in te slaan. Een voor beeld hiervan is eigenlijk wel zijn partij tegen Tsjegolew, waarin hij met wit op de zesde zet de relatief bekende paden al verlaat op zoek naar avontuur. Over deze partij wil ik het echter niet hebben in deze kolom, maar U enige fragmenten tonen uit het WK. In het volgende korte partijtje, al weer van Rob Clerc, wordt aange toond dat de Joegoslavische Mees ter Lepsic weliswaar ijverig de ope ningstheorie bestudeert, maar jam mer genoeg niet ver genoeg. Lepsic hanteert de witte stenen. 1.33-28 18-22 2.38-33 12-18 3. 42-38 7-12 4. 31-26 19-23 5.28x19 14x23 6.32-28 23x32 7.37x28 16-21 8.41-37 21-27 9.37- 31 (tot zover allemaal nog gesneden koek) 20-24 10.48-42 10-14 11. 46-41 1-7 12. 34-29 (nu gaat het fout) 5-10 13.29x20 15x24 14.40-34 13-19 15. 41-37 8-13 16 45-40 10-15 17.50-45? Hiermee tekent wit zijn doodvonnis. Aangewezen was hier 37-32, waarna de damcomhinatie bij de volgende zet niet voldoende is voor zwart, zodat 11-16 aangewezen is. Dit eerste fragment is ontleend aan de partij Clerc (wit) Marek. Na 29.41-36 meende de Tsjech, dat nu de tijd gekomen was met 19-23 een aanval in te zetten op de witte schrijf op veld 27. Binnen luttele zetten zal onze landgenoot de zwar te stelling echter ontwrichten door. gebruikmakend van zijn vele vrije tempo's, een verraderlijke combi natie in het spel te vlechten. 30.34-36! 12-17 31.33-28! en nu kwam Marek tot de conclusie, dat de schijfwinst met als tempo 2-7 ver hinderd was door 37-31 gevolgd door 38-33 en het is wit die wint. Omdat 14-19 niet zo aantrekkelijk lijkt besloot hij dan ook maar tot 31. .17-22 32 28x17 21x12 en van een aanval op 27 is al geen sprake meer, maar het is leerzaam om te zien hoe wit het kwarwei afmaakt. 33. 39-33 14-19 (ook na 2-7 is het witte voordeel beslissend) 34.43-39 2-7 35. 33-28 19-24 Zwart wordt het slachtof fer van een lichte combinatie, maar ook 7-11 36.30-25 geeft wit gewonnen spel. Natuurlijk niet 36. 38-33 omdat dan 19-24 wel mogelijk is. 36.28x19 24x35 37.37-31 26x28 38.27- 21! (hier draait het om!) 16x27 39.38- 33 13x24 40 33x11 10-14 41.11-6 en zwart geeft op. Een erg leuk fragment, waarin wordt aangetoond hoe je met een voudige middelen een speler van de tweede garnituur voor grote pro blemen kunt zetten. 17. 4-16 (zie diagram 2) Partijverloop: 18. 47-41 27-32 1». 38x 27 24-29 20. 33x 24 22 x 33 en Wit geeft op. Op 18. 34-29 volgt natuurlijk 18-23 met winst. Op 18. 34-30 27-32 19. 38 x 27 24-29 20. 33x24 22x33 21. 39x28 18-22 22. 27x18 12x41 23 42-37 41x32 en de zwarte voorpost is niet meer terug te winnen. Het mooist is de zwarte winst na 18. 37-32 17-21! 19. 26x8 3x12 20. 28 x8 18-22! 21. 32x21 22-28 22. 33x22 24-29 enz. Nu blijkt goed welk ver schil er is tussen 17. 37-32 en 18. 37-32. Een prachtige combinatie, die het onthouden waard is. Tijdens het wereldkampioenschap hebben Jurg en Van Westerloo hun nieuwe meesterwerk ten doop ge houden: een 300 pagina's tellend boek over de geschiedenis van het Suikerdamtoernooi, dat naast een terugblik op de eerste zes toernooi en vele interessante analyses bevat van de mooiste partijen uit het laatste Suikertoernooi. De analy ses zijn zeer goed. Harm Wierma is goed op dreef, maar ook ex- wereldkampioen Koe perm an. Evert Bronstring, Rob Clerc en Jannes van der Wal hebben hun steentje bijgedragen. FRANK DROST 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 21